Als je zoals ik ruim 500 nieuwe releases in een jaar te verstouwen krijgt, levert dat aan het eind altijd weer een hoop gedoe op met de jaarlijstjes. Ik klaag niet hoor, want het is op vrijwillige basis pijn lijden en de waarde van zo’n lijst is hoogstens die van een goede, persoonlijke tiplijst. De mooiste release dit jaar is zonder twijfel mijn vierde en tevens laatste kind (zoon). Qua muziek is 2011 een jaar van een regelmatig hoog niveau, met maar een paar echte uitschieters. Ik heb een selectie van 100 albums, die kwalitatief vaak dicht tegen elkaar aanschuren, waarbij de overige nieuwe cd’s hierbij niet gediskwalificeerd worden. Het is een combinatie van wat ik thuis en in mijn radioprogramma Senzor het vaakst heb gedraaid, platen die me het meest geraakt hebben dan wel opgevallen en bijgebleven zijn en die ook al in één van 282 Caleidoscoop recensies of het Schaduwkabinet de revue hebben gepasseerd. Er zitten zowel albums tussen van het begin van dit jaar als albums die net uit zijn; soms weet je het gewoon heel snel. Ik heb in principe geen mini’s meegenomen in de eindlijst.
Onderstaand vind je de TOP20 met luisterfragmenten en een toelichtingen, die deels overgenomen zijn uit mijn recensies dan wel weeklijstjes uit het Schaduwkabinet. Doe ermee wat je wilt zou ik vooral zeggen!
Dank wederom aan iedereen die mij gesteund, gelezen, bevoorraad, becommentarieerd of beluisterd heeft! Ik wens iedereen een fijn, gelukkig, gezond en luisterrijk 2012 toe!
01. Blueneck – Repetitions
[cd, Denovali/Perfect Storm]
Op hun eerste twee cd’s vormt Blueneck het fraaie midden tussen Godspeed You! Black Emperor, Mogwai, Sigur Rós, Mono, 65daysofstatic, Radiohead en Slowdive. Postrock die prachtig ondersteund wordt door piano, strijkers en af en toe zang, maar die ook imponerende epische stukken kent. Nu zijn ze terug met hun derde cd, waarop ze 9 verbluffende tracks presenteren. Ze zijn meer de liedjeskant opgeschoven door overal uiterst breekbare zang aan toe te voegen. Het klinkt haast alsof Talk Talk, Glissando en The White Birch samen een postrock band zijn begonnen, waarin de eerder genoemde bands ook deels terug te horen zijn. De fragiele en uiterst droefgeestige liedjes vol piano, cello, synthesizer, orgel en gitaren bouwen op filmische en ambientachtige wijze de spanning op, die ze soms even laten exploderen. Op die momenten brengen ze zoveel overweldigende schoonheid dat het bijna pijn doet. Luister alleen al naar de bloedstollende, aan de grond nagelende tracks “Ellipsis” en “Sawbones” en je bent verkocht (ja of helemaal niet). Melancholische krachtpatsers. Blueneck komt met een meesterwerk dat mijn jaarlijstje denk ik wel gaat halen!
Nou en hoe! Het is een album dat mijn systeem niet meer uit is gegaan! Een overrompelende emotietrip. Luister om te beginnen maar eens naar de tracks “Sawbones” en “Ellipsis”.
Luister Online bij YouTube:
Pneumothorax
Sawbones
Venger
Sleeping Through A Storm
Ellipsis
Barriers Down
The Last Refugee
02. Tu Fawning – Hearts On Hold
[cd, Provenance/City Slang/Konkurrent]
Mijn allereerste cd van 2011 is afkomstig van de groep Tu Fawning, die in 2007 is opgericht door Corrina Repp (zang, gitaar, piano, percussie) met al diverse solowerken op haar naam en Joe Haege (zang, gitaar, piano, samples, percussie) van 31knots en Menomena. Beide artiesten willen eens een ander pad inslaan. Ze worden kort na de oprichting aangevuld door Liza Rietz (piano, viool, achtergrondzang, percussie) en Toussaint Perrault (trompet, trombone, percussie, achtergrondzang). Na een epee komt het kwartet nu eindelijk met het debuut Hearts On Hold op de proppen. Wat al heel snel duidelijk wordt is dat deze cd een unieke totaalbelevenis is. Het is eindelijk weer eens een plaat waar je jezelf in wilt vastbijten om niet meer los te laten en die je keer op keer wilt draaien. De muziek bevat werkelijk van alles dat als een fraai patchwork wordt ontvouwen. Ze weten continu de spanningsboog omhoog te houden. Dat doen ze met tribale percussie, postrock gitaren, folk en jazz ingrediënten, theatrale en cabaret elementen, jaren 70 singer-songwriter pareltjes, duistere wave, sfeervolle blaaspartijen en pakkende zang al dan niet meerstemmig gebracht. De muziek waaiert uiteen van de jaren dertig tot nu en verrast continu door de eigenzinnige inkleuring. Ondanks het rijk geschakeerde klankpalet weten ze een consistent geheel neer te zetten dat prettig donker melancholisch en bovenal tijdloos is. De invloeden, voor zover aan te wijzen, lopen uiteen van Tom Waits, Dresden Dolls, Kinks, Portishead, Syd Barrett en Liars tot aan Misophone, Godspeed You! Black Emperor, Warpaint, Low, Get Well Soon, Akron/Family en Fire On Fire. Een hele waslijst, maar de muziek van Tu Fawning laat zich ook niet zo gemakkelijk vangen. Het is muziek waarin je steeds weer iets in ontdekt, muziek waar je steeds meer verslaafd aan raakt. Als deze release de toon zet voor 2011, dan zal het een subliem muziekjaar worden. Ik durf me nu nog helemaal niet te branden aan jaarlijstjes, maar laat ik zeggen dat ik hoop dat dit album niet vergeten gaat worden aan de eindstreep. Luister alleen al naar het bevreemdende “I Know You Now” en je begrijpt dat deze band werkt vanuit een parallel, mysterieus universum. Sublieme, tijdloze totaalplaat!
03. Other Lives – Tamer Animals
[cd, Tbd]
Een paar jaar terug debuteert Other Lives nog met de zeer fraaie gelijknamige cd en daarvoor weer brengen ze als Kunek ook al een prachtige cd uit. Beide releases maken duidelijk dat we ooit sensationele muziek van deze band mogen verwachten. Dat is nu een feit op hun nieuwe cd. Het kwintet brengt een stemmige mix van Americana, pop, filmmuziek, altcountry, neoklassiek en folk. Pakkende zang gaat hand in hand met sterke composities die uitgevoerd worden met viool, cello, piano, gitaar, harmonium, orgel, trompet, hoorn, bas, percussie en klarinet. Rijke nummers, waarbij vele een tijdloos karakter hebben. Denk aan een prachtige kruisbestuyiving van Ennio Morricone, Radiohead, Get Well Soon, Bon Iver, Fleet Foxes, Bodies Of Water, Efterklang, Sufjan Stevens, Brian Wilson en Steve Reich. Ik denk dat dit wel eindejaarlijstjesmateriaal is.
Zo zie je maar weer, soms is het snel beslist!
