Houden wij dan nooit op met werken? Welnu, ook wij gaan na deze week even met zomerreces en zijn weer terug op 3 september met onze lijstjes uit het:
We luisterden naar: Blueneck, The Legendary Pink Dots, My Dying Bride, Autopsy, Carcass en Pete Rock & Camp Lo. En keken naar: Tous Les Soleils en Lola.
Blueneck – Alpha.Blueneck (cd, Don’t Touch)
Blueneck heeft met hun laatste reguliere album Repetitions op veel mensen een diepe indruk gemaakt. Hoewel het nog steeds wachten is op een echt vervolg, is Corin Dingley van de triphopband Alpha nog even met oud materiaal aan de slag gegaan. Naast 8 mixen vind je er ook twee nummers die ze samen geschreven hebben. Het wonderlijke is dat de getormenteerde postrock van Blueneck prima past in een warm triphop-bad. Corin maakt er totaal iets anders van, maar weet de sterke emoties toch te behouden. Een zeer verrassend tussendoortje!
Luister Online:
Alpha.Blueneck (album)
Legendary Pink Dots – The Gethsemane Option (cd, Metropolis)
Er zijn weinig bands waar ik al zo lang fan van ben als het legendarische combo rond de enigmatische poëet en zanger Edward Ka-Spel. Alles wat zij in de afgelopen 31 jaar hebben uitgebracht draag ik op handen. Is dat anders op hun nieuwste cd? Nee natuurlijk niet! Het is allemaal weer heerlijk psychedelisch, maar meer ingetogen. De band lijkt iets meer terug te grijpen op hun periode rond The Crushed Velvet Apocalypse (1990) en The Maria Dimension (1991), zonder ook maar een seconde in herhaling te vallen. Het is alleen wel weer zo zijdezacht en betoverend als toen, maar de experimenten en elektronica voeren hier meer de boventoon. Er zit alleen wel een zekere berustend nostalgisch element in hun geluid besloten nu dat aanstekelijk werkt. Terugblikken om door te kunnen gaan, zelfs als je meer dan 50 releases hebt uitgebracht. Wonderschoon nieuw werk op ouderwets hoog niveau!
My Dying Bride – The Manuscript (mcd, Peaceville)
Ex-sub Roger Teeling zei ooit, terecht naar mijn bescheiden mening, dat als Joy Division ooit de metalkant opgegaan was ze zouden klinken als My Dying Bride. Nu ben ik geen grote fan van het metalgenre, maar de uitwassen ervan daarentegen smaken naar meer, Dat terwijl ik normaal gesprokken ook weer geen fan ben van de uitwassen van. Maar MDB bevat net die geweldige dosis droefheid en energie die ik helemaal weet te waarderen. Ze brengen de juiste snik tegen het juiste metaal en dat pakt me. Deze mini met 4 tracks sluit mooi aan op hun vorige werk. Geen verrassingen maar gewoon een heerlijk tussendoortje.
Tous Les Soleils (2011, Philippe Claudel)
Ik houd enorm van films, maar ben geen expert of goed recensent ervan zoals Ludo, Vido of Olaf en waag me meestal niet aan achteraf recensies. Toch weten sommige films me enorm te grijpen en heb ik er uiteraard een mening over. Ik merk wel dat de muziek ook hier een grote rol speelt. Dit weekend was het helemaal raak met de film Tous Les Soleils van begenadigd schrijver en filmmaker Philippe Claudel, waarvan zijn eerder film Il Y A Longtemps Que Je T’Aime me ook al wist te grijpen. Het is een vrij kale film over een Italiaanse in Frankrijk wonende muziekleraar met dochter, die het verlies van zijn vrouw amper kan verwerken. Los ervan weet hij ook niet goed raad met haar puberteit en volwassenwording. Dochterlief heeft mama niet echt gekend, aangezien ze 6 maanden oud was toen ze overleed door een auto ongeluk. Zijn inwonende broer en anarchistisch kunstenaar brengt een hoop subtiele humor en kan eigenlijk beter omgaan met zijn dochter. Het is een volslagen mafketel die niet buiten komt, de hele dag in zijn badjas rond loopt, een revolutie ontkentent bij de locale postbode en lekker kan koken. Hij vraagt ook politiek asiel aan omdat zijn land niet meer bestaat, waarbij hij het tot woede van de immigratiedienst over Italië heeft. Uiteindelijk kringelen diepe gevoelens, breekbare humor en lichte psychologie in tedere banen om elkaar heen en is het einde van een ontroerende en uiterst subtiele pracht. Dat komt met name door het slotlied, waar omheen Claudel bijna zijn film gemaakt lijkt te hebben, dat gezongen wordt door de acteur Stefano Acorssi zelf. Hiermee overstijgt hij zelfs het origineel van het album La Tarentelle. Als je dan bij de juiste tekst zijn overleden vrouw, zijn overleden sparringpartner (hij las zieke mensen voor) en zijn toekomstige vrouw (dochter van de sparringpartner) binnen ziet komen met de glimlach van zijn broer en dochter erbij, is het onmogelijk om het nog droog te houden. Zo subtiel, zo zoet en toch nergens glad. Drie sterren volgens de VPRO, maar voor mij meer waard dan dat. Prachtig!
