Een kerstalbum godbetert! Ben ik even blij dat ik al een tijdje geen John Zorn verzamelaar meer ben. Net nadat ik besloten had het niet meer bij te houden kondigde de man aan een jaar lang elke maand een nieuwe cd uit te brengen, dus na iets meer dan een jaar volhouden loop ik al ernstig achter en de drang om het in te halen wordt behoorlijk beteugeld door de kosten die dit zou meebrengen. Maar dat is niet alles, want ik heb de indruk dat Zorn ook niet meer is wat hij geweest is.
Toegegeven, ik besloot al eerder de strijd aan te gaan tegen de completist in mijzelf. In deze tijden van downloaden is het nogal makkelijk een completist te zijn, maar toen ik Zornfan werd was dat nog een echte uitdaging. Avant was een Japans label en die cd’s waren laaiend duur. De Naked City cd’s behoren tot de duurste uit mijn collectie (Grand Guignol was 65 gulden). Andere cd’s verschenen op evva en Pony Canyon, ook niet goedkoop en zeker niet bij elke platenzaak voorradig.
Verzamelwoede
Zorn had het me al moeilijk gemaakt met Masada. ד (dalet) was in eerste instantie een bonus, verkrijgbaar in Japan tegen de eerste drie obi’s) en de tweede editie van Filmworks bleef ook lang een gat in de de collectie. Maar dat was allemaal goed gekomen, al mocht je er soms flink voor lappen. Completisten zijn fijn voor Zorns ego maar ik verwacht niet dat ze talrijk genoeg zijn om Zorns kas te spekken. De grootste klandizie zijn waarschijnlijk mensen die een paar willekeurige Masada cd’s op de plank hebben. Waar hij dan weer al die onverkoopbare Tzadik- en voorheen Avant-albums van zijn vrienden mee kan financieren.
De eerste tekenen
De opdrachtgevers van soundtrackwerk zullen daar ook zeker aan meehelpen. Die filmmakers zijn ook gek op Masada en de Bar Kokhba arrangementen, afgaande op de linernotes in de cd’s. Vaak worden voor de eerste montages die platen gebruikt en dan stappen ze naar Zorn om iets te maken in die stijl. Begrijpelijk, maar de serie werd er niet uitdagender op. Gezapigheid was tot dan wel het laatste verwijt wat je de New Yorker kon maken, maar soundtracks voor The Treatment en Invitation To A Suicide komen akelig in de buurt. Dat was toch echt wel eens anders!
Een nieuwe wereld
Omstreeks 1990, naar school in Utrecht, dus dagelijks in de buurt van platenzaken als White Noise en Ear & Eye en de prima gesorteerde muziekbibliotheek. Naked City was eigenlijk net uit elkaar aan het vallen maar het was wel mijn kennismaking. Dit wegens associatie met het Earache label die Torture Garden (besproken door Wim Baelus in Aardschok, ‘exxxtreem’) en het geïmproviseerde grindcore project PainKiller uitbrachten. Net bekomen van funk metal en de opkomst van death metal in combinatie met interesse in jazz en dergelijke leken dat soort mengvormen mij wel interessant. Zorn had ook het debuut van Mr. Bungle geproduceerd waar ik inmiddels ook groot fan van was.
Curriculum vitae
Al snel was ik Naked Cityfan en ging ik de cv’s van de betrokken muzikanten en Zorns namedropping in de boekjes uitpluizen in de goed gesorteerde Utrechtse muziekbibliotheek. Naast Zorn zelf ging er een wereld open, van muzikanten als Fred Frith, Bill Frisell en genres als free jazz, geïmproviseerde muziek en eigentijdse klassieke muziek. Maar om te terug te keren bij de combatbroekdragende alt-saxofonist: soms sprak het direct aan, zoals The Big Gundown en Spillane, andere platen bleven heel lang achter-de-oren-krab-platen zoals Locus Solus en Mystic Fugu Orchestra.
