Het schaduwkabinet: week 04 – 2022

Kijk ons eens lekker versoepelen. Daar gaan we hoor met die heupjes op de muziek uit het:

SCHADUWKABINET

We luisterden naar: Biosphere, Imarhan, Lady Wray, Pinegrove, Elena Setién, Maya Shenfeld en Vlimmer.

 


 

Jan Willem

Biosphere – Shortwave Memories (cd, Biophon)
Van alle elektronische componisten vind ik Geir Jenssen misschien wel één van de beste en meest veelzijdige. Hij start in 1984 al met het wave en synthpop georiënteerde E-man, gevolgd door Bel Canto, Cosmic Explorer, Bleep, Time Probe, The Fires Of Ork en werken met Deathprod en The Higher Intelligence Agency. Maar hij blinkt het meest uit met zijn innovatieve elektronicaproject Biosphere, een project dat al sinds 1991 loopt en waarbij de rek er nog altijd niet uit lijkt. Hoewel de laatste jaren er vooral heel veel heruitgaven met allemaal prachtig bonusmateriaal zijn verschenen, komt er zo nu en dan ook nog een heus nieuw album uit, zoals het vorig jaar uitgebrachte Angel’s Flight. Hierop plakt hij allemaal samples op kunstzinnige wijze uit elkaar, die bestaan uit delen van Beethoven’s String Quartet No. 14. Nu is hij terug met Shortwave Memories, dat weer eens bestaat uit gecomponeerde stukken. Hij werkt hier hoofdzakelijk op vintage analoge hardware uit de late jaren 70 en vroege jaren 80, waarbij hij geïnspireerd is door de post-punk elektronische muziek en producties van figuren als Martin Hannett en Daniel Miller uit die tijd. Niet om een kopie van toen te reproduceren, maar om met de kennis van nu die appratuur te gebruiken. Het levert in ruim 56 minuten 8 geweldige stukken op, die zeker doen denken aan menig legendarische band uit vervlogen tijden maar dan met een licht futuristische inslag. De gevarieerde softe beats worden omlijst door ambientachtige en soms bijna orkestrale geluiden, die samen een donker en nostalgisch geheel vormen. Biosphere weet je even naar een parallel universum en uit de realiteit mee te nemen met weer iets compleet anders uit zijn immer briljante muzikale brein. Het is ouderwets genieten op nieuwerwetse wijze. Wat een klasbak!

 

Imarhan – Aboogi (cd, City Slang/ Wedge / Konkurrent)
De Toeareg-cultuur en -muziek weet de wereld al 20 jaar te fascineren en levert zelfs tot navolging in het Westen. Dat heeft er echter ook voor gezorgd dat veel van die producties naar de VS worden verbannen. Mdou Moctar, Group Inerane, Tamikrest en Tinariwen zijn dan de namen die daarbij horen. Imarhan, een groep uit Tamanrasset (Algerije), is sinds 2008 de stem van de jonge verloren Toeareg-generatie, die wordt vergeten door de Algerijnse, Nigeriaanse en Malinese regeringen. Ze willen tevens de ideeën die de Westerse luisteraars hebben gekregen over de gepopulariseerde Toeareg muziek ontmantelen. Ze hebben een eigen studio in eigen land gebouwd om hun statement kracht bij te zetten. Je zou het als een protest kunnen zien, maar ook om een roep gezien en gehoord te worden; dat ook namens generatiegenoten. De groepsnaam betekent dan ook “degenen waar ik om geef”. Ze hebben inmiddels de eigenzinnige en bovenal prachtige albums Imarhan (2016) en Temet (2018) vol met de betere “desert blues”, ook wel “assouf” geheten, uitgebracht. Nu zijn ze terug met hun derde album Aboogi, wat ook de naam van hun studio is, waarop het vijftal 11 nieuwe songs serveert. Ze werken met een goede 10 gastmuzikanten samen, waaronder ook heel opvallend Gruff Rhys (Super Furry Animals). Hun heerlijke receptuur hebben ze alleen maar verbeterd. De muziek bestaat uit warm melancholische assouf, die zo zou passen op de prestigieuze compilatiereeks “Desert Blues”, een tot nu toe drieluik van dubbel-cd’s die in 1995, 2002 en 2008 zijn verschenen. Dit is muziek die je niet hoeft te verstaan om het te begrijpen. Als woordvoerders van de nieuwe generatie spreken ze over de link met de natuur, onderdrukking, verloren jeugd maar ook en vooral over hoop en strijd. Met zanderige gitaarriffs, ongepolijste zang en betoverende koren, en poëtische teksten weten ze zich te onderscheiden. Toch klinkt het allemaal wat meer droefgeestig, hetgeen misschien ook wel ingegeven is door de rare tijd waarin we leven. Desondanks levert dat wel weer een onderscheidend prachtalbum op, om grenzeloos van te genieten!

