Het schaduwkabinet: week 16 – 2024

Vier keer meer uitgeven dan gebudgetteerd, dat gebeurt mij ook nog wel eens voor al die muziek. Al loopt het nooit echt in de papieren voor mijn lijstje uit het:

SCHADUWKABINET

Ik luisterde naar: Big Brave, Chanel Beads, Cranes, English Teacher, Leyla McCalla, Jess Ribeiro, Speedy Ortiz, VELCROS en Elif Yalvaç.

 


 

Jan Willem

Big Brave – A Chaos Of Flowers (cd, Thrill Jockey / Konkurrent)
Voor een nieuw album van de Canadese geweldenaars van Big Brave, ook wel BIG | BRAVE, moet je jezelf altijd flink schrap zetten. Ze brengen doorgaans slepende en vaak ook harde kruisbestuivingen van noise, metal, postrock, drones en experimentele muziek. Samen met de krachtig doch heerlijk getormenteerde zang van gitariste Robin Wattie weten ze altijd een diepe indruk achter te laten. Voor hun zevende album A Chaos Of Flowers haalde Wattie inspiratie uit gedichten waarmee ze verwantschap voelde. Dat was even zoeken in een wereld die door mannen wordt gedomineerd. Haar woorden worden door gitarist Mathieu Bell, toetsenist Seth Manchester en drummer Tasy Hudson verder muzikaal vorm gegeven, waarbij ze her en der geholpen worden door gitaristen Tashi Dorji en Marisa Anderson plus saxofonist Patrick Shiroishi. De muziek is kaler, nog slepender, rauwer en misschien ook wel meer confronterend dan ooit. Het album balanceert tussen schoonheid en verval, zin en waanzin, kracht en tederheid en intimiteit en afstandelijkheid. Daarbij zetten ze hun krachtige geluid in, maar zonder alle ruimtes op te vullen. Minimaler en toch met een maximaal effect; zelfs in de openingstrack lijkt het allemaal even te haperen, maar al snel mist dat z’n uitwerking niet. En dat geldt voor het hele album, waarop ze mokerslagen in slow motion uitdelen en geen geluid teveel brengen. Denk daarbij aan iets dat het midden houdt tussen Esben & The Witch, Hilary Wood, Chelsea Wolfe, Sunn O))) en de meer lawaaiige kant van Low. Wat een machtig album weer.

 

Chanel Beads – Your Day Will Come (cd, Jagjaguwar / Konkurrent)
Als je dan toch een visitekaartje moet afgeven, dan kan je dat op verpletterende wijze doen of juist op een ietwat ongrijpbare manier die heel erg nieuwsgierig maakt. Tot die laatste, maar ook een beetje van die eerste categorie behoort het project Chanel Beads van de Amerikaanse artiest Shane Lavers, dat hij al in 2018 heeft opgetuigd. Onder zijn eigen naam heeft hij daarvoor geëxperimenteerd met redelijk ondoorwaadbare muziek. Dat is wel anders bij het debuut Your Day Will Come van Chanel Beads. Het is een titel met meerdere betekenissen, namelijk ten teken dat er wat goeds voor je aankomt en als herinnering aan onze sterfelijkheid, ook in dreigende zin. Dat dubbele is ook wel kenmerkend voor Lavers, die de vele tegenstrijdigheden ziet van het moderne bestaan en de vreemde oneindigheid van de digitale wereld vastleggen. Tussen die (schijnbaar) concurrerende realiteiten is hij op zoek naar naar waarheid en geloof. Met zowel elektronische als akoestische instrumenten schept hij zijn muziek. Dat gaat in begin van stemmige indiefolk over naar synthpop met post-punk invloeden. Later morst hij er ook wat shoegaze doorheen, maar altijd met redelijk onconventionele songstructuren. Dat geldt zowel voor de hoog gezongen stukken als de twee instrumentale, bijna neoklassieke nummers. Die laatste zijn voorzien van uiterst fraaie orkestraties en avant-garde elementen. Telkens duikt hij dingen uit het verleden op, om die vervolgens met een ferme worp de toekomst in te slingeren. Een visitekaartje om U tegen te zeggen!

 

Cranes – Fuse (cd, Dadaphonic / Konkurrent)
Van een bevriende Engelse muzikant ontving ik ooit een cdr met daarop de allereerste uitgave van de Cranes, te weten de cassette Fuse uit 1986, plus vroege John Peel Sessions van hen. Die laatstgenoemde sessies zijn vorig jaar al op cd uitgegeven (en vooruit ook op lp). Nu is daar ook eindelijk de opgepoetste heruitgave van hun eerste cassette. De 7 nummers van destijds hebben een behoorlijk rudimentair geluid, waarbij je de aanzet naar hun latere geluid al wel hoort. Maar het is soms beuken op bassen, zoals de Swans dat ook ooit deden. De zang van Alison speelt zich meer op spookachtige wijze op de achtergrond af. Het is een schitterend industrieel ei, waaruit een prachtig geluid geboren gaat worden. De 25 minuten durende tape is op de heruitgave voorzien van de extra track “New Liberty”. Dat alles is ook nog eens gestoken in een schitterend design van de (onder meer) 4AD ontwerper Chris Bigg; sowieso hadden de Cranes niet misstaan op dat label. Later dit jaar komt er op Cherry Red ook een fraaie 6 cd verzamelaar met de eerste epee en 4 albums, live opnames, remixen, singles en met name b-kanten uit, eveneens met de design van Chris Bigg (just saying). Hoe dan ook is het geweldig dat deze missing link in de Cranes discografie weer volop beschikbaar is.

