We hebben heel wat releases uit onze keppeltjes, of nee hoge hoeden getoverd. Zie daarvoor onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Birds Of Passage, BLK w/BEAR, Forth Wanderers, Hundred Year Old Man, Jacaszek & Thomas Bydzyński, Lau Nau, The National Jazz Trio Of Scotland, Rito, Speedy Ortiz, Wrekmeister Harmonies, Sillicon Scally, Nu Pressure, Oliver Way en Bryan Chapman.
Jan Willem
Birds Of Passage – The Death Of Our Invention (cd, Denovali)
Birds Of Passage is de titel van mijn favoriete Bel Canto album, maar het is sinds 2010 ook de naam van het soloproject van de Nieuw-Zeelandse godin van de schemerpracht Alicia Merz. Hiermee heeft ze inmiddels 4 albums uitgebracht, waarvan één met Leonardo Rosado, vol nachtelijke, fluisterrijke en bovenal mysterieuze pracht. Ze houdt daarbij het dromerige midden tussen ambient en experimentele muziek, die ze voorziet van haar zachte, spookachtige zang. Daarnaast is ze eveneens te horen in de groepen Brother Sun, Sister Moon en Snoqualmie Falls en als gastzangeres bij labelgenoten Dale Cooper Quartet & The Dictaphones. Na vier jaar absentie is ze eindelijk terug met haar nieuwe cd The Death Of Our Invention. Hierop heeft ze gelukkig niet al te veel gesleuteld aan haar overheerlijke recept, maar er hoogstens wat zaken op verfijnd. Nog altijd bestaan de inspiratiebronnen uit herinneringen van vervlogen tijden, adembenemende koude wind, de geur en atmosfeer van een lentedag, zonneschijn en schaduwen plus het wandelen in de regen. Allemaal herkenbare zaken die voor velen de gedachten weten te verzetten en een bepaalde, mooie emotie oproepen. Dat vangt ze in 12 machtig mooie stukken. Dat maakt het wederom tot een duistere en dromerige aangelegenheid, waar ambient, folk, drones en lichte experimenten fraai in elkaar vervlochten zijn. Haar zang is daarbij weer fluisterzacht als een zwoele bries. Liefhebbers van Grouper, Jessica Bailiff, Félica Atkinson, Chantal Acda en Low weten hier vast wel raad mee. Het is een wonderschoon en bij de strot grijpend geheel. Haar allerbeste tot nu toe.
PS: Denovali heeft ook haar overige werken opnieuw uitgegeven, dus mocht je die gemist hebben dan is dit je kans.
BLK w/BEAR – MO RE B ROKEN TH AN Y OU (cd, Little Crackd Rabbit)
Het geweldige label Little Red Rabbit is een jaar of 5 geleden het Little Crackd Rabbit sublabel gestart om meer ruimte te geven aan dark ambient, experimenten en improvisaties, ofwel muziek van de buitencategorie. Dat doen ze steeds in series van 4 cd’s, die uiteindelijk in een fraaie boxset gestopt kunnen worden. Het Amerikaanse, eigenzinnige combo BLK w/BEAR, dat eerder ook al een mixalbum en een cd met Rothko heeft uitgebracht, start deze serie. Ze brengen veelal gerecyclede sounds of mixen in combinatie met akoestische instrumenten en elektronica, waar ze geheel eigen creaties mee weten te scheppen. De groep, bestaande uit JS Adams (loops, geprepareerd vinyl), Doug Poplin (cello, effecten) en PD Sexton (bas, effecten, elektronica), verwordt tot een geliefd buitenbeentje. Na 5 jaar absentie keren ze terug met MO RE B ROKEN TH AN Y OU, wederom in de Little Crackd Rabbit serie. Ze brengen 12 nieuwe tracks van bij elkaar bijna 71 minuten lang, die weer bol staan van originele en innovatieve muziekstukken. De licht bevreemdende muziek weet je echter wel te grijpen en bevat een hoop biologerende pracht. Het is een collageachtig geheel waar ambient, drones, abstracte muziek, neoklassiek en glitches elkaar afwisselen en aanvullen. Dat levert een weergaloos luisteravontuur vol prachtige en ludieke vondsten op. Er staat werkelijk geen maat op dit gezelschap!