Luister Online bij YouTube:
As I Lay My Head Down
For 12
Weather
Dark Horse
04. Half Asleep – Subtitles For The Silent Versions
[cd, Humpty Dumpty Records/Unique Records]
Half Asleep is het project van de Belgische Valérie Leclercq en een klein beetje van haar zusje Oriane. Ze debuteert in 2003 met de cd-r Palms & Plums, uitgebracht op het Another Record label. Hierop wordt al snel duidelijk dat dit een heel bijzondere singer-songwriter is, die droefgeestigheid op intieme wijze tot kunst weet te verheffen. In 2004 volgt er nog een cd-r op Hinah, te weten Just Before We Learned To Swim. Deze eindigt heel hoog in mijn eindejaarslijst. In 2005 wordt deze als cd heruitgegeven op Matamore. Datzelfde jaar verschijnt haar wederom verbluffende (We Are Now) Seated In Profile, die ook hoog in mijn jaarlijst eindigt. Valérie brengt op intieme en bedachtzame wijze singer-songwritermuziek met piano, akoestische gitaar en soms drums. Daarbij zingt ze op bijna fluisterende wijze, al dan niet met haar zusje. Ondanks het introverte en fragiele karakter heeft de muziek een enorme impact. Het is muziek om dieper over mooie dingen na te denken of gewoonweg gedachteloos weg te dromen. En of je het nou singer-songwritermuziek, folkrock, droompop, sadcore of licht experimenteel noemt, het is en blijft hemels. De melancholie druipt door de betoverende melodieën heen. Hierna is het lange tijd stil, op een split-lp na. Nu, zes jaar later komt ze dan eindelijk met haar vierde album Subtitles For The Silent Versions op de proppen. Onder meer een studie in de VS hebben de muzikale resultaten wat vertraagd, maar het is het wachten meer dan waard geweest. In de basis is de muziek ongewijzigd, hetgeen inhoudt dat je nog steeds adembenemende, intieme en bovenal melancholische songs krijgt waarbij piano, gitaar en de indringende fluisterzang de dienst uitmaken. Aan de andere kant is plaat meer uitgesproken geworden en tevens een haartje extroverter dan voorheen. Er zijn hiervoor meer gasten dan ooit aangetrokken om de muziek op prachtige wijze in te kleuren. Naast Valérie (zang, piano, gitaar, fluit, percussie, bas, noise, cimbalen, keyboard) geven Oriane (zang), Isabelle Casier van Pollyanna (zang), Thomas Boudineau (trombone, zang), Delphine Dora (zang), Julien Angel (zang), Cécile Schott van Colleen (viola da gamba, klarinet), Thomas Vatant Antonelli (fluit), Justin Gistelinck (trompet), Frédéric Ameel (e-bow bas, bas), Vinciane Stenmans (zang) en Michel Leclercq (zang) acte de présence. Dit om maar eens te onderstrepen dat de aanpak grootser is, overigens zonder iets aan die wonderschone intimiteit in te boeten. De composities zitten nog beter in elkaar dan voorheen, hetgeen de duidingkracht alleen maar ten goede komt. De zang houdt het fraaie, maar bevreemdende midden tussen Nico, Annelies Monseré en Soap&Skin. Ook muzikaal is er wel enige verwantschap. De muziek is verder een bijzondere kruisbestuiving van de latere PJ Harvey, Nancy Elizabeth, Shannon Wright, Tara Jane O’Neil, Fran Rodgers, Mi And L’au, Talk Talk, Dustin O”Halloran, Stina Nordenstam en Movietone. Heel fraai is de veelvuldig opduikende samenzang. Luister bijvoorbeeld eens naar het verbluffende “The Fifth Stage Of Sleep”, waarbij de folkachtige muziek van prachtige zang en slaperige rap wordt voorzien. Het is overigens zo maar een greep uit de schatkist. Als totaal kun je gerust stellen dat dit het allerbeste en allermooiste is dat Half Asleep ooit heeft voortgebracht; zo mooi zelfs dat het haast pijn doet. De muziek kruipt diep onder je huid om daar alle gevoelige snaren flink te raken. Dagdromen gegoten in goudgetinte melancholie. Schoonheid heeft zich zelden zo stil, intiem, puur en tegelijkertijd op zo’n overdonderende wijze aangediend. Jaarlijstjes materiaal!
Dat jaarlijstjes-label is dit jaar vaker waarheid gebleken.
05. Dez Mona – Sága
[cd, 62TV Records]
Het Belgische Dez Mona rond de enigmatische zanger Gregory Frateur vormt al jaren een prachtig vreemde eend in de muziekwereld. Ze laten zich dikwijls beluisteren als een popband, maar brengen uitstekende avant-garde met een jazzy en soulvolle inslag. Per album pakken ze grootser uit. Nu hebben ze een soort moderne opera geschreven en werken intensief samen met het BOX orkest (Baroque Orchestration X) om hun schitterende ballades ten gehore te brengen. Muziek als weerspiegeling van onze tijd, een poëtische uiting van onze innerlijke en uiterlijke wereld. Het is een aangrijpend, overdonderend en onbeschrijflijk mooi album geworden vol klassiek, jazz, pop, minimal music en avant-garde die ze op theatrale en emotionele wijze aan de man brengen. Ruim een uur lang nagelen ze je compleet aan de grond.
Luister Online bij Myspace:
Carry On / Beyond Redemption / Jack’s Hat / Road
06. Fovea Hex – Here Is Where We Used To Sing
[cd, Janet Records]
Sinds 2005 zijn er 3 epees voortgekomen van de folkband Fovea Hex, die uiteindelijk ook gebundeld het licht hebben gezien en onder meer hoge ogen hebben gegooid bij participerend muzikant Brian Eno. Deze cd is in feite het echte debuut van de groep rond de etherisch zingende Clodagh Simonds. Ze omringt zich hier onder meer met leden uit Human Greed, die verderop in de TOP100 ook terug te vinden zijn. De muziek is experimenteel, neoklassiek, folky, duister, bezwerend en van een onaardse, serene pracht. Voor de snelle beslisser zit er ook nog een extra ep bij met daarop 3 tracks. Mooier krijg je het zelden!
Aan de zijkant van de pop zit zoals wel vaker zoveel moois verscholen.
