De Subjectivisten bekennen het maar eerlijk. Ja, ook wij hebben wel eens gewielrend. Verder witte rook voor onze lijstjes uit het:
We luisterden naar: Atoms For Peace, Autechre, Enforcer, Atoms For Peace, Iva Bittová, Blue Hawaii, David Bowie, How To Destroy Angels, Eleni Karaindrou, Dora Juárez Kiczkovsky, Mark Kozelek, Legendary Pink Dots / Edward Ka-Spel, City Of Salt, The Dead C / Rangda, Richard Youngs, Darwin Deez, Stephan Mathieu & David Sylvian, אייל גולן, Divorse en Thu20.
Atoms For Peace – Amok
Wat ik wel verwacht kan ik niet vertellen eigenlijk, maar niet dat de plaat me vanaf de eerste luisterbeurt direct zou pakken. Thom Yorke zingt meer ingehouden dan bij Radiohead, de muziek is rijker in zowel melodie als ritme dan Radiohead – je blijft toch vergelijken hè – en de liedjes zijn zonder uitzondering mooi, en creatief en verrassend gearrangeerd. Maar belangrijker: hiervan is makkelijker te houden dan van het mij soms te cerebrale Radiohead. Prachtig.
Autechre – Exai
Voor Autechre volgers is het absoluut geen verrassing dat deze nieuweling weer ontzettend alle kanten op springt behalve de logische. Funk from outer space, ambient, techno uit een andere dimensie, dat soort dingen. En dan 120+ minuten lang, dus twee cd’s of vier lp’s! Veel van het goede ja, maar niet teveel want ook dit keer ga ik weer voor de bijl. Ook al is de onvoorspelbaarheid best voorspelbaar.
Enforcer – Death By Fire
Jaren tachtig metal, geen enkele noot origineel, en dan toch van begin tot einde alleen maar pure liefde kunnen voelen. Metallica, Iron Maiden, vroege Queensrÿche, Megadeth, overdosis lol en liefde voor de muziek, en bovenal geweldig goede liedjes! Wereldheerschappij gloort aan de horizon!
Atoms For Peace – Amok (cd, XL Recordings)
En daar is dan eindelijk die langverwachte nieuwe supergroep rondom Radiohead’s voorman Thom Yorke (zanger, gitaar, toetsen, programmering). Samen bassist Flea (Red Hot Chili Peppers), drummer Joey Waronker (Ultraísta, R.E.M., Smashing Pumpkins, Headless Heroes), percussionist Mauro Refosco (Forro In The Dark, Nublu Orchestra) en producer/programmeerder Nigel Godrich (Ultraísta) nemen ze zeer ritmische, percussie en beat georiënteerde muziek op. Een soort organische mix van IDM, breakbeats, rock, Afrikaanse pop en elektronische experimenten. Toch klinkt het ook dikwijls als Yorkse’s debuut waarover dan wel wat meer percussie/beats en ritmes zijn geplaatst. Ook de artwork doet aan dat album denken. Geeft niks, want beide mogen er zijn. Dit nieuwe album brengt ijzersterke, intrigerende nummers, met ook enkele kippenvelmomenten. Zo amok maken mogen er wel meer. En zij hopelijk in de toekomst ook nog vaker.
Iva Bittová – Iva Bittová (cd, ECM)
De laatste jaren krijg je op cd vooral herbewerkingen en live uitvoeringen van deze Tsjechische heldin op de viool, die tevens zingt. Nu komt ze eindelijk met een compleet nieuw album, met twaalf nummers die heel sober “Fragement I – XII" heten. Het is altijd afwachten welke weg ze inslaat, want ze kan overweg met avant-garde, improvisaties en folk maar ook puur klassiek. Ze heeft een meer ingetogen album willen maken vol zelfbespiegeling. “The violin is a mirror reflecting my dreams and imagination. I believe there are fundamentals to my performance, such as the music’s vibration and resonance between violin and my voice.” Ze maakt hier dan ook verstilde pracht die ergens tussen folk, modern klassiek en improvisaties uitkomt. Zinnenstrelend vioolspel in combinatie met haar zang, al dan niet woordloos, zijn genoeg om diepe indruk te maken. In het slotstuk combineert ze haar fantasiezang met een kalimba; kaal maar krachtig. Een imponerend en wonderschoon album.