Forth Wanderers – Forth Wanderers (cd, Sub Pop / Konkurrent)
Als een soort penvrienden wisselen gitarist en songwriter Ben Guterl en zangeres Ava Trilling liedjes of ideeën daarvoor met elkaar uit. In 2013 starten ze serieus met Forth Wanderers, waarmee ze in 2015 het album Tough Love uitbrengen, waar ze een prettige mix van indie en mathrock op laten horen. De band uit New York is dan al uitgegroeid tot een kwintet, dat verder gecompleteerd wordt door Duke Green (gitaar), Noah Schifrin (bas) en Zach Lorelli (drums). Met datzelfde combo presenteren ze nu hun gelijknamige tweede cd, waarop ze duidelijk nóg beter zijn geworden. Dat levert 10 heerlijk melancholische, maar bepaald niet zware songs op. Ze brengen op bijna lome wijze hun indie en mathrock aan de man, waarbij de zang van Ava zeer prettig en pakkend is. Op eigengereide wijze roepen ze daarmee associaties op met Pinback, Blonde Redhead, Pixies, That Dog en Hail. Daarmee is Sub Pop weer een geweldige band rijker.
Hundred Year Old Man – Breaching (cd, Gizeh)
Het zeskoppige Britse Hundred Year Old Man maakt vorig jaar diepe indruk met de mini Black Fire. Hierop laten brulboei Paul Broughton), gitarist/zanger Owen Pegg (Æmaeth, A-Sun Amissa), toetsenist (plus samples) Dan Argyle, drummer Steve Conway, bassist Aaron Bateman en gitarist Tom Wright een verpletterend mix horen van post-metal, afgewisseld met emo, sludge en post-rock. Daarbij weten ze ook de harde en meer verstilde momenten heel goed te doseren. Nu zijn ze terug met hun debuut Breaching, waarop ook de titeltrack van hun mini in een iets langere versie staat. Daarnaast nog 7 andere tracks, die samen meer dan 57 minuten duren. Naast de genoemde stijlen, incorporeren ze hier ook doom metal, dark ambient en drones in hun sound, wat het meer veelzijdig maar ook nog spannender maakt. Nog altijd weten ze met hun luide, kaalgeslagen gitaarmuren je volledig omver te blazen met kippenvel en dingen, maar ze houden je ook stevig aan de boxen gekluisterd als ze even meer verstilde of filmische muziek laten horen. Met het luide deel zullen ze fans van Isis, Sand, Wiegedood en Neurosis op hun wenken bedienen, terwijl ze op de andere momenten die van Swans, Godspeed You! Black Emperor en het vroegere Red Harvest. Het is allemaal van een haast niet te beschrijven kracht en pracht. Wat een meeslepend en overdonderend album is dit!
Jacaszek & Thomas Bydzyński – Legenda (cd, Narodowe Centrum Kultury)
De Poolse componist Michał Jacaszek, kortweg Jacaszek, heeft vorig jaar zijn achtste, beste en meest vocale cd Kwiaty uitgebracht. Hij brengt daar zijn typerende combinatie van akoestische instrumenten en elektronica, die een duistere, spookachtige mix van neoklassiek, industrial, drones, experimentele elektronica en jazz, die je bij de strot weet te grijpen. Ik heb daarom ook nooit gedacht dat er nog een album uit zou komen in de herfst. Dat is de cd Legenda geworden, die hij samen met de legendarische zanger Thomas Bydzyński heeft opgenomen. Naast solowerk maakt Bydzyński deel uit van groepen als Rimbaud (met Jacaszek), 2tm23, Trupia Czaszka en Armia. Veelal hardcore, punk en new wave bands. Met name Armia is spraakmakend en weet ook over de landsgrenzen de luisteraars te bereiken, waarbij hun album Legenda uit 1991 geldt als een klassieker. Jacaszek heeft de oorspronkelijke muziek herbewerkt tot elektronische muziek, waarbij Bydzyński ook opnieuw de vocale partijen inzingt. De cd is opgedragen aan twee Armia leden, die helaas niet meer onder ons zijn. Al met al levert het een indrukwekkende cd met dezelfde titel op, die nogal wat verschilt van de oorspronkelijke mix van post-punk, hardcore, new wave en alternatieve rock. Hier is het veeleer een mix van IDM, dark ambient, industrial en gothic elementen geworden. Dat laatste komt mede door de emotioneel geladen, diepe zang van Bydzyński, al doet Jacaszek er muzikaal gezien ook het nodig aan om het zwaar en duister te laten klinken. Echt een prachtig eerbetoon!
