Het schaduwkabinet: week 04 – 2023

Terwijl de griep over de piek heen is, is er weer koortsachtig gewerkt aan het lijstje uit het:

SCHADUWKABINET

We luisterden naar: Atsuko Chiba, King Tuff, Kali Malone featuring Stephen O’Malley & Lucy Railton, The Murder Kapital, Tujiko Noriko en Sen Svaja/ Agota/ Various Artists: Dangus Baltik Postfolk Alternative.


 

Jan Willem

Atsuko Chiba – Water, It Feels Like It’s Growing (cd, Mothland / Creative Eclipse PR)
Atsuko Chiba is een Canadese groep die graag de diverse grenzen van de rock afkamt en overgaat. Dat leverde al eerder de twee dynamische albums Jinn (2013) en Trace op. De groep bestaat uit Karim Lakhdar (gitaar, zang, synthesizer), Kevin McDonald (gitaar, synthesizer), David Palumbo (bas, vocals), Anthony Piazza (drums) en Erik Schafhauser (gitaar, synthesizer). Ze zijn terug met Water, It Feels Like It’s Growing. Daarop krijgen ze hulp van maar liefst 9 gasten op zang, bras- en strijk arrangementen, trombone, trompet, saxofoon, violen, altviool en cello. In een goede 36 minuten werken ze hun 6 nieuwe tracks af, die zoals altijd een lekker energieke mix vormen. Zo hoor je alternatieve, math, kraut, progressieve, psychedelische, experimentele en post-rock in diverse combinaties voorbijkomen, met soms ook een aanstekelijke motorik. De zang is ook gevarieerd, van krachtig tot soepel subtiel. De gasten zorgen daarbij voor de nodige franje. De hectische stukken wisselen ze af met meer rustieke, waardoor je even op adem kunt komen. Het is een afwisselend en meeslepend geheel geworden. Daarbij moet je denken aan een soort kruisbestuiving van The Mars Volta, Beak>, Cripple Black Phoenix, Porcupine Tree en in meer breed uitgesponnen postrock stukken ook Godspeed You! Black Emperor, waarbij de associatie met de eerstgenoemde band in het rijtje het sterkst is. Heel sterk dit!

 

King Tuff – Smalltown Stardust (cd, Sub Pop / Konkurrent)
King Tuff is het geesteskind van de Amerikaanse muzikant Kyle Thomas, die daarmee sinds 2006 muziek uitbrengt. Hij heeft hiermee al 5 albums gemaakt vol muziek die het ergens tussen lo-fi, indie en garage rock kunt plaatsen. Daarnaast heeft hij ook gewerkt met Ty Segall. Op zijn zesde album Smalltown Stardust, waarop Thomas je meeneemt op zijn reis naar een plek waar verleden en heden samenkomen, waar hij een dromer kan zijn, verliefd op alles wat hij ziet. Het is een eerbetoon aan zijn woonplaats, waarbij hij ook tracht op spirituele wijze te communiceren met de natuur. Ondertussen maakt hij nog een dikke knipoog naar het sterrendom. Sowieso moet je niet alles te serieus nemen, alleen wel de muziek. Deze sluit zeker aan op zijn eerdere werken, maar kennen ook meer soulvolle elementen. Daarbij mag hij rekenen op gast als Andy Cabic (Vetiver), Griffin Goldsmith (Dawes) en Sasami Ashworth (Cherry Glazerr). Ter referentie moet je het ergens tussen Devendra Banhart, David Bowie en T-Rex zoeken. Het is een heerlijk nostalgische trip geworden.

 

Kali Malone featuring Stephen O’Malley & Lucy Railton – Does Spring Hide Its Joy (3cd, Idealogic Organ / Konkurrent)
De jonge Amerikaanse componiste Kali Malone (1994), die dikwijls in Europa verblijft, kan je wel op een drone of wat sturen. Of om 3 dubbele album zoals The Sacrificial Code uit 2019 bijvoorbeeld. Daarnaast is ze te horen in uiteenlopende bands als Swap Babies, Hästköttskandalen en Sorrowing Christ, waarbij ze diverse instrumenten beheerst. Solo is ze vooral bekend om haar synthesizer- en orgelwerken, die doorgaans uiterst minimaal zijn. Dat is niet anders op haar nieuwe album Does Spring Hide Its Joy, dat over drie schijven uitgesmeerd is. Op de cd versie bestaat elke schijf uit één lang stuk van een uur; inderdaad 3 uur muziek in totaal. De lp set is een uur korter en bevat meerdere stukken. Kali Malone (afgestemde sinusgolfoscillatoren) heeft een werkelijk meeslepend stuk gemaakt, waarbij ze mag rekenen op gitarist Stephen O’Malley (SunnO))), Khanate, Æthenor) en celliste Lucy Railton. De muziek is een studie in harmonische en niet-lineaire compositie met een verhoogde focus op zuivere intonatie en kloppende interferentiepatronen. Malone’s ervaring met het stemmen van pijporgels, harmonische theorie en langdurige compositie vormen prominente uitgangspunten voor dit werk. Dat levert minimale maar uiterst subtiel gedetailleerde muziek op, die tevens met ruimte en tijd speelt en heel geleidelijk van karakter verandert. Het laat veel aan de verbeelding van de luisteraar over. Hoe langer je luistert, des te meer weet het geheel je te hypnotiseren en even helemaal uit de realiteit te nemen. Malone heeft een schitterend album vol contemplatieve pracht afgeleverd.

