Het schaduwkabinet: week 25 – 2013

De topinkomens zijn, hoe stuitend ook, weer gestegen. Zelfs Jan Peter Balkenende verdient €62500,= per maand, ofwel ruim 4x zijn eigen bedachte norm. Veel oprechter zijn onze lijstjes uit het:
Schaduwkabinet
We luisterden naar: Boards Of Canada, Laura Marling, Ocoeur, These New Puritans, Tricky, V/A: Five Days Married and Other Laments: Song and Dance From Northern Greece, 1928-1958 en V/A: Beyond Rembetika – The Music & Dance Of The Region Of Epirus, recordings 1919-1958. En gingen naar: Ghost en Selim Lemouchi & His Enemies.





JANWILLEMBROEK
 

Boc_tomorrows_harvestBoards Of Canada – Tomorrow’s Harvest (cd, Warp)

Er is al heel veel gezegd over deze nieuwe cd, niet in de laatste plaats vanuit hun eigen kamp. Ik heb er in ieder geval reikhalzend naar uitgezien. En het is de 8 jaar wachten meer dan waard geweest, zo blijkt. Nee het is geen hogere mathematica meer, maar soms klinkt 1 plus 1 is twee net zo logisch en aangenaam in de oren. Het neigt wat meer naar ambient allemaal, maar dan wel vol bijzondere, duistere en dikwijls bevreemdende geluiden gehuld in een dampende, magische atmosfeer. Daarbij weten ze je zo in te pakken dat het lijkt of je in een capsule door een parallelle tijdzone schiet. In de nummers waar ze de beats wat scherper aanzetten, vind ik het een fractie beter. Voor de rest: ogen dicht en intens genieten maar. Het blijven unieke genieën.




Lauramarling-onceLaura Marling – Once I Was An Eagle (cd, Ribbon Music)

Vijf jaar geleden debuteert de dan nog 18-jarige Laura Marling met haar verbluffende debuut Alas I Cannot Swim. Haar singer-songwritertalenten zijn grandioos en hebben iets volslagen unieks. Haar melancholische, folkachtige songs slaan in als een bom. Op haar tweede cd I Speak Because I Can van een jaar later is een perfectionering daarvan. Ze plaatst zich ergens tussen Nancy Elizabeth, Fran Rodgers, Joanna Newsom, Suzanne Vega en Essie Jain, maar drukt onder meer met haar Oosterse elementen en prachtige stem duidelijk een eigen stempel. Ontwapende muziek die weet te ontroeren. In 2011 presenteert ze haar derde album A Creature I Don’t Know, waarop ze -excuus voor de term- een meer volwassen sound ten gehore brengt. Ik zeg niet per se mooier, maar haar techniek is verbeterd en ze verrijkt haar muziek nu ook meer met altcountry en jazz invloeden. Alles wat ze nu inlevert aan die jonge, meer rauwe charmes van de eerste twee albums compenseert ze nu ruimschoots met die verbeteringen. Maar nog altijd weet ze diepe snaren te raken. Haar vierde album heb ik gewoon blind aangeschaft, maar deze valt me in eerste instantie vies tegen. Het lijkt allemaal simpeler en wat lusteloos gebracht. Na diverse draaibeurten, want iets intrigeert me toch steeds wel, begint het kwartje of de 11,36 eurocent eindelijk te vallen. Ze heeft de focus meer verlegt naar de tekst en brengt een meer verhalend album. Een verschil als Five Leaves Left en Pink Moon van Nick Drake, een artiest waar ze hier meer dan ooit schatplichtig aan lijkt, waarbij de muziek misschien minder eenvoudig je oren inglijdt maar waarbij de uitwerking bepaald niet minder is. En hoe vaker je luistert des te meer schoonheid je ontdekt. Van de eerdere teleurstelling blijft niets overeind, al is het niet haar allerbeste album. Maar van een 9 naar een 8 is nog altijd een dikke voldoende voor deze nog altijd piepjonge muzikante.




Ocoeur-light-as-a-featherOcoeur – Light As A Feather (cd, n5MD)

De Franse muzikant Franck Zaragoza brengt na digitale releases nu eindelijk zijn cd debuut. Het is een droefgeestige mix van glitch, dark ambient, IDM en neoklassiek geworden. Hij brengt een mengelmoes aan elektronica en akoestische instrumenten. De cd opent heel sereen met akoestische klanken op een bedje van ambient, dat me sterk aan The Future Sound Of London doet denken. Hierna laat hij lekker mistige idm horen, die eerder de kant van The Field en Gas opgaan. Verderop zit er ook wat bombastisch neoklassiek à la In The Nursery en Clint Mansell tussen, idm van Autechre en Aphex Twin, pianospel van Nils Frahm en Fabrizio Paterlini en Fennesz-achtige glitch. Hij varieert en combineert er lustig op los en het een sterk en wonderschoon album geworden.


