[cd, Control Freak Kitten/Konkurrent]
Soms helpt het als je een vervelende jeugd hebt gehad, om dit te verwerken in mooie creatieve zaken. Dat moet ook de Noorse zangeres en multi-instrumentaliste Rebekka Karijord hebben gedacht. Een vage hippiemoeder, een vader die vooral naarstig op zoek naar drugs is en 17 verhuizingen achter je kiezen, dat klinkt toch als muziek in je oren? Nee, het valt het te prijzen als je daar goed uitkomt. Hoewel ze veelal destructieve thema’s behandelt in haar muziek, is de output vooral positief bedoeld. Het duurt overigens wel even alvorens ze haar definitieve identiteit op haar albums zet. De cd Neophyte (2003) brengt ze uit als Rebekka en het daarop volgende Good Or Goodbye als Rebekka & The Mysterybox. Pas in 2009 als haar derde prachtalbum The Noble Art Of Letting Go verschijnt, staat er voor het eerst haar volledige naam op de hoes. Rebekka blijkt een volslagen eigenzinnig geluid in huis te hebben, niet alleen haar stem maar ook de composities en het instrumentarium zijn van een aparte klasse. Dat blijkt ook weer op haar nieuwe cd We Become Ourselves, een titel waar wellicht de wisselende naamgeving eerder ook mee te maken heeft. De thema’s zijn onveranderd zwaar en titels als “Use My Body While It´s Still Young”, “Save Yourself” en “Ode To What Was Lost” zijn wat dat betreft exemplarisch. Maar hoewel de sfeer emotioneel geladen is, komt de muziek toch licht opgewekt over; niet bij de pakken neerzitten, maar fier vooruit. Rebekka zingt en speelt harp, piano, orgels en percussie-instrumenten. Ze wordt hier bijgestaan door Erik Nilsson (drums, percussie) en Anders Scherp (gitaar, bas, percussie), maar eveneens zijn er heel fraaie gastoptredens van een mannenkoor, een jongenskoor, een strijkensemble en enkele blazers. Haar stem houdt het fraaie midden tussen Susanne Sundfør, Chan Marshall (Cat Power), Kate Bush, Sinéad O’Connor, Agnes Obel en Natalie Merchant. Dat zijn een hoop namen, maar ze heeft een bijzondere, lastig te plaatsen stem en daarnaast ook nog eens één met een groot bereik, van heel laag tot heel hoog. Ze weet de wat minder eenvoudig te omarmen hoge registers goed te doseren naast de overige zang. Wat het album dikwijls opsiert is de wonderschone, harmonieuze koorzang. Vocaal scoort dit album derhalve al zeer goed, maar ook de muzikale omlijsting is van een andere orde, die soms bij de eerder genoemde artiesten aansluit. Rebekka creëert veelal pianogedreven composities, die in de verte wel associaties oproepen met Talk Talk. Hierover komen dan de sterk ritmische percussiestukken, de pakkende en sfeervolle elektronica, afgewisseld met de schitterende strijkersessies, de harpstukken en een enkele maal nog wat blaaspartijen. Soms overheerst de sterke percussie en is het opzwepend, maar veel vaker nog brengt ze een mysterieus, rustiek geheel dat dezelfde atmosfeer kent als This Mortal Coil, terwijl ze op de meer verstilde momenten ook wel wat van Susanna weg heeft en in de wat ijziger stukken ook associaties oproept Bel Canto. Op bijzondere wijze rangschikt ze alle elementen, zonder dat het ook maar ergens gekunsteld wordt, waardoor het iets ongrijpbaars krijgt en je toch weet te grijpen. Het is een ambitieus en tegelijkertijd bescheiden album geworden. Een heel bijzondere, meeslepende en gewoonweg verbluffend mooie cd.
door Jan Willem Broek