Blue Hawaii – Untogether (cd, Arbutus)
Benieuwd hoe een combinatie van Donna Regina, His Name Is Alive, Burial, The xx en The Art Of Noise klinkt? Pak de cd van het Canadese Blue Hawaii er dan maar eens bij. Het duo bestaat uit Raphaelle Standell-Preston van Braids met hun geweldige album Native Speaker (2011) en Agor, die elkaar hier weer hebben gevonden nadat ze in 2010 al samen hebben gewerkt. Maar ondanks dat ze dus apart van elkaar waren, wat meteen de albumtitel verklaart, trekken ze toch weer naar elkaar toe. Raph beschikt over een bitterzoete, verleidelijke stem die zich mooi een weg baant door de onderkoelde mix van (chill)wave, elektro, dubstep, ambient, minimal music en pop. Tropisch maar ook zo koud als de bijbehorende nachten. Het resultaat is net zo mooi als beklijvend.
David Bowie – The Next Day (cd, Iso/Sony)
Bowie (1947) is een held voor mij, dat staat buiten kijf. Hij is al sinds 1967 bezig met het maken van eigenzinnige muziek en incorporeert door de jaren heen alles wat hij goed vindt in zijn muziek. Daarom krijg je in het begin nog Syd Barrett meets The Beatles nummers tot aan Nine Inch Nails-achtige muziek in de jaren 90. Of zelfs op de metal leunende rock met zijn geweldige band Tin Machine. Hij heeft enkele misstrappen begaan met Tina Turner en Mick Jagger, maar in artistieke zin is hij meester. Bowie behoeft geen introductie, daarvoor is hij te groot gegroeid. Zijn Berlijn-periode eind jaren 70, met Brian Eno als ruggensteun, geldt wel als zijn beste voor de alternatief minnende muziekliefhebbers. Maar eigenlijk zijn alle albums stuk voor stuk klassiekers. Nu hij na 10 jaar stilte dan met een nieuw album komt, is de vreugde groot. Zeker omdat hij op zijn 66ste nog altijd soepel, eigenzinnig en experimenteel klinkt. De grote vraag is waarom hij voor zijn albumhoes een verbouwde versie van zijn album Heroes (1977) heeft gekozen. De muziek grijpt niet echt terug naar de muziek van weleer en doet ook geen bejaarde zanger vermoeden. En toch, wat wil hij hiermee? Het kan toch niet zo zijn dat hij 36 jaar later ineens beseft dat er niets veranderd is of dat de tijd zo snel gevlogen is? Plaats je de twee albums naast elkaar dan hoor je wel dat het klopt, als een verlaat vervolg, zonder dat de muziek er nu per se op lijkt. Er is ook geen Eno aanwezig en muzikaal gezien put hij eerder uit Tin Machine. Nee, Bowie laat horen dat hij gewoon zijn ding kan doen, ongeacht de tijd en zonder rekening te houden met hedendaagse grillen. De muziek klinkt wel helemaal van nu en voor de fan is dit een geweldig nieuw album. Ook nieuwbakken liefhebbers zullen hier iets vinden dat in het hedendaagse muziekspectrum niet snel z’n gelijke zal vinden. Een nieuwe mijlpaal? Nee dat zeker niet. Wel een memorabel album.
How To Destroy Angels – Welcome Oblivion (cd, Columbia)
Trent Reznor heeft na zo’n 20 jaar genoeg van zijn Nine Inch Nails outfit. Hij formeert deze nieuwe band (vernoemd naar een single van Coil) en brengt met Atticus Ross (12 Rounds, Error), vrouw Mariqueen Maandig-Reznor (ex-West Indian Girl) en Rob Sheridan in 2010 de eerste gelijknamige mini uit. Deze komt wel in de buurt van NIN, maar kent ook meer echte liedjes. Samen met Atticus Ross brengt hij ook nog de soundtracks voor The Social Network (2010) en The Girl With The Dragon Tattoo (2011) uit. Na nog wat mini’s en digitale releases is er nu eindelijk het langverwachte volledige debuut van de band. Ze bewegen zich op eigenzinnige wijze tussen industrial-pop, elektro, droompop en pakkende experimenten. Het rechtvaardigt zeker de naamswijziging en het is ook een mooie nieuwe stap in Reznor’s roemruchte carrière. Toch loert NIN altijd om de hoek mee, maar blijft het geweld achterwege. Toch maken ze geen knieval voor de commercie, daarvoor is het te duister, te experimenteel en te tegendraads. Maar voor de NIN fan valt er genoeg te halen, mede door de ijzersterke mix van Alan Moulder. Sowieso is dit een buitengemeen sterk album geworden. Een gedroomde doorstart.
