Het schaduwkabinet: week 22 – 2019

We zijn wat ontstemd door de verkiezingen, maar gaan in tegenstelling tot sommige bedrijven als een trein in onze lijstjes uit het:

SCHADUWKABINET

We luisterden naar: Eluvium, Clara Engel, Fontaines D.C., Ilm, Je T’Aime, Lungbutter, Zbigniew Preisner en Mark Tranmer.

 


 

Jan Willem

Eluvium – Pianoworks (cd, Temporary Residence Ltd. / Konkurrent)
De Amerikaanse multi-instrumentalist en componist Matthew Robert Cooper laat van zich horen in Concert Silence, Inventions en brengt tevens onder zijn eigen naam een album uit. Maar hij zal de meeste bekendheid genieten als Eluvium, het project waarmee hij sinds 2003 releases het licht laat zien. Aanvankelijk zijn dat albums vol fraaie, desolate gitaarambient en softnoise, maar later koerst hij meer en meer richting de neoklassiek en ambient, Alleen zijn tweede An Accidental Memory In Case Of Death (2004) een heus pianoalbum. Die draad lijkt hij na 15 jaar weer op te pakken met Pianoworks, waarop hij 13 nieuwe stukken lanceert. Dat wil zeggen als je niet de gelimiteerde dubbel cd (dan wel 2 of 3 lp) hebt, want dan zijn het er 25. Eluvium is altijd al een project geweest van Cooper om zijn gedachten te verdrijven en te uiten; sommige gaan over wereldse zaken en het universum en andere over intieme zaken, zoals hij zelf zegt, soms zo klein als de handafdruk van een kind. Op dit nieuwe album kijkt hij naar hoe we waren als kind en hoe we geworden zijn als volwassenen. Van vrolijke, onbedorven wezens tot soms corrupte mensen. Dit levert uiterst minimale pianostukken op, die op het eerste gehoor eenvoudig klinken maar juist complexe emoties over weten te brengen. Soms is het maken van sobere muziek ook moeilijker dan de meer uitgesproken muziek. Cooper weet op melancholische wijze diepe snaren te raken. En vooral andere snaren dan met zijn gebruikelijke muziek, terwijl het toch een op en top Eluvium album is geworden. Dat is niet alleen knap, maar ook van een bijzondere schoonheid.

 

Clara Engel – Where A City Once Drowned (cd, Clara Engel)
Clara Engel is een bijzondere Canadese muzikant en zangeres. Ze beschikt over een licht androgyne getormenteerde stem die door merg en been gaat. Naast haar meer songgerichte albums vol apocalyptische folk, gothic folk, experimentele muziek en 4ad-achtige droompop, die overigens altijd skeletachtige en droefgeestig zijn, maakt ze eveneens instrumentale experimentele albums. Vaak krijgt ze hulp van klasse artiesten, al brengt ze doorgaans alles in eigen beheer dan wel op obscure labels uit; soms op cd of cd-r maar vaak ook enkel digitaal. Ze is al tot tweemaal in mijn jaarlijst geëindigd, zo goed vind ik haar muziek. Met name haar album The Bethlehem Tapes (2013) vindt ik subliem, hetgeen ook een hoge notering oplevert. Maar veel is van een ontzaglijk niveau. Nu is ze terug met Where A City Once Drowned met de subtitel “The Bethlehem Tapes II”. Engel (zang, gitaar, guitalele, Hammond orgel,koto) wordt zoals vaker bijgestaan door cellist Taylor Galassi en daarnaast door gasten op zang, banjo, ambient gitaardrone, bas, synthesizer en harmonium. Hiermee levert ze weer 6 bloedstollend mooie songs af. Gedragen breekbare maar zware pracht, die dwars door je ziel snijdt. Op de achtergrond krijg je een soort Labradford, terwijl op de voorgrond Marissa Nadler, Jarboe en Songs: Ohia de rest in lijken te kleuren. Maar eigenlijk passen vergelijkingen niet in deze. Clara Engel is een volslagen unicum en verdient een veel groter publiek dan wel podium met haar magistrale muziek.

