"Veel mensen zullen zeggen: tjonge, jonge, dat dat er ook in staat.", aldus Rutte na het bereiken van een akkoord na 3 maanden onderhandelen. Voor een sneller resultaat waar ook menigeen tjonge, jonge zal roepen zijn uiteraard onze lijstjes uit het:
We luisterden naar: Arcade Fire, Ólöf Arnalds, Phonophani, Zbigniew Preisner, Ringinglow, Skunk Anansie, Supersilent, Richard Youngs, Sufjan Stevens, 2562 (2x), Sharon van Etten, Иво Папазов и Оркестър Тракия, PMMP, 陰陽座 (Onmyo-za), Killing Joke, Atlantean Kodex, Mirror Of Deception, Unearthly Trance, Árstíðir lífsins, Dordehuh en Autopsy.
Arcade Fire – The Suburbs (cd, Universal)
Na het ietwat over de top, hysterische Neon Bible stond ik niet meer zo vierkant achter de band. Hun keurmerk is de orkestrale indierock, hetgeen ze op hun debuut zo goed hebben uitgevoerd. De tweede is zeker niet slecht, maar bijna niet in één keer te doen. Maar op aanraden van velen toch de derde schijf in huis gehaald en ik ben blij toe. Het is allemaal veel meer ingetogen en van een continu hoog niveau. Prachtige orkestratie hand in hand met pakkende alternatieve rock. Op een sobere manier ergens tussen Efterklang, Xiu Xiu, Broken Social Scene en Interpol in. IJzersterk derde album, kortom. Voor wie de sensationele (althans dat vind ik) clip van “We Used To Wait” niet kent moet dat zeker eens gaan ervaren via onderstaande link!
Maak/kijk je eigen HTML5 clip:
Ólöf Arnalds – Innundir Skinni (cd, One Little Indian)
Het nichtje van Ólafur Arnalds is terug met haar tweede cd. Ze heeft hiervoor ook dikwijls samengewerkt met Múm, Slow Blow, Stórsveit Nix Noltes en Skúli Sverrisson (’s prachtige Sería). Haar muziek is een mengelmoes van singer-songwritermuziek, (IJslandse) folk en innemende folktronica. Met haar poppige, magische stemgeluid weet ze al te betoveren, maar de begeleiding mag er ook wezen. Veelal is deze sober akoestisch en klassiek. Ólöf brengt naast zang ook gitaar, viool, piano, charango en percussie-instrumenten. Haar tien gasten, waaronder Skúli Sverrisson, Shahzad Ismaily en Björk (in “Surrender”), zorgen additioneel voor gitaar, zang, piano, banjo, drums, kalimba, dobro, draailier, hoorn, bas en harmonium. Dat levert een magistraal intiem en melancholisch geheel op. Fluisterliedjes tussen Emiliana Torrini, Joanna Newsom, Colleen, Benni Hemm Hemm en Múm in. Heel erg fraai.
Luister Online bij Myspace:
Phonophani – Kreken (cd, Rune Grammofon)
Na jaren van stilte keert Espen Sommer Eide (Alog) terug met zijn speelse elektronica vehikel Phonophani. Hij maakt op zijn vierde cd weer een lekkere mix van stuiterende, speelse elektronica, ambient, jazzy elementen en lekker in het gehoor liggende experimentele sculpturen zoals Supersilent dat ook kan. Sterke troef deze keer is het gebruik van de zangeressen Jenny Hval (Rockettothesky), Haco en Agnethe Christensen, die heel fraai tussen het elektronische maaiveld uitkomen. Het is een supergedetailleerd werk, waarbij elk geluidje zorgvuldig gerangschikt is. In “Morki” is ook David Grubbs nog even te horen op gitaar. Intiem, bevreemdend, uiterst droefgeestig en bovenal subliem album.
Luister Online bij Myspace:
Kreken / Nold / Mendel / Gubijinso / Vuku
Zbigniew Preisner - Danse Macabre (cd, New Music)
Preisner is vooral bekend van zijn filmmuziek voor de films van Krzysztof Kieslowski (Dekalog, La Double Vie De Véronique, Blue. Blanc, Rouge), maar hij heeft los daarvan ook diverse modern klassieke werken gemaakt. Toch opereert hij vooral als maker van filmscores. Nu heeft hij een werk gecomponeerd voor het toneelstuk “De Begrafenis” van Thomas Vinterberg (het meest bekend waarschijnlijk van de hilarische en bovenal meesterlijke Dogma-film Festen). Dit nieuwe werk is opgenomen met een symfonisch orkest en koor en is net zoals veel werk van Preisner in en in melancholisch. Deze zal wellicht de boeken in gaan als de meest ingetogen werk. En ook al is het zijn ongeveer 30ste release, deze is net zo essentieel als zijn voorgaande werk. Als je van Eleni Karaindrou, Henryk Górecki en Arvo Pärt houdt is dit wederom een zeer welkome cd. Deze cd is voorlopig enkel te bestellen via de site van Preisner. Maar wat een ongelooflijke pracht weer!