Zoekt en gij zult vinden (of niet)
Inmiddels was Zorn het Tzadik label begonnen en was hij zijn archieven uit aan ’t spitten. Al snel werd er meer verkrijgbaar in Nederland, voor iets betere prijzen dan voorheen. Meer kans in Amsterdam dan in Utrecht, maar toch. Het duurde trouwens nog lang voor ik Elpee in Den Bosch en Get Records in Amsterdam ontdekte, zaken waar een meter of twee Tzadik en Avant releases stond. Tegen die tijd was er ook al internet waar een uitgebreide Zorn discografie op te vinden was met veel titels die me zeer aanspraken maar onvindbaar waren, zoals Cynical Hysterie Hour. De uitdaging van the hunt en the catch met als beloning die altijd uitdagende muziek.
Exotica
Zelfs als je downloaden buiten beschouwing laat is dat laatste helemaal weggevallen. Alles is makkelijk te bestellen, bijvoorbeeld bij zijn eigen label. De grote vraag is: ben ik simpelweg verzadigd geraakt en kan Zorn me daarom niet meer verrassen? Is dat de schuld van Zorns eigen productiviteit of is hij zelf daadwerkelijk een beetje ingedut? Masada, met name Bar Kokhba, was al een veel toegankelijker geluid, maar toen The Gift uitkwam was de easy listening een verrassende ontwikkeling. Een nieuw aspect van de veelzijdige componist, leuk!
Mehriffic
Daarna volgde echter de ene na de andere Filmworks in die stijl van Joods getinte exotica. Begrijpelijk voor het in commissie gemaakte soundtrackwerk maar daar bleef het niet bij. The Dreamers, O’o, In Search Of The Miraculous, Alhambra Love Songs, enzovoort. Inmiddels weet je bij een lijstje muzikanten als Ribot/Cohen/Wollesen/Burger precies wat je krijgt. Geweldig gespeeld en geproduceerd, maar zo goed dat het saai wordt. Zulke voorspelbaarheid is niet erg bij Slayer maar wel bij voormalig muzikaal terrorist Zorn. De gedachte “meh” bij het lezen van namen als Baron, Baptista en Saft is erg genoeg.
De andere kant
Natuurlijk zijn er ook nog albums als Dictée/Liber Novus en Interzone. Meer experimentele en lawaaiige projecten, maar daar zal dan mijn eigen gewenning een negatieve rol spelen. Die gewenning kan ook positief werken: Book Of Heads, Locus Solus en The Classic Guide To Strategy vond ik toen ik ze kocht maar vaag gedoe, maar als ik het nu opzet vind ik het geweldig. Opwindender dan recente cd’s als Enigmata en The Satyr’s Play/Cerberus. Enkel de Moonchild-platen, al was dat ook niet gelijk raak, kietelen nog een beetje. Ondanks dat ik Mike Patton ook al een tijdje zat ben, maar da’s een enigszins vergelijkbaar maar toch ander verhaal.
Nieuwe traditie
De overload aan Masadaprojecten dan? Het idee was een nieuwe traditie te creëren, met een nieuw gemaakt canon. Dat is met het eerste boek gelukt. Veel van die composities zijn deel van mijn leven geworden, op de manier waarop diverse liedjes uit de Balkan en Turkije dat zijn geworden. Op een manier die het leuk maakt om ze in een of andere versie – als oude bekenden – weer ergens tegen te komen. Met Khebar, Idalah-Abal en Beeroth is dat wel gelukt, maar met het tweede boek, Book Of Angels, niet.
Dankwoord
Een complex aantal factoren dus eigenlijk. Ik kan me toch niet aan de indruk onttrekken dat de term ‘muzikaal terrorist’, ‘enfant terrible’ of zelfs ‘pionier’ niet meer van toepassing zijn op de hyperactieve New Yorker. Ik ben hem dankbaar voor de geweldige concerten, ik heb een goede collectie prachtige cd’s om naar terug te keren en ik dank hem voor zijn aandeel in mijn muzikale opvoeding. Ik heb sympathie voor zijn muziekgekte en bewonder hem voor zijn keuze voor de muziek en hoe hij daar helemaal voor gaat. Toch zal ik niet snel nog een cd van hem kopen en door de manier waarop hij zijn concerten verkoopt (alleen grote festivals kunnen dat nog opbrengen) zal het er ook niet zo snel meer van komen hem live te zien. Dus, so long, John.