Farmers Market – Surfin’ USSR
(verschenen op Ipecac)
‘Does humour belong in music?’ vroeg Frank Zappa ooit. Te oordelen naar de songtitels van de nieuwe cd van deze Noorse/Bulgaarse band kan het antwoord alleen maar bevestigend luiden. Was op de vorige cd nog een mooie Beatles-ode te horen met de titel ‘Less Paul, More John’, op ‘Surfin’ USSR’ mag je het doen met titels als ‘From Prussia With Love’ en ‘Anyone Who Remembers Vladiwoodstock Wasn’t There!’. Het fijne nieuws is dat de muzikale verrichtingen van de band beter dan ooit op cd zijn vastgelegd, zonder dat je als luisteraar overdonderd wordt door alleen maar muzikale virtuositeit. Want spelen, dat kunnen ze bij Farmers Market. In duizelingwekkende maatsoorten in sneltreinvaart word je overweldigd door muzikale quotes van bijna-vergeten jaren ’80 hits, James Bond-thema’s en een wirwar aan muzikale stijlen van over de hele wereld, en dat allemaal het liefst binnen één enkel nummer. Waarmee ook meteen de zwakke plek van deze band is genoemd: information overload. Gelukkig is de dosering van ‘Surfin’ USSR’ stukken beter dan op voorgaande cd’s en wordt er bij tijd en wijle even gas terug genomen, om vervolgens weer op te bouwen naar een duizelingwekkend stukje Bulgaarse folk in sneltreinvaart. Sterkste troef is bandleider Stian Carstensen, die op meerdere instrumenten de sterren van de hemel speelt, waarbij uitstapjes richting Amerikaanse folk veel beloven voor de toekomst. Nog even en ze zijn echt volwassen.
door Eric van Rees
“Geef de mensen wat ze willen”, een credo waar Ivo Papazov naar handelt, getuige de jazzset voor een zaal vol westerlingen in afwachting van mad chops in Eindhoven en een serie horo’s voor een zaal vol dansgrage Bulgaren even later in Utrecht, de laatste keer dat Papozov en zijn Trakya band Nederland aandeden. Na blootstelling aan Papazov’s muziek, vele jaren geleden, besloten Stian Carstensen en zijn Trondheimse fusionjazzband Farmers Market acuut van stijl te veranderen en dat credo lijkt ook overgenomen. De vorige cd verscheen op het deftige Winter & Winter label en was ook een stuk minder gek dan het dáárvoor verschenen album Musikk Fra Hybridene, wat werkelijk alle kanten op ging. Nu, op het label Ipecac van genrehoppers-afgod Mike Patton, maakt bandleider Stian Carstensen het op Surfin’ USSR weer een stuk bonter. Het genre bruiloftsmuziek is van nature al een allegaartje van lokale tradities, sporen van Turkse overheersing, jazz en zigeunerinvloeden die terugvoeren naar India. Noren hebben echter een groter en ander invloedenspectrum dan de onder communistisch dieet opgegroeide Bulgaren en het is niet meer dan logisch dat er werkelijk van alles passeert. Immer in hoog tempo, maar altijd op een of andere manier logisch. Op de ritmesectie van Finn Guttormsen en Jarle Vespestad (tevens actief in Supersilent) na is het enkel Stian die op alle nummers meespeelt, op een van de vele instrumenten die hij inmiddels op ziekmakend virtuoos niveau beheerst (accordeon, gajda, banjo, kaval, gitaar, pedalsteel). Gitarist/crooner Nils Olav Johansen speelt slechts sporadisch mee en saxofonist/muntboer Trifon Trifonov doet ook bescheiden een stap terug ten faveure van Bulgaarse clarinetlegende Filip Simeonov. Surfin’ USSR is een achtbaan van tempo’s en notenreeksen, waarin heel veel vernuftig zit vervlochten. Veel Bulgaarse thema’s die elke ‘Stambolovo’ band in z’n repertoire heeft maar ook een Zweedse songfestivalliedje, jazzlicks die Trifon heimelijk van de kortegolf heeft opgepikt en een buitengewoon zwoele versie van Ferry Cross The Mersey, maar dan in het Bulgaars en voorzien van botergeil pedalsteelspel en James Bond strijkje. James Bond, naast de Bulgaarse folk, is de rode draad over het hele album. Geraffineerder en humoristischer dan 99 % van de hak-op-de-tak bands en de Balkan Beats rage, maar door het hoge tempo en complexe maatsoorten ook een stuk hermetischer voor iemand niet ingevoerd in de Thracische bruiloftstraditie, maar ook voor de luisteraar geldt: oefening baart kunst.
door Martijn Busink
Twee weken geleden: Relax
Met Farmers Market heb ik een haatliefde verhouding, wat over het algemeen betekent dat het een band is die interessante muziek maakt. Alleen ik kan het gewoon niet altijd verdragen van deze Noors/Bulgaarse unie. De vorige, gelijknamige cd op Winter & Winter stamt alweer uit 2000. Dat vind ik een beauty! De nieuwe met de koddige titel Surfin’ USSR verschijnt op het Mike Patton label Ipecac, waardoor ik een blinde aankoop wel aandurf. Mijn eerste reactie is dat het een miskoop is. In het vijfde nummer hoor ik gelukkig weer de Bulgaarse vrouwen zingen. De vader van Martijn -zo heb ik me laten vertellen- gromt dan altijd “Bulgaren? Notenneukers”. Welnu, als er één binnen de groep is die behoorlijk noten aan neuken is, dan is het de Noorse frontman Stian Carstensen wel. Deze geniale rakker verplettert nogal wat records op onder meer gitaar, banjo, kaval, tarambouka, bas, gajda, drums en accordeon; wat een tempo en virtuositeit. Maar in eerste instantie niet om aan te horen. Adhd-folkrock waarbij de ritalin niet aan te slepen valt. Alsof je een Bulgaarse bruiloft meemaakt in een slapstick versie. Zelfs als je denkt dat het niet sneller of knapper kan, gooien ze er ongeremd nog een schep bovenop. Nee jongens, stoor je maar niet aan de luisteraar, als jullie maar je ei kwijt zijn! Wat een stress krijg je hiervan. Ren & Stimpy muziek.
Nu: Stress
Nu heb ik zelf stress, niet door Farmers Market. Gewoon druk op het werk, mijn hoofd loopt ommer dan ooit. Ineens heb ik ontzettend veel zin om die nieuwe cd te draaien. Nu hoor ik veel meer hetgeen waar het om draait. Het bevat namelijk ontzettend veel humor en geniaal verpakte quotes uit de pophistorie. Zo hoor je onder meer muziek uit een James Bond film en van Ennio Morricone of een deel van “My Way”. Dat alles flink gedoopt in een Bulgaars sausje, hoewel een deel ook te herleiden is naar Turkije, jazz, blues, folk, metal en zigeunermuziek. De combinaties van al die stijlen blijkt erg goed te werken, zoals de briljante metal-achtige Balkanpret in “To Hell And Baku”. Maar een heel uur lang deze muziek draaien blijft een uitdaging. Toch merk ik dat ik er nu meer relax van raak. Het is een band van ongekend niveau en met een unieke sound. Het heeft wel wat weg van een Balkan-variant op Naked City. Die konden ook in 40 seconden 40 tempo- en ritmewisselingen kwijt. Dit is een groeiplaat, maar dan in de zin dat de luisteraar moet groeien om dit te kunnen volgen. Als toetje krijg ik ook nog eens een tweede nummer van de Bulgaarse zangeressen. Pure, onversneden klasse!
door Jan Willem Broek