Luister Online bij Bandcamp:
Here Is Where We Used To Sing (album)
07. Arca – By
[2cd, Novelsounds/Cargo]
De helden in de muziek maken het keer op keer waard om er moeite voor te doen en tijd in te steken. Een artiest waar dat voor mij al jaren voor geldt, is zonder enige twijfel de veelzijdige Franse muzikant Sylvain Chauveau. Dat begint al met zijn harde postrock project Watermelon Club, waarvan in 1997 en 1998 twee ijzersterke cd’s verschijnen. Daarna gaat hij in eerste instantie solo verder, waarbij hij meer de sfeervolle en filmische kant opzoekt met uiteindelijk ook minimalistische, experimentele en neoklassieke werken in zijn veelzijdige oeuvre. Dat levert een album of 7 op en wat mini cd’s. Samen met het Ensemble Nocturne maakt hij ook Down To The Bone, dat een prachtig droefgeestig eerbetoon aan Depeche Mode is. Daarnaast duikt hij op in Micro:Mega met bijzondere dubby ambient, maakt hij minimale experimenten in On (met Steven Hess) en het verstilde Ensemble 0 (ook wel 0 en Zero Ensemble geheten), fabriceert hij indringende singer-songwritermuziek samen met Felicia Atkinson, participeert hij in de Coil tribute band This Immortal Coil en geeft hij op fraaie wijze acte de presènce in onder meer That Summer, Below The Sea, Millimetrik en Louisville. Het is een artiest die op ontwapende, succesvolle en intrigerende wijze een ontdekkingstocht in de muziek maakt en de luisteraar altijd prettig aan de hand meeneemt. Telkens veranderen en met indrukwekkend materiaal naar voren komen lijkt zijn credo. Naast deze hele waslijst houdt Sylvain er ook al sinds 2002 het project Arca op na met Joan Cambon, die zelf ook middels solowerk van zich laat horen. Zij maken doorgaans adembenemende filmische postrock met samples, waarbij door de jaren heen Sylvain steeds meer is gaan zingen. Na hun albums Cinématique (2002), Angles (2003) en On Ne Distinguait Plus Les Têtes (2007) presenteren beide heren eindelijk weer nieuw werk op hun dubbel-cd By. Vooraf krijgt de luisteraar de mededeling mee dat het om 2 aparte albums gaat, die niet per se bedoeld zijn om na elkaar te draaien. Beide zijn wel gecomponeerd voor dan wel geïnspireerd door het dansstuk “Arrêts De Jeu” van Pierre Rigal, hetgeen gebaseerd is op de epische halve finale tussen Frankrijk en West-Duitsland op het wereldkampioenschap in 1982. Voor de muziek mag je dit gegeven gewoon weer vergeten, want op een enkele sample na hoor je daar niets van. De eerste schijf, getiteld By The Window, bevat opnamesessies die voor dat bewuste stuk geschreven zijn. Het zijn 6 nummers die bij elkaar ruim 35 minuten duren. Joan Cambon (bas, elekronica) en Sylvain Chauveau (zang, gitaar, piano) brengen hier samen met gasten op percussie-instrumenten nachtelijke postrock met jazz-, neoklassieke, glitch en minimal music elementen. Je hoort naast de prachtig herfstige zang van Sylvain, donkere en licht stuwende baspartijen, geluiden van strijkinstrumenten, glitches, allerhande percussie-instrumenten en minimalistische pianostukken. Het is uiterst melancholische en toch zwoele muziek vol zielenroerselen die heel diep onder je huid kruipt en tot de verbeelding spreekt. Denk daarbij aan een warmbloedige kruisbestuiving van Tarwater, Encre, Giardini Di Mirò, Tortoise en David Sylvian. Het is van een onaardse, poëtische schoonheid die zijn weerga niet kent. Verbluffend mooi gewoon. De tweede cd heet By The Looking-Glass en duurt bijna een half uur. Deze instrumentale cd is gebaseerd op bovengenoemde soundtrack. De muziek is meer elektronisch, experimenteel en ambientachtig, maar bevat toch dezelfde sfeer als de eerste cd en heeft tevens dezelfde uitwerking. Wederom weten de heren je namelijk op droefgeestige, nachtelijke en zomerzwoele wijze aan de grond te nagelen. John McEntire (Tortoise) heeft de boel nog eens fijntjes afgemixt. De conclusie is dan ook dat Arca een groots en meeslepend meesterwerk heeft afgeleverd dat het lange wachten meer dan beloont en bekroont. By-zonder goed!
Luister Online bij YouTube:
Belmont Harbor
Luister Online bij Myspace:
Belmont Harbor / A Wall Of Books / 28 Alive
08. A Winged Victory For The Sullen – A Winged Victory For The Sullen
[cd, Erased Tapes/Kranky/Konkurrent]
“Een gevleugelde overwinning voor de sombere”, het zou zo de geniale slotzin kunnen zijn bij de recensie van een droefgeestig meesterwerk. A Winged Victory For The Sullen is echter het nieuwe, gedroomde samenwerkingsverband tussen Adam Bryanbaum Wiltzie en Dustin O’Halloran, waar het al tijden van gonst op het internet.
Adam Wiltzie is vooral bekend van zijn band Stars Of The Lid met Brian McBride (Pilot Ships). Hiermee maakt hij al jaren toonaangevende neoklassiek die in een schitterende ambient-mal wordt gegoten. Daarvoor heeft hij ook even een rol gespeeld in Windsor For The Derby. Samenwerken zit eigenlijk gewoon in zijn bloed en hij weet er telkens tot de verbeelding sprekende muziek mee te maken. Of dat nou met Aix Em Klemm met Bobby Donne (Labradford), Sleepingdog met Chantal Acda (Chacda) of Dead Texan met Christina Vantzou is, alles lijkt te veranderen in melancholisch goud. Onlangs heeft hij op de verzamelaar For Nihon samengewerkt met Dustin O’Halloran en dat smaakt naar meer.
Dustin O’Halloran op zijn beurt heeft jarenlang met Sarah Lov het prachtige Dévics geleid, maar komt de laatste jaren als solo artiest met fraaie pianowerken zelf steeds meer in de schijnwerpers te staan. Hij wordt hiermee een artiest die je in één adem met Nils Frahm en Peter Broderick kunt noemen.
Nu komen beide heren samen in A Winged Victory For The Sullen, wat zoals ze zelf aangeven geen zijproject is maar een heus, op zichzelf staand project met toekomst. Voor hun gelijknamige debuut, in Europa uitgegeven op het geweldige Erased Tapes en in de VS en omstreken op het prestigieuze Kranky label, zijn ze afgereisd naar studio’s in Berlijn, Udine (Italië) en Brussel, alwaar Adam tegenwoordig verblijft. Ze krijgen daarbij ruggensteun van diverse violisten, cellisten, een fagotspeler, een harpist en een Franse hoornspeelster. Onder hen ook duizendpoot Peter Broderick (viool) en Hildur Gudnadóttir (cello). Niets staat een overrompelende ervaring in de weg en gelukkig valt het duo dan ook geen seconde tegen. Ze maken uiterst ingetogen neoklassieke pracht, waarin ze op subtiele wijze ambient en minimal music verweven hebben. De waterige, aangrijpende pianopartijen van O’Halloran in combinatie met de neoklassieke composities van Wiltzie stijgen samen tot ongekende hoogte. Je kunt enkel respectvol en ademloos zwijgen bij het horen van zoveel schoonheid. Ze brengen onder meer een stemmig requiem ter ere van de 2 jaar geleden overleden Sparklehorse zanger Mark Linkous. Maar ook de overige composities zouden niet misstaan als eerbetoon aan hen die zwaarmoedig zijn. Het is diepgravende, droefgeestige muziek die diep onder je huid kruipt en alles dat mooi is in elke lichaamsvezel tot de volle bloei laat komen. Onbeschrijfelijke pracht die weliswaar in het verlengde ligt van Stars Of The Lid, maar eigenlijk nog meer brengt. Zelden kuste schoonheid zo zacht en intens op mijn hart. Jaarlijstjes anyone?
