Pasen bracht veel meer dan eitjes, ook bikkels zoals die in het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: S. Carey, Darkher, Earthen Sea, 40 Watt Sun, Hatchie, Lucius, My Idea, Principe Valiente, Bill Seaman & Stephen Spera, Trumans Water (2x) en Suki Waterhouse.
Jan Willem
S. Carey – Break Me Open (cd, Jagjaguwar / Konkurrent)
Hoewel de Amerikaanse muzikant Sean Carey gezien zijn afkorting S. Carey misschien wat angstig lijkt om op de voorgrond te treden, doet hij dat iedere keer eigenlijk met verve, waarbij hij opvalt met zijn falsetachtige zang. De klassiek geschoolde percussionist met een voorliefde voor jazz, komt voor het eerst naar buiten in de rockband Small Towns Burn A Little Slower en belandt erna als bandlid van het eerste uur in Bon Iver en laat tevens van zich horen bij Sufjan Stevens. Wellicht dat er daarom ook steeds 4 jaren tussen zijn soloalbums zitten. Dat is ook weer het geval met zijn inmiddels vierde album Break Me Open, waarop hij in krap 39 minuten 10 nieuwe nummers serveert. Inmiddels heeft Carey (zang, synthesizers, piano, drums, harmonium, akoestische gitaar) ook een dusdanige status opgebouwd, dat hij mag rekenen op een elftal aan klasse gastmuzikanten, waaronder Ben Lester, Zach Hanson, Rob Moose en Taylor Deupree, die synthesizers, drumprogrammering, pedal steel, percussie, drums, bas, gitaren, zang, contrabas, programmering, viool, altviool, trompet, Franse hoorn, vleugelhoorn, tenorsaxofoon, klarinet en sequencer bijdragen. Daarmee is de hoeveelheid elektronica wel toegenomen en is het geluid er duidelijk rijker op geworden, maar doet dit geen afbreuk aan het intieme geluid dat hij doorgaans naar buiten brengt. Het lijkt zelfs wel een tandje persoonlijker en droefgeestiger dan voorheen, hetgeen wellicht te maken heeft met het overlijden van zijn vader vorig jaar. Zijn typerende mix van folk, indie, modern klassiek en Americana voorziet hij nu van nog meer glans en elektronische franje. Dat levert misschien wel zijn allermooiste album tot nu toe op, waar de harten van fans van Bon Iver, Sufjan Stevens, Spokane, Patrick Watson, Beirut, Iron & Wine en Phosphorescent ook sneller zullen gaan kloppen. Klasse!
Darkher – The Buried Storm (cd, Prophecy)
Darkher is sinds 2012 het soloproject van de Britse zangeres en multi-instrumentaliste Jayn Maiven. De naam is een fraaie samentrekking van “darker” en “her”, maar het past ook wel bij haar muziek. Ze brengt namelijk doorgaans een kruising van dark folk, doom metal, etherische gothic, neoklassiek en dark ambient, die het beste gedijt in het donker. Er zijn tot nu toe slechts twee epees (in 2013 en 2014) en haar debuut Realms (2016) verschenen. Nu ziet dan eindelijk haar tweede album The Buried Storm het licht. Nou ja licht is misschien een verkeerd gekozen woord in deze. Maiven brengt in een goede 41 minuten 8 nieuwe tracks, die zich weer hullen in duisternis en mysterie. Maiven (zang, gitaren, bas, piano, percussie) krijgt daarbij hulp van cellist/zanger Ludwig Swärt (Forndom), celliste Melanie Chaplin, celliste Arianna Mahsayeh, violist Lambert Segura en zanger/gitarist Daniel land. Wat de muziek van Darkher onderscheidt van veel anderen in de meer duistere genres, is toch echt dat gebruik van strijkinstrumenten. Dat samen met enkele traag voortslepende maar harde uithalen maakt het tot een verwoestend mooi geheel. Ik denk dat liefhebbers van groepen als Amber Asylum, Chelsea Wolfe, Sylvaine, Forndom, Miranda Sex Garden, Esben And The Witch en Myrkur hier wel mee uit de voeten kunnen, zij het dat Darkher volslagen eigenzinnige, overrompelende schoonheid weet voort te brengen.