Lau Nau – Poseidon (cd, Fonal)
Doordat de activiteiten van het prestigieuze en innovatieve abel Fonal Records de laatste paar jaren een tikje onregelmatig zijn geworden, mis ik volkomen de laatste worp Poseidon van Lau Nau, die in november van vorig jaar is verschenen. Dit is het project van de Finse Laura Naukkarinen. Je zou haar tevens tegen kunnen zijn gekomen in Chamellows, Hertta Lussu Ässä, Kiila, Päivänsäde, Roope And The Rockets, Maailma en Hydras Dream (de laatste twee beide met Matti Bye). Met Lau Nau brengt ze sinds 2004 een bijzondere mix van folk, avant-garde en neoklassiek, wat 5 prachtige albums oplevert. Op haar nieuwste werkt Laura (zang, piano, celesta, klavecimbel, keyboards, klokkenspel, elektronica) nauw samen met klasbak Matti Bye (keyboards, klavecimbel, celesta, bellen, elektronica, piano), celliste Helena Espvall (Espers, Anahita, String Theory), Samuli Kosminen (harmonium, (duim) piano, elektronica, gitaar, vibrafoon, klokkenspel, percussie, mellotron, bas) en nog twee gasten op lier en altklarinet. Dit instrumentarium geeft op voorhand al veel prijs over de muziek die ze hier brengt. In 11 nieuwe tracks laat ze dan ook een feeërieke kruisbestuiving horen van de eerder genoemde genres. Een deel daarvan is geheel instrumentaal en de rest mag rekenen op Laura’s schitterende, dromerige zang. Het is van een uitzonderlijke schoonheid allemaal, die de fans van Meg Baird, Matti Bye, Sóley, Eleanoora Rosenholm, Paavorharju, Bel Canto en The Iditarod wel zal aanspreken. Dat wilde ik jullie toch even meegeven, al ben ik wat later dan normaal. Maar beter later dan nooit.
The National Jazz Trio Of Scotland – Standards Vol. IV (cd, Karaoke Kalk / Konkurrent)
De grap van The National Jazz Trio Of Scotland is dat het geen trio betreft en dat het zich niet eens toelegt op puur jazz. Het is sinds 2012 één van de vele uitlaatkleppen van de veelzijdige Schotse pianist, gitarist en componist Bill Wells, die het bekendst is geworden met zijn Bill Wells Octet (en Trio), waarmee hij doorgaans wel sfeervolle experimentele jazz maakt. Daaraast heeft hij ook albums uitgebracht met onder meer met Aidan Moffat (ex-Arab Strap), Future Pilot A.K.A., Isobel Campbell, Jad Fair, The Pastels en Maher Shalal Hash Baz. Na het Christmas Album (2012) komt dit combo erna met Standards Vol. II (2013) en Vol. III (2014). Hierop brengen ze stemmige, nachtelijke en bovenal mysterieuze muziek, die uiteenwaaiert van bossanova, pianomuziek en droompop tot jazz, folk en lichte experimenten. Nu is er de vierde cd Standards Vol. IV, waarop Bill Wells (samples) samen met zangeres Kate Sugden, altvioliste en zangeres Aby Vulliamy (The One Ensemble, Nalle) plus gasten op zang en harmonica en tekstuele bijdragen van Aidan Moffat en Richard Youngs een fraai en uiterst sfeervol geheel neerzetten. In 12 songs van samen bijna 33 minuten lang weten ze weer een overtuigend en sfeervol geheel neer te zetten, die aansluit op de eerder genoemde stijlen. Op schitterende wijze houden ze daarbij het midden tussen Elysian Fields, Mazzy Star, Antenne, Insides, Nouvelle Vague, Bebel Gilberto en Donna Rehina. Dat levert een fluweelzacht prachtalbum op!