Luister Online bij Soundcloud:
Steep Hills Of Vicodin Tears
Luister Online bij Myspace:
Steep Hills Of Vicodin Tears / Requiem For The Static King Part One / We Played Some Open Chords And Rejoiced, For The Earth Had Circled The Sun Yet Another Year
09. Dakota Suite & Quentin Sirjacq – The Side Of Her Inexhaustible Heart
[2cd, Glitterhouse]
Na de winterslaap tussen 2002-2007 is de Dakota Suite van Chris Hooson sterker terug dan ooit. Na een rustige rentree lijkt de creativiteit van Hooson geen grenzen te kennen. Dit is namelijk alweer zijn zevende album sinds zijn terugkeer en het derde dit jaar na The Hearts Of Empty en The North Green Down die hij samen met Emmanuele Errante heeft gemaakt. De discografie van de band, die nu 14 albums rijk is, kan je grofweg in tweeën delen, aan de ene kant de meer songgerichte en aan de andere kant de instrumentale, filmische en meer klassieke platen. De laatste paar werken lijkt Chris (gitaar, zang) zich vooral te focussen op de laatste categorie. Maar nu komt hij met een combinatie van beide en brengt veelvuldig zijn breekbare zang ten gehore, waarbij hij net als op zijn live-albumValisse (2010) samenwerkt met de Franse artiest Quentin Sirjacq (piano, percussie, orgel, vibrafoon), die zelf ook menig album op zijn naam heeft staan. Daarnaast kleuren een cellist, twee violisten, een altviolist en contrabassist zijn gevoelige composities in. Chris geeft zich meer bloot dan ooit, door alles op te dragen aan zijn vrouw, zonder wie hij verloren zou zijn. Bij ieder ander zou dat wellicht wat pathetisch zijn, behalve bij het pure, oprechte en recht uit het hart afkomstige werk van Dakota Suite; daar komen deze emoties als prettig droefgeestige mokerslagen aan. Neoklassieke singer-songwritermuziek die zo mooi is dat het haast pijn doet. Ongeveer 76 minuten aan muziek, die ondanks dat ze best op één schijf hadden gepast, hier als twee cd wordt gepresenteerd. Het is wel zo dat je tussendoor echt even op adem moet komen, waardoor de onderbreking wel prettig is. Veel belangrijker nog is dat dit een meer dan adembenemende emotiebom en meesterwerk is geworden. Lijden als overrompelende kunst
Luister Online bij YouTube:
To Make You Whole Again
Luister Online bij Soundcloud:
The Side Of Her Inexhaustible Heart / Slow Mineur / Becoming Less And Less / The Side Of Her Inexhaustible Heart Celeste Version
10. Michel Banabila & Mete Erker – Route Planner
[cd/download, Tapu]
Ik vind de hele muziekindustrie soms maar moeilijk te doorgronden. Men omarmt vaak de artiesten die niets brengen en laten de artiesten die enorm veel te bieden hebben links liggen. We willen liever een muzikale snack eten dan een voedzame, lekkere maaltijd om langdurig en vol verwondering van te genieten. Die vlieger gaat niet altijd op, maar wel vaak. Ik bedoel het ook niet elitair en snack op z’n tijd ook wel. Het is, geef ik ook onmiddellijk toe, een persoonlijke frustratie die ik heb als het om bepaalde klasse artiesten gaat zoals onder meer Rotterdamse componist, muzikant en producer Michel Banabila, die overigens 50 jaar geleden in Amsterdam geboren is. Al meer dan 30 jaar, een levensduur die de gemiddelde band/artiest niet eens haalt, weet hij namelijk toonaangevende kwaliteitsmuziek te maken dan wel produceren. Voor degene die hem nog niet kennen, schrijf ik graag andermaal een kort overzicht op in de hoop meer luisteraars warm te maken voor zijn unieke pracht, die in kleine kring nationaal en iets grotere kring wereldwijd wordt geroemd en niet aan genre, land of zelfs de aarde verbonden lijkt te zijn. Banabila onderzoekt eigenlijk altijd naar de verbanden tussen mens, natuur, omgeving, het dagelijkse leven en materie en voorziet die van bijzondere, verrassende en dikwijls pionierende muziek in een atmosferisch, bevreemdend en mysterieus kader. Zijn oeuvre is divers en grensoverschrijdend. Hij start in 1983 met solowerk om vervolgens van zich te laten horen in het experimentele ambientgezelschap Chi, waarin ook al wereldse elementen verweven zijn. Internationale faam krijgt hij met het baanbrekende wereld/crossover-muziekproject East Meets West. Verder geeft hij naast zijn vele solowerken acte de presènce in de triphop band Flying Dutchman en bij Holger Czukay, produceert hij onder meer Bahia El Idrissi en werkt samen met uiteenlopende muzikanten als Omar Ka, Yasar Saka, Hannes Vennik, Scanner en de fantastische trompettist Eric Vloeimans. Die laatste duikt ook op in zijn prestigieuze VoizNoiz -"Urban Soundscapes”-serie, waarmee hij het stadse leven vertaalt naar composities vol ambient, jazz, wereldmuziek, experimenten, filmmuziek en musique concrète. Afwisselend als het woelige leven zelf. Met deel 3 uit de serie winnen ze zelfs een Edison Jazz Award. De laatste jaren maakt hij eveneens veel composities voor dans-, film-, televisie-, video- en theaterproducties. Hij past zo in de prestigieuze “Made To Measure”-serie van Crammed; muziek waaraan men zich kan meten.
Eerder dit jaar verschijnt het volledig elektronische, fantastische werk The Latest Research From The Department Of Electrical Engineering, die als vervolg op zijn eerdere cd’s Spherics en Spherics II gezien kan worden. Nieuw is dat hij zich hier van een meer noisy kant laat horen en zelfs gebruik maakt van industriële beats. Iets later weer dit jaar verschijnt het prachtige downloadalbum Fields Of Flowers, waarvoor Banabila 6 tracks van bij elkaar bijna een half uur heeft gecomponeerd. Deze gaan in tegenstelling tot de vorige release weer iets meer de jazz- en ook een beetje de wereldmuziekkant op. Zijn elektronische composities met diverse wereldse samples worden hier op bijzonder fraaie wijze ingekleurd door trompettist Eric Vloeimans, saxofonist/klarinettist Mete Erker, percussionist Joshua Samson en pianist Jasper Soffers. Of het allemaal niet op kan verschijnt er nu alweer de cd dan wel digitale download Route Planner. Hierop werkt Banabila (keyboards, elektronica, radiostemmen, percussie) net als op het vorige album samen Mete Erker (sopraan- en tenorsaxofoon, (bas)klarinet, zang) en in een aantal tracks ook met Joshua Samson (caxixi, tang tang, talking drum, bongo en shakers) en gasten op drums en tapes. Mete Erker is 40 jaar geleden op Hollandse bodem geboren en leert al op jonge leeftijd de klarinet te beheersen. Op een gegeven moment stapt hij over op de tenorsaxofoon en jazzmuziek en bewandelt de Conservatoria in Rotterdam (klassiek saxofoon) en Den Haag (jazzmuziek). Met papieren op zak duikt hij vervolgens in allerlei innovatieve formaties op als Artvark Saxophone Quartet, Jazzmeteors, Dimami, Kindred Spirits Ensemble, New Cool Collective en zijn eigen Blink en Blink Too. Hij heeft verder met het Duo Erker And Van Vliet nog het fraaie album Unseen Land afgeleverd. Nu staan beide rasartiesten andermaal schouder aan schouder. Voor hun cd heb je echt geen routeplanner nodig, want zij wijzen je op aangename manier wel de weg en nemen je aan de hand mee op een fascinerende trip. Wel stippelen zij zelf een route uit om te laten zien hoe je bruggen kunt slaan tussen uiteenlopende genres en grenzeloos kan genieten van categorieloze muziek. Nu zijn er wel categorieën aan te brengen tussen alle verbindingen door, maar het geheel overstijgt ieder genre. Ze brengen een fraaie en veelal filmische versmelting van jazz, ambient, avant-garde, dub, elektronica en wereldmuziek, maar dan op een haast natuurlijke wijze in elkaar hakend. Niets is geforceerd en weet je daarom op haast hypnotiserende wijze mee te slepen. De muziek is broeierig, spannend, gevarieerd en telkens vol wonderlijke wendingen. Daar waar Banabila de bevreemdende ruimtelijke texturen neerzet, brengt Mete de aardse en nachtelijke atmosferen soms met zang, aangevuld met de wereldse percussie van Joshua. Het is de soundtrack voor zowel de rustige nacht als het drukke stadse leven. Beschouwende muziek die als een prachtig emotionele, diepgaande film aan je voorbij trekt. Een routeplanner voor of een wandeling door het leven zelf. De muziek is niet direct te vergelijken met iets anders, maar denk ter referentie aan een soort mix van Nils Petter Molvær, Bugge Wesseltoft, Mari Boine, David Sylvian, Talk Talk, Tuxedomoon, Boric Kovac, Jon Hassell, Hector Zazou en DJ Spooky. Het beste van de hedendaagse avant-garde komt gewoon van eigen bodem. Wonderschoon meesterwerk dat gehoord móet worden!
