Corneliu Porumboiu kennen we nog van de arthouse comedy 12:08 East of Bucharest, waarin de mythische proporties waarmee de Roemeense revolutie in een voorstadje van Boekarest zou zijn begonnen tot een hoopje cynisme wordt teruggebracht. Politist, adj. is zijn laatste komedie, zo lees is overal, maar de humor is zo cynisch dat menigeen er überhaupt geen komedie in zal zien. Wat is het dan wel? Een politiefilm over een drugszaak, maar dan wel de saaiste, onbeduidendste drugszaak ooit. (bevat spoilers)
Cristi (Dragos Bucur) heeft de opdracht Victor te volgen, een tiener die een spoor kan worden naar een drugsdealer, waarbij de broer van de jongen geldt als de grootste verdachte. We zien Cristi voornamelijk buiten staan, achter een muurtje, terwijl Victor een jointje rookt met een meisje en een vriend die als informant voor de politie werkt. Uit niets blijkt dat er veel geld in het spel is en de informant weet eigenlijk nooit iets interessants te melden. Het belangrijkste gegeven dat gedurende de film boven tafel komt is dat de broer van Victor een keer een auto tegen een muurtje heeft gereden. Cristi staat een beetje voor schud, al weken lang. Omdat zijn baas de zaak wil afronden, krijgt Cristi de opdracht de jongen aan te houden, zodat op zijn minst een veroordeling wegens gebruik ten laste kan worden gelegd. Cristi heeft echter moeite met het vooruitzicht Victor voor 3,5 jaar achter tralies te zetten voor zoiets onbenulligs.
Politist, adj. is een film die vanaf het begin een landerige stagnatie uitstraalt. Met lange, langzaam geschoten scènes krijgen we beetje bij beetje een idee van Cristi’s leven, een beetje zoals in Rivero's Parque via van vorig jaar. We zien zijn leven niet alleen, maar voelen het ook een beetje. Niets wijst erop dat Cristi doodongelukkig is. Hij heeft een baan, een huis en een vriendin. Het is alleen allemaal een beetje saai. Maar in feite probeert niemand in de film er iets van te maken. Cristi is niet alleen. Police, adj. is natuurlijk niet echt een film over een drugszaak, het is een film over post-Ceausescu Roemenië. Het is zo’n film die de stand van het land probeert te duiden, een beetje zoals Lucrecia Martel in The headless woman.
De twee sleutelscènes in de film gaan over taal. De eerste betreft een discussie tussen Cristi en zijn vriendin Anca over een onbeduidend liedje dat zij een paar keer achter elkaar draait. Cristi begrijpt niets van de tekst. "What would the field be without the flower? What would the sea be without the sun? What else would it be? It would still be the field and the sea”. Anca probeert hem aan zijn verstand te peuteren dat het allemaal beelden zijn, symbolen. “It tries to define this ideal love by associating it with symbols.” Deze scene contrasteert met een latere scene op het politiekantoor waarin Cristi zijn baas uitlegt dat het arresteren van Victor tegen zijn geweten ingaat. Zijn baas is niet onder de indruk. Hij laat Cristi in het woordenboek “politie” opzoeken, en “wet” en “geweten” om met de gegeven definities aan te tonen dat Cristi niet weet waar hij het over heeft.
Cristi zit gevangen tussen deze uitersten, zo lijkt te film te suggereren. Hij mist het beetje verbeeldingskracht van zijn vriendin, maar haat de starheid, het ouderwetse van zijn baas. Hij bevindt zich in een positie waarin hij het kennelijk oneens kan zijn met zijn baas, maar een vuist kan hij nog niet maken. Ziehier de staat waarin Roemenië verkeert, aldus Corneliu Porumboiu.
olafk