 

Lady Wray – Piece Of me (cd, Big Crown / Konkurrent)
Lady Wray is de artiestennaam van de Amerikaanse zangeres Nicole Wray. In 2016 debuteert ze met Queen Alone, waarop ze een fijne mix van soul en r&b brengt. Hier voegt ze af en toe ook wat hiphop-elementen aan toe. Dat laatste aandeel is op haar tweede album Piece Of Me duidelijk toegenomen, zonder dat ze de soul en r&b laat varen. Dat brengt haar muziek iets meer naar het hier en nu, al weet ze ook heel fraai soulelementen uit het verleden te incorporeren in haar sound. Luister wat dat betreft maar eens naar de titeltrack, “Beauty In The Fire” of “Joy & Pain” en je krijgt meteen dat lekkere nostalgische gevoel van de jaren 70 weer te pakken. De productie is in dan ook in perfecte handen bij de funk/soul muzikant Leon Michels (El Michels Affair), die ook al meedeed op haar vorige album en het beste uit de muziek van Lady Wray weet te halen. In 12 vette songs geeft ze steeds een stukje van zichzelf bloot; onomwonden en smaakvol. Daarbij wil ze het goede in de muziek terugbrengen en de bijbehorende goede gevoelens. Dat alles zorgt dat dit een geweldig tweede album is geworden, dat je eenvoudig omarmen zal.

 

Pinegrove – 11:11 (cd, Rough Trade / Konkurrent)
De uit Montclair (New Jersey) afkomstige band Pinegrove bestaat nu al zo’n 12 jaar, maar toch zijn ze altijd een beetje langs me heen gegaan. Gevalletje net niet of zo. Maar op hun laatste paar albums, die allemaal op Rough Trade zijn uitgebracht, waar ze een fraaie mix van emocore, indierock en altcountry laten horen, valt alles steeds beter op z’n plek. Aan alles voel je dat er een heel goed album in de koker zit. Die lijken ze nu te hebben gemaakt met hun zesde album 11:11. Deze titel heeft meerdere betekenissen, aldus bandleider, zanger en gitarist Evan Stephens Hall. Zo zouden de cijfers een rij bomen kunnen voorstellen of gestreept corduroy, de korenvelden van de staat New York en mensen zij aan zij. Maar het is ook een mooie tijd op de klok. Het album is vooral bedoeld als een hart onder de riem, omdat er al genoeg is om boos over te zijn en verdriet over te hebben. Dus het album en de getallen roepen ook tot eenheid en collectiviteit. Evan werkt hier met Zack Levine (drums, percussie), Sam Skinner (gitaar, piano, synthesizer, orgel, keeyboards, bas, accordeon), Megan Benavente (bas) en Joshua F. Marré (gitaren) plus gasten op piano, orgel, synthesizers, zang, gitaar en tamboerijn, waaronder Evan’s vader Doug, Nandi Rose Plunkett (Half Waif, ex-Pinegrove) en Chris Wall (ex-Death Cab For Cutie) die tevens de productie voor zijn rekening heeft genomen. De groep weet je van begin tot het eind mee te sleuren en onder te dompelen in hun verslavende mix aan bovengenoemde stijlen. De ene keer best hard, maar meestal stemmig en van vele lagen voorzien. Bij elke luisterbeurt ontwaar je weer een fijn detail. Je moet (ja moet!) het ergens tussen Wilco, Drive Like Jehu, Thingy, Flying Burrito Brothers en Big Thief zoeken. Ze leveren hier hun magnum opus af, die zowel steengoed als verbindend is.

 

Elena Setién – Unfamiliar Minds (cd, Thrill Jockey / Konkurrent)
De de uit Baskenland afkomstige Spaanse zangeres, pianist, violist en percussionist Elena Setién heeft een duidelijke visie: “ik maak niet simpelweg muziek, maar vertel vergeten, nooit eerder vertelde verhalen.” Die verhalen zijn iedere keer weer anders en de muziek derhalve ook. Na een verblijf van zo’n 14 jaar in Denemarken, is ze sinds 2016 weer terug in haar geboorteplaats San Sebastian. Ze heeft na 3 soloalbums, die interessante kruisbestuivingen van folk, ambient, droompop, experimenten en avant-garde bevatten. In 2020 maakt ze een volledig Baskisch album met de groep Grande Days en muzikant Xabier Erkizia. Deze laatste is ook van de partij op haar vierde soloalbum Unfamiliar Minds. Setién zorgt naast zang ook voor keyboards, viool en gitaar, terwijl Erkizia de elektronica brengt. De songs zijn gecomponeerd tijdens de lockdown, waarbij ze ook die van voor de pandemie verder heeft voltooid. De spanning en het surrealisme van die tijd brengt nieuwe inspiratie. Toch is het bevreemdende en onrust ook terug te horen in de muziek, die de ene keer als prachtig serene songs wordt gepresenteerd, maar dikwijls ook buiten de oevers ervan treedt en een stuk grimmiger wordt. Dat maakt de muziek ook uiterst fascinerend en past ook wel bij de spagaat van deze tijd. Voor het (on)gemak moet je denken aan een steeds wisselende hybride van Jenny Hval, Liesa Van Der Aa, Joanna Newsom, Otay:onii, Paavoharju, AGF en Kristin Hersh. Dit is wellicht haar minst eenvoudige, maar wel meest overtuigende en beste album tot nu toe geworden.

