Zoals EvR de ogen werden geopend door dEUS' Worst Case Scenario, zo was Beautiful Freak mijn instapplaat in de wereld van de alternatieve muziek. Na Eels' goede optreden op Pinkpop '97 kocht ik het album in het donkere rokerige hol dat voor platenzaak door moest gaan. Ik was er nog nooit geweest. Spannend! De twaalfjarige ik wentelde me vol zelfmedelijden (ergens toch genoeglijk) in het misantropische wereldbeeld van Mr. E. De E van Emo kun je eigenlijk wel zeggen.
De pijn van de opvolger Electro-Shock Blues kwam, heel wat minder aangenaam, te dicht bij verdrongen angsten. Het lichte Daisies of The Galaxy was vervolgens eigenlijk de voltooiing van mijn liefde voor de band. Een met hulp van talloze gasten (o.a. Peter Buck) mooi/rijk geïnstrumenteerd album met een we zetten ons beste beentje voor-gevoel. Daarna begonnen de albums van Eels op invuloefeningen te lijken, met Shootenanny en Hombre Lobo (van vorig jaar) als dieptepunten. Zelfs het ambitieuze Blinking Lights and Other Revelations, wat voor een dubbel-album behoorlijk geslaagd is, voelt als het 'rehashen' van oude ideeën en oude emoties. Elke Eels-plaat begint met ellende, om aan het slot de luisteraar met een sprankje hoop niet helemaal in miserie achter te laten, denk maar aan het ultieme P.S. You Rock My World van Electro-Shock Blues.
Opmerkelijk snel na het mislukte Hombre Lobo komt E nu met End Times, een plaat waarop zijn echtscheiding wordt uitgevent. E goes Tunnel Of Love! Of dat een recente ontwikkeling in E's leven is niet helemaal duidelijk, al had het lonewolf-thema 'looking for fresh blood' op Hombre Lobo wel iets lustigs. Nu is een echtscheiding voor de fans van Eels haast goed nieuws. Een invuloefening is daarmee uitgesloten. Toch wil het weer niet echt lukken en dat doet pijn. Ik had beter een paar minuten naar het geslaagde artwork kunnen staren om dan kortstondig een imaginaire plaat te fantaseren. Jammer van het werk van illustrator Adrian Tomine, die ook al (voor) het boekje van Electro-Shock Blues tekende. Zijn portret, in de binnenzijde, van E op een bank met elektrische gitaar en kopje thee is een mooier en persoonlijker beeld dan E zelf op de plaat weet op te roepen. Tekstueel is End Times niet zo best, maar vooral muzikaal valt E plots door de mand. Ik vraag me af of hij door de jaren luier is gaan componeren. Eigenlijk nog een veel te groot woord voor de kampvuurakkoorden die hij hier grotendeels speelt. Met name op akoestische gitaar wordt het in liedjes als opener The Beginning en Mansions Of Los Feliz bijna gênant. Ik moest echt vijf luisterbeurten wennen voor ik er doorheen kon luisteren. Zou E nou nooit zin hebben om zijn gitaar om te stemmen? Om eens een ingewikkelder tokkelpatroon te spelen in plaats van wat te strummen? Push jezelf eens! Ik denk niet dat ie op die manier tot wezenlijk andere melodieën zou komen, maar ze zouden vast frisser klinken. Sinds Souljacker heeft hij een fascinatie voor simpele up-tempo bluesrock, waar Hombre Lobo al vol mee stond. Dat blijft hier gelukkig beperkt tot twee, maar denkende aan John Parrish die aan Souljacker bijdroeg, komt wel het verlangen op dat E weer 'ns met iemand samenwerkt. Het is tijd voor een nieuwe blik, iemand die E kan aanzetten om zijn hand van het tweede fret van zijn gitaarhals te halen.
De geslaagde liedjes van End Times vormen samen twee blokjes van bij elkaar opgeteld een kwartier. Eerst is daar de pianoballade A Line In The Dirt, dat begint met de regel 'she locked herself in the bathroom again'. Een duidelijke verwijzing naar Electro-Shock Blues en de tragische dood van zijn zus. Maar dan! 'So I am pissing in the yard'. Geslaagde galgenhumor. En heel vreemd, zelfs de melodie lijkt in die laatste paar worden anders dan standaard. Jammer dat hij daarna voor het refrein zoals gebruikelijk weer op falset overschakelt. Gelukkig zijn er mooi gearrangeerde blazers van Jim Lang en drumwerk van oude bekende Butch, die kennelijk geruisloos is teruggekeerd na een eerdere ruzie. A Line In The Dirt is het best uitgewerkte vlezigste nummer op een minimalistische plaat. Dat werkt vaak beperkend, maar in de titeltrack pakt het goed uit. Een paar simpele grepen op de elektrische gitaar, veruit te prefereren als dezelfde op de akoestische gitaar. Daar moet je mijns inziens harder op werken om het tot leven te brengen. Zo wordt een ruisende versterker werkelijk een versterking. Het eerste goede blokje muziek van de plaat eindigt met Apple Trees. Een ultrakort instrumentaaltje met capo op pakweg negen, ook weer een oude truc, maar de spoken word-sample is nieuw en filosofisch. Zou ie uit de documentaire komen die E ooit maakte over de parallele dimensies van zijn vader?
Het tweede geslaagde blokje volgt na de grootste misser. De plaat nadert zijn einde al (tijd voor hoop E!) als hij met Unhinged aankomt. Een vervelende afrekening met zijn ex waarvan ik me eigenlijk plaatsvervangend geschoffeerd voel. Eerst roept hij haar toe dat ze 'hulp nodig heeft, je bent gek, blabla', wat al niet echt sympathiek is. Maar dan: 'We were good together, as good as it gets, I only wanted to help you, from the day we met.' Ja, dat lijkt me een goede basis voor een relatie! Misschien had het liedje beter gewerkt als het meer vooraan had gestaan. Want het is nog niet om, of we belanden via een sterk aan Daisies of the Galaxy herinnerende interlude bij het hoop-gedeelte. Opmerkelijk genoeg wordt daar geopend met dezelfde verwijten, maar dan aandoenlijk en met een E die zich kwetsbaar opstelt, wat je toch mag verwachten als je als artiest jouw kant van het verhaal geeft. I Need A Mother, overigens weer een pianoballade, opent met de titel, wankel gezongen door een echoënd effectje. 'I've been your daddy for too long of a time/need a little mothering once in a while'. En nogmaals huilt E bijna vals om een moeder, intiem en op het randje van larmoyant, maar precies goed.
Peptalk Little Bird volgt, met E's good ol' gevederde vrienden en een prima electrisch gitaarlickje, eentje uit de categorie van het soulvolle Ordinary Man, het enige geslaagde nummer van Hombre Lobo. 'Goddamn, I miss that girl.' De verwerking is in zicht en wordt definitief met On My Feet, de titel noemen is eigenlijk genoeg, een slottrack op ouderwets niveau. En zo blijft deze luisteraar en oude fan toch weer mild gestemd achter, maar het is van korte duur.
(door Ludo)