 

English Teacher – This Could Be Texas (cd, Island)
De opmars van de hedendaagse Britse post-punk is niet te stuiten, zeker niet met bands als Dry Cleaning. Het genre floreert sowieso de laatste tijd en daar heb ik geen enkel bezwaar tegen; muziek met een donker randje mag ik graag horen. De Britten zorgen vaak voor een twist die het niet gitzwart maken. En dat geldt ook voor English Teacher uit Leeds, die al rond 2018 zijn gestart. Toch is This Could Be Texas pas hun volwaardige debuut. De groep bestaande uit de enigmatische zangeres Lily Fontaine (gitaar, synthesizer, harmonium, piano) plus Douglas Frost (drums, percussie, synthesizer, piano, harmonium, vibrafoon, zang), Nicholas Eden (bas, piano) en Lewis Whiting (gitaar, piano, percussie), combineert op heel prettige wijze jaren 80 en 90 indierock en post-wave met post-punk. Hierdoor krijgt het een enorme energie mee. Maar ook de kleine liedjes brengen zo op fraaie wijze. Fontaine zingt prachtig en warm, maar brengt ook dikwijls onderkoelde praatzang. De band gooit er her en der ook prog rock, droompop, orkestraties, alternatieve rock en allerhande elektronische sounds doorheen. Daarbij krijgen ze ook hulp op viool, cello, saxofoon en programmering. Door al deze facetten krijgen ze meteen eigenlijk een echt eigen smoel. Steeds komen ze weer met iets verrassends en gevarieerd anders uit de hoek. En dat 13 nummers lang en ruim 50 minuten breed. Liefhebbers van Dry Cleaning, Jockstrap, Bodega, Fontaines D.C., Yard Act en Silverbacks moeten echt eens naar deze band luisteren. Een groots en meeslepend debuut.

 

Leyla McCalla – Sun Without The Heat (cd, Anti-)
De Amerikaanse singer-songwriter, zangeres en celliste Leyla McCalla, een dochter van Haïtiaanse ouders, staat naast haar voortreffelijk eigenzinnige muziek bekend om haar sociale betrokkenheid. Dat heeft al 4 geweldige albums vol diepgang opgeleverd, los van haar andere projecten. En daar komt met Sun Without The Heat gewoon een vijfde bij. Met zang, cello, banjo en gitaar zet ze de basis, waarbij ze steun krijgt van vijf muzikanten op percussie, drums, gitaar, bas, synthesizer, piano, orgel, zang en vedel. Ze snijdt nog wel hedendaagse kwesties aan, maar brengt ook vooral een album vol hoop. De muziek zit daarbij ergens tussen folk, bluegrass en soulvolle pop in. Maar ze zoekt in het nummer “Tree” ook meer het experiment op ,wat ook mooi past. Het is verder allemaal wat soberder en intiemer dan voorheen, maar dat maakt ook dat het intenser is. De wereldse schoonheid, die ze altijd al in huis heeft, krijgt hier weer een fraai podium. Zon zonder de hitte, maar wel vol in het licht. Het is een parel van wereldklasse!

 

Jess Ribeiro – Summer Of Love (cd, Labelman)
De Australische singer-songwriter Jess Ribeiro debuteerde in 2011 (toen nog als Jess Ribeiro And The Bone Collectors) en heeft daarna heel rustig nog twee album uitgebracht, waarvan de laatste, Love Hate in 2019. De muziek kenmerkt zich meestal door een mengelmoes van folk en rock, waarbij de sfeer behoorlijk melancholisch is. Daarna kreeg ze te kampen met haar geestelijke gezondheid. Het zorgde wel voor de aanzet tot haar vierde album Summer Of Love, waarop ze isolatie, verlies, kleine flarden liefde, verwachting versus realiteit, pandemieën die eens in de eeuw voorkomen en genezing de revue laat passeren. Op bitterzoete en breekbare wijze brengt ze haar teksten, terwijl ze zichzelf begeleid op piano en gitaar. Ze mag hier rekenen op steun van drummer Jim White (Dirty Three), maar ook muzikanten op bas, tape, drum, synthesizer, gitaar, piano, saxofoon, viool, altviool en viola da Gamba. Ze worden allemaal ingezet om de sobere, sombere stemming te accentueren. De titel is wellicht wat misleidend, al is het wel een liefdevol en troostvol album geworden met een warm geluid. Ik denk dat ze hiermee wel aansluiting vindt bij artiesten als Cynthia Dall, Cat Power, Aldous Harding, Shannon Wright, Kimya Dawson, Angel Olsen en Nina Nastasia. Wat een intens, intiem en droefgeestig prachtalbum.