 

Maya Shenfeld – In Free Fall (cd, Thrill Jockey / Konkurrrent)
Een vrije val maken schijnt een sensationele ervaring te zijn. En na te vertellen mits je ergens op tijd afgeremd dan wel opgevangen wordt. De Berlijnse componiste Maya Shenfeld, die eigenlijk opgeleid is als klassiek gitariste, presenteert nu haar debuut In Free Fall. De titel heeft ze ontleend aan een essay van Hito Stevert. Ze legt haar eigen gevoel van een vrij val vast, zowel de groei die ze meemaakt als componist als de situatie op het huidige moment. Ze heeft 7 composities gecreëerd, die een synthese van elektronisch en organisch geluid zijn en het midden houden tussen neoklassiek, drones, ambient en allerhande experimenten. Zo legt ze de basis met een paar indringende tonen, die passen bij één of meer van de genoemde genres. Daaraan voegt ze elektronische geluiden toe plus her en der de trompetklanken van Kelly O’Donohue en eenmaal ook de zang van het Bethanien jeugdkoor. Deze last ze op innovatieve wijze aan haar eigen muziek vast. Het is muziek die abstract en afstandelijk kan zijn, maar tegelijkertijd ook intiem, fysiek, kil, emotievol, troostrijk, contemplatief en confronterend. Het is muziek die continue de grenzen opzoekt, maar toch goed doorwaadbaar blijft. Ze maakt als het ware een vrije val door gevestigde genres en muziekstructuren, maar schept daardoor haar eigen avontuurlijke muziek, die echt weer eens wat nieuws laat horen. Ik kan zeggen denk aan een dwarsdoorsnede van Philip Glass, MJ Guider, Sarah Davachi, Oren Ambarchi, Caterina Barbieri, Bach en Philip Jeck, maar of dat helpt weet ik niet. Shenfeld levert een bij de strot grijpend en meesterlijk debuut af.

 

Vlimmer – Erdgeruch / Space Dementia (cd-rs, Blackjack Illuminist Records)
Hetgeen de muzikant en Blackjack Illuminist labelbaas Alexander Leonard Donat zo leuk maakt, is dat hij gewoon doet wat hij leuk vindt. Dat levert projecten als Feverdreamt, Fir Cone Children, Flight Recorder, Infravoids, Jet Pilot, Leonard Las Vegas en WHOLE op, waarbij deze multi-instrumentalist en zanger steeds weer andere muzikale bronnen aanboort, van shoegaze en indierock tot gothic, wave en synthpop. De Duitse taal, waarin hij vrijwel altijd zingt, leent zich ook bij uitstek voor deze genres. Hoewel Duits nog wel eens als een harde taal wordt gezien, is het ook een zeer expressieve en poëtische taal, hetgeen ik door de vele boeken en gedichten wel heb ervaren. Het moederproject van Donat is echter toch wel Vlimmer, waarmee hij sinds 2015 een droefgeestige versie van shoegaze wil laten horen, zij het doorspekt met gothic, wave, noise en synthpop. Daarbij is zijn galmende zang een prettige constante factor. Vlimmer grossiert in mini releases, zoals een 18-delige serie van mini albums en nog een handvol andere, is vorig jaar zijn volledige debuutalbum Nebenkörper pas verschenen. En daarvoor is er nog een soundtrack Randow (2017). Nu komt hij weer met een mini of eigenlijk single Erdgeruch / Space Dementia, die in een zeer gelimiteerde oplage van 16 stuks is verschenen (en vermoedelijk uitverkocht bij het lezen en schrijven hiervan). Hierop staan de twee songs uit de titel, die weer het midden houden tussen de genoemde genres. Toch weet hij hier, net zoals altijd, weer een net andere sound aan de dag te leggen. Deze past weliswaar helemaal bij de donkere Vlimmer-sound, maar die is net zo veranderlijk als een zwartgeverfde caleidoscoop; de inhoud staat vast maar de volgorde waarin deze gepresenteerd wordt niet. Dat maakt Vlimmer tot zo’n geweldig project. Na een goede 10 minuten is deze release alweer afgelopen, maar wie het kleine niet eert is het grote niet weert. Geweldig kleinood voor liefhebbers van The Cure, O.M.D., Clan Of Xymox, Xmal Deutschland en The Xx.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.