Roep ik bij Night Beds nog dat hoge mannenzang helemaal van nu is, komen de heren David Michael Stith (DM Stith) en John-Mark Lapham als The Revival Hour na de single Hold Back/ Run Away (2011) en de epee Clusterchord (2012) met hun volledige album Scorpio Little Devil aanzetten. DM Stith gooit in 2009 al hoge ogen met zijn cd Heavy Ghost, waarop ontdekker Sufjan Stevens en tevens Shara Worden (My Brightest Diamond) acte de présence geven. Hier is goed te horen dat hij over een fenomenaal maar zeer hoog stemgeluid beschikt, hetgeen hij met fraaie alternatieve pop/neoklasssiek omhult. Hiervoor brengt hij ook een mini uit en verricht hij op zijn beurt weer hand- en spandiensten voor My Brightest Diamond. Na het album verschijnt er nog een dubbele appendix ervan. Lapham is net als Stith een Amerikaan, maar verblijft ook een tijd in Manchester. Hij maakt deel uit van psychedelische popband The Earlies waarmee hij een handvol mini’s en twee albums maakt en brengt met Micah P. Hinson als The Late Chord in 2006 ook één verbluffend mooie mini Lights From The Wheelhouse uit op 4ad. Daarna vinden we hem weer terug bij Micah P. Hinson’s The Opera Circuit.
DM en JM hebben elkaar helemaal gevonden. Ze vullen elkaar precies aan en hebben beide enorm geworsteld met hun homoseksualiteit of vooral hun uit de kast komen, hetgeen vanuit hun kerkelijke achtergrond bezien niet eenvoudig is geweest. Dat heeft zeker z’n weerslag gehad op het debuut Scorpio Little Devil, dat voelt als een bevrijding en waarmee ze de draak steken naar hun vroegere bekrompen leefomgeving; dat terwijl hun bandnaam vernoemd is naar een evangelisch radioprogramma uit de jaren 30. Ze worden hier geholpen door een klein leger aan gastmuzikanten waaronder ook ex-The Earlies lid Christian Madden (piano, hammond), wederom Shara Worden (zang), violiste Elizabeth Warren die ook Bill Callahan als eens bij heeft gestaan, altvioliste Maria Hansen ooit te gast bij Oneida, drummer Brian Wolfe van onder meer My Brightest Diamond en Sufjan Stevens, saxofonist Christian Biegai van Edison Woods, drummer Thor Harris van Shearwater, Lisa Germano en de Swans en nog meer op strijkinstrumenten, (koor, soul) zang, gitaar, trompet, trombone en drums. Dit om maar eens aan te geven dat deze muziek breed gedragen wordt. De muziek is grotesk en regelmatig redelijk dramatisch, maar tevens bevreemdend en ingetogen. Dat maakt dat je niet overstelpt wordt met een over-the-top geluid, maar overdonderd door een oprecht, verwonderend en rijk gedetailleerd geheel. Dat alles in een semireligieuze context. Ze weten je te raken, mee te slepen en soms in totale verwarring achter te laten. Dat komt mede door de bezetenheid achter het geheel. Ze brengen een evenzo betoverend als gejaagd geluid, waarmee ze op transcederende wijze hun slag slaan. Ze houden het midden tussen pop, soul, experimentele muziek, folktronica, gospel, kamermuziek, freakfolk, doo-wop, duistere elektronica en indie, maar smeden er wel één geheel van. De eerste namen die in je opkomen zijn een combi van Patrick Wolf, Radiohead en Portishead maar ook Low, Dusty Springfield, Bat For Lashes, Grizzly Bear, T-Rex en hun eigen eerdere projecten behoren tot de referentiekaders. Het is een album geworden met prachtige, dikwijls overweldigende muziek en bovenal een uniek onaardse sfeer.
door Jan Willem Broek