NNM is een serie waarin we nieuwe muziek van Nederlandse artiesten bespreken.
I saw Les Monte – Intimate Strangers (cd, I saw Les Monte)
Op sommige bands is maar lastig grip te krijgen. Dat kan je natuurlijk zowel negatief als positief uitleggen en het varieert ook vast per band, maar ik heb het over het positieve geval. Zo’n band is absoluut ook het Amsterdamse I saw Les Monte. Elke release die ze uitbrengen draagt hun typische DNA, maar toch weten ze daarbinnen met andere genotypen naar buiten te komen. Het is muziek die vaak draait om een zekere sfeer en artistieke ideeën en niet om muziek met per se een kop of staart. Dat pakt doorgaans melancholisch en filmisch uit. De groep, die bestaat uit Goldzounds leden Jan Luitjes en Ben Westervoorde plus Rick Haring, weet hiermee dikwijls een licht bevreemdende en mysterieuze sound neer te zetten, waarin schijnbaar botsende genres dwars door elkaar een passend geheel vormen. Dat alles kwam misschien wel het beste uit de verf op hun trilogie Machine & Men (2021), A Dawn Chorus (2022) en Foxfires At The Changing Tree (2023), die ook (en nog steeds) in een fraaie gelimiteerde box verkrijgbaar is.
I saw Les Monte is terug met het album Intimate Strangers, waarop ze in ruim 25 minuten 8 nieuwe stukken de revue laten passeren. Ik zeg eigenlijk bewust geen songs, hoewel de zang niet ontbreekt. Ze brengen hier amalgamen van experimentele muziek, pianoklanken, beats, post-rock, soundscapes, cineastische ambient, elektronica, psychedelische rock, artpop en veldopnames. Die schuiven ze steeds heel listig in elkaar. Daar waar ze de meer songgerichte kant op neigen te gaan voegen ze gewoon één van de andere genoemde genres er in. Dat zonder het geheel te ontwrichten, maar wel op organische wijze een andere richting op te duwen. Maar ook omgekeerd, want daar waar het meer experimenteel of abstract wordt, pluggen ze er weer meer doorwaadbare song elementen door. Na hun drieluik, dat ging om these, antithese en synthese, zou je deze wellicht kunnen bestempelen als parenthese; composities waar op muzikale wijze buiten syntactisch verband steeds andere genres worden geplaatst. Het is dus niet zozeer een collage, want daarvoor zijn de stukken weer te coherent. Daarbij krijg je zang, vervormde zang, suggestieve koorzang en stemflarden. Het past helemaal bij wat ze hier met de muziek doen, dat toch weer helemaal hun signatuur heeft meegekregen. Tevens sluit het mooi aan bij de albumtitel. Als handvatten kan ik Tangerine Dream, Tarwater, Hood, Talk Talk, The Smile, Kangding Ray, Harold Budd, Spoonfed Hybrid en door de zang ook The Triffids meegeven, maar ze zullen weinig houvast bieden bij deze unieke muziek. Dat het relatief van korte duur is merk je totaal niet, doordat er zoveel op subtiele wijze gebeurt. Het is droefgeestig, donker, surrealistisch en van een betoverend biologerende en ongrijpbare schoonheid allemaal.