These-new-puritans-album-field-of-reedsThese New Puritans – Field Of Reeds (cd, Infectious Music)

Ik kan haast niet geloven dat het alweer 3 jaar geleden is dat ze met hun verpletterende tweede album op de proppen kwamen. Nu hun derde wapenfeit er is, kan je enkel concluderen dat deze bands heel snel gegroeid is. De band bestaat uit de tweelingbroers Jack (piano, elektronische piano, orgel, bas, zang, vibrafoon, gong, percussie, veldopnames) en George Barnett (drums, percussie, glas) en Thomas Hein (bas, gitaar). Daarnaast hebben ze een aantal gastzanger(e)s(sen) uitgenodigd en een klein leger op blaas- en strijkinstrumenten. De hip hop van weleer is nagenoeg verdwenen en ze hebben er een meer contemplatieve sound voor in de plaats gebracht. De productie is wederom in handen van Graham Paul Sutton (Bark Psychosis, Boymerang). De groep brengt een ingetogen, licht melancholische sound die eerder verwant is aan het neoklassieke van Clint Mansell en Jonny Greenwood, de postrock van Talk Talk, de bevreemdende liedjes van Spoonfed Hybrid, de darkfolk van Current 93, het surrealistische elektronica van The Knife en ook met de avant-garde van Coil. Jack Barnett heeft een album gecreëerd dat minder raakvlakken met de popmuziek heeft gekregen, gehuld is in een onheilspellende en droefgeestige atmosfeer en toch je eenvoudig weet in te pakken. Het is alsof je in een mooie droom zit, zo’n bijzonder geluid weten ze neer te zetten. Voor de derde keer op rij een ander en toch sensationeel geluid weten neer te zetten, die binnen de herkenbare kaders van henzelf blijven. Spannende schoonheid. Wat een fenomenale band is dit toch!



Tricky-False-IdolsTricky – False Idols (cd, False Idols/!K7)

Tricky komt net als leden van Portishead voort uit Massive Attack. Deze drie-eenheid weet eigenhandig de triphop-scene naar een hoger plan te brengen en te vormen en behouden toch elk een geheel eigen identiteit. Tricky, later ook in Nearly God te vinden, brengt het ene na het andere sterke album uit en varieert telkens met zijn ingrediënten. Toch zal het debuut Maxinquaye uit 1995, een eerbetoon aan zijn moeder, bekend blijven als zijn meesterwerk. Daar heeft hij last van, want telkens vergelijkt men alles erna met dit album. Het album is uniek qua sfeer, maar muzikaal gezien is het niet eens zijn sterkste; muziek en emotie, probeer daar maar eens een wig tussen te drijven. Na Blowback uit 2001 vind ik hem zelf muzikaal gezien eigenlijk niet zo interessant meer. Ik zeg niet dat hij slechte muziek maakt, maar het mist bezieling en innovatie; het lijkt vooral gedoe om krampachtig anders te klinken. Plots is daar False Idols, waar hij niet Martina-Topley Bird of Goldfrapp als sterzangeres heeft maar Francesca Belmonte. Deze brengt in combinatie met de arrangementen van Tricky weer dat gevoel van het debuut terug. Een terugkeer naar de vorm, maar toch met heel andere muziek. Muziek die beter in elkaar steekt dan het debuut, dus ook geen herhaling van zetten en toch op en top Tricky. Veel belangrijker is dat de muziek me gewoon weer raakt en weet te boeien. Tricky brengt rijke tracks waar trip hop, downtempo, neoklassiek, soul, break beats en jazz een fraai geheel vormen. Een lekker melancholische, nachtelijke atmosfeer in een kristalheldere productie. Meer dan genoeg om Tricky weer in de armen te sluiten. En een bewijs dat je helden van weleer nooit moet afschrijven. Een prachtplaat!


False Idols stream:


False Idols (album)




MARTIJNB
 


Selim Lemouchi & His Enemies & Ghost @ Tivoli, Utrecht


It's a satanic drug thing, you wouldn't understand, het aloude credo van Monstermagnet is zeker van toepassing op Selims nieuwe project. Later hoor ik op het album Mens Animvs Corpvs dat er meer gebeurt maar van het eerste live optreden blijven het spervuur aan psychedelische gitaarsolo's en kraut-achtige ritmes bij. Het kent misschien nog wat losse eindjes en catchy songs zoals The Devil's Blood ontbreken maar er is ook een wat minder negatieve energie. Intens is het echter wel, iets wat van de hoofdact niet gezegd kan worden. Spik en span, zonder enige spontaniteit, werken de gemaskerde Zweden zich door hun set heen. Aardige nummers, zonder meer, maar zoals er ineens akoestische gitaren uit het niets lijken te komen vraag je je onwillekeurig af of er wellicht nog meer uit doosjes komt. Van enige opwinding is in ieder geval geen sprake. Mijn bedenkingen waren door Infestissumam een beetje aan 't wankelen gebracht maar na het optreden staan ze weer fier overeind: Ghost is cartoonesk en oppervlakkig.



Five Days Married and Other Laments: Song and Dance From Northern Greece, 1928-1958


Beyond Rembetika – The Music & Dance Of The Region Of Epirus, recordings 1919-1958


Na zeven boxed sets met rembetika graaft het JSP label verder in de Griekse volksmuziek in de aanzienlijk minder makkelijk in het gehoor liggende Epirotische 'dimotika'. Ook verscheen er een LP met materiaal uit dezelfde hoek. De vier cd's van JSP zijn gerestaureerd dus (bijna) kraakvrij en kraakhelder (voor 78 rpm begrippen), maar met vier bomvolle discs wellicht wat veel van het goede. Er is gepoogd afwisseling te maken maar de verschillen tussen de ene en de andere 'pikrodafni' zijn nu eenmaal minimaal als je teksten niet verstaat. De LP heeft een hoop extra gekraak maar is voor minder ingevoerde mensen misschien een meer hapklare brok. Ik ben dan wel weer sucker genoeg voor deze muziek dat ik gewoon allebei heb gekocht.


Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.