Het schaduwkabinet: week 21 – 2011

Limburg uitgeroepen tot meest sympathieke provincie. Ja zij hebben net als wij Bas en wij staan ook al jaren synoniem voor sympathiek. Ook uiterst sympathiek zijn onze lijstjes uit het:
Schaduwkabinet 

We luisterden naar: Jóhann Jóhannsson, Krallice, And So I Watch You From Afar, Jasper TX, Larsen, The Legendary Pink Dots, Trouble, Kempi, This Will Destroy You, Africa Hitech, Idiot Glee, Alamo Race Track en Fucked Up. En keken naar: Les Enfants Du Paradis en Auschwitz. En gingen naar: Alan & Richard Bishop .


Bas 
 
Jóhann Jóhannsson – The Miner’s Hymns
De afgelopen jaren heb ik wel naar deze IJslander geluisterd, maar te vaak gleed de muziek te glad, te zoet en te voorspelbaar naar binnen. En dat terwijl ik zijn Virthulegu Forsetar heeeel hoog heb zitten; nog steeds kippenvel over gans het lijf. Maar zie, een terugkeer naar vorm en Bas is weer helemaal blij! Donkerder, dreigender en melancholieker dan de afgelopen jaren verzorgt hij de soundtrack voor een film over mijn werkers in noord Engeland. Drones, blazers, strijkers, elektronica; allemaal geweldig, maar het zijn vooral de andersoortige melodieën die me weer over de streep trekken. Prachtplaat.

Krallice – Diotima
Overweldigend, wederom, maar ik kom er maar niet goed in. En dat terwijl hij makkelijker en coherenter in het gehoor ligt dan de übercomplexe aanval op de zintuigen van Dimensional Bleedthrough. Prachtige melodieën en superieure riffs bij het leven, maar het is de switch van desolate blackmetalschreeuw naar brute deathmetalgrunt die me minder bevalt. Het klinkt nu zo, ehm, woest en bozig agressief, en daar heb ik Krallice tot nu eigenlijk nooit mee geassocieerd. Maar goed, wellicht moet ik wat langer wennen.

And So I Watch You From Afar – Gangs
De eerste heb ik te laat ontdekt, anders had hij hard meegedaan voor een topnotering in mijn 2009 jaarlijst. Hyperactieve postrock met heftige emocore-achtige intensiteit, springere ritmes en Afrikaans aandoende themaatjes die naar Battles ruiken maar veel lekkerder zijn. En de tweede? Die klinkt hetzelfde, maar dan iets minder energiek, minder aanstekelijk. Of dat erg is valt nog te bezien, het is ook allemaal wat relaxter en rustiger voor de na Krallice al zo de proef gestelde zintuigen. Fijn nog even verder luisteren.


JANWILLEMBROEK 

Jasper TX – The Black Sun Transmissions (cd, Fang Bomb)
Dag Rosenqvist zit met zijn project veelal in de gitzwarte drone/ambient hoek en weet dat op zijn nieuwste werk nog eens met dikke zwarte stift te onderstrepen. Zijn duistere en meeslepende muziek wordt her en der prachtig voorzien van de cellopartijen van Aaron Martin en subtiele tromboneklanken van Henrik Munkeby Nørstebøo. Hij fabriceert hier werkelijk de soundtrack voor de Apocalyps. Maar als die zich zo aandient, zeg ik DOEN!
Signals Through Wood & Dust / Weight Of Days

Larsen – Uncool Cruel Mouth (cd, Larsen)
Dit is een addendum voor het onlangs verschenen Cool Cruel Mouth. Twee tracks van ieder ongeveer een kwartier, die de experimentele kant van Larsen meer belichten. Ook hier is de zang van Little Annie te horen. Voor de fan die nog niet genoeg had aan de genoemde cd.

