De kroonprinses van de Noorse bloemetjesjurkpop deed Paradiso aan. Maar kan haar "piepjonge" charme wel het kritische oor van liefhebber Thijs Gouwerok aan?
Ha gelukkig, er staat een behoorlijke backline op het podium, inclusief drumstel. De vrees vooraf was toch een beetje dat Marit Larsen solo of in zeer select (lees: kneuterig indiefolk) gezelschap zou gaan spelen en dit is pop dus we willen wel graag gewoon ‘bandje kijken’, thankyouverymuch.
Het blijkt een mixed blessing. Aan de ene kant voegen de xylofoon, mandoline en vooral de fijne ‘Benny’-piano ruimschoots genoeg tierelantijntjes toe om de arrangementen en de vrolijke vibe van de uitbundig georkestreerde laatste plaat The Chase te benaderen en de vaak drie- of zelfs vierstemmige zang is spectaculair, spot on en bloedmooi. Dit met name dankzij de struise dame voor de kijkers links, die ondertussen ook nog een dwarsfluit en allerhande percussie beroert, waaronder een extra floor tom, wat zowel het geluid als het beeld de nodige extra oomph geeft. Die oomph is meteen ook het grootste probleem vanavond, want Larsens fragiele stem niettegenstaande lijkt de geest van Gene Krupa in de wildenthousiaste drummer gevaren: Veel te druk, veel te hard, teveel laag, zónde.
Marit zelf blijkt zoals verwacht nog petieterig dan verwacht, als dat ergens op slaat. In donkere coupe met pony en uiteraard een jurkje kwebbelt ze er in perfect Engels lustig op los tussen de nummers door, bijvoorbeeld over hoe ‘cute’ het is dat er een plukje Noren in de zaal staat, hoe ze twijfelt of ze wel twee avonden aaneen dezelfde anekdote over M2M (het voormalige teenpopduo van Marit en bulldozerdiva Marion Raven) moet vertellen terwijl de helft van de aanwezigen de dag tevoren ook al in Rotterdam was, en hoe ‘handsome’ Giel Beelen (bij wie ze ’s ochtends in de uitzending zat) wel niet is; “bullshit!” klinkt het direct luidkeels uit het publiek.
Larsen wordt in de media haast standaard van het adjectief ‘piepjong’ voorzien, maar ze is inmiddels reeds 25 en zit al ruim tien jaar in ‘het vak’. Piep is ze wel, tenminste als het om haar stem gaat: Hoog, dun, vederlicht en nauwelijks in staat om boven de band uit te komen. Bovendien blijkt ze verrassend genoeg nog wel wat technieklessen te kunnen gebruiken. Vooral in de instrumentaal wat drukkere en snellere passages worden nogal wat strofes à l’improviste afgeraffeld met zelfs wat zure nootjes her en der, en veelvuldig met je hoofd schudden is niet de manier om een vibrato te bewerkstelligen. De echte overtuiging of drive lijkt soms een beetje te ontbreken. Ook tokkelt en kabbelt het gitaarspel wat te veel, een soepeltjes backbeatende boom-chick-ah countrystrum is wel vereist als je dan toch voorzichtig aan het rootspoprocken wil slaan met die stevige ritmesectie, en qua tingeltangel zit het toch al wel snor met die piano en xylofoon.
Pas als Larsen de ruimte neemt en krijgt in wat rustiger werk als 'Steal My Heart' en de met banjo en al verhillbilliede M2M hit ‘Don’t Say You Love Me’ (yay!) durft ze te gaan zingen en naar de ‘blauwe’ en hoge nootjes te reiken die ze dus tóch met gemak blijkt te kunnen pakken. Zo wordt het hoogtepunt uiteindelijk het kleine solodingetje ‘Fuel’: Door Larsen nota bene aangekondigd als haar enige liefdesliedje dat (tekstgewijs) in harmonie eindigt, resulteert het na twee werkelijk adembenemende minuten in een misgepakt slotakkoord en een giechelsalvo. Tegen haar vriendje, die zo lijkt weggelopen uit Enslaved en de hele avond al als aangever van zowel instrumenten als grapjes fungeert, zegt ze vervolgens tot grote hilariteit van het publiek “I should have faked it, right?”
Ondanks mooie versies van bijvoorbeeld ‘Is It Love’ (kerstgevoel in april!) en het afsluitende ‘Addicted’ (helaas zonder modulatie) steekt het achteraf toch wel wat dat prijsnummers als ‘The Chase’ en ‘Ten Steps’ ten onder gingen in de ruckus van de uit het lood hangende jonge hondenband (overigens kwam het eerste album Under The Surface ook ruim aan bod). Ook lijkt Marit Larsen net dat beetje onontkoombare podiumaanwezigheid te ontberen om buiten Noorwegen echt door te gaan breken, maar dat hoeft van ons ook helemaal niet; het hart is immers zoals gehoopt danig verwarmd geraakt vanavond.
(Oh en lieve Marit, kleine tip voor de volgende keer: Als je het vermoeden hebt en uitspreekt dat je platen hier slecht verkrijgbaar zijn, neem dan toch gewoon je eigen merch mee op tour. Van het zwarte onhandig grote soort, bij voorkeur, mkay?)
Thijs Gouwerok