De eerste beelden van de nieuwe The Muppets zijn verschenen en het wemelt er van de popsterren. Daarvan vind je er een stuk minder in onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Biosphere, Blanck Mass, Emika, Haarvöl, Lakker, Bérangère Maximin, Niton, Norn, Owain Phyfe, Prefuse 73, Soapkills, James Welburn en Various Artists: Disco Dildar. En gingen naar: Melechesh & Tribulation en Arcturus.
Jan Willem
Biosphere – Microgravity (2cd, Biophon)
De Noorse artiest Geir Jenssen heeft een staat van dienst die er niet om liegt. Hij heeft al muziek gemaakt in Bel Canto, The Fires Of Ork en Time Probe, maar is inmiddels onsterfelijk geworden met zijn geweldige ambientproject Biosphere. In de begindagen mengt hij, zoals op zijn debuut Microgravity uit 1991, daar ook nog downtempo techno doorheen. Toch is ook dan al zijn ijzige, desolate en isolationistische benadering goed te horen. Jenssen is een volslagen unicum op ambientgebied. Zijn debuut wordt 24 jaar later op zijn eigen Biophon label heruitgegeven als dubbel cd. Je krijgt naast het geremasterde origineel een extra schijf met daarop 7 tracks van bij elkaar ruim 28 minuten lang, die bepaald niet onder doen voor de rest. Een absolute must voor de fans en ook een perfect begin voor degenen die aan het werk van deze grootmeester willen beginnen.
Blanck Mass – Dumb Flesh (cd, Sacred Bones/ Konkurrent)
Blanck Mass is sinds 2011 het soloproject van Benjamin John Power, die ook in Fuck Buttons terug te vinden is. Hij laat solo een wat rustiger kant van zichzelf horen. Iets rustiger zeg ik met klem, want zoals al blijkt uit zijn titelloze debuut uit 2011 brengt hij nog altijd onrustige, veelal abstracte elektronica. Hij lengt dat aan met ambient, neoklassiek, techno en allerhande experimenten. Op Dumb Flesh gaat hij daar onverminderd mee verder. Hij brengt hier wellicht wat meer diepgang en nog overtuigender composities, die wat meer op de techno leunen. Hoewel de muziek redelijk toegankelijk blijft, is het thematisch allemaal zwaarder. Dit album is een aanklacht tegen de gebreken van de menselijke vorm in de huidige evolutionaire staat. “We are at the mercy of our genetic heritage everyday. No matter how intelligent we are compared to other life forms, we’re still made up of the same building blocks and things can go very wrong”. Die onrust, dat onheilspellende zit ook verstopt in zijn composities. Toch is het vooral genieten van zijn fraaie kunsten, die je ergens tussen Aphex Twin, The Field, Emeralds, Oneohtrix Point Never, Tim Hecker en Ben Frost kunt plaatsen. Zijn moeilijke tweede album is groots en meeslepend.
Emika – Klavírní (cd, Emika Records)
Ema Jolly, is van Tsjechische afkomst maar groeit op in Engeland. Inmiddels woont ze in Berlijn. Als Emika heeft ze twee albums vol dubstep, trip hop en abstracte muziek gemaakt. Op de vooravond van haar derde cd Drei komt ze met het smakelijke tussendoortje Klavírní aanzetten. Hierop laat ze haar klassieke verleden gelden en niet haar latere sound design studie. Je moet deze release dan ook even helemaal los zien van haar andere werk. Ze brengt hier pianomuziek gemengd met ambient, neoklassiek en experimenten, waarmee ze het midden houdt tussen Nils Frahm, Eleni Karaindrou, Craig Armstrong en Harold Budd. Emika laat hiermee een meer intieme kant van haarzelf zien, die haar overige werk in een ander maar bepaald niet minder daglicht zet. Heel bijzonder kleinood.
Haarvöl – Indite (cd, Moving Furniture Records)
Vroeger kocht ik veel meer experimentele muziek, onder meer van labels als Corpus Hermeticum en VHF. Nu minder, deels omdat ik de enige ben die het thuis kan velen en deels omdat er naar mijn smaak te weinig nieuws te halen valt. Labels als Miasmah, Kranky, Type en Facture vormen daarop nu altijd nog prettige uitzonderingen. Ook het Nederlandse Moving Furniture Records van subjectivist en muzikant Sietse van Erve (Orphax) kan zich meten met de originele en betere alternatieve labels van nu en weleer en levert de broodnodige variatie op de gangbare muziek. Een sterk voorbeeld daarvan is het Portugese trio Haarvöl, bestaande uit FJP, JF en PR, dat hun tweede cd Indite daar het licht laat zien. In zes langgerekte tracks brengen ze een bij de strot grijpende mix van drones, veldopnames, dark ambient en noise die op een haast neoklassieke wijze worden vormgegeven. Het leeuwendeel is volledig instrumentaal, maar zo af en toe krijg je ook stemmen te horen, die je de stuipen op het lijf jagen. Het is alsof Have A Nice Life, Kreng, Xela, Philippe Petit, Omit, Jasper TX, Gareth Davis, Machinefabriek en y0t0 een duister verbond zijn aangegaan om een aanstaande Apocalyps van muziek te voorzien. Het is van een overrompelende en beangstigende schoonheid!