Earthen Sea– Ghost Poems (cd, Kranky / Konkurrent)
Kranky is al ontstellend lang één van mijn favoriete labels, waarvan ik alles blind durf aan te schaffen en ook alles heb. Ja op cd dan hè, laten we wel even normaal doen! Maar als je start met Labradford, (1993) dan neem je gewoon al een voorsprong. Dat betekent tevens dat ik nu 29 jaar recensies schrijf over de releases op dit label, hetgeen een unicum is. En nu is er #234 van het label, hetgeen het nieuwe album betreft van Earthen Sea. Dit is sinds 2005 het langlopende eenmansproject van de Amerikaanse muzikant Jacob Long, die ervoor te horen is in hardcore, tribal-punk en emo groepen als Black Eyes, Esau en Amalgamation en later ook in meer experimentele en synthpopbands als Mi Ami en Skate Laws. Earthen Sea mag je inmiddels duiden als zijn hoofdproject. Hij laat doorgaans iets horen dat tussen dark ambient, dub, glitch en techno uitkomt, waarbij hij de muzikale ingrediënten aanpast op de emoties of zaken die hij wil overbrengen. Dat pakt de ene keer voller uit dan de andere. Ghost Poems is zijn derde voor Kranky en hierop brengt hij fijngemalen gruizige en bovenal nachtelijke ambient, die zowel sfeervol en rustgevend als diepgravend en tot de verbeelding sprekend is. Hij heeft voor de basis pianosamples ingezet (waar je niet veel van terug hoort trouwens) en die aangelengd met warme beats en allerlei subtiele elektronica. Het heeft de uitwerking van zo’n zwoele zomernacht, die hoeft op te houden en waar goede gedachten en dromen zich mengen met gezelschap en de geneugten van een avond uit. Maar ook de ochtend, waar de eerste zon door het raam het stof in de lucht van glans voorziet past bij hetgeen Long hier laat horen. Liefhebbers van onder meer GAS, loscil, Pan American, Machinefabriek, Christopher Bissonnette, Bing & Ruth enCeler kunnen hier hun hart aan ophalen. Een hypnotiserende beauty!
40 Watt Sun – Perfect Light (2cd, Svart)
Na het uiteengaan van de Britse doom metal bands The River en Warning maken Patrick Walker (zang, gitaar) en Christian Leitch een doorstart met het veel rustiger 40 Watt Sun, waarmee ze de twee albums The Inside Room (2011) en Wider Than The Sky (2016) hebben geproduceerd. De metalsounds zijn op het tweede album al vrijwel weggeëbd, al hoor je nog wel echo’s van de doom erin terug. Maar het bestaat nu nog hoofdzakelijk uit slowcore en akoestische rock, waarbij die indringende getourmenteerde zang van Patrick Walker zo ontzettend mooi is. Inmiddels is het ook echt een soloaangelegenheid van hem geworden. Op het derde album Perfect Light werkt hij ook eigenlijk voor het eerst niet met een echte bandstructuur. Wel heeft hij Andrew Prestidge (The Osiris Club), gitarist Roland Scriver (The Osiris Club, Morlock, Serpent Venom), drummer Ajit Gill (Vertaal), zangeres/bassiste Lorraine Rath (The Gault, Amber Asylum, Worm Ouroboros) en pianist/componist Chris Redman, die zijn muziek sepiakleurig inkleuren. Hij brengt 8 songs, maar die ver over het uur heengaan. Zijn kenmerkende zang staat op de voorgrond en elk woord lijkt gewogen, waardoor alles behoorlijk binnenkomt. Het melancholische geheel kruipt vooruit, maar dat is heerlijk onthaastend. Als je van Idaho, Low, Fink, Daniel Blumberg en Red House Painters houdt, moet je deze ook maar eens tot je nemen. Bijzonder mooi allemaal weer! Gelimiteerd (maar nu niet anders te krijgen) zit er nog een tweede schijf bij met de titel Live At United Reformed Church, waarop je in 25 minuten 4 tracks voorgeschoteld krijgt, waarvan twee van het eerste album afkomen en de van de andere albums staat er elk één. Een fijn toetje nog.
