Disco Inferno – The 5 EPs

Disco_Inferno_radar[cd, One Little Indian]

Eerst wilde ik deze compilatie gewoon in het Schaduwkabinet onderbrengen, maar ik werd overmand door nostalgie bij het horen van deze muziek. Nu ons Hotel Nostalgia geopend is, heb ik besloten daar een kamer te boeken.


 Di-go-fotoHet is 1989, het jaar dat ik eindexamen doe en naar Amsterdam verkas. In mijn begin jaren daar luister ik vooral nog naar bands als Joy Division, The Cure, Pixies en Dead Can Dance. Gelukkig is ook mijn cape meeverhuisd naar de grote stad. Een band die zich na een jaar of 3 aandringt en perfect in mijn muzikale wereldje past is de in 1989 opgerichte Britse band Disco Inferno met hun heerlijke debuut In Dept (1992), die met hun duistere indierock op moderne en experimentele wijze wel aansluit bij Joy Division. In eerste instantie is het een viertal, maar Daniel Gish verplaatst zijn muzikale bezigheden al snel naar een andere niet mist te verstane band Bark Psychosis. De overgebleven leden Ian Crause (gitaar, zang), Paul Willmott (bas) en Robert Whatley (drums) gaan “vrolijk” verder. Nadat ze hun debuut hebben afgeleverd is er een duidelijke behoefte meer te brengen dan een goed vervolg op het verleden. De band besluit samples toe te voegen aan hun geluid. In 1994 verschijnt dan hun tweede cd D.I. Go Pop, een behoorlijk verwarrende titel. Aan de ene kant schuiven ze met hun geluid inderdaad iets meer de pop-kant op, maar compenseren dit ruimschoots door de vele smakelijke en soms complexe samples en de loodzware Joy Divison-achtige baspartijen. De zang doet wel denken aan die van The Blue Aeroplanes en is pakkend, licht en een tikkeltje monotoon. Je hoort songs vergezeld van cameraklikken, spelende kinderen, natuurgeluiden, glas dat stuk geslagen wordt en andere zaken uit het echte leven. Dit album wordt hun magnum opus, want alles klopt hier. Ze worden hun eigen referentie. Daarna vallen ze enkel uiterst succesvol in de aangename herhaling.
Ik tref de band iets daarna (ik denk tijdens Tegentonen in 1995) in de bovenzaal van Paradiso. Ze zijn bloednerveus en ik vraag ze wat er aan de hand is. Het blijkt dat een deel van hun apparatuur gestolen is en ze een beetje moeten improviseren. Een ander euvel is dat ze alle samples aan de drummer gekoppeld hebben. Hij moet nu de samples aansturen door op bepaalde delen van zijn drumstel te meppen. Als ze eenmaal beginnen weten ze, zij het op onwennige wijze, een enorme sfeer neer te zetten. De samples draaien een beetje in de soep, maar zelfs dat heeft zijn charme. Op stuntelige wijze laten ze horen aan het welwillende publiek wat ze graag hadden willen laten horen. Ze proberen er samen met het publiek uit te komen en dat lukt ze. Intiemer en persoonlijker dan dat krijg je het zelden. Het feit dat het concert an sich dan niet zo geslaagd is doet er eigenlijk niets aan af. Wij waren bij een band die wat nieuws wilde The-5-EPsproberen. Iets waar ze op cd met vlag en wimpel voor slagen. Het is een band waar het zindert. Het concert is me altijd bijgebleven.
Na D.I. Go Pop volgt nog de prima cd Technicolour (1996), uitgebracht nadat de band alweer uit elkaar is. Tussen al hun albums door geven ze nog diverse uitstekende mini’s uit, die bepaald niet onderdoen voor de muziek op hun album. Deze worden nu gebundeld op The 5 EPs. 15 klasse songs van hun prille wave-begin tot hun vroege indierock-einde. Dat brengt alles weer even boven. Ik ken geen band die klinkt zoals Disco Inferno. Ken je ze helemaal niet, dan kan ik ze van harte aanbevelen!

Hier vind je wel enig luistermateriaal!

door Jan Willem Broek

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.