[cd, Dead Oceans/Konkurrent]
De net pas 27 jaar geworden muzikant en multi-instrumentalist Mark McGuire heeft al een staat van dienst om U tegen te zeggen. Solo heeft hij sinds 2006 alleen al zo’n 24 releases uitgebracht op cassettes, cd’s en hoofdzakelijk cd-r’s, al dan niet in samenwerking met Trouble Books, Nate Scheible (Scarcity Of Tanks), Dustin Wong en Bone Thugs-N-Harmony. Maar ook in groepen als Ducktails, Amazing Births, Mental Prism, Silver Futures, Fancelions, Inner Tube, Skyramps, Road Chief, Sun Watcher en Telecat Prowlers is hij terug te vinden. Hij maakt tevens deel uit van de tourband van Afghan Whigs. Het meest bekend is hij vermoedelijk geworden als gitarist van het met krautrock en drones gespeende elektronische gezelschap Emeralds, waar hij inmiddels niet meer bij zit. Zijn muziek loopt uiteen van ambient, drones en akoestische muziek tot r&b, hip hop en uiteenlopende elektronische muziek. De eerste twee genres voeren daarbij wel de boventoon in zijn imponerende catalogus. Een zeer veelzijdige bezige bij.
Hij brengt nu zijn volgende cd uit, die een beetje een lullige naam Along The Way heeft meegekregen. Het kwam aanwaaien, zoiets. Maar de deze titel verwijst naar het concept dat hij hier op plaat heeft willen vangen. Hij maakt op veel van zijn solo albums namelijk op meditatieve manier een innerlijke reis naar verlichting, de definitie der dingen des levens en een zoektocht naar zijn ware zelf. Dit klinkt alsof hij in de Lotushouding met wierookstokjes akelige New Age produceert, maar dat is ver van de waarheid. McGuire maakt weliswaar dromerige en contemplatieve muziek, maar doet dat met drones, softnoise, shoegaze elementen, psychedelische muziek, synthpop en allerhande akoestische en elektronische elementen. Hij speelt daarbij op en met onder meer gitaar, keyboards, tapes, piano en diverse stemexperimenten. Het vormt een soort ambientachtig geheel dat op landerige wijze allerlei kanten opgaat. Als je bijvoorbeeld luistert naar “To The Macrobes (Where Do I Go?) klinkt hij als een mogelijk vervolg op de laatste van Slowdive. Hij brengt daarnaast ook de desolate softnoise van Roy Montgomery ten gehore, die er trouwens ook innerlijke zoektochten op na heeft gehouden. Daarnaast krijg je ook drone- en krautockelementen van Emeralds. De muziek is rijk gedetailleerd en McGuire weet je met al die ingrediënten behoorlijk te hypnotiseren. Daarbij helpt zijn zachte, veelal op de achtergrond afspelende zang dan wel de samples van stemmen en koorzang ook behoorlijk mee. Ruim 67 minuten zit je gekluisterd aan je boxen om al deze tot de verbeelding sprekende te absorberen. Op nostalgische wijze laat hij de luisteraar even prettig terugblikken naar wat eenieder wel eens op zijn/haar pad heeft gehad. Een uit het leven gegrepen soundtrack die je gaandeweg niet eenvoudig meer loslaat. Een eigenzinnige artiest om te bewieroken.
door Jan Willem Broek