Hatchie – Giving The World Away (cd, Secretly Canadian / Konkurrent)
De Australische zangeres/(bas)gitariste Harriette Pilbeam laat eerst van zich horen in Babaganoüj en Go Violets, alvorens ze het nieuwe project Hatchie (gezondheid!) start. In 2019 heeft ze het debuut Keepsake gelanceerd. Nu is Hatchie (wederom gezondheid!) terug met Giving The World Away. Hierop omringt ze zich met aardig wat muzikanten, die haar muziek mooi inkleuren met keyboards, gitaar, bas, percussie, drums, piano, programmeringen en additionele zang. Daar waar ze op het debuut meer mikte op meezingers, heeft ze hier het vertrouwen gevonden om een meer persoonlijke koers te varen, die niet per se door iedereen omarmt zal worden. De thema’s gaan over zaken als vertrouwen, ambitie, liefde en zelfrealisatie, waarbij ze haar kwetsbaarheid als een kracht ziet. Het levert 12 nummers met een totale lengte van bijna 50 minuten op, waar het -zij het op nog altijd bescheiden wijze- zelfvertrouwen vanaf spat. Daarmee heeft muziek gefabriceerd, die ergens tussen shoegaze, droompop, etherische wave en indiepop uitkomt. Hierbij komen soms wat funk en synthpop elementen uit de jaren 80 bij. Met dit alles past ze zo op 4AD, maar uiteraard is het immer eigenzinnige label met de geweldige naam Secretly Canadian daarvoor ook uitstekend geschikt. Liefhebbers van bands als Cocteau Twins, Lush, Soccer Mommy, Curve, SPC ECO, Barrie en Wire zullen zich hier ook wel thuis voelen. Hatchie (hand of nee elleboog voor je mond!) is een heel puike nieuwe ster aan het firmament.
Lucius – Second Nature (cd, Second Nature / Konkurrent)
Mocht je de Amerikaanse groep Lucius nog niet kennen, dan herken je wellicht toch de stemmen van de twee boegbeelden Jess Wolfe en Holly Laessig aangezien ze nog wel eens met Sheryl Crow, Harry Styles, John Legend, Ozzy Osbourne, War On Drugs en Roger Waters meezingen; zowel op studioalbums als live. Maar tussendoor vinden ze ook nog wel eens tijd om zelf een album te maken samen met drummer/percussionist Dan Molad en multi-instrumentalist Peter Lalish. Op het nieuwe album Second Nature mogen ze rekenen op vele gasten, waaronder hier net als bij S. Carey weer Rob Moose (dus strijkers), maar ook Drew Erickson, Brandi Carlile en Sheryl Crow dragen hun steentje bij. De muziek behoorlijk wat wortels in de jaren 70 disco, maar combineert dat dikwijls met gitaren en elektronica van decennia later. Ze klinken net zo enthousiast en catchy als ABBA, maar zijn dan meer geschikt voor de alternatieve dansvloeren. Het zijn tegelijk stemmige en vreugdevolle liedjes, die samen voor een heerlijk lentealbum zorgen.
My Idea – Cry Mfer (cd, Hardly Art / Konkurrent)
Vorig jaar heeft de New Yorkse Lily Konigsberg haar solodebuut uitgebracht, maar ze is al veel langer onderweg met de art-punk damesgroep Palberta, het indiepop duo Lily & Horn Horse en de artrock groep Eyes Of Love. Daarnaast heeft ze ook met Andrea Schiavelli, een splitcassette gemaakt en heeft ze eveneens vorig jaar de compilatie met oud solowerk op zowel lp als cd het licht laten zien. Nu is ze alweer terug met het nieuwe project My Idea, dat ze er samen met Nate Amos, die eerder in groepen als Thanks For Coming, Opposites en Water From Your Eyes te vinden is. Met die laatst genoemde is hij ook nog wel actief. Maar goed nu dus als duo, waarmee ze hun debuut Cry Mfer presenteren. Ze waren niet in hun beste doen toen ze dit album opnamen en zijn een proces van haten en liefde, boosheid en blijheid en afstandelijkheid en intensiteit doorgegaan. Nu zijn ze de allerbeste vrienden. Het album is in feite een zoektocht naar wat twee mensen daadwerkelijk voor elkaar betekenen. Dat heeft een hoop chaos, drank (“dronken als stinkdieren”) en creativiteit met zich meegebracht. Lily en Nate hebben elkaar namelijk als creatief filter en klankbord gebruikt, waarbij na duwen, porren, schaven en zichzelf uitdagen deze 15 songs zijn gerold van samen een kleine drie kwartier lang. Doordat alles zo spontaan eruit is gerold laveren ze door diverse genres, zonder dat je ze echt kunt vastpinnen. Zo hoor je alternatieve rock, folk, indierock, artrock, fubk en synthpop de revue passeren, dikwijls in afwisselende combinaties. Zo zal deze muziek fans van onder andere That Dog, Pinback, Thingy, The Breeders, Big Thief, Hail, Lael Neale en Torres, zonder dat het er nu echt op lijkt. Heel leuk, pakkend en verfrissend album.