Lola (Rainer Werner Fassbinder)
Geef een recalcitrant en eigenzinnig regisseur een bordeel, en hij maakt een goede film. Je zou het haast gaan denken. Na eerder dit jaar al Atom Egoyans fantastische Exotica te hebben bekeken gaat Fassbinder’s Lola daar nog overheen. Voor mij zijn allerbeste film. (Al zegt dat niet zo heel veel, want ik ben geen groot fan.) Lola bevat in elk geval de leukste rol uit zijn hele oeuvre. Nee, niet de hoer Lola. (Dat is een typisch Schygulla-achtig Fassbinder-meisje). De fílm Lola gaat vooral over ‘herr Schuckert’, briljant vertolkt door Mario Adorf. De man combineert het uiterlijk van Cantona met de charme van Clooney en de smakelijke schweinerei van Balla. (De hoofdrol uit een andere Duitse klassieker, Spur der Steine.) Je kunt Lola als de BRD-counterpiece van die DDR-film zien. Beide films gaan over de bureaucratische molen der bouwprojecten, wat in het westen neerkomt op corruptie… En hoeren natuurlijk. Herr Schuckert troont de burgemeester en co mee naar de salon, om daar te genieten van gedane zaken. Dan arriveert Armin Mueller-Stahl als de onberispelijke bouwinspecteur. Coburg staat op zijn kop. Zoveel edelmoedigheid, zo onomkoopbaar, zo vlekkeloos van moraal! Het kost de ganse stadsgemeenschap een héle film om zich daarvan te herstellen, of beter, Von Bohm opnieuw af te stellen. Smakelijke satire, flamboyant fleurig in beeld gebracht, want ook qua cinematografie is deze Fassbinder om door een (trouw)ringetje te halen.
Autopsy The Headless Ritual
Carcass Surgical Steel
Autopsy is alweer aan hun tweede album sinds hun reünie toe en bewezen al dat ze ‘het’ nog hadden. In spades blijkt op The Headless Ritual. En dat zonder te veel te teren op de oude glorie, er zijn genoeg experimenten te vinden zonder het roer helemaal om te gooien. Moddervet en supersmerig Reifert en z’n mannen kunnen niet anders, wat al bleek uit projecten als Doomed, Abscess en Funeral in de downtime, maar Autopsy is ook nog eens supergoed. Carcass-leden hielden zich onledig met seventies rock (Firebird) en gitaargeoriënteerde thrashmetal (Arch Enemy) en iets met country waar ik me niet aan heb durven wagen. Hun nieuwe album grijpt terug op Necroticism en vooral Heartwork. Bondige songs met veel sappig gitaarwerk en daar is helemaal niks mis mee. De echte gorehouds die bij de eerste twee albums zweren hebben gelukkig nog een leger aan gore- en porngrindbands om ze bezig te houden.
Pete Rock & Camp Lo 80 Blocks From Tiffany’s, Vol. II
Op Volume I waren beats en raps later samen gevoegd, nu zijn de rhymes gedropt over de beats en dat hoor je. De blaxpressionistische teksten van Geechi Suave, Sonny Cheeba een lijst aan gasten waaronder Ab-Soul en Talib Kweli passen perfect bij de funky beats van Pete Rock. En het is nog voor kratis ook!