The Legendary Pink Dots – The Crushed Velvet Apocalypse (cd – Remastered Purple Bag edition, Soleilmoon)
Weer een gevalletje van tweemaal dezelfde cd kopen. Ik mag mezelf al heel lang een groot fan noemen van de Legendary Pink Dots. Ze weten dan ook al sinds begin jaren 80 een uniek geluid te produceren, dat me altijd even naar een parallel universum weet mee te voeren. De lijzige zang van Edward Ka-Spel heeft een belangrijk aandeel hierin. Het is muziek die niet alleen avontuurlijk, folky, psychedelisch en onaards is, maar ook dikwijls van een ongrijpbare schoonheid. Eén van mijn favoriete albums is het in 1990 verschenen The Crushed Velvet Apocalypse, waar alle facetten van de Pink Dots samenkomen. De opener “I Love You In Your Tragic Beauty” is hier al jaren een regelrechte klassieker. Voor de rest kenmerkt het album zich door een mix van meer complexe en intrigerende muziek enerzijds en verbluffende schoonheid anderzijds. Het album zit precies in het midden van het oude en het nieuwe geluid. Een mijlpaal. Nu is het in geremasterde versie terug en voor 200 fans ook als Purple Bag edition. Ja en dan ga je als rechtgeaarde fan toch overstag. Prachtig paars zakje waarin de iets opgepoetste cd zit met foto’s, een pin en nog wat extra papierwerk. Los hiervan is de cd nu ook gewoon weer verkrijgbaar en dat is eigenlijk het allerbelangrijkst. Nostalgisch genieten op hoog niveau.
Luister Online bij YouTube:
I Love You In Your Tragic Beauty
Princess Coldheart
Just A Lifetime


JORIS 
 
Trouble – December 17th (mixtape)
17 December 2010 was de dag dat Trouble de bajes uitliep. Prima titel voor je eerste mixtape dus. De rapper hoort bij het Duct Tape collectief, net als Alley Boy, die ook niemand kent die dit leest (toch?). De Duct Tapers hebben een eend als logo (echt waar, hij ziet er wel wat stoerder uit trouwens). Die eend mogen volgens Duct Tape alleen Duct Tapers als ketting omhangen, of als tattoo opplakken. Toen onlangs nog een andere niet bij Duct Tape horende rapper diezelfde eend op zijn wang liet zetten, kwam hem dat duur te staan. Een paar gekneusde ribben en een blauw oog waren het gevolg. Maar goed, dan vraag je er ook om. Alley Boy en zijn maten gingen er flink op los, dat werd gefilmd en stond niet veel later op alle hiphopblogs. Trouble is ook geen doetje, het type ruwe bolster blanke pit, dat zie je zo. Zet er daarbij een fotogenieke kop op en de doorbraak is nabij. In Amerikaanse kringen dan, het is ook weer geen Tupac met grootse, internationale allure. De eerste clip die van dit album, ‘Bussin’, bestaat uit beelden van gemaskerde boze mannen, met geweren, en bivakmutsen. Een schietclupje dat gaat skiien? Niet echt. Trouble is Waka Flocka Flame maar dan met een meer aanwezige, introspectieve, donkerere kant. Geen rappers rapper maar een kerel die graag zegt waar het op staat en zich daarbij geen zorgen maakt om techniek, flow, complexe rijmschema’s. Maar Trouble is ook een man die nadenkt over de zin van het bestaan terwijl hij zijn uzi schoonmaakt. Even zijn moeder belt voordat hij 1 grammetje yayo verkoopt aan een brugklasser. ‘Bussin’ en ‘The Worst Way’ zijn stevig geïnspireerd door het type fight-rap waar Waka Flocka zijn handelsmerk van heeft gemaakt. Rauwe energie gemixt met epische produkties, de kogels en opgefokte synthesizers vliegen je in evenredige mate om de oren. De donkere kant van Trouble die hier ook aan bod komt, is dan een prettige afwisseling. Even in de spiegel kijken en beseffen waar je bent en waarom je het doet (zoals in ‘World Goes Round’) of je maten laten weten dat je om ze geeft (snik) (zie het weelderig geproduceerde bro-anthem ‘For My Patnaz’). Sterk spul, smaakt naar meer.
Kempi – ROCKNROLLA (e.p.)
Kempi is fan van Rick Ross. Zoveel is zeker na het horen van deze e.p. Een verzameling tracks die Kemperveen al eerder lekte via Twitter, een zoethoudertje op weg naar zijn nieuwe langspeler. Luister naar de epische pillentrack ‘Pop a Pill’, met Adje (waar blijft je studioalbum, slodder) en je weet dat Kempi veel naar de door Lex Luger geproduceerde Rick Ross tracks heeft geluisterd. Ook‘Ballin als Kees’ (die van Top-Notch) en ‘Lucy’ varen op die apocalyptische Luger/Ross golf. Allemaal prima maar het is vooral een makkelijke zet en gaat ten koste van Kempi’s creativiteit. Alleen op ‘Du Block’, de enige compleet nieuwe track op deze e.p., is een Kempi te horen die met een eigen stijl een heerlijk geproduceerde track kan dragen.


