Op zoek naar de verloren tijdloosheid

Zoveel superlatieven, hoe kan ik in dat kabaal nog mijn stem laten horen? Want de ontvangst van Burials tweede album Untrue is universeel positief, een regen van 5-sterren recensies zonder dat gejaagde van een hype, alsof het hier daadwerkelijk eens om de muziek en alleen de muziek gaat. Op zich niet verwonderlijk omdat er geen multinational achter zit te duwen en Burial zelf, in de beste Detroit traditie, onzichtbaar blijft. En de muziek ís uitzonderlijk. Zelf was ik matig te spreken over zijn debuut Burial maar er zaten een paar mooie tracks tussen en juist de sterkere tracks als ‘U Hurt Me’ en ‘Forgive’ heeft hij met Untrue verder uitgewerkt. Er zijn stemmen te horen die stellen dat Untrue positiever klinkt dan zijn voorganger omdat er meer vocalen worden gebruikt. Onbegrijpelijk, want Untrue zingt zonder twijfel de serotonine blues. Alles aan het album ademt afwezigheid uit. Burial weet dat zelf prachtig te verwoorden:

"The sound that I’m focused on is more, you know, when you come out of a club and there’s that echo in your head of the music you just heard…I love that music, but I can’t make that club sort of stuff…but I can try and make the afterglow of that music."

De muziek klinkt vermoeid, spookachtig, een spel aan de rand van perceptie waar nog iets van gevoel wordt geforceerd door sentimentele strijkersamples. De zang is bijna nooit op de voorgrond te vinden, irritante vocale krachtpatserij wordt verknipt en begraven onder filters en ruis waardoor de zinnen over liefde en engelen afstandelijk worden, verlangen dat in het verleden ligt, verloren. Geen wonder dat A Guy Called Geralds gruizige, bijna vergeten Black Secret Technology (1995) de grote inspiratiebron voor Untrue is geweest (al doet het gevoel van de plaat me onwillekeurig denken aan de zwaarmoedige tweede helft van Goldie’s door de jaren heen onterecht gedevalueerde Timeless.) Maar zelfs dat is een klein stukje uit de puzzel want Burial kijkt over zijn schouder naar twintig jaar rave en herkent de kracht van al die muziek. Alleen wat moet je ermee? Nadoen? Een eerloos voorstel. In plaats daarvan maakt hij zoiets als het negatief van rave, de andere zijde van de euforie. 

Tube_map 


(Study of London Underground – Patrick John Mills)

Het is voor mij het album waarmee het valse bewustzijn van speed garage uiteindelijk wordt geheeld. De traumatische afsplitsing rond 1997 waardoor de culturele energie onder jungle werd weggeslagen heeft mij in zijn mutaties nooit weten te overtuigen (vreemd genoeg is het zwakste moment van Untrue het titelnummer wanneer Burial op meest conventionele wijze two-step maakt.) Elke sprong had natuurlijk zijn buitengewone producers, Dem 2 in speed garage, El-B in two-step, Mark One in grime, Shackleton in dubstep maar nooit wist een subgenre als geheel te overtuigen (evenmin als jungle in diezelfde tijdspanne, alsof producers op beide fronten massaal verveeld waren geraakt met het monnikenwerk dat de ritmes van de beste jungle vereiste.) Post-garage wist nimmer aan de zwaartekracht van Londen te ontsnappen. En dat nu weet Burial te bewerkstelligen door alles aan rave op te zuigen, inclusief dat andere rave negatief, de ambient van Aphex Twin (de manier waarop ‘Shell of Light’ uit elkaar valt kan Burial nog jaren op verder borduren.) In het afsluitende ‘Raver’ wordt dit omgevormd tot een reis door de tijd aan de hand van een onkarakteristieke hakkende beat die de elfenstemmetjes van vroege jungle oppikt, de plink-plonk melodieën van bleep ’n bass, de handen-in-de-lucht strings van open lucht rave circa 1988, kortom een laatste moment van eenheid, een tijdelijke samenstand van planeten.

    Untrue is puur muzikaal al een succes maar wat het naast een terugblik zo "van het moment" maakt en een bredere aantrekkingskracht geeft is dat het een universeel gevoel van de schaduwkant van uitgaan, de val na de extase, weet te vangen. Burial heeft bovendien een neus voor het uitkiezen van de juiste tracktitels en kan op die manier het spookachtige van technologie (Ghost Hardware) relateren aan drugs (Endorphin), plekken voorbij de rave (In McDonalds), licht of de afwezigheid ervan (Near Dark, zo je wil een referentie aan de cult vampierfilm) en het Verenigd Koninkrijk zonder het glazuur van Blairs grijns (Homeless en UK). Elke titel krijgt door de muziek een zware lading, de McDonalds is natuurlijk niet die uit de reclame maar een viezige variant, met depressieve werknemers die te vroeg moeten opstaan om sombere klanten, die geen Happy Meal willen, te bedienen. De Aartsengel (Archangel) is nooit een heroïsche Gabriël maar een vallende Lucifer. Dat weven van tekstuele verwijzingen met de muziek maakt Untrue af en tegelijkertijd tot de beste plaat in de Britse rave traditie sinds Exorcise The Demons (1999), Source Directs even heroïsche als gedoemde tegenoffensief om jungle te redden.

door OMC

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.