Rufus Wainwright, zal ik direct toegeven, heb ik weinig mee. Hij is mij vagelijk bekend als indie popprins met familie issues. En toch toen ik vernam dat het dynamische Kompakt duo Supermayer (voor non-housers: Michael Mayer en Superpitcher) een liedje van hem hadden geremixt voelde dat minder tegennatuurlijk dan je zou verwachten. Misschien dat de indie-minimal connectie die eerder dit jaar werd gelegd met de Pantha du Prince remix van Animal Collective’s ‘Peacebone’ voor enige gewenning heeft gezorgd, maar ik denk dat er een andere overeenkomst, voorbij de Duitse titel, bestaat die de samenwerking minder absurd doet lijken. Het gaat om een stijl, vooral de sjaal-dragende melancholicus Superpitcher is een dandy die ergens in een zelfde kwadrant opereert als Wainwright, hoe zeer zij muzikaal ook van elkaar verschillen.
Want iets moet die synergie verklaren die de ‘Tiergarten’ remix tot een van de late muzikale hoogtepunten van het jaar maken en, ik durf nu al te stellen, de meest ambitieuze en spannende remix sinds Superpitcher zelf in 2005 ‘Don’t Save Us From The Flames’ van M83 onder handen nam. Gezien de staat van dienst van Mayer en Superpitcher en hun muzikale nieuwsgierigheid zou het niet moeten verbazen ware het niet dat hun Supermayer project tot nu toe niet altijd heeft kunnen overtuigen. Je wordt inmiddels als plezierdodende cynicus betiteld als je de mening bent toegedaan dat het Save The World album een wisselvallige onderneming was, een geforceerd eclectisch popalbum waar het hoogtepunt ‘Two Of Us’ echt de meest ongenadige vloervuller is. Hun ‘Doppelwhipper’ remix borduurde daarna gelukkig door op dat model van groots opgezette italo-house vol subtiel muzikale snuisterijen maar zelfs dat lijkt nu een voorstudie van ‘Tiergarten’ waarvoor Supermayer alles uit de kast trekken en tegelijkertijd hun stijl perfectioneren.
Het begin is al onconventioneel. Bijna tweeënhalf minuut lang zingt Wainwright het origineel, een fijn spel met Beach Boys-in-kerststemming melodieën, de enige waarneembare ingreep aan Duitse zijde het verwijderen van de akoestische gitaar. Dan kondigt een voorzichtige beat zich aan waar een fijn brommende bas zich mee vermengt. Wainwright keert terug alleen wordt ‘Tiergarten’ langzaam maar zeker uit elkaar getrokken, alsof hij het liedje nog een keer in een droom zingt. Na zeven minuten valt alles stil en zal Wainwright niet meer terugkeren. We zijn dan pas op de helft. De beat keert terug en we rijden de autobahn op richting Düsseldorf, Ralf en Florian op de achterbank met Carl Craig goedkeurend knikkend ertussenin gezeten. Soms lijkt de auto over de weg te zweven, een geheime versnelling ingeschakeld die ze voorbij het neon zal dragen richting de sterren waarna alleen het geluid van regen overblijft.
De vraag die overblijft is er een DJ die dit zal draaien? Een remix impliceert een praktijk van de dansvloer. De ‘Tiergarten’ remix is echter zo gevormd dat hij in zijn geheel moet worden gedraaid, het eerste gedeelte van Wainwright is nodig om de rest te "begrijpen". Misschien dat er DJs zijn die willen maar is er ook een publiek dat niet massaal de dansvloer verlaat? Kortom, een housetrack die andere luisterervaringen vereist, kerstvieringen in Marskoloniën, of tot die tijd aanbreekt de auto op duistere ritten, verlate snelwegen. Fabelhaft.
door OMC