Martijns 50 beste van ’00-’08: 11-1

De ontknoping, met als conclusie dat ik een demoon ben die van rock-‘n-roll houdt.

Noughties11 Noughties10The Chronics – Make You Move (Bad Afro, 2001)

The Chronics – Soulshaker (Bad Afro, 2000)
De meest obscure band uit deze lijst waarschijnlijk. Deze vier Zweden uit Umeå maakt in korte periode twee platen die weinig reuring veroorzaakten, kwamen naar mijn weten nooit naar Nederland om op te treden en verdwenen uiteindelijk volkomen in de obscuriteit (probeer ze maar eens te googlen.) Wie er weinig bijzonders aan hoort, moet ik objectief gelijk geven. Maar dat is juist de kracht van The Chronics: die simpele garagerockliedjes met een toef soul klinken alsof ze er altijd al geweest zijn. Ze zijn op elk moment van de dag te beluisteren en altijd word ik er dan weer vrolijk van. En dat is toch maar heel weinig platen gegeven.


Noughties9

Early Man – Closing In (Matador, 2005)
False metal! Heel erg zelfs, want het duo Early Man bleek het verhaal dat ze uit hun streng christelijke familie in Ohio waren verbannen omdat ze te veel naar Judas Priest geluisterd hadden, verzonnen te hebben. Het bleken veteranen uit (de horror! de horror!) indierockscene te zijn. Tot overmaat van ramp kwam het debuut uit op het anti-metallabel Matador. Nou ben ik gek op kunstenaars die dit soort trucs uithalen, dus voor mij was het alleen maar een pluspunt. Maar daar komt dan de muziek nog overheen. Early Man slaagt er op Closing In om als een enorme rip off van Metallica circa Ride The Lightning en Ozzy-periode Black Sabbath tegelijk te klinken. Dan ben je goed bezig. Dat indieverleden blijkt ook zo zijn pluspunten te hebben: geen acht minuten riff salad, maar puntige liedjes met kop en staart en pakkende refreinen.

Noughties8Taake – …Doedskvad (Dark Essence/Karisma, 2005)

Dit is dan dus wel pure riff salad. Eén van de beste ooit geserveerd ooit zelfs. Topriff na topriff na topriff. De rest van de band staat in dienst van het bijna abstracte landschap van riffs dat Høst hier neerzet. De manier waarop hij de intensiteit telkens laat toe- en afnemen lijkt sowieso meer beïnvloed door de regels van de technoset dan door de romantische dramatiek van de metal.


Noughties7

The Haunted – rEVOLVEr (Century Media, 2004)
Want als het gaat om romantische dramatiek, dan moet je bij Peter “De Zangeres Zonder Naam van de Metal” Dolving zijn. Die keerde hier terug bij The Haunted, zodat het gitaarvernuft van Anders Björler en Jensen voortaan dramaqueenteksten als “Shut your fucking mouth, you don’t know a single thing about me. So I heard what he said when you walked away, don’t you think I can add up the numbers?” en “If I die tonight, well that suits me fine, ‘cause I’d be better of covered in lime” kon gaan begeleiden. Wat natuurlijk perfect is, want metal, dat is afreageermuziek voor gevoelige jongens.

Noughties6

Gluecifer – Automatic Thrill (Steamhammer, 2004)
Biff Malibu, Danny Young, Stu Manx, Raldo Useless en Captain Poon: de zelfgekroonde koningen van de hard rock uit Oslo. Was dat in het begin van de carrière nog grootspraak, op Automatic Thrill was Gluecifer inderdaad de beste hardrockband van de wereld. Niet slecht voor een stel niet al te hip ogende Noren met als blikvanger een klein, iets te dik ambtenaartje met een enorme stem. Uiteindelijk waarschijnlijk ook een perfecte zet om na dit hoogtepunt te stoppen, want na Automatic Thrill had het alleen maar naar beneden kunnen gaan.

Noughties5

De Kift – Koper (V2, 2001)
Het op grauwe wijze geïndustrialiseerde zompige laagveen van de Zaanstreek met zijn stugge zwijg- en zuipcultuur en calvinistische geloof lijkt niet een plek voor lyrische, mystieke meesterwerken. Toch is dat precies wat Koper van De Kift is. Toegegeven, er zitten wat Balkaninvloeden en zelfs een tekst van Byron in verwerkt. Maar wat is er Zaanser dan de harmonie of de zin: “Ik ben de vrolijke molenaar; ik maal om niemand en niemand maalt om mij?”


Noughties4

Diamond Nights – Popsicle (Kemado, 2005)
Uiteindelijk heeft Diamond Nights vooral heel goed naar de eerste twee platen van Van Halen geluisterd. Perfecte poppy rock, van toen dit naast disco de enige dansmuziek was. Een virtuoos als Eddie van Halen hebben ze niet in de band, maar dat weten ze te compenseren door een heel noughties hoekige mathaanpak. Het grootste verschil is dat Morgan Phalen wel dezelfde voorkeur heeft voor meisjes en feesten als David Lee Roth, maar niet kiest om dat uit te dragen via Amerikaans showmanschap, maar via Britse droogheid. Alleen al zijn in falset gezongen “Baby, do you like to mess around?” uit het openingsnummer maakt de plaat de aanschaf waard. Dan gooit hij er nog een gratis “You say you might have fallen for a guy like me when you were seventeen” bij ook.

Noughties3

Speedball Baby – The Blackout (In The Red, 2002)
Matt Verta-Ray is tegenwoordig vooral de gitarist van Heavy Trash, zijn band met Jon Spencer. Daarmee heeft hij net de ijzersterk single ‘(Sometimes You Got To Be) Gentle’ uitgebracht, maar wie hem echt op de toppen van zijn kunnen wil horen, die luistert naar The Blackout. Samen met zanger en Kramer-uit-Seinfeld lookalike Ron Ward gooit hij de hele gouden periode 1945-1970 uit de Amerikaanse geschiedenis en komt eruit met de perfecte mix van Andy Warhol, Jackson Pollock, Charles Bukowski, Jerry Lee Lewis en Hunter Thompson. En dan mis ik nog de helft.

Noughties2

Death From Above 1979 – You’re A Woman, I’m A Machine (Last Gang, 2004)
Rockmuziek gaat over sex. En over de beat. En over de samenhang tussen die twee. De rest is bijzaak. Als je het terugbrengt tot die kern, dan kom je uit bij Death From Above 1979. Een op hol geslagen ritmesectie met een zanger die huilt als een wolf in de paartijd. Meesterwerken lijken vaak zo simpe
l.


Noughties1Sweatmaster – Sharp Cut (Bad Afro, 2001)
Films kan ik niet ondergaan – ik blijf altijd in analysemodus – muziek wel. Met hersenloze actiefilms heb ik daarom niets, met hersenloze muziek des te meer. Het moet dan wel de juiste bedachte hersenloosheid zijn; echt hersenloze hersenloosheid irriteert. Die bedachte hersenloosheid kan dan lopen van Darkthrone tot Justin Timberlake. Maar niemand doet het beter dan Sweatmaster op Sharp Cut. Twaalf liedjes, nog geen half uur speelduur. Simpel tot op het abstracte af, maar altijd opzwepend, want strak ingespeeld. Mijn lijflied ‘I Am A Demon And I Love Rock ‘n’ Roll’ zegt precies waar het opstaat: “Philosophiphy that’s not for me. I got a mind, but I’m just to busy to use it now.”

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.