Het schaduwkabinet: week 21 – 2022

Krijg toch de apenpokken! Kent u die nieuwe uitdrukking? Ook nieuw is de muziek in het:

SCHADUWKABINET

We luisterden naar: Beach House, Brigitte Beraha, Matthew Bourne, Ensemble 0, Eva Quartet, Marcela, Sote en Wet Leg.

 


 

Jan Willem

Beach House – Once Twice Melody (2cd, Bella Union)
Het in 2004 opgerichte Amerikaanse Beach House weet met de jaren alleen maar te groeien en dat zonder eerdere werken te diskwalificeren. Dit duo bestaat uit Alex Scally en Victoria Legrand, die doorgaans een melancholische mix van droompop, indierock en shoegaze naar buiten brengen, waar ze ook wel een 4AD-vernis over sprayen. En daar voegen ze door de jaren heen van alles aan toe, of laten dit juist weg. Steeds meer weten ze perfectie een gezicht te geven. Nu zijn ze na 4 jaar terug met hun achtste album, dat meteen bestaat uit twee schijven en vier hoofdstukken. Er zijn weer veel soorten stijlen en songstructuren te horen, waarbij ze het meer elektronisch aanpakken met orgels, drummachines en keyboards; ze koersen hier soms wat meer richting de psychedelica en krautrock. Dat alles overigens zonder de dromerigheid en warmte van de muziek in gevaar te brengen, wat wellicht mede komt door de inzet van een heus strijkersensemble. Het is gewoon weer een nieuw hoofdstuk in hun muzikale boek, waarin ze nog lang niet uitgeschreven lijken te zijn. Dit keer pakt dat soms bitterzoet en romantisch uit, maar wel volgens de richtlijnen van het Beach House universum, dat leunt op hun dromerige basissound. De 18 nummers die ze hier in zo’n 85 minuten voorbij laten komen, weten je ademloos mee te voeren. Liefhebbers van Lush, Stereolab, Spiritualized, Cocteau Twins, The Swirlies, Slowdive en Mazzy Star zullen dit ook wel te gek vinden, al zullen ze inmiddels zelf al een enorme fanbase hebben. Bedwelmend goed!

 

Brigitte Beraha – By The Cobbled Path (cd, Let Me Out Records / Xango Music Distribution)
De Britse zangeres, componiste en pianiste Brigitte Beraha profileert zich meestal in de hedendaagse jazz, waar ik eerlijk gezegd minder mee op heb. Ook avant-garde, spoken word, (neo)klassiek en elektronische experimenten staan bij haar op het menu. Ik ken ook wel wat muziek van haar, maar had tot nu toe nooit de behoefte om een album van haar aan te schaffen. Maar bij het horen van haar nieuwe album By The Cobbled Path weet ze me direct in de houdgreep te nemen. Ze werkt hier met elektronica, piano en vooral zang en stem. Die laatste zet ze dikwijls in als een soort ambient- en drone-instrument. Daarnaast weet ze er etherische zang en stemkunsten mee te produceren en maakt ze ook pratend een diepe indruk. Ze gaat hier van uiterst doorwaadbare en haast serene muziek naar doorwrochte experimenten, die wat zwaarder op de maag liggen maar het waard zijn door het avontuurlijke aspect. Je valt van de ene verwondering in de andere. Daarbij moet je het ergens zoeken tussen Sainkho, Iva Bittová, Sarah Davachi, Meira Asher, Sussan Deyhim, Francisco López en Mari Boine Persen. Het pad kan dan geplaveid zijn, toch is het hobbelig en vol ingewikkelde bochten, maar hetgeen je passeert is van een onbeschrijfelijke schoonheid.

 

Matthew Bourne – Irrealis (lp, Leaf / Konkurrent)
De Britse jazzpianist/componist Matthew Bourne is iemand die graag samenwerkt met anderen. En dat eigenlijk al sinds hij vanaf 2003 albums maakt. Zo heeft hij albums gemaakt met Nightports, Trio Grande, Dave Stapleton, Tony Bevan, Paul Dunmall, Franck Vigroux, Laurent Dehors, Keith Tippett, Marc Ducret, Broadway Project en onlangs nog met Emil Karlsen. Verder heeft hij samengewerkt met Geoff Smith, Steve Davis, John Zorn, Marc Ribot en Tony Buck. Bourne heeft in zijn jonge jaren al diverse prijzen in de wacht gesleept, waaronder de Perrier Jazz Award en BBC Jazz Award. Freejazz, abstracte en elektronische muziek, improvisaties, neoklassiek, experimentele muziek en (free)jazz heeft hij allemaal in zijn repertoire, maar eigenlijk gaat hij niets uit de weg. Zo nu en dan vind hij nog tijd om eens een heus soloalbum te maken, zoals de nieuwe lp Irrealis. Dit is een verzameling van 7 geprepareerde pianostukken die hij live en zonder enige overdubs heeft opgenomen. De basis voor het geprepareerde pianowerk heeft hij al op de middelbare school gelegd, toen hij snoep had gegooid op de piano van zijn school. Bourne had zijn piano, inmiddels op wat meer subtiele wijze, geprepareerd voor een ander project en is eigenlijk daarna gewoon voor zijn plezier dit gaan uitvoeren. Je herkent de piano maar deels, want soms heeft het meer weg van een gamelan of buisbellen. Het is wonderlijk, uiterst spontaan en biologerend geheel geworden.

