De Dag Dat Popjournalistiek Zijn Onschuld Verloor

Mooooney 

Noem me naïef, wereldvreemd. Dat Guuz Hogaerts 20 cent per woord vangt om een concert te recenseren? Ik had het niet verwacht. Dat ook Alex van der Hulst en Koen Poolman rond de vijftien cent aftikken? Donderslag bij heldere hemel. Het klinkt gek, maar sinds ik twintig jaar geleden mijn eerste onzekere stappen in de popmuziek zette heb ik nooit over popjournalistiek gedacht als product. Als iets dat verhandeld wordt op de vrije markt.

Ja, ooit – in 2007 – schreef ik  stukjes voor de toenmalige webzine Subjectivisten. Guuz Hoogaerts schreef voor ons. Norbert Pek wilde, met vriendin, best afreizen naar Belle and Sebastian. Geld? Was niet nodig, maar een goede sneer van Theo Ploeg op de recensie zou fijn zijn. En ook Guuz Hoogaerts wilde uiteindelijk wel iets schrijven. Als Theo Ploeg maar uit de bocht zou vliegen. Nachten lag ik er wakker van. Uiteindelijk verliepen de conversaties soepel. Goed, de verhalen over de enorme gages die journalisten vroegen om een paar woordjes te schrijven, kwamen me ter ore. Veel aandacht besteedde ik er niet aan, die excessen van de schrijfcultuur.

Popjournalistiek? Stond bij mij voor eerlijkheid, voor oprechte liefde voor muziek, misschien zelfs voor een beetje verzet tegen de alsmaar commerciëler wordende wereld. Naïef? Wereldvreemd? Natuurlijk! Maar een mens heeft dromen nodig, nietwaar? Dat de onschuld, de oprechtheid van Nanne Tepper begin jaren negentig in een jaar of twee naar de kloten werd geholpen door de tekstindustrie? Dat wist ik wel. Dat er in de hogere regionen van de muziekbladen witte mannen van middelbare leeftijd zitten met dollartekens in de ogen? Ook dat wist ik.

Maar Guuz Hogaerts en Norbert Pek geldwolven? Nee. Dat leek me onvoorstelbaar. Guuz sprak ik ooit in een hotelkamer in Kopenhagen over Zen Arcade van Hüsker Dü. De tranen stonden in zijn ogen terwijl hij vertelde hoe dát album z’n jeugd, ja, z’n leven veranderde. Oprechte emotie, écht waar. Waar ging het mis met Guuz? Zo’n anderhalf of twee uur recenseren op Pinkpop? Levert toch mooi honderd euro per band op. En dan ga ik er gemakshalve vanuit dat de helft van die honderd euro naar derden gaat. Tuurlijk, Guuz en Norbert behoren tot de absolute top. Ze zijn gewild. In de zomermaanden wil iedere blog en blad ze hebben. En tja, dan doet de markt z’n werk.

Maar waar houdt de markt op en begint de liefde voor muziek? Bij OOR dat in Nederland zowat het monopolie heeft op interviews en recensies? Bij 3VOOR12 dat tijdens de opening van Pinkpop nog fulmineerde tegen de voorgenomen BTW-verhoging in de kunstsector? Bij de organisatoren van Subbacultcha die met slimme marketingtrucs hun clubavonden binnen een paar dagen laten uitkopen? Bij de charlatans van het grootste ‘underground’-blog van Nederland, Subjectivisten?

Misschien hebben onze regering en staatssecretaris Halbe Zijstra het juist gezien. Cultuur, kunst, pop? Dat is niet meer dan het verkopen van beleving, van namaakauthenticiteit, van nepemoties. En daar hoeft de overheid niet aan mee te betalen. Kan de blogosfeer immers prima alleen af. Guuz Hogaerts en Norbert Pek geven het voorbeeld, weten we nu. Met dank aan Theo Ploeg. Zonder zijn loslippigheid wisten we immers niets van al die centen. Popjournalistiek heeft zijn onschuld verloren. Althans, voor mij.

door Joost Heijthuijsen

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.