Rito – Rito (lp, Gusstaff Records)
Vier Poolse artiesten uit totaal verschillende muzikale windstreken, van jazz, soul, folk en funk tot new wave, alternatieve rock en punk, bundelen hun krachten in de superformatie Rito. Op het gelijknamige debuut zijn het de drummers/percussionisten Kuba Staruszkiewics (Pink Freud), Michał Gos (Lonker See, Okzi Cziorne) en Jacek Stromski (Canada, Apteka, Groovekojad, Ortalion) die samen met gitarist en elektronicaspecialist Piotr Pawlak (Łoskot, Yeshe, Arhythmic Memory, Bielizna, Kury, Kaszebe II) 5 experimentele tracks presenteren. Ze brengen allerhande percussiegeluiden, van strakke tot uiterst geïmproviseerde en tribale, die samen met de gitaar en innovatieve elektronica een wonderlijk geheel vormen dat zowel mysterieus als biologerend uitpakt. Dat is dikwijls zonder kop noch staart, maar wel op dusdanige wijze gebracht dat het je mee weet te slepen. Ze scheppen een haast driedimensionaal werk, dat je steeds weet te verrassen met bijzondere invalshoeken en van heel klein en intiem naar groots uithalend. Daarmee leveren ze een verbluffend mooie eersteling af!
Speedy Ortiz – Twerp Verse (cd, Carpark Records / Konkurrent)
De liefde voor de meer rauwe gitaarmuziek, zoals Pitchfork, Rodan, Shellac, June Of 44, Further, Crown Roast, Don Caballero, Shipping News en Drive Like Jehu, loopt als een rode draad door mijn collectie. En nog altijd zijn er bands die dat fijne ongepolijste geluid in huis hebben. Zo ook bij de Amerikaanse groep Speedy Ortiz, rond zangeres/gitarist Sadie Dupuis. Samen met Darl Ferm (bas), Mike Falcone (drums) en nieuwbakken lid Andy Molholt (gitaar) presenteert ze nu het vierde album Twerp Verse. Op pakkende en ontwapende wijze brengen ze weer een amalgaam van indierock, alternatieve pop, emo en noise. Het brengt je even terug in de jaren 90, maar het vizier staat, zeker qua teksten, helemaal gericht op het hier en nu en de toekomst. Ze brengen hier weer 11 aanstekelijke songs die fans van Deerhoof, Magnapop, The Breeders, That Dog, Hail, S en Soccer Mummy wel zal aanspreken. Het is en blijft een ontzettend leuke band.
Wrekmeister Hamonies – The Alone Rush (cd, Thrill Jockey / Konkurrent)
Als het licht verdwijnt en de duisternis gaat heersen en waar lichtzinnige woorden plaats maken voor diepgravende, dan is de kans groot dat je met het Amerikaanse Wrekmeister Harmonies van doen hebt. Bandleider J.R. Robinson (gitaar, zang) ziet het leven als een lang en geleidelijk proces van verval. Dat is geen vrolijke uitgangsbasis maar ergens ook geen onrealistische. Ook binnen zijn eigen band vindt het verval plaats, want deze bestaat naast hemzelf alleen nog uit zangeres, violiste en toetsenist Esther Shaw. Dat terwijl ze op hun vorige album Light Falls (2016) nog gebruik maken van een deel van Godspeed You! Black Emperor. Nu is het enkel percussionist en klarinettist Thor Harris (Swans, Shearwater, Hospital Ships, The Angels Of Light) die hen her en der ondersteunt. Het levert dan ook hun meest ingetogen, duistere en toch ook wel zwaarste album tot nu toe op, ook al is de kracht van weleer verruilt voor meer veelzeggende pracht. In slechts 6 stukken, maar wel met een lengte van 47 minuten, weten ze hun onheilspellende boodschap goed over te brengen. Geen waarschuwende vinger, maar veeleer een kenschets van hetgeen ze om zich heen zien. En dat vangen ze in een mix van avant-garde, post-rock, shoegaze en allerhande experimenten. Dat klinkt als een mix van Nick Cave, Enablers, Red Sparowes, I Like Trains, Swans, Godspeed You! Black Emperor en Last Harbour. Intens, bij de strot grijpend, urgent en gewoonweg bloedstollend mooi.
Mathijs
Sillicon Scally live @ Scand (Electrix/Epm music)
Sillycon Sally, met zo een naam verwacht je geen acoustische singer songwriter, en laat dat nu net ook het geval zijn. Wat is wel het geval, stomende electro, dat is het geval, computer funk pur sang. De man achter de knoppen is Carl Finlow, geen onbekende voor mij, ik heb al menig release van hem mogen bespreken, en voor zo ver ik me kan herinneren is het nooit slecht wat de man doet. Bijster origineel is het misschien niet, maar ik krijg wel direct een big smile als ik de opener hoor. Lekkere acid infused strakke electro beats. Hierin grosiert het album dan ook.
