[cd, Tonefloat]
Je hebt van die muziekprojecten die door de jaren heen steeds op blijven duiken, sterke releases uitbrengen, werken met bekende artiesten en toch de grote onbekende blijven. Ik heb het gevoel dat dit ook een beetje het lot is dat Bass Communion te wachten staat. Dit is het (zij)project van Steven Wilson, die natuurlijk veel meer bekendheid geniet met zijn band Porcupine Tree. Toch blijft Steven met deze uitlaatklep geheel zijn eigen, niet eenvoudige en vaak niet eens populaire koers varen en dat valt te prijzen. Sinds 1998 brengt hij met enige regelmaat albums uit, al dan niet in samenwerking met Robert Fripp, Muslimgauze, Theo Travis, Vidna Obmana, Freiband, Fear Falls Burning en Pig. Wilson brengt veelal duistere muziek die bestaat uit drones, ambient en veldopnames. In zijn beginjaren zitten er nog meer elektronische geluiden doorheen. Zijn nieuwste cd Cenotaph, waarmee hij als ik goed tel alweer zijn negende studio album aflevert, bevat vier breed uitgesponnen tracks die tussen de 17 en 21 minuten duren. Bass Communion grossiert overigens in de lange composities. Wilson houdt er namelijk van de luisteraar in vervoering te brengen met zorgvuldig opgebouwde muziek. Dat doet hij op deze nieuweling, waar hij naar eigen zeggen teruggrijpt op één van zijn beste cd’s Ghost On Magnetic Tape (2004), helemaal op fraaie wijze. De albumtitel “Cenotaph” ofwel grafmonument past als een handschoen. Niet alleen is de muziek heel duister en klinkt het soms alsof het vanuit holle ruimtes komt, de composities zijn ook behoorlijk monumentaal geworden. Wilson brengt drones, glitches, veldopnames, duistere ambientsoundscapes en zware, maar gedempte beats. Deze ingrediënten serveert hij in wisselende combinaties, om er vervolgens gelaagde muziekstukken van te brouwen. Deze lagen lijken dikwijls in tegenovergestelde richting van elkaar te draaien, wat een enorme diepgang geeft. Het is als die imposante ronddraaiende donkerpaarse wolkenpartijen die je zo nu en dan boven je hoofd ziet kolken. In die gitzwarte klanklandschappen duiken soms de beats op, die dan ook vaak weer wegebben. Tussendoor hoor je verder van alles, van spookachtige stem- en orkestflarden tot natuurgeluiden. Overigens is het een absolute must dit alles onder de koptelefoon te ondergaan, want dan komen alle elementen het beste uit de verf. Doordat alles op rustige wijze wordt opgebouwd gaat er door het repeterende en langzaam evoluerende karakter van de muziek een heerlijk hypnotiserende werking uit. Het geheel is een soort kruisbestuiving geworden van Celer, Thomas Köner, Markus Guentner, Biosphere, The Caretaker en Vidna Obmana. Het is groots, meeslepend, filmisch, biologerend en bij vlagen overrompelend mooi. Een van de beste Bass Communion releases tot nu toe, die nog lang zal nadreunen.
door Jan Willem Broek