NNM is een serie waarin we nieuwe muziek van Nederlandse artiesten bespreken.
Frans de Waard – Martijn Comes (cd, Moving Furniture Records)
In 2020 hebben Frans de Waard en Martijn Comes hun album Various Weights het licht laten zien. Het interessante hier was dat ze niet zijn gaan componeren vanuit een bepaald concept, maar meer berust op wat er ter tafel kwam. Beide heren hebben namelijk een pool aan geluiden gecreëerd. Daarmee zijn ze aan de slag gegaan door steeds materiaal heen en weer te sturen. Alsof je dingen opduikelt uit een grabbelton en die aan elkaar geeft, om vervolgens dat alles naast en op elkaar te leggen in een bepaalde volgorde. Het heeft twee meeslepende stukken opgeleverd, die op een David Lynch-achtige wijze mysterieus en ietwat ongemakkelijk bevreemdend overkwamen. Maar je zat dan wel tot het einde aan toe op de punt van je stoel. Voor degenen die al bekend zijn met beide artiesten mogen gerust de korte biografische stukken hieronder skippen, maar ik wil toch graag iets over hun achtergrond vertellen, mede omdat ik nog niet heel veel op deze site over hen heb geschreven.
Frans de Waard is een verhaal op zich, je zou er een boek over kunnen schrijven. Ik kwam voor het eerst met hem in aanraking toen hij nog voor de winkel annex platenlabel Staalplaat werkte in een kelder onder de boekhandel Het Fort Van Sjakoo. Een tikje duister vond ik het wel in het begin. Wat ze daar verkochten ook. Maar al gauw bleek die term eigenlijk niet van toepassing op hem dan wel de winkel, die later naar de straat met de zeer toepasselijke naam Staalkade verhuisde (inmiddels weg). Daar heb ik ook veel muziek ontdekt, niet in de laatste plaat van hemzelf. De Waard is met recht één van de sleutelfiguren van de experimentele, innovatieve en avontuurlijke elektronische muziek. Projecten als Kapotte Muziek, Goem, Beequeen, Quest, Zèbra, Freiband, THU20, Doc Wör Mirran en ga zo maar door mogen rekenen op zijn bijdrage (al dan niet met anderen). Dan heb ik het nog niet eens over de diverse samenwerkingsverbanden met uiteenlopende artiesten vanuit de hele wereld gehad. Zijn gevarieerde discografie is dan ook na zo’n 40 jaar geluidskunst en muziek (over en met muziek) maken imposant en dikwijls toonaangevend te noemen. Los hiervan is hij eigenaar van dan wel betrokken bij labels als Korm Plastics, Bake, My Own Little Label en Plinkity Plonk records en levert hij met anderen wekelijks interessante recensies in het digitale magazine Vital Weekly.
Martijn Comes is wat korter onderweg, maar inmiddels ook alweer zo’n 14 jaar. Hij is in 2004 afgestudeerd aan de academie voor Digitale Communicatie en in 2010 aan het Conservatorium van Amsterdam met zijn studie Compositie voor Film. Ook hij heeft een avontuurlijke muzikale aanpak, waarbij hij een bijzondere interesse heeft in klankkarakter in verschillende muzikale tradities, hetgeen zich in zijn releases vertaalt naar elektro-akoestische muziek, drones, ambient, neoklassiek of combinaties hiervan. Zijn werken, die veelal een filmisch doch innovatief karakter hebben, werden uitgebracht op labels als Moving Furniture, The Silent Howl, IO SOUND, Clincal Archives, Bedouin Records en Esc.rec. Naast zijn soloalbums heeft ook naast Frans de Waard samengewerkt met Orphax, Giulio Aldinucci en Hessel Veldman.
Nu vervolgen geluidskunstenaars Frans de Waard en Martijn Comes hun gezamenlijke muzikale avontuur met Equal Weights. De aanpak is hierop wel iets gewijzigd, want het zijn nu in feite twee sonische schilderijen geworden. Hierbij de basis is gelegd door Frans de Waard, die twee langgerekte lege stukken vol akoestische geluiden heeft gemaakt en daar alvast wat muzikale verfklodders en subtiele penseelstreken op heeft aangebracht. Daarna mocht Martijn Comes zijn palet pakken voor een verdere inkleuring. Saillant detail is dat ze ook gebruik hebben gemaakt van composities van briljante doch zwaarmoedige Carlo Gesualdo (1566-1613), een Italiaanse edelman en tevens (serie)moordenaar. Dat zwaarmoedige komt hier uit de verf als prettige melancholie. Zeker in het eerste stuk “Those Silences That Occur” hoor je dat terug in de sacrale zang(samples), waarbij je feitelijk naar een soort hedendaags requiem luistert. Ze mogen daarbij rekenen op het prachtig ijle trompet- en vleugelhoornspel van Marcel Klingeler, die dit alles mooi accentueert. Het is van een intense, ontroerende en tegelijkertijd biologerende schoonheid. Dat laatste omdat ze het geheel met drones, ambient en allerhande geluidsexperimenten opbouwen, naast die schitterende sacrale elementen. In het middenstuk brengen ze met name behoorlijk wat experimenteel reliëf aan in hun schilderij. Daarnaast zit er ook zeker mysterieus aspect aan, hetgeen versterkt wordt in het tweede bedrijf “And There Is Nothing To Say”. Deze sluit iets meer aan op hun vorig werk, zij het dus op andere wijze tot stand gekomen. Hierbij krijg je weer die David Lynch-achtige associaties, maar wel met een geheel eigen benadering. Nog altijd met een zekere droefgeestigheid nemen ze je in de houdgreep de diepte in. Hier kom je aan in een soort magisch surrealisme vol onontgonnen geluid. Het is indringend goed van de buitencategorie! Hierbij mag overigens het fraaie A5-formaat boekwerk dat door Bas Mantel is gemaakt niet onvermeld blijven. Met recht kan je dit een totaalkunstwerk noemen!