In de de jaren negentig gebruikte finlow “echte” aparatuur, zoals een (Roland) 808 drumcomputer, maar toen hij verhuisde, bleef veel aparatuur achter, en was het enige wat hij nog had was zijn Mac. Deze computer werd dan ook gebruikt om alle muziek van de laatste 10 jaar op te produceren. Toch wilde finlow de “feel” van een “echte” aparatuur tijdens een live set terug halen als hij in een club of op een festival staat. Dit resulteerde in jaren lang experimenteren met verschillende USB controllers in diverse set-ups. Nu heeft Finlow een setup waarin hij maximale controle en creatieve vrijheid heeft tindens een live set, mijns inziend is dat ook de bedoeling van live, dat je lekker los kunt gaan een de mogelijk hebt om lekker te experimenteren en in te spelen om het publiek. De (software) synths die gebruikt zijn zijn de Nepheton 808 en de ABL 303, beide software versies van de legendarische machines van Roland de TR808 drum computer en de TB303 basline synth. Deze synths stuurt hij live aan met een Akai APC40mkII en een Novation Launchpad pro (USB controllers die het mogelijk maken de knoppen/parameters van software synths toe te kennen aan een knop, schuif of andere hardware bedienings mogelijkheid) , dit werkt naadloos samen met Abelton Live dat hij gebruikt om zijn tracks af te spelen op te bouwen.
Deze plaat bevat alle tracks uit de live-set die Finlow eind 2017 speelde tijdens een uitverkochte Scand club avond in Londen. Die hij speciaal voor deze release opnieuw realtime in de studio opnam. Lekkere opgefokte acid electro, van donkere sfeervolle tracks tot pure feest tracks, zet aan die rookmachine en strobocoop, Finlow mag ook op mijn feestje komen spelen.
Nu Pressure – Annex ep (Motech/Epm music)
“From nowhere USA, Nu Pressure absorbs all things and communicates experiences into sound.”
Daarmee opent het pers bericht dat mee komt met de promo van de Annex ep, geen vermelding van wie er achter dit project zit. Dit is wel eerste release van Nu Perssure. Mijn zoektoch online heeft niet veel meer informatie opgeleverd over het hoe en wat achter deze act, we zullen ons maar richten op de muziek dan.
Muzikaal lijkt het op het eerste zicht wel goed te zitten, ten eerste Motech staat al ergens voor, en dan leveren Underground Resitanse adept Mark Flash en Motech baas DJ 3000 (ook een “UR” ingewijde) een remix, dan liggende verwachtingen hoog. Hypnotiserend is een sleutel woord op deze ep. Alle tracks zijn volle hypnotiserende track die je bij de keel grijpen, the beat goes on ! Het origineel van opener “Guiltless” is een in your face pompende en dwingende track, hier kun je niet om heen. Titel track “Nu Annex” is een tikkeltje minder heftig, maar ook deze track neemt je mee op een trip waar geen ontkomen aan is. Mark Flash gooit het dan over een andere iets meer funky boeg, nog steeds trippy, maar een beetje meer lucht. Allemaal niet slecht tot nu toe, maar het wordt voor mij pas echt interessant bij DJ3000 zijn remix van “Nu Annex” hij weet subtiel accenten te leggen die de track naar een hoger level tillen en bij mij verschijnt een tevreden glimlach, alleen met deze track is mijn verwachting ingelost. Heerlijke subtiel baslijntje hier en daar, mooie syth stabs goed bezig die 3000. Slot stuk van deze ep zijn twee intrepretaties van beide track door “Roberto” bekend van zijn populaire label Fossil Archive. Guiltness word onder Roberto’s handen een stompende minimale flow met een funky hobbelend gevoel door het gebruik van toms, less is more zou ik zo zeggen. Bij Nu Annex herhaalt Roberto zijn trucje nog eens wat in dit geval uitmond in een sfeervolle minimale trip die in geen enkele techno set zou misstaan.
Conclusie: Motech levert opnieuw een release die op de festivals en in de club de dansvloer van de nodige energie en goed vibes kan voorzien.