Ringinglow – Ringinglow (cdep/download, Make Mine Music)
Scott Sinfield is één van de oprichters van het doe-het-zelf-label Make Mine Music (Yellow 6, Piano Magic, Epic 45), waarop de Britse wave glorieert zoals in de hoogtijdagen. Scott is sinds 1996 gestart met het fantastische project Portal, dat zo op 4ad zou passen tussen de Cocteau Twins en volgelingen. Om uiteenlopende redenen strandt dat project en blijft het tijden stil rond deze getalenteerde muzikant. Onder meer de status van de huidige muziekindustrie hebben hem doen besluiten alles in gelimiteerde budgetuitgaven te fabriceren. Zo is deze nieuwe mini cd voorlopig enkel te bestellen als gelimiteerde cd in een oplage van 50 stuks of als download (en daarna als 3” op het Chat Blanc label). Hierop hoor je zwoele wave met lichte dubinvloeden en pakkende melodieën. Het is 4ad zoals 4ad ooit bedoeld was. Fans van de Cocteau Twins, Robin Guthrie, Dif Juz, Swallow en Slowdive zullen hier hun hart op kunnen halen. Prachtig intiem, sfeervol en droefgeestig album!
Skunk Anansie – Wonderlustre (cd, V2)
Hoewel ik altijd een beetje bang wordt van Skin (Deborah Anne Dyer) door het Grace Jones-effect, vind ik de muziek altijd wel lekker; stevige rock met genoeg venijn om niet helemaal in het pop-vak te belanden. Al vanaf de eerste single “Selling Jesus” is het raak eigenlijk. Ik merk dat ik me een beetje aan het verontschuldigen ben, maar hier zo tussen Ringinglow en Supersilent in voelt het ook wat onwennig. Goed terug naar het album, het eerste in 11 jaar. Er is niet veel veranderd, al lijkt er aan de stem van Skin een extra rafeltje wat alleen maar meer karakter aan de muziek geeft. Stevige songs, een paar ballads en een aantal popliedjes, die allen iets meer ingetogen zijn. Ofwel gewoon een heerlijk, gemakkelijk maar beklijvend comebackalbum. En dat valt heel niet tegen na zo’n tijd.
Luister Online:
God Loves Only You / It Doesn’t Matter
Kijk Online:
My Ugly Boy
Supersilent – 10 (cd, Rune Grammofon)
Supersilent is geformeerd toen het free jazz trio Veslefrekk (Arve Henriksen op trumpet, Ståle Storløkken op keyboards en Jarle Vespestad op drums) met producer en elektronicaspecialist Helge Sten (a.k.a. Deathprod) samen op het podium staan. Vespestad is er sinds de vorige cd er niet meer niet meer bij en inmiddels is het improvisatie trio (dus) alweer toe aan de 10de release sinds 1997. Deze is reeds bejubeld door Bas en Justin in week 36. En ik sluit me er volkomen bij aan. Prachtige improvisaties die dan weer jazzy en sfeervol zijn en dan weer op verstilde wijze naar de ambient en neoklassiek opschuiven. Het meer aanwezige pianospel doet de muzikaliteit van de cd goed. Alles is nu, wellicht door het vertrek van Vespestad, geconcentreerder. Briljant en misschien wel hun beste tot nu toe.
Richard Youngs – Inceptor (lp, Volcanic Tongue)
Beetje vreemde eend in de bijt, wanneer je de laatste releases van de Britse muzikant beluistert. Maar ja, het is dan ook een album speciaal gemaakt voor het Volcanic Tongue label. In één take opgenomen en zonder effecten of enige bewerkingen worstelt Richard Youngs zich met zijn talent gemakkelijk langs geïmproviseerde gitaarlijnen die klinken alsof de snaren met een schuurmachine behandeld worden. Rauw, luid en afstandelijk, maar onderhuids met melodie en zelfs sporadisch hoorbare zang. Richard Youngs blijft mij verbazen.