JUSTIN 
 
This Will Destroy You – Tunnel Blanket (cd, Monotreme, 2011)
Ik maakte vorig jaar voor het eerst kennis met This Will Destroy You op het Incubate festival. Ze wisten mij toen behoorlijk te overdonderen met hun gitaarmuren, zoals dat hoort bij postrock. Op plaat wist de Texaanse band echter nog niet te overtuigen. Met het tweede album Tunnel Blanket doet de band weinig om dat te veranderen. Teveel wordt de zogenaamd spannende opbouw geforceerd, door lange slierten ambient voorspelbaar te laten opvolgen door aanzwellende gitaarmuren en intenser wordende behandeling van de bekkens. Die structuur keert telkens terug, waardoor je op je klompen al kunt aanvoelen hoe de rest van het album gaat verlopen. Dat zouden ze goed kunnen maken met intensiteit, maar zelfs de passages waar de gitaren de speakers kunnen laten roken is This Will Destroy You geen instrumentale Mogwai.

Africa Hitech – 93 Million Miles (cd, Warp, 2011)
Voor de liefhebbers van elektronische muziek behoeven Mark Pritchard (Global Communication, Jedi Knights) en Steve Spacek geen introductie, neem ik aan. Africa Hitech misschien wel: het is de samenwerking tussen de twee producers waarin de liefde voor “zwarte” muziek centraal staat. En dan wel de basmuziek, zoals dubstep, afrobeat, hiphop, Chicago house en meer. Zonder zich te concentreren op één genre of stijl is een eclectische en diverse plaat gemaakt, waarbij de percussie voor de samenhang zorgt. Hoogtepunt is de single Out In The Streets, waar een sample van een reggaenummer de boventoon voert. De productie is alleen wel erg glashelder, waar je hier en daar wel op een rauw randje had gehoopt. Het is één van de weinige minpuntjes van dit debuutalbum, dat liefhebber van donkere doch dansbare elektronische muziek zeker moet aanspreken.

Idiot Glee – Paddywhack (cd, Moshi Moshi, 2011)
Een übernerd met een tweedehands keyboard, mormoonse opvoeding, draagt een bril en een te grote gebreide trui, houdt van vingerknippen en zijn favoriete eten is iets zoets. Zo zou je James Friley aka Idiot Glee kunnen omschrijven. Kansloos bij de dames. Maar ondertussen is hij behoorlijk aan de weg aan het timmeren. Zo stond hij onder meer in het voorprogramma van Kurt Vile, ter promotie van zijn debuutalbum Paddywhack. Die laat nu eens een keer een andere invalshoek horen in het indiepop genre: met invloeden uit de Amerikaanse doo-wop uit de jaren vijftig is hij qua originaliteit iedereen een stap voor. Iets minder origineel zijn de vocale melodieën van de Beach Boys die de minimalistische klanken aankleden, maar deze geven de twaalf compacte nummers wel iets warms mee. De muziek van Idiot Glee heeft iets ontspannen, romantisch, grappigs en zomers. Er daar zou hij best eens mee kunnen gaan scoren. Ook bij de dames.


LUDO 

Alamo Race Track – Unicorn Loves Deer
Het is een goed Nederpop-jaar en ook ART doet een florijn in het zakje. Unicorn Loves Deer heeft behoudens de wat stomme titel(track) veel te bieden, sterker nog, het is hun beste album tot op heden. Grappig hoe de band tegelijkertijd fragieler en zelfverzekerder dan ooit weet te klinken. Zong hun voorman altijd al zo hoog? Ralph Mulder nadert nu bij vlagen wankelen van geest als Daniel Johnston, Windmill, Sparklehorse en bovenal Mercury Rev's Jonathan Donahue . Luister maar eens naar Motorman and Owls. Nog mooier is de opener Apples, met een eenvoudig effectief strijkje in het refrein. 'We've got hope for the future.' Wat ie daarna meteen countert met 'Sometimes I can't sleep (of see?) for days.'