Lakker – Tundra (cd, R&S Records/ Bertus)
Het R&S label heeft een lange geschiedenis als het gaat om de betere elektronische muziek. Een bijzonder duo is Lakker, dat bestaat uit de Ierse muzikanten Ian Mc Donnell en Dara Smith. In 2007 debuteren ze met hun smakelijke album Ruido, waarop ze al een bijzondere mix van IDM, techno, noise, experimentele muziek en industrial laten horen. Na vele mini’s komen ze nu eindelijk met de volwaardige opvolger Tundra. En wat voor één! Nog beter dan voorheen brengen ze een caleidoscopische mix aan stijlen, die ze wel met een vakmanschap tot één geheel weten te smeden. Hun 10, meestal vrij lange tracks worden gelardeerd met samples en veldopnames van kerkbellen, een vrouwenkoor, verkeerstunnels, keelzangers en etherische vrouwelijke zang. De ene keer pakt het heel dromerig uit en op andere momenten energiek en ritmisch of zelfs gitzwart. Op overdonderende wijze lassen ze van alles aan elkaar. Hierdoor krijg je muziek die enerzijds verwant is aan die van Locust, Beaumont Hannant, Aphex Twin, Forest Swords en Disjecta en anderzijds aan Arvo Pärt, Sunn O))), Aube en Merzbow. Luister alleen maar eens naar onderstaande track (je vindt er meer op YouTube). Deze opbouw en die combinatie aan stijlen is precies wat hen zo belachelijk goed maakt. Lakker, ja lekker inderdaad!
Bérangère Maximin – Dangerous Orbits – Made To Measure Vol. 41 (cd, Crammed/ Coast To Coast)
Bérangère Maximin is een Franse elektro-akoestische componiste, die op het conservatorium de fijne kneepjes van het vak door Denis Dufour krijgt bijgespijkerd. Ze debuteert in 2008 met Tant Que Les Heures Passent op het prestigieuze Tzadik label van John Zorn. Hierop is goed te horen dat ze een unieke wijze van componeren heeft en fascinerende musique concrète weet te fabriceren. Op haar tweede album No One Is An Island (2012) mag ze zelfs rekenen op steun van Rhys Chatham (trompet), de gitaristen Christian Fennesz , Frédéric D. Oberland en Richard Pinhas. Een jaar later volgt nog het fantastische werk Infinitesimal, waar ze op toonaangevende wijze haar muzikale visie ten toon spreidt. Beide overigens op het geweldige Sub Rosa label. Daardoor mag ze nu toetreden tot de elite van “Made To Measure”-serie op het legendarische label Crammed. De nummer 41 in de gereanimeerde serie, Dangerous Objects, is zeer terecht voor haar gereserveerd. Hierop brengt ze vijf langgerekte composities van bij elkaar bijna 70 minuten, vol met haar inmiddels vertrouwde mix van veldopnames, drones en elektro-akoestische muziek. De muziek is even bevreemdend als fascinerend en weet je volkomen te overrompelen. Een voorbeeld voor velen en daarmee een terechte keuze voor de toetreding tot deze serie. Bérangère Maximin gaat nog heel veel betekenen voor alles wat je onder toekomstmuziek verstaat.
