We're not lost, we're just finding our way
Wow, dat is nog eens een écht mysterieuze Tree of Life. Een boom die kan wedijveren met het brandende exemplaar in Ride Lonesome, een klassieker van de vader van de indie-western, Budd Boetticher. Zelfs deze toch betrekkelijk cryptische mededeling is als begin van dit artikel al een soort spoiler. (Dus wees gewaarschuwd!) Meek's Cutoff is een totaal compromisloze, uiterst minimalistische, en bovenal nagenoeg perfecte film, die dermate geconcentreerd kijken afdwingt, dat je het beeld in wil kruipen. Dat is haast letterlijk nodig, want de nachten zijn bij het schamele licht van een kampvuurtje pikdonker, en de zonovergoten vlakten verblinden overdag de ogen.
De eenzame boom verschijnt niet voor niets, want de allereerste nét verstaanbare tekst die we horen is de Genesis-passage uit de bijbel waarin Adam en Eva mensen worden. Het stuk wordt voorgelezen door het meest onschuldige karakter, een nieuwsgierig jongetje, dat graag een boompje opzet over wat men in de hel (jawel!) aan zou kunnen treffen.
In Meek's Cutoff zijn drie gezinnen op zoek naar hun eigen Hof van Eden, met een stoet 'wagons' (inclusief ezel) het onwaarschijnlijk lege Oregon van 1845 doorkruisend. Daarbij worden ze bijgestaan door ene Steven Meek, een onguur type, ietwat vergelijkbaar met Jeff Bridges in True Grit. Hij zóu een kortere route weten, maar al in de eerste minuten wordt al duidelijk dat dat gewoon opschepperige praatjes waren. Na de overvloedig stromende paradijselijke rivier, waar ze aan het begin zijn, lijkt de groep juist steeds verder van het doel verwijderd te raken.
Veel vertellen over de film voelt eigenlijk als het verbreken van de magie, dus laat ik eerst eens pogen de genialiteit van de film te bewijzen door me tot de eerste zeven minuten te beperken. De charmante intiteling bijvoorbeeld is niet meer dan een verfrommelde en vergeelde oude kaart. Lekker ouderwets, net als het beeldvullende aspect-ratio op z'n John Fords. (Geen widescreen of brievenbus-gevoel dus) En dan rond de vijfde minuut, een opvolging van shots als een drieklank. ('The secret chord that David played', zo u wil.) De wagons rijden, en dan verschijnt er bovenin het beeld een man op een paard. Als een dreigend omen. In een fraai staaltje beeldpoëzie verglijdt het ene shot in het andere, en blijkt de eenzame ruiter “gewoon” Meek, die voorop rijdt. Als onbestemde dissonant komt daar dan nog een nachtelijk shot overheen, met een prachtig laaghangend wolkendek, even mooi als beklemmend, als een soort tralies. Malick deed het niet beter in zijn meesterwerk Days of Heaven. Deze drie shots schetsen meteen het gevaar, wekken achterdocht en onrust in de kijker, waardoor ook de gezinnen zijn bevangen. Eerst is Meek de gebeten hond, maar later volgt een nog raadselachtiger personage, een heiden bovendien. (Het enige personage dat men gedurende de film 'tegenkomt'.)
In een film die overduidelijk over communicatie of beter miscommunicatie gaat, past de indiaan, die helemaal geen Engels spreekt, precies. Hij communiceert op manieren die de reizigers niet begrijpen, of verkeerd interpreteren. In stenen, bijvoorbeeld, of door het zingen van een mystiek-helend liedje; misschien wel hét kippenvel-moment van de film. Maar ook de pelgrims onderling communiceren niet. (Het ontstaan van het probleem met Meek nog buiten beschouwing latend.) De drie echtgenotes moeten net als de kijker vaak raden wat de mannen bekokstoven.
De contractueel verplichte kritiekpuntjes zijn spijkers op laag water zoeken. (Brak water, zou ik hier misschien moeten zeggen.) Het tempo van de film mag dan uiterst laag zijn, en de gebeurtenissen gering, toch loopt de spanning langzaam maar zeker op. Als een tergend traag gespannen boog, of het laden van een ouderwets geweer. Het duurt misschien lang, maar het schot komt. Als de indiaan in de film verschijnt voel je dat het eindspel gaat beginnen, en toch schakelt Kelly Reichardt nog even terug op de oude leegte, voor een minuutje of vier. Het is het enige moment dat de film me kortstondig verliest; meteen daarna inhakend, als de meest dramatische gebeurtenissen van film elkaar in betrekkelijk tempo opvolgen. Waarvan de mooiste (en toch weer ontzettend subtiele) door Vido Liber op zijn weblog werd geanalyseerd.
Een laatste puntje van kritiek volgt ook uit de vorm. Natuurlijk is dit vooral een film die draait om sfeer, ritme en de meanderende wandelbeweging. (Het laatste zou je trouwens Reichardts trademark kunnen noemen.) Meek's Cutoff is haar beste film tot nu toe, en toch vind ik dat je kunt beargumenteren dat de personages helemaal niet zó rond zijn. Het gaat om de groep als geheel, en facties onderling. (Vrouwen, vijanden, mannen.) Maar ieder personage afzonderlijk lijkt te vangen in één bijvoeglijk naamwoord. Het jongetje is ongerept, Michelle Williams is, als meest in het oogsprekende echtgenote, rechtvaardig, en zo verder. Iedere acteur krijgt één scene om die eigenschap duidelijk te maken, om daarna terug te vallen in het geheel. Met name het personage van Paul Dano lijdt hieronder. Hij mag dan het ideale hoofd hebben, recht weggelopen uit de negentiede eeuw, ik vind hem hier toch wat beperkt overkomen. (Zijn key word is overigens 'hebzucht'.) Maar dan is daar al zijn echtgenote, gespeeld door Zoe Kazan, die na de hele film op de achtergrond te hebben verkeerd schittert in een kort momentje van indringende hysterie, waar ook de kijker door wordt aangestoken. 'They're coming! They're almost here!'. Zo spannend.
Als coda nog wat associaties uit de losse pols. In een van de mooiste sequenties van de film zien we de drie echtgenoten in fraaie kleurige gewaden lopen, wiegend in de wind, over de dorre vlakten, achter de wagens aan. Het heeft iets sprookjesachtig Iraans. Ik moest denken aan Makhmalbafs Gabbeh. (Misschien komt het door het wassen van de kleren in de rivier eerder.) De fraaie muziek van Jeff Grace mag ook niet onvermeld blijven. Ambient-klanken, die het piepen, kraken en jammeren van de wielen subtiel inkleden. Als men overbodige ballast naar buiten kiepert verdwijnt ook grootmoeders klok – of heb ik het me ingebeeld? – meteen erna klinken in elk geval op de soundtrack een soort uurslagen. Het laatste uur of een nieuw begin? God zal het weten.
(door Ludo)