Tijd voor het alternatieve songfestival in het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Al’Tarba, The Garbage & The Flowers, Held By Trees, Ibeyi, Leda, Lightning In A Twilight Hour, Leyla McCalla, Warpaint en Various Artists: Liberty.
Jan Willem
Al’Tarba – La Fin Des Contes (cd, I.O.T. Records)
Het in Parijs neergestreken project Al’Tarba van muzikant Jules Rigaud (tevens Droogz Brigade, Plant X) is een beetje de hip hop variant op Igorrr. Hij bouwt zijn muziek namelijk ook veelal op uit samples van oude, klassieke en traditionele muziek, maar ook straatgeluiden en fragmenten van de radio en uit films passeren de revue. Hiermee smeedt hij met toevoeging van beats dan legeringen van hip hop, jazz, soul, drum’n’bass, Oosterse muziek, plunderphonics, trap en illbient, die hij dikwijls in en duistere setting plaatst. Hij vervolgt deze weg op zijn nieuwe album La Fin Des Contes. Hierop brengt hij 15 tracks van samen 55 minuten, waarop het op consistente wijze alle kanten uitgaat en stuitert. Naast de vele nummers of muziekcollages die hij zelf helemaal in elkaar knutselt, werkt hij hierop samen met hip hop DJ’s en producers DJ Nixon en Dooz Kawa, de band Droogz Brigade en de zangeressen Paloma Pradal en Bianca Casady van CocoRosie. Dat laatste is wel grappig, want op een eerder album werkte hij samen met ene Bonnie Li en vond ik dat richting CocoRosie gaan en nu is dat letterlijk het geval. Hoewel Al’Tarba echt een geheel eigen smoel heeft moet je het ergens zoeken tussen ,strong>Migos, House Of Pain, Dälek, People Like Us, DJ Spooky, DJ Shadow, Public Enemy en Manau. Het is allemaal meeslepend, spannend en geweldig als een goede film.
The Garbage & The Flowers – Cinnamon Sea (lp, Fire / Konkurrent)
In de tijd dat ik veel muziek uit Nieuw-Zeeland verzamelde was er ook de band The Garbage & The Flowers, die diepe indruk maakten met hun inmiddels klassieker Eyes Rind As If Beggars (1997). Ze brengen een bezwerende mix van Sonic Youth, Velvet Underground & Nico, Elephant 6, The Moldy Peaches en een dwarsdoorsnede van de Nieuw-Zeelandse underground. Daarna heb ik niet echt meer van ze gehoord, maar is er is kennelijk nog een verloren gewaand album The Deep Niche (2016) en een live album in 2008 verschenen. Ook het debuut is met een extra schijf opniieuw uitgebracht. Hun samenstelling wisselt nog wel eens en de output is dus ietwat onduidelijk. Wellicht dat ze mede daarom het stempel “mysterieuze, steeds veranderende underground bands uit Nieuw-Zeeland” dragen. Enfin, ze zijn terug met het album Cinnamon Sea, waarop ze 5 tracks serveren van samen een goede 20 minuten lang. Hoewel de groep inmiddels grotendeel in Australië verblijft is hun sound nog altijd typisch Nieuw-Zeelands. Dat wil zeggen een geluid dat zowel dromerig en psychedelisch als rauw en soms ook hard kan zijn. De nummers hier klinken iets meer mellow dan op hun album uit 1997, maar vindt nog wel aansluiting met de genoemde artiesten, al mag een Mazzy Star daar ook aan toegevoegd worden. En dat is genieten! Grijp ze snel bij de lurven, want wie weet wanneer ze weer terugkeren? Eén van de meest bijzondere bands van downunder.