Eleni Karaindrou – Concert In Athens (cd, ECM)
De Griekse componiste en beroepsmelancholicus Eleni Karaindrou (1941) levert al jaren prachtig klassieke muziek waarin meestal ook folkelementen worden geïntegreerd. De muziek is droefgeestig, van een pure pracht en zeer filmisch. Daarom is ze waarschijnlijk ook de vaste soundtrackmaakster van Theo Angelopoulos. Los daarvan brengt ze ook schitterende eigen werken ten gehore, al neemt de frequentie wel af, hetgeen ongetwijfeld aan haar leeftijd te wijten valt. Nu komt ze met een live album, wat toch altijd weer een andere sfeer brengt dan haar studio albums. Het is een instrumentaal werk geworden, waarbij Eleni zelf de piano bedient. Ze krijgt hierbij steun van Kim Kashkashian (viool), Jan Garbarek (tenorsaxofoon), Vangelis Christopoulos (hobo) en het Camerata Orchestra (viool, altviool, fluit, klarinet, fagot, Franse hoorn, trompet, harp, accordeon, mandoline). Ze brengen een hemelse dwarsdoorsnede uit haar oeuvre. Om het natuurlijk te houden, incorporeren ze ook gewoon de hoestende luisteraars. Al met al een zeer emotioneel geladen en droefgeestige schoonheid.
Dora Juárez Kiczkovsky
– Cantos Para Una Diáspora (cd, Tzadik)
De “Radical Jewish Culture”-serie op Tzadik heeft een wat provocerende naam, maar er verschijnen wel dikwijls buitengewone en wonderschone releases. Daar vormt de Mexicaanse, in Israel geboren Kiczkovsky dan ook geen uitzondering op, die eerder op het label in het trio Muna Zul al van zich liet horen. Nu mag ze haar eigen gang gaan op haar solodebuut, waar ze naast zang ook kalimba, Thaise mondharp, kazoo, cimbalen en geluiden van walvissen, wind, golven en kikkers brengt. Daarnaast krijgt ze rugdekking van artiesten op gitaar, zang, percussie, drums, keelzang, padden, tabla, accordeon en contrabas. Ze brengt emotioneel geladen Sefardische songs waar ze in Ladino en Jiddisch zingt. De muziek loopt dan ook uiteen van Oost-Europese tot Israëlische en Mexicaanse, waarbij Lila Downs, Psamim, Lhasa en Yasmin Levy tot de associaties behoren. Een bijzonder wereldse schoonheid.
Mark Kozelek – Like Rats (cd, Caldo Verde)
Deze Amerikaanse artiest is met zijn band Red House Painters een grote held voor mij geworden. Ook het vervolg Sun Kil Moon hierop is van een uitzonderlijke klasse. Melancholie versneden tot eigenzinnige muziek. Solo wil hij zich nog wel eens vergrijpen aan muziek van anderen, wat hij op zijn nieuwste cd ook weer doet. Dat loopt uiteen van covers van Bad Brains, Godflesh, Misfits, Dayglo Abortions, Descendents en Danzig tot Sonny & Cher, Genesis, Kiss, Bruno Mars, Yes, Maxine Nightingale, Josh Turner en Ted Nugent. Het grappige is dat hij alles tot singer-songwritersongs omtovert; een ieder die bijvoorbeeld “Like Rats” van Godflesh kent zou er nooit een versie als deze verwachten. Toch doet Kozelek het. Hilarisch en steengoed! Gewoon met een akoestische gitaar plus zang, meer is er niet voor nodig. Dat pakt heel goed uit en levert vooral muziek op die fans van zijn moederbands zal aanspreken. De cd is aangevuld met enkele live uitvoeringen van deze nummers. Een heerlijk eigenzinnige coverplaat!
Legendary Pink Dots – Taos Hum (cd-r, Terminal Kaleidoscope)
Edward Ka-Spel – Fire Island (cd-r, Terminal Kaleidoscope)
Los van hun officiële studioplaten brengen Edward Ka-Spel en de zijnen ook met enige regelmaat muziek uit op cd-r. Of in dit geval gewoon van beide één.