 

The Murder Capital – Gigi’s Recovery (cd, Human Season)
De vijf Ieren van The Murder Capital wisten behoorlijke indruk te maken met hun debuut When I Have Fears. Er zat een zekere urgentie achter hun meeslepende en veelal duistere combinatie van post-punk en alternatieve rock. Nu hebben ze van hetzelfde leidingwater gedronken als Fontaines D.C., dus dan snap je hun sensationele sound. Het vijftal is terug met Gigi’s Recovery, waarop ze 12 nieuwe songs presenteren, waaronder ook een intro en outro. Het is zwaarder op de hand, meer kaalgeslagen en het tempo is lager, waardoor het je niet zo makkelijk grijpt als het debuut. Toch merk je al dat binnen een paar draaibeurten de muziek diep onder je huid begint te kruipen en je steeds dieper raakt. Ze klinken hier meer als zichzelf en minder met een tas vol referenties op zak. Het had namelijk ook gewoon eenzelfde soort album kunnen worden als het debuut. Luister maar eens naar “ The Stars Will Leave Their Stage” en “The Lie Becomes The Self”, zo intens en mooi tegelijkertijd. Een verrassend goed tweede album!

 

Tujiko Noriko – Crépuscule I & II (2cd, Editions Mego)
Vanaf de eeuwwisseling roert de Japanse, maar meestal in Frankrijk woonachtige muzikante Tujiko Noriko zich in het elektronische muzieklandschap. Ze wordt wel eens de Japanse Björk genoemd, maar die vlieger gaat maar ten dele op. Tujiko brengt op eigenzinnige wijze veelal experimentele elektronica, de ene keer wat speelser dan de andere keer, in combinatie met fraaie melodieën en zang. Ze brengt haar muziek overigens zowel solo als met Aoki Takamasa, Lawrence English, John Chantler, Tyme en Paul Davies en in de duo’s TNTN, RATN en DACM. Die laatste met de helaas in 2021 overleden Peter Rehberg (PITA), tevens labeleigenaar van Editions Mego. Ze heeft haar nieuwe dubbelalbum Crépuscule I & II dan ook aan hem opgedragen. Op de eerste schijf, die 9 tracks bevat van bij elkaar 51 minuten, is goed te horen dat Tujiko zich tegenwoordig ook met filmmuziek bezighoudt. Haar muziek, een mengelmoes van ambient, drroompop en elektronische experimenten, weet tot de verbeelding te spreken en gaat op rustieke, dromerige wijze vooruit. Daar zingt ze meestal op fluisterachtige wijze doorheen. Het is op sfeervolle, warme wijze melancholisch, wat alles met het verlies van Peter te maken heeft. Her en der wordt de muziek nog gelardeerd door euphonium en saxofoon. Het is een betoverend geheel. De tweede schijf is abstracter en bestaat “slechts” uit 3 stukken, maar wel van samen ruim 55 minuten. In deze lange stukken lengt ze haar ambientachtige muziek meer aan met samples en abstracte, ruimtelijke geluiden. De zang, waar aanwezig, is hier meer experimenteel. Het is een andere, meer bevreemdende maar tevens uiterst biologerende luisterervaring. Een schitterend en elkaar mooi aanvullend tweeluik. Een prachtig eerbetoon.

