Eindelijk weer eens winter, al worden we bepaald niet ondergesneeuwd in onze lijstjes uit het:
SCHADUWKABINET
We luisterden naar: Claud, Ryan van Haesendonck, Moonshye en Widow’s Weed.
Jan Willem
Claud – Super Monster (cd, Saddest Factory Records / Konkurrent)
Claud Mintz start in het droompop duo Toast alvorens ze solo als Claud haar vleugels uitslaat. Ze heeft een losse manier van liedjes maken. Eén die net zo makkelijk als sneeuw uit de lucht komt dwarrelen, maar als je er eenmaal mee in contact bent geweest wel behoorlijk blijft plakken. Dat laat ze ook horen op haar debuut Super Monster, hetgeen tevens de eerste release is op het nieuwe label Saddest Factory van Phoebe Bridgers. Die laatste is ook wel één van de associaties, die je uit haar muziek haalt. Ze brengt indiepop aangelengd met droompop, shoegaze en alternatieve rock, al lijkt ze in de 13 songs die ze hier brengt niet zo met genres bezig te zijn. Ze zoekt gewoon steeds een passend omhulsel voor haar liedjes over liefdesverdriet, de eerste kus en dat soort zaken. Het klinkt allemaal pakkend en luchtig, maar toch is het allemaal best droefgeestig. Daarbij doet tevens denken aan een kruisbestuiving van Goat Girl, Warpaint, Lisa Germano, S, Hail en Snail Mail. Een smaakvol en afwisselend debuut.
Ryan van Haesendonck – Vauville (cd, Moving Furniture Records)
Ryan van Haesendonck is een jonge Belgische componist uit Brussel. Hij heeft al composities geschreven voor korte films en danstheater. Met zijn nieuwe album Vauville, uitgebracht op het prestigieuze Moving Furniture Records, vertelt hij een meer persoonlijker verhaal. Het start na een reis van een week naar Normandië, alwaar ook de plaats Vauville ligt, waar hij inspiratie op heeft gedaan op de rustige stranden, luisterend naar de geluiden van de golven, de wind en de natuurlijke geluiden. Hij maakt er veldopnames van kerkklokken en natuurgeluiden en combineert dat met improvisaties op de orgel en elektronische procedés. Daar komt nog het saxofoonspel van Silke Bull bij. Van Haesendonck smeedt er fraaie hybriden van ambient, minimal music, avant-garde, drones en experimentele elektronica mee. Dat levert een uiterst biologerend experimenteel hoorspel op, dat toch behoorlijk intiem is geworden. Hij lijkt met zijn rustieke reis naar elders, de realiteit met de hectiek van zijn dagelijkse leven duidelijker onder ogen te zien en daarmee beter om te kunnen gaan. Een oase die een bron van creativiteit is gebleken, waarbij de frictie tussen die rust en hectiek ook steeds voelbaar blijft. Dat zorgt voor ambivalente gevoelens, die de subtiele maar rijk gedetailleerde muziek een prettige spanning meegeven. Op originele wijze komt hij ergens uit tussen Talk Talk, Dictaphone, Tape, Steve Reich, Biosphere, Arvo Pärt en Sarah Davachi. Het is een majestueuze muzikale trip geworden.
Moonshye – Curtain Of The Moon (cd, Rustical Records / Xango Music Distribution)
De Tsjechische zangeres/songwriter Moonshye komt oorspronkelijk uit het Tsjechische deel van Silezië, dat verder grenst aan Polen, Duitsland en Slowakije. Misschien dat die verschillende invloeden aan die grensgebieden ook haar muzikale grenzen hebben doen vervagen. Of verbreed, het is maar hoe je het ziet. Op haar album Curtain Of The Moon, uitgebracht op het label Rustical Records van Pavel Šmíd die naast de productie en arrangementen hier zijn bijdrage levert op gitaar, bas, synthesizers, percussie en array mbira, laat Moonshye (zang, gitaar, array mbira, charango) laat ze 10 sprankelende songs het licht zien. Ze zijn een kruisbestuiving van allerlei folk- en wereldmuziek horen, die gaat van Keltische en Scandinavische tot Afrikaanse en Tsjechische. De rode draad wordt gevormd door haar etherische zang, die wel enigszins doet denken aan een mix van Dolores O’Riordan (The Cranberries) en Anneli Drecker (Bel Canto). Ze krijgt verder nog hulp van diverse gastmuzikanten op viool, zang, drums, synthesizers, ukelele, contrabas, gitaar en cimbalen. De grootste inspiratie haalt ze uit de natuur, waarmee ze de schoonheid die we vaak niet zien bloot wil leggen. Maar het gaat ook over de meer donkere kanten van het leven, verlangen en verlichting. Ze komt daarmee ergens uit tussen Bel Canto, Cocteau Twins, Lean Year, Vargkvint en Clannad, hoewel ze in de slottrack “Desert Wind” haast Tuvaanse vocale stemkunsten laat horen. Het is een haast magische ervaring geworden, waarbij schoonheid, sereniteit en nieuwsgierigheid naar het onbekende hand in hand gaan.
Widow’s Weeds – Revenant (cdr, Reverb Worship)
Bij het Britse Reverb Worship mag je steevast rekenen op bijzondere muziek uit de folk maar ook meer experimentele muziekhoek. Dikwijls zijn de releases ook gehuld in een mysterieuze sluier. Dat laatste is zeker van toepassing op Widow’s Weeds. Dit is een nieuw project bestaande uit een fusie van Daughters Of Grief en Grey Malkin van The Hare And The Moon. Van beide is het eigenlijk niet duidelijk hoeveel personen erachter schuil gaan of wie het überhaupt zijn. Samen delen ze ook nog het folkproject Embertides. Met Widow’s Weeds werken ze ook samen met visueel artiest Hidden Vibes en mogen ze op hun album Revenant verder rekenen op gasten als blokfluitiste Katje Elise Janisch, drummer Michael Warren (So There) en zanger/fluitist Alan Davidson (Kitchen Cynics). Ze brengen hier in een krappe 75 minuten 14 tracks ten gehore, die in de basis folk en soms ook traditionele muziek laten, maar dan gelardeerd met elektronica, experimenten en spookachtige geluiden. De muziek is wonderschoon, maar ook spannend. Hierdoor kan je er zowel gewoon intens van genieten als je erdoor laten meeslepen als een mysterieuze thriller. Ter referentie moet je naast hun eigen projecten denken aan een voortreffelijke en steeds wisselende hybride van onder andere Revolutionary Army Of The Infant Jesus, This Mortal Coil, United Bible Studies, Loreena McKennitt, Fovea Hex, The Caretaker, Dead Can Dance, His Name Is Alive en Bel Canto. Het in een fraaie dvd hoes gestoken geheel is echt van een bezinnende pracht!