Niton – Tiresias (cd, Pulver Und Asche/ Africantape/Five Roses)
Het Italiaanse trio Niton levert in 2013 hun gelijkwaardige debuut af, dat een ultradynamisch werk is dat elke categorie te buiten gaat. De groep bestaat uit namen El Toxyque (elektrische Joodse mondharp, prepared banjo, loops, effecten, objecten, theremin, mystieke pijp). Luca Xelius Martegani (diverse synthesizers, geluidsontwerp) en Zeno Gabaglio (elektrische 5-snarige cello, effecten, loops). Ze houden ervan om te spelen met geluid, ruimte en tijd en zijn minder geïnteresseerd in composities met kop- en staart. Het levert onnavolgbare muziek op die je meeneemt op een spannende trip. Nu zijn er met hun tweede worp Tiresias. Hiervoor hebben ze zich laten inspireren door de mythologische figuur Tiresias, die geboren als vrouw en later man is, door hetzij Athena of Hera is gestraft en blind wordt gemaakt (er zijn 2 mythes hierover in omloop). Hoe dan ook krijgt hij er wel de zienersgave voor terug. Niton gaat ook op gevoel te werk, al is de muziek nu iets meer gedefinieerd, zijn de ruimtes van weleer meer gevuld en is de benadering meer elektronisch. Daarmee blijven ze creaties neerzetten die ergens tussen improvisaties, musiques concrète, drones, jazz, ambient en avant-folk eindigen. Het is meer kunst dan muziek, die op wisselende wijze doet denken aan die van PAS, Philippe Petit, Faust, Francis Dhomont, Tangerine Dream, The Caretaker en Gareth Davis. Het is een betoverend, dwingend geheel geworden, dat tot op de laatste seconde spannend blijft en weet te verrassen.
Norn – Usotsuki (cd, Moving Furniture Records)
De Nederlandse artiest Peter Johan Nÿland, ook wel Peter Johan Nijland of æther genaamd, laat zowel onder zijn eigen naam van zich horen als in projecten als Hadewych, Huttenkloas, Skymme, Syntax Pony en Distel. Van die laatste groep is het debuut onlangs heruitgegeven op cd. Hij is nu ook de man achter Norn, waarmee hij nu de eerste cd Usotsuki (うそつき, ofwel leugenaar) op Moving Furniture heeft uitgebracht. De schijf is gestoken in een schitterend 7” formaat boekwerk met artwork van Astrid Florentinus. Elke prent van haar is geïnspireerd door de 9 tracks die Nÿland hier heeft gecreëerd. Mistige, zwart-wit en grijsachtige schetsen die even mysterieus als desolaat ogen, hetgeen prachtig aansluit op de melancholische ambient van Nÿland. Alleen “Balor” is geschreven door en voorzien van poëtische voordracht van Pete Simonelli (Enablers). De andere composities zijn eigenlijk woordloze muzikale gedichten geworden. Zijn zachte drones, desolate pianopartijen, stemmige bijna neoklassieke symfonieën en ijle bas/gitaarklanken schetsen dromerige, bezinnende en gewoonweg bij de strot grijpende klanklandschappen, die op unieke wijze ergens eindigen tussen de vroegere Black Lung, The Alvaret Ensemble, Piiptsjilling en Harold Budd. Bijna 26 minuten lang sta je aan de grond genageld. Het is zo ongelooflijk mooi dat het haast zeer doet. Wat een totaalkunstwerk!
Owain Phyfe – Voice & Vihuela (cd, Nightwatch Recording)
Owain Phyfe (1949-2012) was een Amerikaanse troubadour, met Wels als tweede taal, die solo maar ook met The New World Renaissance Band prachtig Middeleeuws getinte singer-songwritermuziek heeft gemaakt. Hij is eigenlijk nogal ondergewaardeerd, maar staat plots een jaar voor zijn dood meer in de belangstelling door zijn belachelijk mooie song “La Prima Vez” op de soundtrack van de Wim Wenders film Pina Tanzt, Tanzt Sonst Sind Wir Verloren. De zanger beschikt over een heerlijk verhalende, licht verhoogde stem en heeft een wonderschone erfenis nagelaten. Hij zingt in vele talen, waaronder Spaans, Frans, Engels, Wels, Italiaans en Duits, maar zijn output is zonder uitzondering van een buitenaardse pracht. Voor het eerst verschijnt nu zijn verloren gewaande debuut Voice & Vihuela uit 1990 op cd. Het is hier vooral gitaar en zang, waarmee hij vele traditionele songs het licht laat zien, maar de impact is enorm. Puur, oprecht en ontroerend goed.
