[2cd, InsideOut Music/EMI]
In het progressieve en art rock genre heb je artiesten die behoorlijke jeukmuziek maken en artiesten die juist het verschil weten te maken en voor de betere biologerende luisteravonturen zorgen. Tot die laatste categorie behoren wat mij betreft bands als Marillion, King Crimson, Porcupine Tree en No-Man. Deze laatste band noem ik niet voor niets, want daarin zetelt Tim Bowness, die dat samen met Porcupine Tree lid Steven Wilson bestiert. Daarnaast is deze veteraan als sinds 1983 bezig met muziek in bands als After The Stranger, Always The Stranger, Darkroom, Memories Of Machines, Plenty, Centrozoon, Slow Electric en Henry Fool. Solo werkt hij tevens samen met artiesten als Richard Barbieri (Japan, Porcupine Tree), Samuel Smiles, Peter Chilvers en anderen. Tim is een creatieve, bezige bij die op vele fronten weet uit te blinken.
Zijn nieuwste soloplaat is Abandoned Dancehall Dreams, waarop hij wordt bijgestaan door Henry Fool-leden Stephen Bennett, Pete Morgan, Andrew Booker en Michael Bearpark, Porcupine Tree-leden Steven Wilson en Colin Edwin, King Crimson drummer Pat Mastelotto, Oi Va Voi violiste Anna Phoebe en diverse anderen. Hoewel Bowness (zang, mellotron, piano) alles heeft geschreven, hebben de gasten met gitaar, viool, drums, bas, keyboards, elektronica, orgel, fluiten en contrabas een belangrijk aandeel in het geluid. Charlotte Dowding zorgt daarbij met enige regelmaat voor een vioolensemble, terwijl Andrew Keeling de strijkarrangementen verzorgt. Ondanks deze grote bezetting weet Bowness het geluid intiem en helder te houden. Slechts een paar keer zwelt het geluid aan tot grote sterkte, maar het leeuwendeel is heerlijk nostalgisch en sfeervol. Daarbij beschikt Bowness over een prettige, zachte stem die me doet denken aan een kruising van Peter Hammill en Ben Christophers. Ook muzikaal zijn er gelijkenissen te vinden met deze twee, al zit Bowness wel echt meer in de progrock hoek, hetgeen te verwachten valt als je muziek uitbrengt op InsideOut Music, het progrock label pur sang. De muziek roept ook zeker associaties op met Marillion, Scott Walker, King Crimson, Roy Harper, David Sylvian, Porcupine Tree en zijn andere projecten. Toch weet Bowness een geheel eigen sound neer te zetten. Het zijn acht prachtige, weemoedige songs geworden, die je op dromerige en bezinnende wijze bijna drie kwartier weten mee te slepen. Songs als “Smiler At 50” en “I Fought Against The South” alleen al zijn zo ongelooflijk mooi dat ze je de adem benemen. Grandioos, album dat tijdelijk ook in een schitterend hardcover digipack gestoken is met een extra schijf. Hierop staan 3 remixen, waarvan één door Richard Barbieri en daarnaast 5 outtakes van de cd. De remixen behouden ondanks toevoeging van elektronica dan wel zang die fraaie atmosfeer van het album. De outtakes doen ook bepaald niet onder voor de andere nummers; ze zijn hoogstens iets extroverter. Nu zijn 2 songs ook gewoon andere versies van die op het album en is er één met een uitgebreidere band opgenomen. Een heerlijke bonus dus van dit toch al monumentale totaalwerk.
door Jan Willem Broek