[cd, Kranky/Konkurrent]
Al sinds 1997 is Pan•American het geweldige project van Mark Nelson, die toentertijd nog de zanger en gitarist van het sublieme Labradford is. Het gat dat die laatste groep achterlaat na het uiteengaan in 2001 wordt door hem prettig ingevuld met eigen werk. Met de jaren veranderd zijn muziek, waar ook artiesten als Alan Sparhawk en Mimi Parker van Low, Dave Max Crawford (Poi Dog Pondering), Charles Kim (Pinetop Seven), Steven Hess, Rob Mazurek (Chicago Underground) en anderen aan deelnemen, steeds iets en is Mark Nelson een op zichzelf staande, bijzondere artiest geworden. Hij heeft inmiddels 6 volledige albums uitgebracht, waarvan de laatste White Bird Release alweer van 2009 is. Deze bevat weer die prachtig verstilde muziek, zoals ook te horen op één van zijn sterkste albums Quiet City uit 2004. Het is een prettige mix van ambient, glitch, drones, lichte beats, softnoise, organische en gevonden geluiden. Met gitaar, computer en elektronica weet hij desolate, filmische klanklandschappen te produceren waarin hij zo nu en dan zijn bijpassende fluisterzang ten gehore brengt. Weemoedige, tot de verbeelding sprekende en diepgaande muziek vol wonderschone fluisterpracht. Daarna blijft het dus lange tijd stil.
De kans dat Labradford ooit weer samenkomt is nihil, maar ze zijn qua bezetting niet eerder zo dicht bij die band geweest als op de zevende cd Cloud Room, Glass Room. Dit komt omdat ex-Labradford bassist Robert “Bobby” Donne hieraan als gastspeler heeft meegewerkt. Hij start voor Labradford ooit in Breadwinner en is erna actief met zijn onversneden noise project Cristal. Daarnaast verricht hij hand- en spandiensten voor Spokane en Gregor Samsa en maakt hij deel uit van Aix Em Klemm met Adam Wiltzie (Stars Of The Lid). De eerder genoemde drummer van de buitencategorie Steven Hess, actief in groepen als On (met Sylvain Chauveau), Haptic, Dropp Ensemble, Cleared en Locrain, is ook toegetreden tot Pan•American, waardoor ze nu als duo opereren. Officieel overstijgt de groep nu met de zevende release ook Labradford, die niet verder is gekomen dan zes albums.
Het is hiermee verder de eerste release geworden van Pan•American als band. Nog altijd scheppen ze in de 7 tracks heerlijk desolate klanklandschappen, maar deze zijn door het fantastische drumwerk en de licht dwingende baspartijen concreter, ritmischer, meer organisch en gewoonweg sterker geworden. De structuren die de inbreng van Mark omlijsten neigen daardoor ook weer meer naar de post-rock en ja ook Labradford. Maar de verschillen hiermee zijn ook groot, want de rustgevende invulling van Mark bestaat zoals gewoonlijk uit een spannende mix van minimalistische drones, glitches, neoklassieke elementen, softnoise, ijzige ambient en andere, tot de verbeelding sprekende, ruimtelijke en isolationistische klanken. De muziek weet naast de melancholie van weleer ook een enorme spanning en dreiging te brengen, die tevens vergezeld gaat van een zwoele, nachtelijke atmosfeer. Dat laatste komt ook door de dikwijl op jazz geënte invloeden van de twee andere muzikanten. Op de momenten dat de elektronica de overhand neemt, is het ook meteen meer introvert en Pan•American oude stijl. De afwisseling die ze hier brengen, ook ten opzichte van de vorige werken, is aangenaam en stijlvol. Je moet naast Labradford ook denken aan de muziek van The Caretaker, David Kristian, Fennesz, Biosphere, Stars Of The Lid, Yellow6 en Lawrence English, zij het dat ze een geheel eigen geluid aan de (bewolkte) dag leggen. In de slottrack “Virginia Waveform” nemen de woeste gitaarklanken zelfs de overhand, waarmee het album een ijzersterke afsluiter krijgt. Een fascinerend, essentieel en wonderschoon album!
door Jan Willem Broek