Luister Online bij Bandcamp:
Route Planner
11. Peter Broderick – Music For Confluence
[cd, Erased Tapes/Konkurrent]
Music for falling from trees
Music for a sleeping sculpture
Music for contemporary dance
Music for congregation
Music for grace and mercy
Music for confluence
Het klinkt haast als een songtekst, een gedicht of iets dergelijks maar het zijn allemaal albumtitels van de jonge, bevlogen en uiterst gevarieerde componist, (sessie)muzikant en multi-instrumentalist Peter Broderick. En ook allemaal soundtracks van films dan wel dansvoorstellingen. De Amerikaan, die tegenwoordig in Berlijn woont, wordt in januari pas 25, maar zijn staat van dienst is werkelijk onvoorstelbaar. Niet alleen brengt hij vele solowerken uit, die laveren tussen folk, singer-songwritermuziek, meer abstracte muziek en neoklassiek, hij maakt ook albums samen met Machinefabriek, Rauelsson, Laura Arkana, Matthew Robert Cooper en Takumi Uesaka. In groepsverband is hij terug te vinden in Norfolk & Western, Loch Lomond, She & Him, Horse Feathers en wat vaker bij Efterklang. Daarnaast geeft hij acte de presènce op platen van A Winged Victory For The Sullen, Heather Woods Broderick, Laura Gibson, Dustin O’Halloran, Jasper TX, Library Tapes, Yann Tiersen, Canon Blue, P. Jørgensen, Our Broken Garden, Dolorean, Blitzen Trapper, Caitlin Park en op menig ertoe doende compilatie. En geloof het of niet, dan heb ik nog lang niet alles opgenoemd. Deze muzikale duizendpoot of beter veelvraat lijkt energie te hebben voor tien, maar zet dat ook nog eens om in kwaliteit. Binnenkort is hij overigens samen met zuslief Heather te horen op de 7” van hun vader Steven Broderick en zal het debuut van Oliveray (Peter Broderick+Nils Frahm) het licht zien.
Zijn nieuwste cd heet Music For Confluence, hetgeen de soundtrack is van de docu-film Confluence van Jennifer Anderson en Vernon Lott. Deze gaat over het stadje Lewiston waar rond 1980 opvallend veel jonge meisjes worden vermist en/of vermoord. Een luguber thema dus, vandaar dat Broderick ook weer eens van zijn meer duistere zijde laat horen. Op eerdere releases heeft Broderick ook al aangetoond zowel prachtige singer-songwritermuziek (Home) te kunnen maken als cd’s met een meer abstracte, duistere en neoklassieke aanpak (Float), waarvan deze nieuwe een mooi voorbeeld is. Voor het beluisteren van de cd is het overigens geen enkel bezwaar dat zonder beelden te doen, aangezien de muziek geheel op zichzelf kan staan. Broderick componeert en speelt hier alles zelf. De bovenliggende instrumenten zijn viool, piano, gitaar, cello en allerhande elektronica, die zijn hoofdzakelijk instrumentale composities prachtig droefgeestig en dikwijls ook duister inkleuren. In 5 van de 13 tracks wordt hij terzijde gestaan door zangeres Arone Dyer (Buke And Gass) die daar zorgt voor wat etherische, spookachtige klanken en bijna zang. Broderick weet alle ingrediënten goed te doseren en variëren, waardoor er een spannend en telkens verrassend geheel ontstaat. En of de compositie nou slechts 1,5 minuut duurt of bijna 7 minuten, het zijn stuk voor stuk afgeronde mini-soundtracks. Dat wil overigens niet zeggen dat Broderick zijn composities helemaal dichttimmert. Integendeel zelfs. Hij laat door de inbreng van meer abstracte elementen heel veel aan de verbeelding van de luisteraar over, alleen rond dat wel iedere keer fraai af. De muziek weet je bij de lurven te grijpen en raakt gevoelige snaren, de ene keer door de ontroerende pracht en op andere momenten door de intrigerende melancholische atmosfeer. Ondanks de meer experimentele en afwisselende aanpak is het een toegankelijk en consistent album geworden. De slottrack “Old Time” is het enige waar gezongen wordt en daar laat hij ook weer even horen wat een geweldige singer-songwriter hij kan zijn. Peter Broderick brengt andermaal een wonderschoon werk van een uitzonderlijk hoog niveau. Ik kan referenties als Jóhann Jóhannsson. Nils Frahm, Max Richter, Ólafur Arnalds, Dakota Suite, Library Tapes, Greg Haines en Goldmund aanvoeren, maar Broderick is eigenlijk gewoon een geheel op zichzelf staande artiest. Meesterlijk album van een bijzondere klasse.
Luister Online bij Soundcloud:
The Last Christmas / The Person Of Interest
MP3:
It Wasn’t A Deer Skull
12. Jacaszek – Glimmer
[cd, Ghostly International]
De Poolse componist Jacaszek, voluit Michał Jacaszek geheten, heeft al diverse bijzondere albums op zijn naam staan. De muziek zit vrijwel zonder uitzondering in de filmische hoek en neigt vaak naar het klassieke, waarbij elektronica overigens ook altijd een grote zo niet de grootste rol spelen. Hij heeft al 4 albums gemaakt, één met Miłka, uitgebracht op diverse labels. Op zijn nieuwe en alweer vijfde cd spreekt de muziek zoals altijd weer tot de verbeelding en is duister van karakter. Zelfs brengt hij elektronica, akoestische gitaar en metallofoon. Daarnaast brengen gasten harpsichord en klarinet. Hij schept hiermee intrigerende en bloedstollende mooie klanklandschappen. Denk daarbij aan Deaf Center, Stars Of The Lid, Fennesz, Arvo Pärt, Philip Jeck en Greg Haines. Melancholie die bijna pijn doet zo mooi.