De LPD zijn behoorlijk favoriet hier en ze stellen mij ook nooit teleur. Nu ook brengen ze 52 minuten, verdeeld over 6 tracks, vol innemende, poëtische psychedelica. Het geluid is iets meer elektronisch en lijkt wat meer terug te grijpen naar ouder werk. Verder voegen ze meditatieve en hallucinante geluiden toe aan de sterke composities. De muziek heeft de ruimtelijkheid en
schoonheid van de The Maria Dimension (1991), maar dat vanuit een nog duisterder dimensie bezien. Biologerend goed!.
Ka-Spel neemt tijdens een vakantie naar Fire Island, zoals altijd, zijn taperecorder mee. Hij neemt er allerlei geluiden op en zo wordt de vakantie gewoon een volgend album van 7 nummers lang en 46 minuten breed. Ka-Spel prevelt er met zijn kenmerkende zang weer de meest fraaie teksten overheen en bewerkt alles met nachtelijke, maar sfeervolle elektronica. Intense, nostalgische muziek vol bezinning, daarvoor zijn vakanties ook prima, die in A Sad Society wel een heel mooie vertegenwoordiger heeft. Schitterende souvenir!
City Of Salt – Towers Open Fire (cd, Majmua Music, 2013)
Het is de laatste jaren nogal stil rondom The Shalabi Effect, maar Sam Shalabi zit zeker niet stil. City Of Salt is een nieuw trio dat rondom de gitarist is gevormd, met aan zijn zijde Omar Dewachi op oed en Paed Conca op klarinet. Het resultaat van één enkele improvisatiesessie, opgenomen in Beiroet, is deze cd waarop naar hartenlust wordt geëxperimenteerd met subtiele drones, Arabische klanken en jazzy folkmuziek. Het is geen drukke bedoeling, zodat er een kalm hypnotiserend en psychedelisch sfeertje ontstaat. Heel ver van een Sun City Girls-geluid zit het niet af, en dat wordt nog maar eens bevestigd door Alan Bishop’s goedkeuring in de liner notes.
The Dead C / Rangda – split (lp, Ba Da Bing!, 2013)
Twee bands die weinig met elkaar van doen hebben, en de opnames lijken ook geen enkele connectie met elkaar te hebben, behalve dan dat de nummers onuitgebracht zijn. Maar we hebben het hier wel over The Dead C en Rangda, twee “supergroepen” die hun sporen al ruim hebben verdiend in de experimentele rock, dus dan ben ik er als de kippen bij. De Nieuw-Zeelanders Michael Morley, Bruce Russell en Robbie Yeats hebben nog vier tracks gevonden die op de planken lagen voor het Eusa Kills album uit 1989. Qua geluid is er voor Dead C-begrippen weinig bijzonders aan de hand: groovende sludge rock, omgeven met noise en distortion, en ogenschijnlijk zonder richting. Rangda’s (Sir Richard Bishop, Ben Chasny en Chris Corsano) inzending is een duo van golvende psychrock, zich toewerkend naar een exotische climax met invloeden uit de freejazz. Van deze bands krijg je niet snel genoeg.
Richard Youngs – Chasing the Apocalypse / Quiet the Loud World (7”, Mie Music, 2013)
Het Britse Mie Music, dat vorig jaar onder andere mijn grote favoriet Pelt uitbracht, is een nieuwe serie gestart met gelimiteerd lathe cut vinyl. Deze single van Richard Youngs is de eerste. Aan de ene kant is het geluid van Richard Youngs met zijn akoestisch gitaar en eigenzinnige zang weer erg herkenbaar, aan de andere kant weet hij met expressief getokkel en een gevoelige ballade conventioneel denken in muziek weer volledig overboord te gooien. Hij heeft dit keer een hoop te vertellen waardoor zijn sterkste punt – de stem – bijna alle aandacht opeist. Dus het is niet alleen de oplage (40 exemplaren) die van deze single een unieke release maakt. De exclusiviteit is echter er wel een beetje van af, nu de twee nummers sinds kort ook digitaal te koop zijn.
Darwin Deez – Songs For Imaginative People
U moet 'r zelf het hoesje maar bij zoeken, om te zien hoe 'imaginatief' deze Deez is… Zijn drukke muziek is ook best raar, op een gladjakkerende repperdeklep-manier. Denk aan het geluid van Clap Your Hands Say Yeah ten tijde van die overstuurde (maar coole) tweede plaat, maar dan met toevoeging van melodietjes van Vampire Weekend, Okkervil River en Radiohead. 'I know you know you wanna dance'. Mal, vederlicht, en met een korte houdbaarheidsdatum, maar vooral op de chaotische tweede helft van de plaat érg leuk. 'Skype is now my lifeline.'