Held By Trees – Solace (cd, Tweed Jacket Music Ltd)
Als je naar de cover van het debuutalbum Solace van Held By Trees kijkt, komt er meteen een andere bandnaam naar boven: Talk Talk. En dat is ook niet zonder reden, want het album is ook hem en zijn muzikale erfenis opgedragen. De muziek is geschreven door David Joseph, maar er doen verschillende muzikanten mee die ook aan de laatste twee Talk Talk albums en die van Mark Hollis solo en zijproject .O.Rang hebben meegewerkt, waaronder drummer/percussionist Martin Ditcham, gitarist Robbie McIntosh en (contra)bassist Simon Edwards. En daarnaast zijn ook hun techneut Phill Brown en designer James Marsh van de partij, al is het plaatje op de voorkant geschilderd door Nicola Stockley. Maar de gastenlijst is enorm met ook Blur-leden en bluesgitarist Eric Bibb, filmmaker en producer David Lynch, gitarist David Knopfler en onze eigen Justin Kniest. In totaal werken er 26 mensen mee aan dit album, waaronder 20 muzikanten op allerhande blaas- en strijkinstrumenten, gitaren, tapemachine, piano, orgel, synthesizers, duimpiano en veldopnames. Niet alleen op papier is dit al interessant, ook de daadwerkelijke muziek mag er wezen. Het bevat de penseelstreken van Talk Talk, maar een geheel eigen inkleuring. De acht stukken, die ze hier in een goede 38 minuten de revue laten passeren, zijn in de eerste plaats instrumentaal. Wel brengen ze het soort minimale postrock van hun inspiratiebron, maar larderen dat ook met jazz, blues en soms ook wat stevigere rockstukken. Maar het is allemaal sfeervol en van een nostalgische schoonheid, waar ook wel vleugjes Pink Floyd, Ryuichi Sakamoto, Kevin McCormick, Dire Straits, David Sylvian en Labradford te horen zijn. Het is echt een geweldig album van de buitencategorie geworden. Mark keek naar beneden en zag dat het goed was.
Ibeyi – Spell 31 (cd, XL Recordings)
Tot tweemaal toe schopt Ibeyi het tot de vijfde plaats in mijn jaarlijst, namelijk met hun gelijknamige debuut uit 2015 en Ash uit 2017. Dit Franse Afro-Cubaanse duo van de inmiddels 27-jarige tweelingzussen Lisa-Kaindé en Naomi Diaz, dochters van de overleden Cubaanse percussionist Miguel “Angá” Diaz (Afro-Cuban All Stars, Buena Vista Social Club), brengen een nogal eigengereid geluid naar buiten, waardoor ze volslagen uniek zijn. Ze brengen namelijk een licht mysterieuze mix van trip hop, droompop, soul, downtempo elektronica, jazz en Cubaanse muziek, plus de magische (samen)zang in het Engels en Yorùbá, waarbij ze vooral op hun tweede album meer experimenteren. Ze maken ook gebruik van bijzondere samples, zoals van Le Mystère Des Voix Bulgares, en mogen steeds rekenen op bijzondere gasten als Kamasi Washington, Meshell Ndegeocello, Chilly Gonzales en Mala Rodriguez. Nu was ik er me terdege van bewust dat het even geleden was, dat ik van ze heb gehoord, maar bijna 5 jaar? De tijd is wat dat betreft een rare snuiter. Maar ze zijn terug met hun derde worp Spell 31. Voor een deel brengen ze in hun 10 nieuwe tracks wat je van ze gewend bent, maar ze incorporeren hier ook trap en reggaeton in hun toch al avontuurlijke sound. Ze werken ook samen met de Britse r&b zangeres Jorja Smith, de Brits-Gambiaanse rapper Pa Salieu en de uit Trinidad afkomstige Britss rapper en producer BERWYN. Het voegt weer een wat nieuws en extra toe aan hun toch al geweldige sound. Het enige dat na 5 jaar wachten te betreuren valt, is dat dit alles slechts een krappe 26 minuten duurt. Dat mag je toch eigenlijk geen nieuw album noemen, ware het niet dat het weer zoveel brengt en zoveel uniek materiaal oplevert.
Leda – Marocco Speed (cd, Il Piccio Records / Peyote Press)
Het is niet eenvoudig om deze groep online te vinden, want er bestaan nogal wat bands dan wel artiesten die Leda heten. Maar ik ga het hebben over de Italiaanse altrockband met post-punk invloeden, die in 2019 al het debuut Memorie Dal Futuro hebben uitgebracht, dat erg goed ontvangen is. De nummers zitten dan ook strak in elkaar en frontvrouw Serena Abrami (zang, akoestische gitaar, synthesizer) is een opvallende oorvanger met haar bitterzoete en toch krachtige zang. De band wordt gecompleteerd door Enrico Vitali (gitaar), Fabrizio Baioni (drums, electribe) en Giorgio Baioni (bas). Ze zijn al jaren actief in verschillende projecten, maar lijken met Leda de krachten op meer gefocuste wijze te bundelen, gedreven door hun gezamenlijke passies. Nu is hun volgende wapenfeit Marocco Speed er eindelijk, wat bepaald geen lastige tweede album is geworden. De band laat een nog hechter en meer persoonlijk geluid horen. Hun synthese van stijlen pakt hier nog beter uit. De gitaren produceren de art-rock en worden door de drums en percussie op post-punk-wijze opgejaagd. Dat levert een vollere en steviger geluid op, de ene keer iets meer elektronisch dan op andere momenten, waarbij ze nog heel veel emotioneel geladen muziek mee weten voort te brengen. Hoewel de 8 nummers al na 31 minuten voorbij zijn, heb je toch het gevoel heel veel gehoord te hebben. Het doet wel eens denken aan een liefdesbaby van de Pixies, Curve, Garbage, Nine Inch Nails en (de Italiaanse) Black Rose, maar je voelt al aan dat dit een heel eigenzinnig kind zal zijn.