 

Fontaines D.C. – Dogrel (cd, Partisan)
Zonder preek een geweldige tip van K., die er wel ingaat als een preek overigens. Dat gaat een tijdje geleden over het uit Dublin afkomstige vijftal Fontaines D.C., die overigens zonder die laatste toevoeging (Dublin City) starten in 2017. Vorig jaar verschijnen er een handvol digitale singles, die nu allemaal terug te vinden zijn op het debuut Dogrel, die mij na een wereldreis ook eindelijk heeft bereikt. De band bestaat uit Grian Chatten (zang, tamboerijn), Carlos O’Connell (gitaar, piano, zang), Conor Curley (gitaar, orgel, zang), Tom Coll (tamboerijn, percussie) en Conor Deegan III (piano, gitaar, synthesizer, zang). Ze roeren gretig in het verleden, waaruit ze post-punk, wave, noise en rock van toen tot smaakvolle en opzwepende hedendaagse songs smeden. Alleen die directe, licht onderkoelde zang van Chatten, waarvan je gezien zijn naam misschien iets anders verwacht, is zo sterk en meeslepend. Verder zijn het The Fall, The Ex, Joy Division, The Wedding Present en Sleaford Mods die vooroplopen in de referentielijsten, al komen The Smiths en The Pogues ook voorbij. En wellicht hoor je er zelf nog wel andere dingen in terug. Het mooie van de groep is dat ze dit alles op geheel eigengereide wijze brengen en daarmee ook daadwerkelijk iets toevoegen aan het hedendaagse muzikale landschap. Een zeer veelbelovend en bovenal lekker debuut!

 

Ilm – Gaya (cd, Fluid Audio)
De Britse, inmiddels in Duitsland woonachtige muzikant Alex Smalley heeft al eerder aangekondigd dat zijn hoofdproject Olan Mill de beste tijd heeft gehad en dat hij andere paden wil gaan bewandelen. Dat doet hij ook met het duo Pausal al, maar het tijdperk Olan Mill zoals het is geweest is voorbij. Hij komt nu, samen met de experimentele keyboardspeelster Lucia Adam, terug als Ilm. Hun debuut Gaya brengen ze uit op het prestigieuze Fluid Audio label, die zoals altijd uitpakt als het om de verpakking gaat. De cd zit in een kartonnen hoes samen met een antiek objectglaasje (en dekplaatje plus object), historische papieren, hetgeen allemaal in een cellofaanhoes gestoken is met daarbij nog 20 A6 formaat kaarten waarop microscopische afbeeldingen staan. Wie zegt dat je lp’s nodig hebt voor fraaie kunst? En dan moet de muziek nog beginnen. Ze brengen 8 stukken ten gehore die op een mistige wijze ergens tussen neoklassiek, dark ambient en abstracte elektronische muziek zit. Op afwisselende wijze krijg je een rustiek filmisch samenspel van waterige soms haast jazzy pianopartijen, drones, ruis en allerhande elektronische sounds. Ze vormen een mysterieus maar bezinnend geheel, dat bovendien van een diepgravende schoonheid is, die liefhebbers van pak hem beet A. Winged Victory For The Sullen, Richard Skelton en Nick Cave & Warren Ellis. Daarmee maken ze een eventueel gemis van Olan Mill helemaal mee goed.

 

Je T’Aime – Je T’Aime (cd, Manic Depression)
Mijn muzikale hart ligt, zoals menigeen weet, behoorlijk bij de meer duistere jaren 80 muziek en ik maak er ook absoluut geen probleem van als men er nu aan refereert. Een eigen draai daarbij valt wel te prijzen. Dat is ook wat de in 2018 te Parijs opgerichte groep Je T’Aime doet, die bestaat uit Dany BOY (zang, programmering, synthesizer, bas, gitaar), Tall Bastard (bas, gitaar) en Crazy Z. (gitaar). Op hun gelijknamige debuut worden ze geholpen door achtergrondzangeressen Anaïs Novembre en Marion Parfait. The Cure duikt bij vele bands als associatie op , maar diens zanger Robert Smith veel minder. Smith staat natuurlijk niet bekend als een zanger die welk dubieus zangprogramma dan ook zou kunnen winnen, maar als één die op getormenteerde, licht ontstemde wijze intense emoties weet over te brengen. Ik heb wel eens pogingen van andere zangers gehoord om dit na te doen, maar daar krijg je dikwijls een spontane loslating van je trommelvliezen van of andere gehoorbeschadigingen. Dany BOY, de drijvende kracht achter de groep, doet wel enorm aan Smith denken, maar dan echt op een positieve wijze. De muziek bestaat uit een pakkende mix van post-punk, gothic, cold wave en indierock. Daarbij moet je denken aan een overheerlijke mix van The Cure, Joy Division, Virgin Prunes, The Smiths, The Sound, Xiu Xiu en A Place To Bury Strangers, hoewel ze met de hoes wellicht een knipoog naar Genesis P-Orridge & The Angels Of Light maken. Hier hou ik van!