Sufjan Stevens – The Age Of Adz (cd, Ashtmatic Kitty)
Is het alweer vijf jaar geleden dat Illinois verscheen? The Age Of Adz is de heuse opvolger en gaat dit keer niet over een staat. Sterker nog, een vaststaand concept waar Sufjan de laatste jaren nogal aan gehecht leek te zijn, ontbreekt dit keer. Of dit de reden is dat The Age Of Adz gevarieerder klinkt dan zijn voorgangers valt te betwijfelen. Dat is namelijk eerder toe te wijzen aan het surplus aan elektronica dat hij op dit album uit de kast heeft getrokken. Uiteraard zijn de typische bombastische blazersecties, elfjesfolk en emotionele zangkoortjes gebleven, doch is er duidelijk voor een andere richting gekozen zonder sfeer te verliezen. Daar is alleen al de uitgesponnen afsluiter Impossible Soul van meer dan 25 minuten een overtuigend bewijs van.
2562 – Aerial (cd, Tectonic)
2562 – Unbalance (cd, Tectonic)
Dat goede dubstep niet uit Londen hoeft te komen bewijzen deze twee (al wat oudere) platen uit Den Haag. Voor én na zijn dj-optreden in Middelburg afgelopen zaterdag blijkt de muziek van Dave Huismans prima houdbaar voor de lange termijn. Zijn producties zijn subtiel en interessant door de vermenging met bijvoorbeeld klassieke techno uit Detroit. Bovenal weet 2562 het gebrek aan Britse ruwheid te compenseren met pakkende melodieën en juist geplaatste beats. Het is helaas een feit dat hij op het podium uitsluitend nummers van anderen draait.
Sharon van Etten – Epic (cd, Ba Da Bing)
Hoezo moeilijke tweede? Met speels gemak overtreft de Amerikaanse zangeres haar debuut album Because I Was In Love. Daarop leek ze misschien nog een beetje verlegen en terughoudend, Epic is rijker in geluid, bevat meer dynamiek en vooral liedjes die overtuigend klinken. Je zou zeggen dat ze typische singer-songwriter folk zoals Alela Diane of Patsy Cline maakt, maar Sharon van Etten heeft wel degelijk een eigen geluid. En dat zit ‘m vooral in de stem. Als zij die dan ook nog begeleid met een harmonium (DsharpG) of hemelse klanken (Don’t Do It) dan worden prachtige nummers geboren.
Иво Папазов и Оркестър Тракия @ Bimhuis, Amsterdam
Ivo Papasov en zijn band, mijn vierde keer alweer, deze keer weer in Amsterdam. De eerste keer in Rasa (Utrecht, alweer 10 jaar geleden) maakte een verpletterende indruk maar ik was nog niet zo gewend aan de 'wedding music' en ik herinner me vooral een strenge bandleider, die vooral zijn nogal wilde drummer nogal eens in toom moest houden. De bezetting van toen weet ik niet meer precies, maar die van vanavond is inmiddels al heel wat jaartjes bij elkaar en 'geölied' is een understatement. Neshko (accordeon), Vasil (toetsen) en Salif (drums) waren er in ieder geval bij mijn eerste keer al bij. Met Matyo (kaval) en Atesh (gitaar) erbij worden er veel blikken en knikken uitgewisseld en spelplezier straalt ervan af, zelfs bandleider Ivo (klarinet) laat het over het algemeen lekker begaan en doet af en toe een stapje terug om eens lekker te genieten van zijn eigen band. Zijn vrouw Maria is natuurlijk weer staande bij voor een paar fraaie ballades en vlotte dansen, maar het echt virtuoze vuurwerk zijn toch de instrumentale stukken. Dat het niet allemaal zo snel hoeft bewijst de wonderschone, zeer ingehouden versie van Uzun İnce Bir Yoldayım (een evergreen van Âşık Veysel, door heel veel Turkse artiesten uitgevoerd, van oerrocker en kindervriend Barış Manço tot de metalband Pentagram). Relatief veel nieuwe stukken in het repertoire, waaronder een vrolijke dans met de kaval als middelpunt, een Macedonisch stuk waar de band onder elkaar veel plezier om heeft maar ook de vrolijke act met gadulka (een Bulgaars strijkinstrument) van Vasil Denev. Een geweldige avond die terecht wordt afgesloten met een daverend applaus.
| ||| METALTELEX ||| | ||| METALTELEX ||| | ||| METALTELEX ||| | ||| METALTELEX ||| |
Vrolijke meidenpop/metal van het Finse