[cd, Morr Music/Konkurrent]
Van alles IJslandse bands is, naast Sigur Rós, de experimentele elektronicagroep Múm één die ik op de voet blijf volgen. De groep bestaat al sinds 1997 en laat vanaf 2000 met enige regelmaat op bijzondere wijze van zich horen middels hun releases. Oprichters Örvar Þóreyjarson Smárason en Gunnar Örn Tynes, ook te vinden in Benni Hemm Hemm, FM Belvast en Seabear, worden in eerste instantie vergezeld door de zingende tweeling Gyða en Kristín Anna Valtýsdóttir. Die ruimen na een aantal albums het veld en de groep gaat met gasten werken, maar weet de mysterieuze, intieme en onaardse sfeer, wat hun handelsmerk is geworden, vast te houden op de werken erna. Ze vervullen een centrale rol in de IJslandse alternatieve muziekscene. Een feeërieke en tegelijkertijd experimentele band. Geiserpop, die warm, onvoorspelbaar en magisch is.
Vier jaar na hun laatste album Sing Along To Songs You Don’t Know zijn ze terug met hun zevende langspeler met de ietwat onsmakelijke titel Smilewound. Örvar en Gunnar krijgen hier onder meer gezelschap van bevriende muzikanten als Róbert Reynisson (gitaar, zang, effecten) van Benni Hemm Hemm, Eiríkur Orri Olafsson (trompet, piano, moog, fluiten) van Benni Hemm Hemm en Seabear, Hildur Guðnadóttiir (cello, zang), Mr.Silla (zang, diverse instrumenten), Sindri Már Sigfússon (zang) van Sin Fang en de Fin Samuli Kosminen (drums, percussie). Ze krijgen verder ook van andere artiesten ondersteuning op zang, viool, altviool en cello. Op deze nieuwe schijf brengen ze een meer extrovert geluid door de nadrukkelijk aanwezige beats. De stemmige vrouwelijke zang, de kneuterige elektronica en de diverse strijkinstrumenten zorgen er echter voor dat het ook intiem blijft. Hierdoor verliezen ze niets aan magie en mysterieusheid, maar verschuiven ze net zoals altijd weer met de details en ingrediënten. De speelse elektronica, die aardig naar de IDM opschuiven, vormen de basis voor hun ontwapenende, folkachtige muziek, wat ze verder fraai inkleuren met klassieke, post-rock- en popelementen en luisterrijke zang. Hiermee maken ze muziek die niet niet alleen dromerig en soms ontroerend is, maar ook voor de nodige diepgang en biologerende pracht zorgt. Múm lijkt elke keer weer met een nieuw (ongrijpbaar) geluid te komen en daar bewust ook naar op zoek te gaan, zonder hun identiteit te verloochenen of dit op krampachtige wijze te doen. Dit alles maakt de band ook zo de moeite waard. In de bonustrack “Whistle” krijg je een onherkenbare, maar buitengewoon prachtig zingende Kylie Minogue op de koop toe. Om onomwonden van te genieten.
<
door Jan Willem Broek