 

Speedy Ortiz – Rabbit Rabbit (cd, Wax Nine Records)
Afgelopen herfst heb ik wat releases op de één of andere manier over het hoofd gezien. Tevens van één van mijn favoriete Amerikaanse gitaarbands Speedy Ortiz, die dan hun vijfde album Rabbit Rabbit het licht hebben laten zien. De titel verwijst naar een bijgelovige spreuk voor geluk, die zangeres, gitariste, toetseniste Sadie Dupuis graag gebruikt. De samenstelling van de band verschilt nog wel eens, maar bestaat hier naast Sadie uit Andy Molholt (gitaar, synthesizers, piano, Rhodes, orgel, mellotron, zang), Audrey Zee Whitesides (bas, gitaar, piano, zang) en Joey Doubek (drums, percussie). Ze brengen in bijna drie kwartier 13 nieuwe songs, die ondanks de brede inbreng toch vooral gitaargericht zijn. Maar de bijgeleverde franje mag er absoluut wezen. Het is weer genieten van hun rauwe, compromisloze en aanstekelijke sound. Hoewel Sadie vasthoudt aan het geluid van de eerdere albums, is het hier toch net wat meer melancholisch en contemplatief. Met enige regelmaat is de muziek ook haast verstild, wat een aangename aanvulling is op het meer lawaaierige spul. De muziek roept fijne herinneringen op aan bands als Deerhoof, Soccer Mommy, The Breeders, That Dog, Hail, Suki Waterhouse en Phoebe Bridgers. Het levert één van hun meest uitdagende en beste albums tot nu toe op.

 

VELCROS – Strange News From The Vault (cd, Crazysane Records)
VELCROS, ja schreeuwen moet, is een Duits drietal bestaande uit zanger/gitarist Fabian Bremer (Radare, Actress, AUA), bassist Manuel Markstein (Wayste) en drummer Nicolai Hildebrandt (Sarg, Okta Logue, Rollergirls) en, die met hun eerdere bands vooral in de hardcore hoek opereerden (en voor de jonge lezers: het gitaargenre, niet de housevariant). Dat hoor je deels nog wel terug op hun debuut Strange News From The Vault en dan met name aan het hoge tempo. Dat laatste zetten ze nu vooral in om lekker gruizige shoegaze met alternatieve rock, indierock, 4AD-achtige droompop en post-punk invloeden te maken. Hiermee weten ze op heerlijk toegankelijke wijze stevig om de oren te slaan. In 32 minuten leveren ze daarmee sterke en bovenal energieke nummers af, die het midden houden tussen A Place To Bury Strangers, My Bloody Valentine, Pale Saints, Wavves, Deerhunter en tevens Tom Petty. Dan kan je gerust spreken over een veelbelovend droomdebuut.

 

Elif Yalvaç – Vection (cd, Eliane Tapes / Moving Furniture Records)
Elif Yalvaç is een Turkse componiste en muzikante, die momenteel in het Verenigd Koninkrijk woont. Ze wordt wel omschreven als ambient artiest, maar daar doe je haar werk mee tekort. Weliswaar zou je de output onder die noemer kunnen scharen, maar haar muziek zit vol contrasterende geluiden, die toch mooi samengaan en het spannend maken. Bijvoorbeeld schurende geluiden tegenover serene schoonheid, dicht opeengepakte microsounds versus juist weidse klanklandschappen en ga zo maar door. Dat doet ze met onder meer gitaren, synthesizers, laptop, veldopnames en Game Boy. Daarmee schept ze haar eigenzinnige creaties. Dat is wederom het geval op Vection, uitgebracht op Eliane Tapes. Die is een sublabel of eigenlijk serie van Moving Furniture Records, gewijd aan de enorme hoeveelheid werk en de enorme invloed van Éliane Radigue, die al ambientachtige muziek en drones maakte voordat de termen bestonden. Op haar typerende wijze heeft Yalvaç 5 composities gemaakt met de eerder genoemde instrumenten, die je overigens zelden zal herkennen. De titels bevatten verwijzingen naar hemelobjecten en fysieke verschijnselen. De muziek is uiterst minimaal en koerst richting ambient met drones, maar als je er echt even voor gaat zitten hoor je pas hoe subtiel en rijk dit allemaal in elkaar steekt vol glitches, elektro-akoestische elementen en dergelijke. Soms zelfs geluiden, zoals in “Theia”, die knipogen naar haar meer rockgeoriënteerde project Diaries Of Destruction, zij het dat ze deze hier vervaagt en enkel gebruikt om haar landschappen vorm te geven. Zo valt er in de stilte een hoop te ontdekken. Het is een biologerend en subliem album geworden, dat anders maar prima in de lijn van Radigue past.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.