Ja we mogen weer stemmen! Ook heel stemmig zijn onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: L’Alba, Sébastien Guérive, Prince Of Assyria, Tania Saleh, Chad VanGaalen en Virginia Wing.
Jan Willem
L’Alba – À Principiu (cd, Buda Musique / Xango Music Distribution)
De eerste keer dat ik in aanraking kom met de Corsicaanse polyfonische zang en muziek is eigenlijk middels een Philips reclame in de jaren 90, alwaar de muziek van Les Nouvelles Polyfonies Corses te horen is. Omdat dit zo anders dan ik kende en ook mysterieus is, maakt dat ik dit snel in huis heb. Later volgen er nog wel meer groepen, zoals A Filetta. De muziek is sterk gestoeld op de traditie. Een groep die de traditie omarmt, maar ook veel breder om zich heen grijpt is L’Alba. Na hun cd A Parulluccia (2018) zijn ze nu terug met À Principiu. Hierop brengen ze wat meer mediterrane accenten aan, maar ook Noord-Afrikaanse en Indiase elementen worden geïncorporeerd in hun polyfonische muziek. Het inmiddels zevenkoppige gezelschap is op alle vlakken ook nog beter geworden. Naast de prachtig melancholische en gewoonweg betoverende zang kleuren ze de muziek verder in met gitaren, bas, saz, harmonium en tevens met gasten op zang, mandoline, percussie-instrumenten, gitaar en sopraansaxofoon. Ze brengen de traditie naar hedendaagse composities en soms ook omgekeerd, hetgeen totaal eigenzinnig maar ook wonderschoon is. Dat alles is tevens voorzien van een heerlijk droefgeestig en mysterieus vernis, waardoor dit een album is geworden dat diepe indruk weet te maken.
Sébastien Guérive – Omega Point (lp/digitaal, Sébastien Guérive/ Atypeek Music / Epicerie Libre)
Ik heb een aardig fotografisch geheugen als het gaat om namen van artiesten. Niet dat ik ze altijd bij de juiste band weet te plaatsen, maar dikwijls ook wel en ik weet in ieder geval dat ze eens langs zijn gekomen. Dat heb ik nu ook bij Sébastien Guérive. Al snel kom ik op de groep Io’n, die in 2007 de geniale downtempo triphop cd Paris-Passay hebben uitgebracht en waarop een fijne mix van elektronica en klassieke instrumenten laten horen. De geschoolde cellist Guérive heeft zich ook al snel componeren middels de computer eigengemaakt. Voor zijn nieuwe album Omega Point heeft hij een denkbeeldige soundtrack voor een science fiction film gecreëerd. Op uiterst afwisselende wijze passeren dark ambient, synthwave, drones, neoklassiek en andere filmische elementen de revue. Soms pakt dat heel duister en bombastisch uit, maar op momenten ook haast zweverig en bezinnend kalm. Hij krijgt nog hulp van gasten op gitaar, synthesizer, harmonium en piano. Denk bij dit alles aan een caleidoscopische mix van Phylr, Christoph De Babalon, Ólafur Arnalds, Nils Frahm, Hauschka, John Carpenter en A Winged Victory For The Sullen. Ik mag dan niet zo vaak wat horen van Guérive, maar wat hij brengt is behoorlijk geniaal.
Prince Of Assyria – 3rd Level (cd, Busy Bee Production)
Ik heb de afgelopen jaren meermaals gecheckt of er niet weer eens een nieuwe van Prince Of Assyria was, zoals ik met enige regelmaat doe met artiesten die ik goed vind. Maar na Missing Notes (2009) en Changing Places (2014) bleef het steeds maar stil. Toch, zal je net zien, is er in september vorig jaar toch een derde album verschenen, die toepasselijk 3rd Lever heet. Niet alleen toepasselijk omdat het zijn derde is, maar ook omdat hij na een zware periode en zelfdestructief gedrag zich weer herpakt heeft met zijn leven maar ook muziek naar een ander level heeft getild. Prince Of Assyria is het project van Ninos Dankha, die op zijn eerste met zijn ouders van Irak naar Zweden is gevlucht. Het is heerlijk droefgeestige singer-songwritermuziek met darkpop, rock elementen en weelderige strijkarrangementen. Je kunt hem ergens plaatsen tussen Nick Cave, Tindersticks, Anywhen, Nick Drake, Leonard Cohen, Smog en The White Birch. Dat is op zijn nieuwe album niet per se anders, maar de muziek straalt rust uit en klinkt wat hoopvoller dan voorheen. Maar Dankha (zang, gitaar, bas, percussie, orgel, piano, xylofoon, synthesizer) zal nooit helemaal een vrolijke jongen worden, hetgeen de muziek alleen maar ten goede komt. Hij krijgt hulp op contrabas, bas, drums, percussie, altviool en koorzang. Het is stemmig, maar liefdevol album geworden, die eens te meer aantoont wat een geweldige artiest dit is. Eigenlijk niet te missen.