 

Ensemble 0 – Musica Nuvolosa (cd, Sub Rosa)
In 2006 richt Sylvain Chauveau met andere muzikanten het Ensemble 0 (spreek uit: Ensemle Zéro) op, dat feitelijk muziek over muziek maakt. Dat delen ze met The Residents, zij het dat dit ensemble het serieuzer aanpakt; dit zonder mijn heldenband enigszins te diskwalificeren. Ze debuteren met zeer eigenzinnige interpretaties van John Cage, maar laten erna ook eigen stukken het licht zien. Geen album is hetzelfde! Het ensemble is opgezet als een groep roulerende muzikanten en Chauveau is er inmiddels niet meer bij, wat overigens niet betekent dat hij nooit meer aanschuift. Voor hun nieuwe album Musica Nuvolosa zijn het Stéphane Garin (vibrafoon, marimba, xylofoon, buisbellen, tamtam), Céline Flamen (cello), Melaine Dalibert (piano), Natasha Tchitch (altviool), Tomoko Katsura (viool), Aurélien Hadyniak (marimba, vibrafoon, klokkenspel, gong, snare drum, triangel), Jùlia Gàllego Ronda (fluit) en Julien Pontvianne (klarinet), die acte de présence geven. Ze laten hier interpretaties horen van “Horse Sings From The Cloud” (1975) van Pauline Oliveros, dat goed 19 minuten lang is, en elf stukken van “Music Ricercata” (1951-53) van György Ligeti, dat bijna 28 minuten duurt. Het is misschien wel het meest gecomponeerde werk dat ze naar buiten brengen, al weten ze er toch weer een eigen en minimalistische draai aan te geven. Je hoort de meesters er wel in terug, maar je kunt dit net zo goed beschouwen als een volslagen nieuw werk, dat minstens zoveel stof doet opwaaien als de originelen. Ensemble 0 is van een bijzondere, smaakmakende buitencategorie.

 

Eva Quartet – Minka (cd, Riverboat Records/ World Music Network)
Ik probeer altijd rond de releasedatum van een album de recensie te publiceren, maar ook mij ontglipt nog wel eens wat. In het geval van het door mij zeer gewaardeerde Eva Quartet uit Bulgarije is dat misschien minder vreemd, aangezien ze hun laatste album The Arch in 2012 hebben uitgebracht, samen met de veel te vroeg in 2008 overleden muzikale held Hector Zazou (de opnames zijn tussen 2005-2007 gemaakt). Het Eva Quartet, dat al in 1995 is opgericht, bestaat uit vier vrouwen, die deel uitmaken van het hedendaagse Le Mystère Des Voix Bulgares, die ik eveneens torenhoog heb zitten. Die typische nasale Bulgaarse meerstemmige zang is zo mooi, mysterieus, magisch en meeslepend; daar krijg ik nooit genoeg van. Ze hebben inmiddels 4 albums uitgebracht, waarvan één samen met Iliya Lukov en één dus met Zazou. Halverwege vorig jaar is hun vijfde Minka verschenen. Hierop brengen ze 14 songs, die weer uit het leven gegrepen zijn en dikwijls bestaan uit traditionals, al hebben ze ook nieuwe songs geschreven. Oprechte verhalen over het huwelijk, de liefde, rouw, verlangen en andere grote thema’s tot simpelweg een lied over een lui meisje of eentje die aan het oogsten is. Gergana Dimitrova (sopraan), Sofia Kovacheva (mezzosopraan), Evelina Hristova (alt) en Daniela Stoitchkova (contra-alt) brengen tijdloze, betoverende schoonheid in de beste Bulgaarse traditie, waar magie de gewoonste zaak van de wereld lijkt. Beter later dan nooit, maar dit wilde ik toch even delen.