Principe Valiente – Barricades (cd, Metropolis)
Er zijn steeds meer bands die vuistdik in het verleden roeren. Daar is niks mis mee, zolang mensen niet doen alsof er een nieuwe stroming is ontstaan. Omarm het verleden met respect en doe dan met die wetenschap je best. Een band die dtr lijkt te begrijpen is het Zweedse Principe Valiente, dat al sinds 2007 bestaat. Ze hebben drie albums gemaakt die heerlijk tussen wave, post-punk, shoegaze en dark pop uitkomen. Nu zijn ze terug met hun vierde album Barricades, waarop ze weer heerlijk de geesten uit het verleden in hun muziek laten doorschemeren. Je moet dan ook echt denken aan kruisbestuivingen van I Like Trains, Virgin Prunes, Interpol, Editors, Cocteau Twins, The Sound en Joy Division. Dat levert weer voor een goede drie kwartier heerlijk meeslepende muziek op, die je op hedendaagse en opzwepende wijze ouderwets laten genieten.
Bill Seaman & Stephen Spera – Architectures Of Light (cd, Handstitched*)
Een zeer interessant affiche, zou je zeggen als je de namen Bill Seaman en Stephen Spera naast elkaar ziet staan. Bill Seaman is solo dan wel met The Seaman And The Tattered Sail (met Craig Tattersall (Hood, The Boats)), The Humble Bee & Players of The Humble Seaman een genie in het maken van uiterst subtiele en minimale muziek. Eigenlijk is het dikwijls meer poëzie vertaald naar muziek wat deze autodidact componist laat horen. De Amerikaanse artiest Stephen Spera laat doorgaans van zich horen met ludieke mixen van drones, ambient, neoklassiek en allerhande experimentele muziek middels kapotte tapes en elektronica. Daarnaast vormt hij met zangeres Tamalyn Miller het duo Spirit Radio. Nu hebben ze op het innovatieve label Handstitched* het album Architectures Of Light uitgebracht. In 14 tracks breed en een goede 73 minuten lang, slaan ze de handen ineen, hetgeen een krachtmeting in subtiliteit, minimalisme en suggestief geluid is geworden. Daarbij lijken onhoorbare geluiden er plots te zijn en wordt hoorbaar geluid vaak juist zo verwerkt dat het niet altijd herkenbaar of waarneembaar is. Continu weten ze spanningsvelden met zoveel minieme geluiden per vierkante seconde te creëren, waardoor je niet uitgeluisterd raakt. Seaman (piano, DX7, diverse opnames, digitale percussie, arrangementen) en Spera (synthesizers, tapedeck, apparaten, keyboards, veldopnames, mixen) krijgen daarbij hulp van saxofonist Magnus Gramén en de zangeressen Tamalyn Miller (Spirit Radio), Milena Scriabine en Miriam Moseki. Aan de opname van die laatstgenoemde, Zuid Afrikaanse zangeres zit wel een bijzonder verhaal. Het is al 20 jaar geleden opgenomen, maar Miriam wilde dat Stephen een lied zou hebben voor zijn werk. Dit is in de track “Tswana” een in de tijd gemuteerde hymne van haar stam geworden. En zo hebben beide heren steeds lagen over elkaar gelegd, zaken bijgeschaafd en soms ook volledig ongepolijst gelaten, waardoor er een mysterieuze, diepgravende, wonderlijke en meeslepende beauty is ontstaan, dat je van begin tot het eind in de houdgreep weet te nemen. Dat alles is ook nog eens gestoken in een zeer fraaie verpakking met allerlei bijzondere prints. Een totaalkunstwerk!