Les Enfants Du Paradis (Marcel Carné)
Ver voor de pantomime-speler Baptiste aan een soort Moonwalk begint dacht ik al: dit was Michael Jackson's favoriete film. Fragiele artiesten levend als grote kinderen in een zelfgecreëerde droomwereld van theater. Zoiets. Volgens mij hoef ik alleen nog maar Franse cinema te kijken, Cléo, Le Million en nu dit. Het is allemaal even heerlijk. Les Enfants Du Paradis is een van de grootst opgezette Franse films ooit, en dat in de oorlogsjaren. Regisseur Carné liet gigantische sets bouwen om zijn Dickensiaanse wereld op te roepen. En ja het was al het geld waard, dit is een barok meesterwerk, dat om te beginnen rustig een uurtje uittrekt om de hele boel eens goed neer te zetten. Een stoet aan aandoenlijke personages, hosselaars en artiesten op de boulevard des levens. Grote acteurs met grote dromen, kleine krabbelaars met kleine wensen. Na een uur begint dit epos pas écht, als de pantomime-speler door een café-ruit vliegt. Een beetje geweld was kennelijk nodig om de kijker helemaal het verhaal in te trekken. En een vleugje erotiek in een kantlijntje, met een mollige blonde hospita. Waar te beginnen om dit verhaal van onmogelijke liefdes te schetsen? Je zou eigenlijk een schema moeten tekenen. De pantomime-speler is verliefd op een bloemenmeisje Garance, die aan 't begin van de film nog als een kinky kermis-attractie werkt. En hij is niet de enige! Mooi detail is dat ze helemaal niet zo knap is, maar door de eindeloze bewondering van al die mannen gaat ze als het ware langzaam stralen. (Op een gegeven moment letterlijk, behangen met diamanten…) Iemand op IMDb merkte op dat de film onrealistisch is, omdat er minstens drie vrouwen in zaten die veel mooier zijn dan haar. Precies het punt gemist! De zielsliefdes hier gaan dieper dan uiterlijk, ver daar voorbij zelfs. Later gaat Garance ook bij het kluchtige theater, waar we tevens een pocherige Shakespeare-bewonderaar treffen, die ook al een oogje op haar heeft. Hij schittert in het tweede époque, als hij op de postmodernisch egotrippende toneeltoer gaat. De wankele, depressieve Baptiste heeft over aandacht ondertussen eigenlijk niet te klagen, want er is ook nog (ik zei het toch, schema's…) de K3-lievige dochter van de gierige theaterbaas, die haar hart aan hem heeft verpandt. En ook dat is weer een liefde van één kant. Les Enfants Du Paradis is zo een film vol van tragische obsessies. En als na uren film dan eindelijk twee personages elkaar gevonden hebben laat de gewiekste Carné dat doodleuk buiten beeld! Totdat een Belmondo's Le Voleur-achtig besnord crimineeltje (en mislukt toneelschrijver!) letterlijk een gordijntje opentrekt. Uit wraak, dat spreekt vanzelf. Dit is de laatste zet op weg naar een fenomenaal Orfeu Negro-achtig desolaat einde. Zoveel treurigheid ten midden van het carnaval, het is me wat.