Luister Online:
Glimmer (album)
13. Novö – Sur Une Courbe Continue Sans Tangente
[cd, Monopsone/Differ-Ant]
Drie jaar geleden start het muzikale jaar met één klap goed door de cd Je Retiens Ton Souffle van het Franse duo Novö, uitgebracht op het prestigieuze en immer leuke label Monopsone. Het is hun eerste volwaardige cd in hun dan zesjarige bestaan, waar dan ook zorgvuldig aan gewerkt is. De heren Jean-Michel Chabrel (gitaar, zang) en Jérémie Guiochet (gitaar) brengen daar niet alleen een nieuwe spelling van nouveau, maar hebben echt iets nieuws toe te voegen. Ze brengen namelijk een originele, aanstekelijke en tevens filmische mix van post-rock, pop, glitch, shoegaze en wave. Door de charmante Franstalige zang dompelen ze het geheel ook onder in zwoele atmosferen. Ook voor hun tweede album Sur Une Courbe Continue Sans Tangente hebben ze een goede 3,5 jaar uitgetrokken. Inmiddels hebben Julien Alcaraz (bas, gitaar), Sylvain Closier (bas, synthesizer) en Guillaume Volbrecht (drums) zich bij hen gevoegd, waardoor het oorspronkelijke duo de samplers ten dele hebben kunnen opbergen. Het geluid op deze nieuwe cd is ook duidelijk voller, zonder dat ze toornen aan het pakkende recept van hun debuut. De rode draad wordt gevormd door de melancholische, dromerige cold-wave en de prachtige sfeervolle en dikwijls poëtische zang, die ze opleuken met post-rock, glitch, shoegaze en popelementen. Pompende bassen, pakkende percussie, doordachte elektronica, gastzang, heerlijk echoënde gitaren en (geluiden van) strijkers doen de rest. De ene keer is het heerlijk wegdromen op de zwoele klanken, terwijl ze op andere momenten scherp uit kunnen halen. Oja, de muziek kan mogelijk sporen bevatten van Amp, E.A.R., John Cage, Philip Glass, Grauzone, Grizzly Bear, Ryoji Ikeda, Jodorowsky, Joy Division, Laïka, Marcel Landowski, Moonshake, Mouse On Mars, The Cure en Zoen bevatten. Mocht dat niet zo zijn, dan ben je in ieder geval gewaarschuwd en krijg een idee in welke fabriek het bereid wordt. Qua referenties moet je het zoeken in de richting van Giardino Di Miró, Telefon Tel Aviv, Dominique A., Encre, Arca, New Order, Joy Division, Diabologum, Porcelain, Programme, M83, The Notwist, Frédéric Truong en Mono. Het is muziek die bij elke luisterbeurt meer geheimen en details prijs geeft en daardoor blijft groeien. Ondanks dat de groep het experiment op handen draagt, zorgen ze ervoor dat het de luisterbaarheid nooit in de weg staat. Inventieve muziek zonder moeilijk te doen. Ze omarmen het verleden, maar blikken ver naar de toekomst. Alles op dit album is prachtig in balans. Ook hun tweede wapenfeit is wonderschoon en van een uitzonderlijk hoog novö!
Kijk/Luister Online bij YouTube:
Garçon Triste
Luister Online:
Sur Une Courbe Continue Sans Tangente (albumsnippers) (in de player onderaan)
14. We Made God – It’s Getting Colder
[cd, Avantgarde Music]
Eindelijk de tweede cd van deze fantastische IJslandse band We Made God, die met hun debuut hoog eindigde in mijn TOP20’08. De band brengt emotie en harde muziek op fraaie wijze samen. Postrock, emo, wave en noise. Ze vormen een soort hybride van Isis, Deftones, Seigmen, Tool, The God Machine, Mogwai en Sigur Rós. Dat is op hun tweede misschien nog wel beter uit de verf gekomen met krachtige songs die een geweldige impact hebben mede door de waanzinnig desperate uithalen. Adrenaline en kippenvel; luister alleen maar eens naar “Glossolalia”. Eindelijk weer eens een echte harde sensatie.
Luister Online:
It’s Getting Colder (album)
15. King’s Daughters & Sons – If Then Not When
[cd, Chemikal Underground/Konkurrent]
Er is een tijd geweest dat de bands uit Louisville (Kentucky, VS) de beginnende post-rockscene stevig in hun greep hebben met hun invloedrijke doch veelal bescheiden muziek; kracht door eenvoud lijkt het motto. Dan heb ik het over bands als Slint, The For Carnation, June Of 44, Rodan, Rachel’s, Crain en dat soort werk. Bands waar al geruime tijd niets meer van vernomen wordt, op nieuwe projecten als The Young Scamels, Shipping News en Rachel Grimes solo na dan. In 2009 brengen Félicia Atkinson en Sylvain Chauveau met hun project Louisville nog wel een soort eerbetoon aan deze helden van weleer. Mijn hart gaat dan ook sneller kloppen als ik lucht krijg van de nieuwe supergroep King’s Daughters & Sons. De formatie bestaat uit drummer Kyle Crabtree (Shipping News, Rachel’s, Endpoint), bassist Todd Cook (Crain, Parlour, The For Carnation, Dead Child, Shipping News), pianiste/zangeres Rachel Grimes (Rachel’s, Hula Hoop, The Big Eyes Family Players) en de gitaristen/zangers Joe Manning en Michael Heineman (The Grand Prize). Hun debuut If The Not When staat meteen als een huis, waar het prettig thuiskomen is. Geheel in stijl brengen de leden hun muziek namelijk ook hier op bescheiden en vooral vertrouwde wijze aan de man. Ze fabriceren een stemmige, met piano gelardeerde mix van post-rock, folk en Americana, maar zonder dat ze meteen een uitgesproken stijl hebben. Toch laat hun muziek je vanaf de allereerste noot niet meer los. Dit komt omdat werkelijk alles klopt en het gewoonweg steengoed in elkaar zit; zowel de pastorale songs als de meer complexe en heftiger nummers die her en der ook voorkomen. Daarbij is de muziek oprecht, nostalgisch, gevarieerd, uitgebalanceerd en emotioneel geladen, waardoor het je niet onberoerd laat. Een andere belangrijke troef naast de ijzersterke muziek zijn de innemende zangpartijen. De zware, vertellende zang van Joe versmelt mooi met de zachte tenor van Michael, wat ze op schitterende wijze afwisselen en aanvullen met de etherische zang van Rachel. Hoe vaker je dit melancholische album hoort, des te meer het onder je huid kruipt. Als de band zich ergens duidelijk in onderscheid is het wel de kwaliteit en het uitzonderlijke niveau van de muziek. De muziek is een kruisbestuiving van bands en artiesten als Timesbold, Smog, The For Carnation, Rachel’s, Low, Three Mile Pilot, Woodie Guthrie, June Of 44, Calexico en Picastro. Op de valreep van het einde van 2011 komt King’s Daughters & Sons zo maar met een grote kandidaat voor de jaarlijstjes.
Luister Online bij Soundcloud:
The Anniversary / A Storm Kept Them Away / Volunteer
Luister Online bij Myspace:
Dead Letter Office / Lorelei
16. Matt Bauer – The Jessamine County Book Of The Living
[cd, Crossbill]
De begenadigde liedjesschrijver Matt Bauer is terug met wederom een verbluffend mooi album. Bauer brengt een mix van altcountry, singer-songwritermuziek, folk en neoklassiek. Na zijn prachtige Nandina (2004), Wasps And White Roses (2006, mcd) en The Island Moved In The Storm (2008) is dit een nieuw staaltje van zijn kunnen. De ingetogen melancholische muziek wordt fraai ondersteund door een batterij aan strijkers en de zangeressen Mariee Sioux, Alina Hardin en Jolie Holland. Hij komt op een schitterend midden uit van Timesbold, Iron & Wine, Songs:Ohia en Alela Diane. Het ene liedje is nog mooier dan de andere. Dit is misschien wel zijn beste tot nu toe.