Tania Saleh – 10 A.D. (cd, Kirkelig Kulturverksted / Xango Music Distribution)
Hoewel de Libanese zangeres Tania Saleh al sinds 1990 aan de muzikale weg timmert, heeft ze pas 4 studio albums (en 2 live albums) uitgebracht. Na haar gelijknamige debuut uit 2002 volgen na het krijgen van twee kinderen nog Wehde (2011), A Few Images (2014) en Intersection (2017). Ze heeft als doel om traditionele Arabische muziek in een modern daglicht te plaatsen. Dat doet ze op smaakvolle, uitstekende meestal melancholische wijze, waarbij ze zowel jazz als elektronische muziek toevoegt aan traditionele en eigen composities. Daarmee gaat ze gewoon verder op haar nieuwe cd 10 A.D., dat door de kaarsjes wellicht een feestje doet vermoeden. Het staat echter voor “10 years after divorce” en viert en onderzoekt de omstandigheden voor vrouwen vanuit verschillende invalshoeken, met name de realiteit waarmee een gescheiden vrouw moet omgaan in een land als Libanon. Daarnaast trekt ze dit breder en behandelt ze ook het recht om over het eigen lichaam te beslissen, midlifecrises, ijdelheid, hyperconsumentisme, sociale druk, verslaving aan de virtuele wereld en het onrecht van het patriarchale Midden-Oosten. En het is tevens een eerbetoon aan haar moeder geworden. Ze heeft alle teksten en muziek geschreven, maar krijgt wel steun van 13 muzikanten op piano, programmering, gitaar, percussie, drums, qanûn, contrabas, trompet, violen, altviool en cello. Ze levert van die muziek met een universeel invoelbare emotie, die echt voor bergen kippenvel zorgt. Het is uiterst droefgeestig, maar ook bezinnend en hoopvol. Daarbij weet ze een fraaie las te smeden tussen traditie en hedendaagse muziek, waarbij ze zelfs eenmaal een soort half-rap laat horen. Daarbij horen Fairuz, Natacha Atlas, Niyaz, Ibeyi, Sussan Deyhim, Oum Kalthoum en Mahsa Vahdat tot de referenties. Het is een onaards en wonderschone wereldplaat geworden.
Chad VanGaalen – World’s Most Stressed Out Gardener (cd, Sub Pop / Konkurrent)
Chad VanGaalen is een Canadese muzikant waar je niet eenvoudig grip op kunt krijgen. Er zit ook dikwijls een behoorlijke mafketel-factor in zijn muziek, maar daartegenover staan ook geniale vondsten. Zijn output is niet constant van hoog niveau, maar hij heeft echt wel heel sterke albums op zijn naam staan, waar Infiniheart (2005) en Diaper Island (2011) twee prima voorbeelden van zijn. Ook World’s Most Stressed Out Gardener lijkt er zo één te worden. Chad stelt dat 2020 was een verschrikkelijk jaar voor tuinieren. Nou niet bij mij, maar enfin. Hij laat het hier niet bij en zegt verder dat het verschrikkelijk voor paprika’s was, het verschrikkelijk voor tomaten was, het verschrikkelijk voor de toestand van de ziel was. Maar Chad VanGaalen heeft toch op de een of andere manier een tuin laten groeien: wortels, spruiten en broccoli. Ja een nieuw album gekweekt. Die drukt hij vol overtuiging in je gezicht, zoals hij zijn eigen groenten al kruipend door zijn tuin graag in zijn gezicht voelt. De oogst bestaat uit 13 tracks, die weer alle kanten op springen, van maffe psychedelische rock, lo-fi, krautrock en indierock tot volksmuziek, kapotte en gevonden geluiden, allerlei elektronische uitstapjes en soundscapes. Enthousiast trekt hij willekeurige banen door zijn muzikale moestuin, waardoor het een prettig zooitje wordt met verrassende resultaten tot gevolg; en met met bevreemdende teksten. Het roept associaties op met Pavement, Syd Barrett, Jacco Gardner, T-Rex en Sufjan Stevens. En tevens met een bak dwarsliggende groenten. Het is fijn de vruchten te mogen plukken van zo’n eigenzinnige muzikant.
Virgina Wing – private LIFE (cd, Fire / Konkurrent)
Het Britse trio Virginia Wing is sinds het ontstaan in 2012 één van de fraaie buitenbeentjes in de popmuziek. De groep wordt gevormd door Sam Pillay (gitaar, synthesizer, sampler), Alice Merida Richards (zang, bas, sampler, synthesizer) en Sebastian Truskolaski (drums). Ze hebben inmiddels 4 album afgeleverd, waarvan één met de groep Xam Duo, waarop ze een eigenzinnige en gevarieerde mix van krautrock, post-punk, indierock, experimentele ambient, shoegaze en bubblecore laten horen, die -zij het op psychedelische wijze- binnen de popkaders past. Die ludieke, niet voor één gat te vangen sound laten ze wederom horen op hun vijfde cd private LIFE, waarbij de groep door en met enorme persoonlijke, emotionele en mentale trauma’s heeft geleefd. Het album is in feite een soort document dat aantoont dat het proces van samen muziek creëren mensen enorm kan helpen. Het gaat over hoop, wanhoop, impuls, verslaving, drang en schaamte, maar weten dat knap naar meer dan interessante muziek om te zetten. Zoals altijd maken ze het de luisteraar niet echt gemakkelijk en proberen ze bepaald niet te pleasen. Maar er gaat een bevreemdende biologerende en verslavende werking van hun speelse muziek uit. Je moet daarbij denken aan een bijzondere kruisbestuiving van Insides, Stereolab, Broadcast, Deerhoof, Laura Anderson, Pram en Wildbirds & Peacedrums. Ze zijn en blijven een prachtig unicum in de muziekwereld.