MARTIJNB 

Alan & Richard Bishop The Brothers Unconnected @ Kunstencentrum België, Hasselt
Ik probeer het al tijden, fan worden van Sun City Girls. De mp3's van al die OOP platen bevatten mooie nummers, maar ook veel wat mij minder kan bekoren. Enkele jaren geleden waren ze geboekt voor het Kraak Festival in Hasselt en het leek mij bij uiststek het moment voor een doorslaggevend argument. Helaas gooide het overlijden van drummer Charles Gocher toen roet in het eten. Deze zaterdag spelen de broers, als eerbetoon aan hun overleden makker, wél in Hasselt. De avond is verdeeld in twee sets, waartussen een collectie filmexperimenten van Gocher wordt getoond. Ik ben slecht met songteksten en dit is waarschijnlijk ook een reden dat het nog steeds niet wilde vlotten. De eerste set van vanavond is echter instrumentaal interessant. Geflirt met oosterse invloeden is er genoeg, maar het materiaal is toch vooral erg Amerikaans en natuurlijk doorspekt met (cynische) humor over de ontbrekende Belgische regering en de euro, waar het kleine maar enthousiaste publiek smakelijk om lacht. Volgens Alan was er in het Amsterdamse OCCII grof geschut nodig om enige respons te krijgen, maar het Belgische publiek is duidelijk op hun hand. Er is dan ook spelplezier en dit maakt het al de moeite waard. De navolgende filmcompilatie getiteld A Beautiful Stranger is zeer low budget en wisselvallig. Duidelijk is wel dat met Gocher een bijzondere artiest en mens verloren is gegaan. De tweede set is wat anders van sfeer en lijkt vooral gericht op Gochers composities. Dit houdt in: meer tekst. Het is wat minder mijn ding, al is er genoeg te lachen om mij niet te vervelen, ook niet tijdens de vele toegiften. Ik heb een leuke avond gehad maar ik ben niet bekeerd.


Stefan 

Auschwitz (Uwe Boll, 2011)
Dit is wat ze in Amerika ‘taking one for the team’ noemen. Uwe Boll, de Ed Wood van onze tijd, stort zich op de Holocaust. Zal hij zich vertillen? Natuurlijk, de man krijgt al een driedubbele hernia van een ridderfilm. De vraag is dan alleen hoe erg het zal worden. Onbeholpen slecht, of daadwerkelijke shoaxploitation door een Duitser. Met Boll, iemand die als publiciteitsstunt ooit daadwerkelijk, en niet onverdienstelijk, ging boxen met een handjevol nerdy critici, weet je het nooit. Natuurlijk, Uwe is wel een heel gemakkelijk doelwit om eens lekker over heen te pissen, deze review is vooral bedoeld om inzicht te krijgen in de eventuele camp- of cultwaarde van een allicht bedenkelijke onderneming. Met een frons die niet van mijn voorhoofd weg te branden is, frisbee ik het DVD’tje de speler in, en wacht op wat komen gaat. Meteen worden we getrakteerd op enkele zéér amateuristische establishing shots. Hij kan verdomme zelfs niet eens een simpel grijs gebouw fatsoenlijk filmen. Erbarme dich, mein Gott! Hm! Gott ist nicht da, naja, dan rufe ich um Hilfe von großer Freund Jupiler und seine Kumpels. De soldaten komen direct uit Wolvenstein, met evenveel tekst en menselijkheid ('Mein Leben!'). Eindeloos veel shots van grijze lucht, palen, gebouwen en willekeurige bullshit. Tussen die tijdvulling door worden er meer dan genoeg mensen door hun kop geschoten. Auch die Kinder? Nou ja, eigenlijk vooral kinderen. Daarna is er wat geneuzel om de nazi’s ook een menselijk gezicht te geven, maar echt, Downisty is nog beter geacteerd, of als u daar terecht niet bekend mee bent, neem dan Kim Holland maar als referentiepunt. Daar komen dan de beruchte gaskamerscènes, waar de film zijn reputatie op gebaseerd heeft. Dit zijn werkelijk zeer onwaarschijnlijke taferelen. Een stuk of vijftien naakte figuranten die op de plaats blijven staan, aan hun hoofd krabben en ‘ow ow ow’ roepen. Uwe Boll springt hier voor de een of andere reden zelf als soldaat voor de camera, en plakt zichzelf maar meteen op de front cover van de dvd ook. Er worden wat tanden uit skulls getrokken, en er gaat een dood naakt jongetje de oven in. Nog meer shots van een grijze lucht en zwarte rook. Dan, net als ik mezelf afvraag hoeveel ik nog aankan, stopt de film doodleuk rond de drie kwartier. Oh? Aber jetzt schakelen we over naar …interviews met jongeren en voetbalfans?! Werkelijk, dit is de rest van de film. De jeugd mompelt wat ongemakkelijk voor zich uit, maar daar is dan de introverte metal dude, die als een ware deus ex machina, alles weet over de Holocaust, de oorlog, context, gevolg en oorzaak, tot de ariosofie van Guido – von- List aan toe. Juist, want dit is een ernstige studie naar de bron van het kwaad, al lijkt het eerder alsof ze halverwege geen geld meer hadden om de film af te maken. De film heeft in tegenstelling tot Ilsa, She Wolf of the SS ogenschijnlijk serieuze intenties. Voor de gorehound valt er dus weinig te beleven, de liefhebber van slechte films zal zich louter vervelen en met de geschiedenis heeft het al helemaal niets te maken. Er bestaat een niet geringe doelgroep die alles moet hebben wat met de Tweede Wereldoorlog te maken heeft. Moet je voorstellen dat iemand dit koopt met serieuze verwachtingen. Ouch.