Luister Online:
Voice & Vihuela (albumsnippers)
Prefuse 73 – Rivington Náo Rio (cd, Temporary Residence/ Konkurrent)
Onlangs is er al een korte, veelbelovende opwarmer voor de nieuwe cd Rivington Náo Rio van Prefuse 73 verschenen in de vorm van de mini in de Travels In Constants-serie van het voortreffelijke Temporary Residence label. Guillermo S. Herren (Delarosa & Asora, Savath & Savalas, Piano Overlord) klinkt hierop meer relaxt en creatiever dan ooit. Niet de stuiterbeats maar meer lekkere laidback, speelse beats, al dan niet aangevuld met met zwoele zang en Zuid-Amerikaanse elementen. Deze lijn trekt hij door op dit album. Op uiterst kalme wijze ontvouwen de 11 tracks zich tot heerlijk zomerzwoele cocktails. Her en der krijgt hij hulp van Rob Crow (Thingy, Heavy Vegetable, Pinback), Sam Dew (Wale, Roc Nation), Milo & Busdriver en Helado Negro. Het is allemaal van een bijzondere pracht. Aphex Twin na een flinke joint jammend met Tortoise en Domotic. Zoiets, al blijft Prefuse 73 te eigenzinnig om ergens mee te vergelijken.
Soapkills – The Best Of Soapkills (cd, Crammed/ Coast To Coast)
De Libanese zangeres Yasmine Hamdan, die tegenwoordig in Parijs woont, heeft inmiddels haar naam gevestigd. Zowel als soloartiest en graag geziene gastzangeres bij onder meer Jozef van Wissem. Hiervoor is ze vanaf 1997 echter al actief in de groep Soapkills, samen met Zeid Hamdan, die overigens geen familie is. Ze zijn ware pioniers op het Arabisch elektronische vlak en brengen een smakelijke mix van trip hop, down tempo elektronica, dub, jazz en wereldmuziek. Na een paar albums gaan beide hun eigen weg. Het altijd fijne Crammed label brengt nu de compilatie The Best Of Soapkills uit, waarop 14 van hun tracks staan met een totale lengte van iets meer dan 56 minuten. Op hun eigenzinnige wijze brengen ze een prachtige, nachtelijke mix van Natacha Atlas, Portishead, Vas, Little Aïda en Sussan Deyhim ten gehore. De geweldige stem van Yasmine is ook hier al een lust voor het oor en de muzikale omlijsting is even spannend, avontuurlijk als wonderschoon. Een absolute must voor liefhebbers van deze zangeres en de bovengenoemde genres. Het is haast een sprookje dat te mooi is om waar te zijn!
James Welburn – Hold (cd, Miasmah/ Konkurrent)
Het geweldige Miasmah label brengt doorgaans de betere neoklassieke muziek, of in elk geval bijzondere melancholische en desolate pracht vanuit aangrenzende genres. Toch blijft het keer op keer verrassend wat de volgende release brengt. Nu komen ze met het album Hold van de Britse artiest James Welburn. Hij werkt hierop samen met de Nieuw-Zeelandse drummer Tony Bucks (The Necks, Peril, Aus, Kletka Red). De twee opereren tegenwoordig vanuit Berlijn en Lillehammer en delen al de groep Project Transmit, maar gaan nu samen aan de slag. Welburn heeft zes tracks gecomponeerd met bas, gitaar en elektronica en creëert daarmee op heftige wijze muren van noise, dark ambient, post-rock, shoegaze, black metal en drones. Het is zondermeer de meest luide release op Miasmah, maar misschien ook wel de meest aangrijpende. Qua emotionele lading sluit het dikwijls aan bij de labelgenoten, maar door de luide sound hakt het er allemaal nog meer in. Het klinkt haast als een duister verbond tussen (de oude) Swans, Godflesh, Have A Nice Life, Svarte Greiner en Maninkari. Een duistere, maar overrompelende beauty!
Martijn
Melechesh & Tribulation @ Little Devil, Tilburg
Arcturus @ Baroeg, Rotterdam
Tribulations laatste album The Children Of The Night is een hoogtepunt van dit jaar maar misschien is Little Devil toch net aan de kleine kant voor hun naar occulte black/death metal. Hun werkt lonkt namelijk bijna naar stadions door de klassieke metalsound en bijna poppy catchiness. Maar goed, mij zal je in een stadion niet zien dus evengoed een leuke show. Melechesh doet het dan weer erg goed in de pijpenla die Little Devil heet. De oriëntaalse groove die altijd door klinkt, al wordt er nog zo geblast, zorgt ervoor dat je niet stil kan blijven staan. Arcturus doet het in de Baroeg prima, al is het geluid te muf om de eerdere shows die ik zag te overtreffen. Aan de andere kant krijgen we nu wel Raudt og Svart en dat is ook wat waard.
Disco Dildar
Na de geweldige compilaties The Sound Of Wonder! en Life’s A Dance! levert Finders Keepers wederom een fijne collectie Pakistaanse filmmuziek af. Usual suspects Noor Jehan en Nahid Akhtar richten zich hier op disco, met veel ruimte voor analoge synths. Als die andere compilaties je bevielen is dit een sure shot.