 

Lungbutter – Honey (lp, Constellation / Konkurrent)
Zangeres Kyla Brooks, gitariste Kaity Zozula en drumster Joni Sadler maken voordat ze Lungbutter vormen al geruime tijd deel uit van de noise/rock scene in Montréal. Dat gaat om band als Mands, Femmaggots, Harsh Reality, Caymans, Nennen, Wreckage With Stick en Nag plus het tapelabel Misery Loves Company. Op die laatste verschijnt in 2014 een split-cassette van de groepen Lungbutter en Mands, die beide Zozula delen. In datzelfde jaar brengt Lungbutter ook de cassette Extractor, die in 2016 heruitgegeven wordt. Wat evident is dat ze een eigengereide noisesound in huis hebben, waaraan ze ook elementen van metal, no wave, postrock, drones en experimentele muziek toevoegen. Dat doen ze andermaal op hun debuut lp Honey, waarop ook nog twee nummers zijn doorgesijpeld van de genoemde cassettes. In totaal brengen ze 11 ongepolijste pakkende songs, die me in eerste instantie doen denken aan het betere, oudere werk van Sonic Youth. Maar ook Babes In Toyland, Big Brave, Made Out Of Babies, Melvins en Come kan ik hier aandragen ter referentie. Ze lijken de vorm waarin ze hun agressie en andere emoties naar buiten brengen minder van belang te vinden. Dat maakt de muziek ook zo spontaan en aanstekelijk. Een volslagen uniek en te gek album.

 

Zbigniew Preisner – The History Of Eternity (cd, Caldera)
Eén van de specialismen van de Poolse componist Zbigniew Preisner is toch wel de kunst om bijzondere en afwisselend soundtracks te maken. Soundtracks die van meerwaarde zijn op de films, kijk alleen naar de diverse films van Krzysztof Kieślowski, maar die ook los voor een prettige luisterervaring zorgen. Dat overigens naast zijn eveneens geweldige reguliere werken, waarbij hij tevens samenwerkt met artiesten als Lisa Gerrard, Teresa Salgueiro, Dominik Wania en David Gilmour. In 2014 maakt hij de soundtrack The Histroy Of Eternity voor de film van Camilo Cavalcante. Deze bestaat uit 24 langere en korte nummers, die behoorlijk sober zijn. Muzikanten op gitaar, Hammond orgel, piano, cello en violen kleuren de boel stemmig in. Het doet soms wel aan de minimale soundtracks van Gustavo Santoalalla en Max Richter denken. Een prachtig contemplatief album dat nu op cd is verschenen.

 

Mark Tranmer – Claviature (mcd, Vertical Features)
Al bijna 30 jaar timmert de Britse muzikant Mark Tranmer aan de weg. Dat begint met de indieband St. Christopher in 1990. Maar ik leer hem voor het eerst kennen via het geweldige The Montgolfier Brothers, met Roger Quigley aka At Swim Two Birds en Quigley. Daarna volgt snel zijn soloproject Gnac en later ook Bad Dancers Collide, Wingdisk (met Ian Masters,ex-Pale Saints, Spoonfed Hybrid) en muziek onder zijn eigen naam. Dit jaar vormt hij met James Hackett het duo Vetchinsky Settings. Hoewel de muziek per project nogal van elkaar verschilt, wordt de rode draad gevormd door een prachtig herfstige droefgeestigheid. Hoewel ik hem redelijk dacht te volgen, heb ik zijn vorig jaar verschenen mini Claviature helemaal over het hoofd gezien. Deze bevat 4 stukken, die (uiteraard) op de piano worden uitgevoerd. Het zijn wonderschone stukken waar de melancholie vanaf druipt. Er zit wel een zekere vintage en soms haast Barok vernis overheen, die voor een warm laagje zorgen. Ik moet denken aan een mix van Nouvelles Lectures Cosmopolites, Goldmund, Erik Satie, Sylvain Chauveau en Quentin SirJacq. Het is haast ongelooflijk hoeveel emoties Tranmer op verhalende wijze weet over te brengen met enkel instrumentale muziek. Het is een breekbaar en wonderschoon kleinood geworden.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.