 

Sen Svaja – Eisim Sesės (cd, Dangus / Xango Music Distribution)
Agota – Kur Giria Užėjo (cd, Dangus / Xango Music Distribution)
Various Artists: Dangus Baltik Postfolk Alternative (2cd, Dangus / Xango Music Distribution)
In 2010 wordt de Litouwse neofolk band Sen Svaja opgericht, hetgeen zoiets als “een oude droom” is in het Litouws, maar ze ontlenen de naam kennelijk aan het Oud-Pruisische “sen wajjais” dat “met degenen die we kennen” betekent. Hoe dan ook combineert de groep dikwijls op mysterieuze wijze oude elementen in hun nieuwe creaties, die een gedroomde en bovenal fraaie combinatie vormen van bekend en onbekend. Dus wat dat betreft kan je in meerdere talen met ze uit de voeten. De groep heeft vorig jaar hun derde album Eisim Sesės, Litouws voor “laten we gaan, zusters”. Nu is deze ook buiten Litouwen te verkrijgen. Sen Svaja bestaat tegenwoordig uit Agota Zdanavičiūtė (zang, citer, percussie), Dorota Girskienė (zang, percussie) en het nieuwe lid Justina Kaminskaitė (zang, percussie). Ze serveren in een goed half uur 8 nieuwe songs, die in de lijn van hun vorige werk liggen. Geheimzinnige, melancholische muziek met polyfonische zang, die oude en nieuwe folk in zich verenigen. Zelf zeggen ze over het album: “We zijn drie vrouwen die door onze transformaties gaan, door geboorte, door dood, door verandering. We bewegen ons door vreugde, verdriet of ontberingen, en soms huppelen we vrolijk rond alsof we dansen.” Drie powervrouwen die niet zo maar met krachten smijten, maar hun sterkte onderstrepen met woorden en muziek. Ter referentie moet je denken aan een wisselende hybride van groepen als Eva Quartet, Gjallarhorn, Garmarna, Wardruna, Isihia, Goran Bregović en Hedningarna. Het is allemaal van een onaardse pracht!
Zangeres en citer-muzikant Agota Zdanavičiūtė uit Sen Svaja heeft vorig jaar ook haar solodebuut Kur Giria Užėjo uitgebracht, hetgeen “waar is het bos gebleven?” betekent. Het album is ook fraai vorm gegeven met een boomblad in een uitsparing in de voorkant van de cd (dus nog voor de foto op de cover hier). Deze is eveneens nu hier verkrijgbaar. Het album bevat 8 post-folk composities, die geïnspireerd zijn door sprookjes van de legendarische kruidkundige, apotheker en etnograaf Eugenija Šimkūnaitė (1920-1996). De teksten en mythische bezweringen komen eveneens uit haar boeken. Ze is de paden die deze legendarische vrouw, die haar hele leven aan de schoonheid en wijsheid van de natuur wijdde, door de bossen en langs mossen heeft afgelegd met liefde gevolgd. Daarna heeft Agota met haar geliefde instrument de kanklés ofwel Litouwse citer haar composities gemaakt. Daar heeft ze ook haar intense prachtzang en veldopnames aan toegevoegd. Het levert een werkelijk overrompelend mooi geheel op, dat ergens tussen heavenly voices en folk uitkomt. Stap in haar muzikale natuur vol magische avonturen!
Dat alles is op het veelzijdige Litouwse label Dangus uitgebracht. Dit label, dat opgericht is in 1993, is het langstlopende alternatieve label van Litouwen. Er komt echt ontstellend veel moois via hen naar buiten. Onder meer heel fraaie Baltische folk dan wel post-folk. Ze hebben nu de label-sampler Dangus Baltik Postfolk Alternative uitgebracht om je kennis te laten maken met alles wat ze de laatste paar jaren in hun stal hebben staan. Dat levert misschien voor de verzamelaars geen nieuw materiaal op, maar als je eens kennis wilt maken met Litouwse muziek dan wel genoeg hebt aan een fraaie dwarsdoorsnede van hun muziek. Op de eerste schijf krijg je 10 van hun folk acts, die de laatste paar jaren muziek op het label hebben uitgebracht. Nu ken ik de meeste daarvan wel, maar het blijft een geweldig overzichtsdocument, ook voor liefhebbers van groepen als Dead Can Dance en Wardruna. Maar het label brengt eveneens folkacts die het genre combineren met elektronica, ambient en experimenten; of soms zonder folk.. Dat alles vind je tevens op de eerste cd die 17 nummers rijk is en maar liefst 70 minuten duurt. De tweede schijf bevat 11 tracks en is een goede 57 minuten lang. Deze belicht meer de rock en metal georiënteerde acts op het label, waar ook dikwijls een link met folk zit. Muziek waar liefhebbers van onder meer Myrkur wel goed op zullen gaan. Het is echt een schitterend overzicht geworden van een toonaangevend label!

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.