50 x 90: 46. Luke Slater – Wireless (1999)

Jaarlijstjes sjmaarlijstjes, ik ga gewoon door met het 50×90 lijstje. Het laatste jaar alweer, 1999. Nog vijf platen te gaan… Luke Slater mag de laatste periode aftrappen.


Slater_luke Nog bepaald geen sinecure, het schrijven van een stukje over Luke Slater terwijl je alleen maar gemiste platen uit 2010 wil luisteren. Ik las laatst op Twitter dat oud-Sub Guuz Hoogaerts zijn recensies kan schrijven met heel andere muziek op de luidsprekers/koptelefoon, maar dat lukt me echt voor geen meter. Dus iets over Wireless tikken terwijl ik alleen maar wil luisteren naar Hooded Menace en de laatste Scorn is echt geen succes. Hooded Menace, man o man, wat een coole band! Muziek waar ik helemaal plat voor ga, oude school doom/deathmetal, geen noot origineel maar o zo goed. Mooi hoe ze oude Death, Autopsy, Winter, oude Paradise Lost en Cathedral samenbrengen; zo verslavend als paprika chips en bijna even lekker. Dat wordt smullen op Roadburn in april; en natuurlijk ook direct een Hooded Menace hoodie kopen, da's logisch.

En eerlijk is eerlijk: het luistert veel lekkerder weg dan Luke Slater. Ik heb Wireless ergens in 1999 gekocht terwijl drum'n'bass/dance steeds minder belangrijk voor me begonnen te worden. Overgehaald door een goede recensie in Oor toch gekocht, door adjectieven als "donker" en "electro" en "zwaar" en meer van die dingen, en wat me vooral erg bijstaat is dat ik dit soort muziek toen vooral heel erg goed wilde vinden. Waarom? Is me niet meer helemaal helder. Kijk, ik was hoe dan ook nog een onwetende wat betreft techno en electro (nog steeds trouwens), al mijn goed bedoelde pogingen ten spijt. Ergens in die zoektocht naar nieuwe muziek heb ik me in mijn hoofd gezet dat deze stromingen me moesten aanspreken, maar wist ik veel waar te beginnen? Dat is ook direct het grote verschil met Hooded Menace, waarvan ik de openingsnoten hoor en ik direct weet dat het goed zit. Omdat het appelleert aan de Bas van 14 jaar, naïef en onbevangen en nauwelijks een muzikaal referentiekader. Bijna een emotionele band mee, dat doom/death genre, merk ik bij het luisteren van Hooded Menace. En dat is een hemelsbreed verschil met Luke Slater, waarbij ik op rationele basis een keuze heb gemaakt en ben gaan luisteren.

Ik heb het ding best vaak beluisterd. Ik vond hem goed, fascinerend, maar ik ben er nooit echt "in" gekomen. Maar toch stug doorluisteren hè, niet opgeven. Voor hetzelfde geld valt het kwartje plots wel heel hard. Zou mooi zijn geweest, maar nee. Nooit heb ik een echte connectie gekregen met Wireless. Dat zijn dan van die platen die in je kast verdwijnen, en als je ze dan ziet staan denk je "oh ja, goede plaat" maar je hebt eigenlijk nooit goesting om hem op te zetten. Jaren niet gedaan. Bij hernieuwde beluistering kom ik eigenlijk nog tot precies dezelfde conclusie: goed, fijn, stoomt lekker door, maar het dringt niet dieper door dan wat oppervlakkig gekras met een te lang niet geknipte wijsvingernagel.

Is-ie dan slecht? Helegaar niet. Het is een nietzeggende term, ik weet, maar Wireless is een heel coole plaat. Geweldig geluid, heerlijke beats, machinale funk, bedwelmende electro, het klopt allemaal nog steeds. Het is donker, vuil, dreigend, muziek voor in een nachtclub waar je nooit durft te komen. Qua vorm staat het als een huis. Maar het is de inhoud waar stagneert. Slater heeft geen nummers gecomponeerd, het is een verzameling coole geluiden zonder veel lijn. Wireless kenmerkt zich door een vrijwel compleet gebrek aan opbouw en melodie, het wordt BAM! zo op je bord gesmeten en daarmee moet je het doen. Niet genoeg voor mij. Één of twee tracks achter elkaar – drie als ik in een gulle bui ben – en dan is de koek alweer ver op. Een overdaad aan breakbeats en electro met hier en daar wat melodie, zonder dat het album als geheel ook maar ooit echt als een geheel klinkt.

Ik dacht vooraf dat mijn gebrek aan connectie zou liggen aan het feit dat ik niet met techno en aanverwanten groot ben geworden, of dat ik gewoon wat genoeg begon te krijgen van "gewone" beats/drum'n'bass/dance, maar het ligt uiteindelijk gewoon aan Slater en zijn plaat zelf. Een beetje lijn in composities vind ik niet overdreven, of je moet volledig voor de vrijheid en improvisatie gaan. Maar waarschijnlijk is het gewoon een combinatie van alledrie die factoren, want ik ga toch echt harder op Hooded Menace (of die laatste Scorn, ook weer erg fijn! En dan ook nog allebei op Roadburn!), en als ik ga kijken wat nu nog moet komen in deze serie is het ook wel een laatste pure dance oprisping. Dus. Neemt niet weg dat ik de eerstvolgende keer dat ik dj mag spelen wel trots 'Sum Ton Tin' erin ga gooien, want dat is met afstand de coolste track op deze fijne verzameling coole geluiden.

(Bas Ickenroth)

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.