Fucked Up – David Comes to Life (Matador, 2011)
Na onconventionele hardcore, lange nummers, nog langere nummers en uiteindelijk een single van 18 minuten, is hier dan het logische vervolg: een daadwerkelijke rock opera. Het gaat over David en Veronica die umm… en toen, wanneer plots, bla bla bla, diepe zucht. Wie echt het verhaal wil volgen kan de uitgebreide lyric sheets aanspreken. Veel succes. Achttien nummers, 78 minuten, verdeeld over … vier hoofdstukken? Niet dat het uitmaakt, want al na een paar nummers voelt het album aan als één blok muziek. Kent u nog de CD editie van The Wonderful and Frightening World of The Fall, met alle singles en bonus tracks? Net als The Fall van 1984, hebben we ook hier hebben we een band in vorm, met meer dan genoeg goed materiaal, een ietwat monotone sound en een zeer op de voorgrond opererende zanger. Het hele album luisteren voelt zo aan als een enorme opgave, een muur aan gelijkklinkende muziek. Het album gaat geen kant op wat emoties of stijlen betreft, en de luisteraar krijgt maar weinig adempauzes. The Other Shoe zoekt met ‘Dying on the inside!’ als mantra iets te bewust naar een anthem, maar het blijft een prima single. Tegen het eind is er geen sprake van een ontknoping, nee, het is gewoon het achttiende nummer waar je ondertussen naar luistert, en dan is het op een gegeven moment klaar. Zo blijven de beste bedoelingen steken op een vent die heel hard een boek opleest. Als ze de ambitie die in het concept zit hadden doorgevoerd tot in de muziek zelf, met iets meer variatie en frisheid, dan zouden we hier te maken hebben met een classic. Toch is het een indrukwekkende prestatie, vooral in een tijd waar zogenaamde trendsetters links en rechts het album in zijn geheel willen doodverklaren. Het is groots en verbazingwekkend genoeg onpretentieus. ‘Yeah, it’s pretty long’, geeft frontman Pink Eyes met een lach toe voor een show onlangs in 013. Live is de band nog altijd prima te pruimen. Al lijkt het optreden niet zoals gehoopt op een GGZ waar de pillen al dagen op zijn, het knuffelfestijn waar we in verzeild raken is ook geen straf. De angst dat ze het album integraal zouden spelen komt godzijdank niet uit. Tijdens de set komen hoogtepunten uit hun hele carrière voorbij vliegen. Police, Baiting the Public, Black Albino Bones, en David Comes to Life, het nummer, dat al op Hidden World uit 2006 stond. Pink Eyes loopt de hele show door de zaal, klimt op de bar, gaat naar het toilet, en houdt het publiek in beweging omdat iedereen om de haverklap over een microfoonsnoer heen moet springen. De band speelt heel strak, en verdient een groot deel van de lof, al krijgen ze door de performance van de frontman weinig aandacht. In de studio krijgen ze meer kans om zich in de schijnwerpers te spelen, en met een paar instrumentale nummers en uitschieters door het album heen laten ze op David Comes to Life die kans niet liggen. Fucked Up speelt graag met conventies en verwachtingen. Net zoals collega hans teeuwens Circle en Melvins, zit er onder de grapjurk een heel solide band. Het album mikt hoog, schiet niet alle kleiduiven uit de lucht, maar is zeker de moeite waard.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.