Oliver Way – From the Shadows (Epm Music)
Oliver Way is geen onbekende in de electronische muziek, als 1 helft van The Detroit Grand Pubas, co-founder van EPM music en van nog veel meer achter de schermen. Hij heeft zijn strepen als Producer, DJ en promotor voor tal van artiesten ruimschoots verdiend. Nu komt hij met zijn eerste full album onder zijn eigen naam. Op dit album werkt hij met tal van artiesten samen en verwerkt hij even veel stijlen. Hij ziet dit album als een soort persoonlijke muzikale tijdlijn. Het album opent met een etnisch getint intro dat naadloos over gaat in een track waarin Way samen werkt met een Indiase zangeres en en sitar speler, dit geeft een duistere etnische sfeer. Dan volgt een donkere techno stamper die op geen dansvloer misstaat waarop Way zijn krachten heeft gebundelt met Puhba’s compaan Paris the Black Fu en Gareth Whitehead. Music is so special is een meer hous geinspireerde track, die kwa tempo en pompende beat toch wel meer de techno kant op gaat. “Calling Danny Boy” is een a-typische techno/ambient vehikel dat je steeds op het verkeerde been zet, lekker tegendraadse track waarop Ben Long Way bijstaat. Op number Three klinken de 80’s electro breaks van Freddy Fresh bijna industrial als Way er mee aan de haal gaat, verrassend op zijn minst. Op Stained Glass Shadows trekt Way een blik funk open met zijn pa op bas, Mitch Marcus op toetsen en Paul ‘Feathericc op drums. Op Bad Bwoy Tune wanen we ons in een kraakpand in Londen met ageressieve breakbeat. Gefreak met samples doet Way samen met “Detroit’s Filthiest” DJ Nasty met een stukje ghetto-tech getiteld “Working Girl” Daarna neemt Way ons opnieuw mee naar Londen met “Thorpe Road” een dubby typisch britse klinkende track. Way sluit deze plaat af met een ferme lap pompende techno, van epische proporties. Hiermee zit de muzikale reis doorheen Way’s tijdslijn er op. Zeker niet slecht, maar voor mij zit er niet echt iets bij dat mij pakt, daarvoor vind ik het te fragmentarisch en mis ik een echte flow.
Bryan Chapman – Traveler EP series : MNTNY 001-004 (Monotony/ Epm Music)
Bryan Chapman is in 2017 gestart met een serie ep’s gebaseerd op de innerlijke reis van “The Traveler” op zoek naar verlichting. De eerste ep “Traveler Departs For Manonasa EP”(MNTY001) vertrekt hij de wildernis in om zich zo te onttrekken aan de maatschappij en tot zichzelf te komen. Dit drukt Chapman uit is pompende introspectieve en desolate geluidslandschappen. Ik kan me helemaal voorstellen dat je op een dansvloer jezelf echt kunt verliezen in de hypnotiserende flow die Chapman hier produceert. De tweede ep “Ekanta Vasa EP” (MNTY002) is de soundtrack bij de “eeuwige” reis doorheen de diepte van het “zijn” van “The Traveler” Deze sountrack is nog dieper dan de eerste ep, vol ingehouden spanning en heel minimaal. Het tempo blijft wel redelijk stevig, dus echt rustgevend is het niet, eerder een tikkelje gejaagd, maar ik denk dat dit een uiting is van de zoektocht. Op “Jnana Found, Jagrat Begins EP” (MNTY003) begint de verwerking van de wijsheden of antwoorden die de reis opgelevert hebben. De toon in de tracks op deze ep zijn minder donker en ingetogen en neigen al een stuk meer naar buiten, de filters blijven niet dicht maar worden al vol open gedraaid. Het geheel klinkt ook een stuk opener, het verwerken van opdane kennis leidt immers tot verlichting. Op de laatste ep in de rij de “Traveler Awakens Sumbodhi EP” ontwaakt “The Traveler” uit zijn reis, en kijkt hij met een nieuwe “verlichte” blik rond in de maatschappij, hij heeft zijn “diepste zelf” gevonden. Dit gaat gepaard met een soundtrack die nog steeds pompend en stevig is, maar de filters mogen helemaal open nu en de sound krijgt hierdoor een meer aanwezige vibe waardoor de dansvloer ook tot een soort hoogte punt komt.
Geen spul voor een gemakkelijk publiek, maar heel fijn materiaal om een avondje lekker gaan op de dansvloer voor techno-heads.