Luister/kijk Online bij Vimeo:
When I Was A Mockinbird
Blacklight Horses
17. Francesca Lago – Siberian Dream Map
[cd, On The Camper/Five Roses]
Het Zwitserse label On The Camper blijft dit jaar maar komen met fijne releases. Na albums van The Lonesome Southern Comfort Company, Kovlo en Peter Kernel brengen ze nu de nieuwe uit van de Italiaanse zangeres/gitariste Francesca Lago, die twee jaar geleden op hetzelfde label met haar mini The Unicorn op de proppen komt. De Zwitsers van het label wonen tegen de Italiaanse grens aan en hebben haar vermoedelijk zo ontdekt. Francesca heeft overigens in 1994 al haar debuut Marmalade uitgebracht, gevolgd door Mosca Bianca in 1997. Daarvoor heeft ze nog in de punkband The Wrongside gezeten. Een hele geschiedenis. Maar na 1997 is ze 12 jaar gewoon wat anders gaan doen om de kost te verdienen. Gelukkig is het daar niet bij gebleven, want haar muziek mag er wezen; zeg dat ik het gezegd heb. De kracht van de pakkende muziek op haar nieuwe cd Siberian Dream Map is de variatie. Niet alleen laveert de muziek van rock en noise naar pop en folk en van stevig naar ingetogen, ook de stem van Francesca beweegt soepel mee in deze. Zo klinkt ze soms zwoel en sfeervol en dan weer kan ze redelijk fel uithalen. De invulling van de muziek is ook niet alledaags, want naast haar sterke gitaarwerk en pakkende zang wordt de muziek op prachtige wijze ingekleurd door cellist Zeno Gabaglio en drummer Francesco Miccolis plus nog wat gasten. De muziek past soms goed bij de 4ad rock uit de jaren 90 en op andere momenten bij de gevoelige van nu. Soms kan het ook behoorlijk filmisch en mysterieus klinken en in enkele stukken zelfs jazzy. De meeste nummers zijn prettig melancholisch en nachtelijk. Het zijn steeds wisselende associaties die opduiken, maar denk hierbij aan PJ Harvey, Shannon Wright, Tara Jane ONeil, Lush, The Breeders, Cat Power, Deep Sweden, Thalia Zedek en Elysian Fields. De muziek weet je continu te grijpen en is bij vlagen echt verbluffend mooi en overdonderend. Grote klasse!
Luister/kijk Online bij YouTube:
Slapstick
18. Dark Dark Dark – Wild Go / Bright Bright Bright
[2cd, Melodic/Konkurrent]
Het heeft een goed half jaar geduurd, maar nu is het tweede album Wild Go van het zeskoppige Dark Dark Dark uit Minneapolis ook eindelijk de Atlantische oceaan overgestoken. Om het goed te maken zit ook meteen hun epee Bright Bright Bright uit 2010 erbij als tweede cd met 6 nummers van bij elkaar 25 minuten. De dubbel cd is de opvolger van het debuut The Snow Magic uit 2008. Oorstrelend middelpunt is nog steeds die innemende zang van Nona Marie Invie. Tevens zorgt zij voor het prettige piano- en accordeonspel. De band wordt verder gecompleteerd door Marshall LaCount (banjo, piano, klarinet, zang), Walter McClements (accordeon, piano, trompet, koorzang), Jonathan Kaiser (cello, gitaar, koorzang), Brett Bullion (percussie) en Todd Chandler (bas, koorzang). Overigens is die laatst genoemde pas op het Wild Go album van de partij, op de epee neemt Matt Senjem de honneurs waar. Beide albums liggen volledig in elkaars verlengde en zijn een stap voorwaarts sinds het debuut. Het gezelschap, dat draait om het arrangerende koppel en oprichters Invie en LaCourt, laat een bijzondere combinatie horen van kamermuziek, folk, dark cabaret, new weird America, pop, New Orleans jazz en in de verte ook zigeunermuziek. In de muziek staat de zang vaak voorop, op de voet gevolgd door de fijne piano- en accordeonpartijen. Nona zit met haar prachtige stem ergens tussen Dawn McCarthy (Faun Fables), Shara Worden (My Brightest Diamond) en Hope Sandoval in. Op momenten dat je denkt dat het qua zang niet mooier kan krijg je ineens meerstemmige (koor)zang, die je haast naar adem doet snakken, zo mooi. Maar ook de muziek grenst aan het magische, die ze ook op knappe wijze tot één consistent geluid hebben weten om te smeden. Het is melancholisch maar, mede doordat alles licht uptempo en dynamisch is, nooit terneergeslagen. Wel kruipen deze liedjes zich diep onder je huid en raken ze gevoelige snaren. Er zit van de allereerste seconde tot de allerlaatste gewoonweg geen zwak moment tussen. Hoewel ze hun eigen nostalgische klankwereld scheppen moet je denken aan een eigenzinnige mix van Peggy Sue, Laura Marling, Alela Diane, The Dresden Dolls, Humanwine, Fishtank Ensemble, Beirut, Faun Fables en niet in de laatste plaats Bodies Of Water. Je bent vaak gewoon met stomheid geslagen bij het aanbod van zoveel schoonheid. Niks moeilijke tweede plaat, jaarlijstjes here we come!
Luister Online bij Myspace:
Daydreaming / Bright Bright Bright / Something For Myself
19. Funin – Unsound
[cd, Karisma/Bertus]
Uit Noorwegen komen nogal eens bands die ertoe doen en zeker de plaats Bergen duikt dan nog wel eens op. Onder meer Röyksopp en Kings Of Convenience komen er vandaan. Een band die daar vanaf nu ook in het rijtje thuis hoort is Funin. In 2005 wordt deze formatie al opgericht door Marit Elisabeth Svendsbøe (zang, fluit) en Øyvind Vie Berg (piano, rhodes), dan nog opererend als een elektronisch duo. Door de jaren heen is de groep uitgegroeid tot een achtmansformatie, die naast het eerder genoemde koppel bestaat uit Gaute Stedje (zang, gitaar), Sissel Ørstavik (viool), Audun Berg Selfjord (cello), Edvard Mjanger (bas), Aleksander Tveit (gitaar) en Hans Christian Dalgaard (drums). Zes jaar na oprichting presenteren ze nu eindelijk hun debuut Unsound. Ze brengen een bijzondere mix van elektronische muziek, jazz, folk, post-rock, progressieve rock, wave, industrial en neoklassiek. Ondanks de grootte van de groep weten ze toch een behoorlijk intiem geluid aan de dag te leggen, zij het dat het dikwijls met grote halen en veel details gepaard gaat. De cd opent sterk met de titeltrack, waar zinnenstrelende etherische zang van Marit samengaat met zeer ritmische elektronica en emotionele, mysterieuze post-rock. Duister en toch met een opzwepend optimisme lijkt het credo. Daarbij lijken ze in de opener op een kruising van The Knife, Dirty Projectors en Amiina. De toon is gezet. In het nummer “Everything” dat hierop volgt brengen ze georkestreerde rock waar Gaute de zang in eerste instantie voor zijn rekening neemt. Ze koersen hiermee richting Radiohead, totdat Marit de zang overneemt en de strijkers aanzwellen. In het daarop volgende “Wonderland” komen ze juist ingetogen en jazzy uit de hoek, hoewel het op de achtergrond heftig tekeer gaat, waardoor Anja Garbarek, Gry en Hanne Hukkelberg in het vizier komen. Daarna lijkt de track “Tornado” weer op een bescheiden Björk nummer met bossanova en jazz invloeden. In al die nummers gaan de elektronica lekker te keer, van kale en vette beats tot uptempo drum ‘n’ bass. Sterk punt is ook de afwisselende fraaie zang, die soms zelfs in koorzang overgaat. De cd is door de verbindende melancholische factor en de typische elektronica en orkestraties uiterst consistent geworden. Zo weten ze hun muziek steeds net anders in te kleuren en te rangschikken, met oog voor detail, waardoor het tot het eind toe blijft verrassen. Met name de bijna industriële beats op de achtergrond geven de muziek een eigenzinnige en verrassende sound mee. Andere invloeden die opduiken zijn die van Robert Wyatt, Halves, Caravan, Portishead en Mazzy Star. Het is waanzinnig mooi en tegelijkertijd intrigerend, zelfs in de soms haast kakofonische momenten. Het moge duidelijk zijn dat Unsound een aanrader van jewelste is.