Trumans Water – O Zeta Zunis (cd-r, Tenzenmen)
Trumans Water – Chèvre Au Lait (cd-r, Tenzenmen)
Als er één band is, die me totaal enthousiast heeft gemaakt voor noise dan is het Trumans Water wel. Misschien zelfs nog meer dan Sonic Youth, wat mede komt door hun springerige, onvoorspelbare noise waaraan ze altijd een gezonde dosis humor en experimenten aan toevoegen. Sinds hun oprichting in 1991 hebben ze zoveel fraai en uniek materiaal uitgebracht. Na 2003 komt daar wel een flinke rem op. Wellicht komt dat ook door de verhuizing van kernlid Kevin Branstetter naar Frankrijk. Maar af en toe eens het internet afstruinen naar je favorieten levert toch soms iets op, want het in Thailand gevestigde doch Australische label Tenzenmen heeft zo waar vorig jaar hun lp O Zeta Zunis uit 2010 op cd-r uitgebracht, die overigens gewoon de look & feel van een gewone cd heeft. Dat is geweldig nieuws, want het is een album in de beste Trumans Water traditie. Lekker stekelig, opzwepend, verstrooiend en gewoonweg steengoed. Daarbij staan er hier nog eens 4 extra tracks op van samen een goede 24 minuten, waarbij het totaal net boven de 57 minuten finisht. Het is ouderwets genieten. De kenners weten meer dan genoeg!
Ruim twee jaar geleden heb ik ze nog live mogen bewonderen en kondigde ze al nieuw materiaal aan. Dat werd de cassette (maak me gek!) Chèvre Au Lait (2019). Naast Kevin, zijn het Kirk Branstetter, Mike Coumatos en John Schier die acte de présence geven. Ze presenteren er 12 nieuwe tracks, die samen 28 minuten duren. Hoewel het allemaal wat subtieler is en het soms wat demo-achtig aandoet, is het wel weer precies wat je van Trumans Water mag verwachten, voor zover je iets specifieks van ze kunt verwachten. Nee voorspelbaarheid komt in hun woordenboek echt niet voor. Ook deze is in 2021 op cd-r gezet met 3 extra tracks van samen bijna 19 minuten, waardoor je op precies 47 minuten uitkomt. Misschien zijn ze dan niet meer zo actief als in hun hoogtijdagen, echt weg zijn ze nooit. En ze blijven een schitterend unicum. Ook al ben ik nu wat later met deze recensie, ik wilde het jullie toch niet onthouden. Ik val in herhaling, maar de kenners weten meer dan genoeg.
Suki Waterhouse – I Can’t Let Go (cd, Sub Pop / Konkurrent)
De Britse actrice, fotomodel, ondernemer en muzikante Suki Waterhouse is een alleskunner, zo blijkt. Daar waar je uiterlijke schoonheid cadeau krijgt, ligt dat bij muziek natuurlijk anders. Maar met haar debuut I Can’t Let Go toont ze aan dat ze ook hier schoonheid weet te brengen en dat bovendien koppelt aan de nodige inhoud. Ze werkt bovendien samen met de uitstekende producer en muzikant Brad Cook (Gayngs, Bon Iver, Megafaun, Hiss Golden Messenger, War On Drugs, Mount Vernon) en andere gasten op bas, keyboards, gitaar, drums, percussie en additionele productie. Dat levert heerlijk bitterzoete songs op, die melancholie koppelen aan nostalgie. Ze brengt een eigentijds mozaïek van droompop, folk, downtempo elektronica en indierock. Denk daarbij aan een eclectische mix van Lana Del Rey, Mazzy Star, Sharon Van Etten, Weyes Blood, Faye Webster, Phoebe Bridgers en Waxahatchee (gezondheid!). Dat levert Waterhouse gewoon een geweldig droomdebuut op.