Lightning In A Twilight Hour – Overwintering (cd, Elefant Records)
Bobby Wratten is het genie achter (ondergewaardeerde) projecten als The Field Mice en Trembling Blue Stars en is tevens te horen in The Occasional Keepers en Northern Picture Library. Nadat alle projecten ermee opgehouden zijn keert hij in 2015 terug met zijn nieuwe incarnatie Lightning In A Twilight Hour, wat ik echt een schitterende bandnaam vind. Na een mini is tevens in 2015 het debuut Fragments Of A Former Moon verschenen. Hierop grijpt hij deels terug naar zijn vroegere bands en voor een deel lardeert hij dat met meer melancholie en dromerige 4AD-achtige elementen. Hij wordt ook weer vergezeld door The Field Mice en Trembling Blue Stars- ledenzangeres Annemari Davies, die ook in andere projecten van hem opduikt, en bassist Michael Hiscock (nee geen grappen nu) en zangeres Beth Arzy (niet in The Field Mice) plus toetsenist/producer Ian Catt (Katmandu) en zangeres Aga Jasko. Het levert een heerlijk stemmig geheel op dat je zou kunnen bestempelen als een mix van droomwave, droompop, ambient en experimentele indiefolk. Nu is hij terug met het tweede volwaardige album Overwintering (grappig hoe woorden soms overeenkomen). Op Jasko na, doet de rest hier ook weer mee. Ze tappen uit dezelfde vaatjes en toch is het tempo iets omlaag en de magie in de muziek geslopen. Vanaf het begin weten ze je te vloeren met hun werkelijk verlammende fluweelzachte pracht. De zang van Davies en Wratten pakken zowel los als samen prachtig uit, zoals dat ook dikwijls bij Low het geval is. Ter referentie moet je verder denken aan Glissando, Trespassers William, Galaxy 500, Lush, The White Birch en Cocteau Twins. Op de toppen van je kippenvel gaat het van hoogtepunt naar hoogtepunt. Een album van uitzonderlijke, diepgravende schoonheid, waarop echt alles klopt!
Leyla McCalla – Breaking The Thermometer (cd, ANTI- / PIAS)
Wat de New Yorkse singer-songwriter en cellist Leyla McCalla, dochter van Haïtiaanse ouders, typeert is haar eigenzinnigheid en sociaal betrokkenheid. Op haar 3 eerdere albums snijdt ze dan ook onderwerpen als de Afro-Amerikaanse bewustwording, racisme, discriminatie, milieuvervuiling, emancipatie, kapitalisme en meer maatschappelijke problemen. Ook haar muziek is bepaald niet alledaags, die ze overigens eerst naar buiten brengt in de bluegrass/folk groep Carolina Chocolate Drops, want ze brengt gewapend met haar geweldige zang, cello, tenorbanjo en gitaar meestal een bijzondere hybride van folk, jazz, Americana, cajun, rock en blues. Na ook nog een tussendoortje met de groep Our Native Daughters is ze nu terug met haar vierde soloalbum Breaking The Thermometer, dat eigenlijk ontstaat wanneer ze aan het theaterstuk “Breaking The Thermometer To Hide The Fever” werkt. Ze is hierop verder geïnspireerd door haar eigen wortels, de Haïtiaans-Amerikaanse betrekking en Radio Haïti, waarvan ze jarenlang audio-opnames heeft verwerkt uit het archief. Het was de eerste zender in het Haïtiaans Creools (Kreyòl) en de laatste zender voordat iedereen monddood werkt gemaakt. Voor een groot deel is het een album geworden vol zelfreflectie, over haar identiteit, het verkrijgen van vrijheden en de reis van migranten. Een persoonlijk document waar veel van haar inzit, maar toch ook behoort het tot de grotere beweging voor vrijheid van meningsuiting en mensenrechten wereldwijd. Ze verwerkt met enige regelmaat radio-fragmenten in haar muziek, die ze bijzonder fraai inlijst. Naast haar instrumenten en zang in het Frans, Kreyòl en Engels krijgt ze nog hulp van diverse gastmuzikanten op drums, percussie, contrabas, tanbou; Nahum, gitaren en zang. Dat laatste van de Haïtiaans-Canadese maar in Parijs woonachtige Melissa Laveaux. In alle opzichten een rootsalbum, waar de bovengenoemde stijlen doorheen gevlochten zijn. Naast de boodschap is het ook gewoon weer een album vol prachtige sterke songs. Het is een wereldse schoonheid met inhoud geworden, waar de noodzaak vanaf spat en waar je tevens intens van kunt genieten.