Luister Online bij Myspace:
Unsound / Everything / Tornado / Inch Of Me
20. Austra – Feel It Break
[cd, Domino]
De stroom geweldige cool wave bands die de muziek het laatste jaar opsieren lijkt nog lang niet ten einde. Dat blijkt wel weer uit het fantastische debuut van Austra. Dit Canadese trio bestaat uit zanger/pianiste Katie Stelmanis (ex-Galaxy), drummer Maya Postepski (ex-Galaxy, Trust) en bassiste Dorian Wolf (ex-Spiral Beach). Ze brengen heerlijke met wave geïnfecteerde elektropop die het beste van vroeger en nu in zich verenigt. Warpaint, New Order, The Knife, Fever Ray, Kate Bush, Bel Canto, Human League en Soap & Skin gaan hier op prettige wijze hand in hand met beklijvende, ritmische, sexy en toch onderkoelde songs. In één woord fantastisch!
Luister Online bij Myspace:
Lose It / Beat And The Pulse
Kijk Online:
Beat And The Pulse (mix)
En de 80 andere releases in alfabetische volgorde die er dicht tegenaan schurken:
21. AGF & Craig Armstrong – Orlando (AGF Producktion)
22. Amatorski – Tbc (Munich)
23. Pete Astor – Songbox (2cd, Second Language)
24. Banabila – The Latest Research From The Department Of Electrical Engineering (Tapu/AudioTong/Lumberton Trading Company)
25. Beirut – The Rip Tide (Pompeii)
26. Birds Of Passage – Without The World (Denovali)
27. Björk – Biophilia (Wellhart/One Little Indian)
28. James Blake – James Blake (Polydor)
29. Bodies Of Water – Twist Again (Thousand Tongues)
30. Charles Bradley – No Time For Dreaming (Daptone/Dunham)
31. James Brewster – As A Hovering Insect Mass Breaks Your Fall (Make Mine Music)
32. Cat’s Eyes – Cat’s Eyes (Polydor)
33. Dakota Suite & Emanuele Errante – The North Green Down (Lidar)
34. Deaf Center – Owl Splinters (Type)
35. dEUS – Keep You Close (PIAS)
36. Sussan Deyhim – City Of Leaves (Venus Rising)
37. The Doomed Bird Of Providence – Will Ever Pray (Front & Follow)
38. EMA – Past Life Martyred Saints (Souterrain Transmissions)
39. Erland And The Carnival – Nightingale (Full Time Hobby/Yep Roc)
40. Esmerine – La Lechuza (Constellation)
41. Every Silver Lining Has A Cloud – I (Projekt)
42. FareWell Poetry – Hoping For The Invisible To Ignite (Gizeh)
43. Gablé – CuTe HoRSe CuT (Loaf Recordings)
44. Gluid – Twee (esc-rec)
45. Emre Gültekin/Wouter Vandenabeele/Joris Vanvinckenroye/Ertan Tekin – Chansons Pour La Fin D’un Jour (Homerecords.be)
46. Halves – It Goes, It Goes (Forever & Ever) (Hate Is The Enemy)
47. PJ Harvey – Let England Shake (Universal Island)
48. Tim Hecker – Ravedeath, 1972 (Kranky)
49. Human Greed – Fortress Longing: The Internal Campaign For The Safe And Complete Return Of The Sleeping Egyptian To The Desert (Omnempathy/ICR)
50. Hundreds – Hundreds (Sinnbus)
51. Jenny Hval – Viscera (Rune Grammofon)
52. Nicolas Jaar – Space Is Only Noise (Circus Company)
53. Jellephant – A Room Full Of Time (Lomechanik)
54. Jóhann Jóhannsson – The Miner’s Hymns (Fat Cat/130701)
55. Juv – Juv (Miasmah)
56. Julia Kent – Green And Grey (Important)
57. King Oliver’s Revolver – Gospel Of The Jazz Man’s Church (Waggle-Daggle)
58. Kontakte – We Move Through Negative Spaces (Drifting Falling)
59. Kovlo – Hey Mom, Where’s Timbuktu? (On The Camper)
60. Kreidler – Tank (Bureau B)
61. Larsen – Cool Cruel Mouth (Important)
62. Low – C’mon (Sub Pop)
63. Low Vertical – I Saw A Landscape Once (Zeal)
64. Machinefabriek – Sol Sketches (Machinefabriek)
65. Laura Marling – A Creature I Don’t Know (Virgin)
66. Maybe She Will – I Was Here For A Moment, Then I Was Gone (Function/ Robot Needs Home)
67. Micachu & The Shapes And London Sinfonietta – Chopped & Screwed (Rough Trade)
68. Alexi Murdoch – Towards The Sun (City Slang)
69. Dustin O’Halloran – Lumiere (130701/Fat Cat)
70. Oneohtrix Point Never – Replica (Software)
71. Orbit Service – A Calm Note From The West (Beta-Lactam Ring)
72. Passarella Death Squad – Passarella Death Squad (The Repuplic Of Desire/Here To Go)
73. Pechenga – Helt Borte (Smalltown Supersound)
74. Hannah Peel – The Broken Wave (Static Caravan)
75. Giovanna Pessi / Susanna Wallumrød – If Grief Could Wait (ECM)
76. Peter Kernel – White Death Black Heart (On The Camper/Af
ricantape)
77. Plaid – Scintilli (Warp)
78. Radiohead – The King Of Limbs (Ticker Tape/XL)
79. Reigns – The Widow Blades (Monotreme)
80. Scanner + David Rothenberg – You Can’t Get There From Here (MonotypeRec)
81. Basya Schechter – Songs Of Wonder (Tzadik)
82. Semiomime – From Memory (Ad Noiseam)
83. Sleepingdog – With Out Heads In The Clouds And Our Hearts In The Fields (Zeal)
84. Sóley – We Sink (Morr Music)
85. The Spirit That Guides Us – Innocent Blood (Sally Forth)
86. Stranded Horse – Humbling Tides (Talitres)
87. Strange Attractor – Anatomy Of A Tear (Music For Speakers/Big Blue)
88. Tarwater – Inside The Ships (Bureau B)
89. Templo Diez – Greyhounds (My First Sonny Weissmuller Recordings)
90. 13 & God – Own Your Ghost (Alien Transistor)
91. Le Trio Joubran – Asfâr (World Village/Randana)
92. Frédéric Truong – Je Est Un Autre (FTR)
93. The Unthanks – Last (Rough Trade/Rabble Rouser)
94. Christina Vantzou – No. 1 (Kranky)
95. Vieo Abiungo – And The World Is Still Yawning (Lost Tribe Sound)
96. Mirel Wagner – Mirel Wagner (Bone Voyage)
97. Tom Waits – Bad As Me (Anti)
98. Winter Family – Red Sugar (Sub Rosa)
99. Zola Jesus – Conatus (Souterrain Transmissions)
100. Zomby – Dedication (4ad)