Stephan Mathieu & David Sylvian Wandermüde
Stephan Mathieu nam Sylvians Blemish onder handen en maakte er een ambient tripje van. De vocalen worden achterwege gelaten en het gaat vooral om texturen en sferen. Het is niet zo spectaculair als het origineel maar het luistert lekker weg.
אייל גולן נגעת לי בלב
Zoals ik eigenlijk wel wist is de Israëlische muziekscene veel breder dan klezmer alleen, een genre waar ik toch niet zo heel veel mee heb, al heeft met name John Zorn er wel wat andere kanten van laten zien. Maar je moet toch even een ingang vinden en wat me meer aanspreekt is zogenaamde mizrahi-muziek, een meestal wat Arabisch aandoende mix van traditioneel en hedendaagse pop. Eyal Golan is een megaster en soms wat corny maar zijn album uit 2012 is een goed begin van een nieuwe ontdekkingstocht.
Divorce – Divorce (Night School, 2012)
Een plaat van vorig jaar die eigenlijk niet ongenoemd voorbij mag gaan is de self-titled debuut van Divorce. Dit collectief uit Glasgow staat garant voor een bak herrie waar je u tegen zegt. Het is niet zomaar noise rock zoals we al langer kennen van Sonic Youth en The Jesus Lizard (om eens wat namen te droppen), nee, dit is gewoon echt herrie. Dit kwartet gaat verder waar de sympathieke rockers van Aids Wolf stoppen.
We krijgen dikke rifs te horen, die vaak ontaarden in dikke lagen feedback. Dit alles wordt gedragen door soms strakke dan weer chaotische drums en vette basslines. En dan een zangeres die vaker als een speenvarken dan een mensen klinkt. Het lijkt eigenlijk wel een soort (sludge) metal, maar dan gemaakt door noise liefhebbers.
Vergeet vooral ook volgende maand ze niet te gaan checken. 5 april staan ze in 013 te Tilburg voor een Incubated avond en 6 april staan ze ergens in Amsterdam, locatie is nog niet geheel bekend (Meneer Malasch, OCCII of Vrankrijk, het kan allemaal nog).
http://nightschoolrecords.bigcartel.com/product/lssn013-divorce-divorce-lp
Thu20 – Vroeg Werk (Monochrome Vision, 2012)
Net voor het einde van het vorige jaar kwam er op het Russische Monochrome Vision deze bijzondere collectie van Thu20 uit. Thu20 is een groep van muzikanten die in de Nederlandse electro-akoestische scene wel kunnen worden gezien als veteranen. Met namen zoals Jos Smolders, Roel Meelkop en Frans de Waard weet je dat het eigenlijk al wel goed zit. Maar zeker mogen Jac van Bussel, Peter Duimelinks en ondertussen ex-lid Guido Doesburg niet worden vergeten. Vooral niet omdat van Bussel en Doesburg aan de basis hebben gestaan van het collectief.
Solo hebben al deze heren de laatste 25 tot 30 jaar behoorlijk hard aan de weg getimmerd en vaak, ondergewaardeerd daarvoor, een belangrijke bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de experimentele muziek in Nederland (en Internationaal), maar eigenlijk als dit collectief kunnen ze helemaal niet vergeten worden. De gebundelde krachten komen hier namelijk zeer goed naar boven drijven.
Op deze release vinden we een collectie van oude opnames gemaakt tussen 1986 en 2008, veelal eerder uitgekomen op obscure tapes en compilaties. De twee CD's tonen een mooie kijk in het oeuvre en de ontwikkeling die hier in heeft plaatsgevonden. Van extreme merzbowiaanse noise tot gedetailleerd gecomponeerde studio werken. Je hoort de mannen van in de opnames van wilde jonge honden ontwikkelen tot mannen die alles lijken te overdenken.
In de verschillende stukken is goed terug te horen dat ieder met de eigen discipline goed weet in te spelen op de rest en zo de improvisaties tot een succes weet te brengen. Een uniek Nederlands collectief die vooral International erking lijkt te krijgen, wellicht dat deze collectie er voor zorgt dat ook Nederland eens wakker wordt.
Mij laat deze release in ieder geval zeer uitkijken naar nieuwe werk.
http://www.monochromevision.ru/mv45.html