Warpaint – Radiate Like This (cd, Virgin Music Label & Artist Services)
Bijna 6 jaar geleden alweer? Jazeker, toen zag het derde en laatste album van Warpaint het licht. De band, bestaande uit de dames Emily Kokal (zang, gitaar), Theresa Wayman (zang, gitaar), Jenny Lee Lindberg (bas, zang) en Stella Mozgawa (drums, keyboards, zang), hebben altijd wel een bijzonder geluid in huis gehad. Het leunt altijd tegen de popmuziek, maar ze mixen dat met wave, shoegaze, softnoise, indierock en lichte experimenten. De aanpak is daar veelal ietwat psychedelisch en onderkoeld, al is het tegelijk ook dromerig, sensueel en een tikje mysterieus. Nu zijn ze terug met Radiate Like This; en hoe! De 10 nieuwe nummers, die ze hier afleveren in een goed 41 minuten, zijn meer uitgebalanceerd dan ook. Daarmee bedoel ik niet vlak en saai, maar ze weten hier echt goed het evenwicht te vinden tussen de meer spannende en sensuele stukken. Het klinkt soms bijna te eenvoudig, maar dat is de kracht van goed geschreven muziek. Nog altijd hoor de eerder genoemde genres hier terug, alleen zijn die overgoten met de Californische zon, net zoals Toro Y Moi en de red Hot Chili Peppers, zij het dat die in andere straatjes opereren. Ook de zang en samenzang is hier fraai en harmonieus. Als ik heel kritisch ben, zou ik enkel zeggen dat de uitschieters wat missen, maar dat is hetzelfde als roepen dat iemand met een rapport vol achten een saai rapport heeft. Nee Warpaint is een uitzonderlijk goede band, die hopelijk nog jaren zo blijft stralen.
Various Artists: Liberty (cd, Flaming Pines)
Ik stuitte online, waar ik goede doelen zocht om Oekraïne te steunen in deze verschrikkelijke oorlog, ook op het Liberty project van het Flaming Pine label. Het is een compilatie, samengesteld door één van de deelnemers en initiator Igor Yalivec, die eerder ook verantwoordelijk was voor de compilatie Kaleidoscope (2019) met eveneens Oekraïense artiesten. Hij zegt het volgende over deze nieuwe release:
”Liberty is een compilatie van moderne experimentele elektronische muziek van Oekraïense muzikanten, gecreëerd tijdens de militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne. Met deze release willen de kunstenaars het belang van kunst en de eenheid van mensen tijdens de oorlog benadrukken, evenals hun steun aan de strijdkrachten van Oekraïne die dapper strijden voor het moederland!”
De opbrengsten worden ook ingezet om Oekraïne te helpen. Dat goede doel op zich is al een fraai gegeven, maar de muziek van de hier grotendeels onbekende artiesten mag er ook wezen. De namen die ik ken van de 12 tracks (maar meer artiesten) van samen ruim 70 minuten lang zijn naast Igor nog Heinali, Endless Melancholy en Gamardah Fungus. De rest vormt een volkomen verrassing; en een prettige mag ik wel zeggen. Onbekend maakt hier bepaald niet onbemind. Het album heeft als ondertitel “Compilation Of Experimental Music From Ukraine” meegekregen en dat is ook precies hetgeen je krijgt. Het geeft een fraai inzicht in de hedendaagse, moderne muziekcultuur van Oekraïne en toont tevens aan hoe sterk en strijdbaar zij zich opstellen. Het is in alle opzichten een prachtalbum geworden. Via deze link vind je nog meer organisaties waarmee je Oekraïne kunt steunen.