Uitgelicht: Swans – To Be Kind

Swans-tobekind[2cd, Young God]

Dat Michael Gira (Skin, World Of Skin, The Angels Of Light, Body Lovers/Haters) al 60 jaar is hoor je absoluut niet terug in de muziek van zijn Swans. Of het moet de ervaring en visie zijn die zijn vakmanschap steeds aanscherpt, waardoor hij je keer op keer van de sokken weet te blazen. Nadat de Swans na 13 jaar van schijndood in 2010 weer tot leven komen, is de aanpak van Gira harder, grootser en meer apocalyptisch dan ooit. Het album My Father Will Guide Me Up A Rope To The Sky dat jaar is een monumentaal werk. Twee jaar later komt hij en de zijnen met The Seer, waarop ze je twee uur lang volledig weten te absorberen met hun overdonderende geluid. Het is het meest omvattende, breedste Swans album tot dan toe, een optelsom van ruim 30 jaar muziek aangevuld met allerlei nieuwe ideeën en moderniteiten. Een magistraal meesterwerk dat ook hoog in mijn jaarlijst eindigt. Normaal gesproken zou je zeggen dat de bovengrens dan bereikt is, maar dan onderschatten we het geniale brein van Michael Gira.

 



MichaelgiraTo Be Kind is het volgende hoofdstuk van de Swans. Op de één of andere manier zet je zonder te luisteren al vraagtekens bij die titel. Toch opent de cd met “Screen Shot” relatief rustige muziek, die een soort uitgebeten maar uiterst subtiele avant-blues vormen. Er zit zelfs een behoorlijk psychedelische sound achter. In de staart mondt het wel uit in een dreigende bak noise. Ook “Just A Little Boy (For Chester Burnett)”, waar hij maar liefst 12,5 minuut voor uittrekt, begint met nachtelijke, psychedelische blues en Americana. Maar de donkere wolken pakken zich toch al snel samen, alleen al door die sinistere atmosfeer. Ook hier zit het venijn tegen het einde, al ben je al totaal gebiologeerd door het meeslepende geluid dat in een David Lynch film niet zou misstaan. In “A Little God In My Hands” hoor je ouderwets rudimentaire bas- en percussiegeluiden, maar die worden hier behoorlijk ritmisch, dubby en funky gebracht. De track is rijk gedetailleerd en een bevat ondanks de jengelende zang een half ontspannen swing. Dan komt de brute 34 minuten durende “Bring The Sun/Toussaint L’Ouverture”, dat half uppercut half leverstomp is. Er wordt namelijk meteen keihard op los gebeukt, om je vervolgens op een soort filmische trip vol psychedelica mee te nemen die het midden houdt tussen Pink Floyd en Set Fire To Flames. Uiteindelijk mondt het eerste stuk zo ongelooflijk hard uit, om halverwege even superpsychedelisch en experimenteel te worden. Dat houdt een tijdje aan maar is stilte voor de storm. Het eindigt werkelijk in splijtende noise. Zo overdonderend, dat kippenvel en adrenaline hier pieken. Het vijfde nummer “Some Things We Do” is een prachtig duet met Little Annie. Een rustig, maar zwartgallige ballad met een unheimisch gevoel.

Potverdikke, dan heb je er “pas” 67 minuten opzitten en nu al overtuigd dat dit één van de beste Swans platen is. Gira maakt meer gebruik van zijn stem en gaat van bijtend naar bezeten en van poëtisch naar op je gezicht timmerend gebulder. Hij presenteert zich als de poëet, de sjamaan, de door de duivel bezetene, de geniale krankzinnige, de boosaard en de liefdevolle brompot. Ook heb je het gevoel dat er geen klank teveel wordt gespeeld. Rauw en effectief en meeslepend en hard, maar steeds goed te volgen. De line-up bestaat hier weer uit gitarist Norman Westberg (Swans lid van het eerste uur!), gitarist Christoph Hahn (latere Swans, The Angels Of Light), drummer Phil Puleo (Cop Shoot Cop, latere Swans, The Angels Of Light), bassist Chris Pravdica (Flux Information Sciences) en drummer, toetsenist Thor Harris (Shearwater, The Angels Of Light). En uiteraard is erelid Bill Rieflin (Ministry, R.E.M.) hier ook weer op diverse instrumenten te horen. Tevens is er weer een lange gastenlijst waarbij de namen van Little Annie, St. Vincent en Julia Kent meteen opvallen.

Tobekind2cdSchijf twee is met 54 minuten een stuk korter. Sjonge wat een boel muziek! Opener “She Loves Us” klinkt als Wovenhand met een duistere swing en weet je 17 minuten lang bij de strot te grijpen. Gira gaat hier werkelijk als een bezetene te keer. In “Kirsten Supine” klinkt hij weer bedaard. De logge, onheilspellende muziek brengt ook een soort quasi rust met donkere tot de verbeelding sprekende muziek, die wel enigszins aan Godspeed You! Black Emperor verwant is. Dat wil zeggen tot de noise en de beukende, typische Swans geluiden het weer overnemen. “Oxygen”, ja lekker! Nee zo heet de volgende track. Het is een vrij kakofonische mix van funk, hardcore en avant-garde; alsof The Birthday Party de Red Hot Chili Peppers en Fugazi op bezoek krijgen, terwijl de flink lawaaiige brassband van Foetus op de achtergrond speelt. Acht minuten lang heerlijke geluidsterreur, ja ook dat vind je hier terug. De vierde track “Nathalie Neal” opent met mantra-achtige zang en andere tribale stemmen. Eén van de stemmen lijkt een geit te lokken. Na wat dulcimer geluiden gaat het op zo’n 4 minuten pas echt los met machtige luide muziek om rond de 9 minuten tot stilstand te komen en nog een minuutje op fluisterende wijze na te kabbelen. Tot besluit volgt dan de titeltrack die weliswaar vrij sereen is met rustige zang, maar ijzingwekkende, droefgeestige atmosfeer hakt erin. Halverwege wordt dit verstilde op wrede wijze doorbroken met zeer imponerende en krachtige noise erupties. Dan is het voorbij.

Ik kan eigenlijk enkel stil zijn van zo’n haast aan het onmenselijk grenzende ervaring. Wat een meeslepend magistraal meesterwerk! Als dat niet menig jaarlijstje haalt, dan weet ik het ook niet meer.

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.