Duo-recensie: …And You Will Know Us By The Trail Of Dead – Tao Of The Dead

De band met de onnavolgbare naam roept nogal wat tegengestelde meningen op op het Subskantoor. Geniaal of pretentieuze gebakken lucht? Allebei? Justin en Bas komen er niet samen uit.


Tao-of-the-dead Hoeveel halfslachtige pogingen ik inmiddels achter de rug heb weet ik niet, maar tussen mij en …And You Will Know Us By The Trail Of Dead is de relatie nooit echt van de grond gekomen. En dat terwijl ik pretenties in muziek meestal met open armen ontvang. De maximalistische waanzin van The Mars Volta, jaren zeventig albums van Rush, Godspeed etc. met ellenlange symfonieën: ik ga er plat op hoor. Vreemd dus dat het tussen mij en Trail Of Dead nooit zo boterde. Vreemder is eigenlijk dat nieuweling Tao Of the Dead wel direct heerlijk smaakt. Zonder veel moeite. Raar hoor. Maar wellicht dat het komt door de grote hoeveelheid positieve associaties die de plaat in me oproept.

In de eerste plaats natuurlijk de vorm: nummers één tot en met elf zijn naadloos met elkaar verbonden, in stukken van twee tot dik vijf minuten, en dan als apotheose een afsluiter van meer dan zestien minuten. Daar staat dan natuurlijk met hele dikke letters PROGROCK op gekalkt. Ben ik zeker niet allergisch voor; Rush hoort tot mijn alltimefav’s, en Tao Of The Dead doet me zeker in vorm denken aan 2112. Dat is al fijn natuurlijk.

Muzikaal gaat het heerlijk alle kanten op, maar de boventoon wordt gevoerd door de alt.rock uit begin en midden jaren negentig: Screaming Trees, Jane’s Addiction, The Afghan Whigs, Into Another, Motorpsycho. Muziek waar ik mee groot ben geworden (nu ja, niet zo heel erg groot) en die nog steeds hard genoeg aankomt, ook in de vorm van Trail Of Dead. En allemaal in compacte vorm, want die liedjes – hoewel aan elkaar geplakt – zijn kort en behapbaar, ongecompliceerd, leaving you wanting for more. Word ik allemaal erg blij van.

En dan heb ik het nog niet eens gehad over de extra’s in de vorm van postrock, krautrock en emo/hardcore. Referenties: Isis, Neu! en At The Drive-In. Daar doe ik het ook alweer voor. En het knappe is dat al die referenties wel mooi leiden tot een – mag ik dat zeggen? Ja dat mag ik zeggen – eigen geluid. Een geluid dat me geweldig goed bevalt, en waarbij ik me steeds sterker ga afvragen waarom ik nooit eerder van Trail Of Dead ben gaan houden. In ieder geval, Tao Of The Dead is pretentieus tot op het bot – en dan heb ik nog niet eens over de teksten gehad, maar die interesseren me niet zo (en aan de spuuglelijke hoes wil verder geen woorden vuilmaken) – en is daarbij minstens even goed. Beter zelfs, want ik haal gewoon het cliché “groeiplaat” uit de kast. Zo daar.
(Bas Ickenroth)

 

And-You-Will-Know-Us-By-The-Trail-Of-Dead-Tao-Of-The-Dead Waar zal ik eens beginnen? Misschien maar gewoon bij de afzichtelijke albumhoes, die bol staat van de kinderlijke kitscherigheid, ontsproten aan het door slechte comics geïnfecteerde brein van Conrad Keely. In een wereld van volledig geïntegreerde mutantvossen, slecht geklede middeleeuwse babes, vliegende boten en andere gotische mystiek is blijkbaar ook nog ruimte voor een Chinese levensfilosofie, waar de naam van dit album aan is ontleend. Overdreven? Pretentieus? Pak de limited edition er maar eens bij, met een uitgebreid pop-up boek en – uiteraard – een bonus cd. Trouwens wat te denken van de belachelijk lange bandnaam? Zou de band niet beter …And You Will Know Us By The Trail Of Theaterically Overdone Fantasy Bullshit heten?

Om bovenstaand soort kritiek te pareren staat er voor bands, muziekindustrie en pers altijd een passend cliché klaar: het draait om de muziek. En omdat de band wiens naam ik nu nog verdom te typen al zeven albums (inclusief een album gewijd aan Madonna) in hetzelfde rondje draait, kan de recensie zonder een noot te horen al klaar liggen. Conceptalbum opgedeeld in hoofdstukken? Check. Pompeuze rock? Check. Zogenaamd spannende opbouw? Check. Onnodige “technische” gitaarsolo’s? Check. Heel diepzinnige teksten? Check. Tempowisselingen (haha)? Check. Een meerkeuzetest waarvan je de antwoorden al weet.

Oh, maar wacht: bij de introductie wordt er opeens “ok, let’s experiment then” geroepen. Gaan we dan opeens toch iets heel anders horen? Nu al roept deze recensie meer vragen op dan het beantwoord. Toch niet, fans van het eerste uur kunnen opgelucht ademhalen. De Texanen verstaan onder “experiment” en “progressief” blijkbaar doodstil blijven staan in de rockmuziek die in de jaren negentig al gespeeld werd. Nergens kan ik mij aan de indruk onttrekken dat een genre dat al lang en breed is achterhaald hier eindeloos wordt herhaald, en vermengd wordt met referenties als Pink Floyd en Rush om het commercieel interessant te houden. En dat kun je best gefundeerde en niet-subjectivistische kritiek noemen.

En dan die opgelegde verplichting om alles achter elkaar te beluisteren. Tao Of The Dead bestaat namelijk uit twee bedrijven, waarvan de eerste is opgedeeld in elf hoofdstukken. Maar ze horen allemaal bij elkaar, dus het is absoluut niet de bedoeling om tussendoor op pauze te duwen! Dan mis je het geheel en kan je het verhaal – dat toch wel volledig aan mij voorbij gaat – niet meer volgen. Dat is ook hun eigen schuld. Elke keer als ik denk dat er een tijdje groovende stoner gespeeld gaat worden duikt hun dwarsigheid de kop op en wordt iedere minuut wel ontregeld door een stiller stuk met in het uiterste geval zelfs elektronica. Want hoe meer breaks en/of vreemde onderbrekingen in je muziek, hoe experimenteler je bezig bent. Zo lijk je al gauw zeer intellectuele muzikanten, doch de luisteraar verliest constant de aandacht.

En dan volgt ook nog het tweede bedrijf: 'Strange News From Another Planet'. Vreemd is het, of misschien zelfs van een andere planeet, om nog meer van deze afgekloven meuk in een zestieneneenhalve minuut durend slotstuk te durven te stoppen. Nieuws is het zeker niet, hoezeer ze ook post-nogwat willen klinken. Wederom weet de band geen moment te boeien, of kan ik ze betrappen op een poging daartoe. En dan te bedenken dat de bonus cd nog eens een half uur duurt. Tao Of The Dead wil zo graag progressieve rock zijn, dat het verdrinkt in zelfverheffing en onhaalbare opera-ambities. Mijns inziens kan frontman Conrad Keely zich beter toeleggen op de papierarchitectuur.
(Justin Faase)

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.