 

Marcela – O’Roma (cd, Jamalafak/ Music Box / Xango Music Distribution)
Muziek van de Roma of Rroma, onterecht ook wel zigeuners genoemd, mag je bepaald niet over één kam scheren. Toch is er zeker wel een zekere verwantschap, want daar waar het leven gevierd moet worden mag dat uitbundig en daar waar er verdriet is mag dat ook worden gehoord worden. En dat van generatie op generatie, waardoor er dikwijls oude tradities in het hier en nu herleven. Eigenlijk brengen ze altijd het leven in alle aspecten vol overgave muzikaal in kaart. Daarbij kunnen de meest uptempo nummers soms de meest droevige gebeurtenissen verbeelden en omgekeerd; een soort compensatie. Eén ding staat vast: het is zonder opsmuk en oprecht. Dat geldt ook voor de van origine Slowaakse zangeres Marcela Cisarova. Doordat ze woedend is op haar land verkast ze naar Frankrijk. Ze is eerder al te horen in de formatie Marcela & Los Murchales, waaruit in 2015 ook het album Murchale werd geboren. Nu is ze terug als simpelweg Marcela met het album O’Roma, waarbij ze grotendeels weer mag rekenen op de muzikanten van haar Los Murchales clubje, die haar vergezellen op gitaar, viool, contrabas en (koor)zang. Daarnaast beschikt ze over een fijne gastenlijst met muzikanten op mandoline, riq, darboeka, cajon, drums, saxofoon, bas en zang. De muziek heeft z’n basis in de Balkan, maar laat ook invloeden uit Turkije en het Verre Oosten horen. Muziek blijkt keer op keer de bron van verbinding. Het zou toch mooi zijn als de mens dit ook zou volgen. Deze muziek kan je ergens plaatsen tussen Ljiljana Buttler, Gipsy Kings, Mostar Sevdah Reunion, Csik Zenekar, Kardeş Türküler, Álom en Makám. Dit is echt weer zo’n voorbeeld van universele verbindende pracht! Dit is precies waarom ik zou van wereldmuziek houd.

 

Sote – Majestic Noise Made In Beautiful Rotten Iran (cd, Sub Rosa)
Sote is het langlopende elektronische eenmansproject van de Iraans-Amerikaanse componist en geluidskunstenaar Ata Ebtekar, die overigens geboren is in Duitsland en momenteel gevestigd is in Iran (Teheran). Zijn muziek is op labels als Warp, Opal Tapes, Diagonal, Morphine, Repitch, Mute en Sub Rosa uitgebracht. Op die laatste is nu zijn nieuwe album Majestic Noise Made In Beautiful Rotten Iran. Zoals vaker zijn de composities meerkanaalsinstallaties, die complex in elkaar steken en toch helder overkomen. Ebtekar laat daarbij de gebruikelijke regels en formules varen of heroverweegt deze. Daarbij speelt hij met geluid, kakafonie en stilte. Dat levert heel bijzondere muziek op, die soms symfonisch is maar op andere momenten weer abstract. Hij schept zo zijn eigen elektronische folklore, waar hij veel emoties in weet te stoppen. Hoewel de wondere geluidswereld vrij uniek te noemen valt, zullen liefhebbers van Vladislav Delay, Rian Treanor, Gultskra Artikler, Beaumont Hannant, Venetian Snares, Oren Ambarchi en Matmos dit ook wel waarderen. Het is een fascinerende ontdekkingsreis geworden!

 

Wet Leg – Wet Leg (cd, Domino)
In het Nederlands zou je denk ik moeilijker wegkomen met een bandnaam Nat Been, maar in het Engels bekt Wet Leg wel lekker. Het is de in 2019 door Rhian Teasdale (zang, gitaar) en Hester Chambers (gtaar, zang) opgerichte groep. Inmiddels is deze uitgebreid met Michael Champion (bas), Henry Holmers (drums, zang) en Dan Carey (synthesizers, programmering). Ze presenteren nu hun gelijknamige album, waarop in een kleine 37 minuten 12 nummers voorbij komen. Ze brengen een lekkere mix van indierock, post-punk, noise, shoegaze en werkelijk gortdroge humor. Luister alleen maar eens naar hun single “Chaise Longue” en je bent verkocht (of niet). Denk aan een heerlijke mix van Fontaines D.C., Deerhoof, A Place To Bury Strangers, Elastica, Idles, Warpaint, Joy Division en Pixies en je weet ongeveer waar je aan toe bent. Naast dat het allemaal meeslepend is, zit het gewoon ook echt goed in elkaar met de nodige subtiele details. Een subliem droomdebuut!

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.