Het KRAAK festival is voor een bepaald publiek een van de hoogtepunten van het jaar. De gemoedelijkheid en straffe line-up weet telkens opnieuw liefhebbers van heinde en verre te trekken. Ook de Subjectivisten, of Subs zoals we elkaar gebroederlijk in de armen vallen, waren goed vertegenwoordigd in Aalst.
Elke act uitvoerig beschrijven zou totale waanzin zijn. Overbodig ook, gelijk die vervelende track-by-track reviews waar de Engelse muziekpers zo dol op is. Wat mij betreft draait het om de goede sfeer en de flow waar je als bezoeker in geraakt. Een flow, die overigens gemakkelijk in een flood kan veranderen. Zo verliet ik ’t kunstcentrum Netwerk ook dit jaar weer met een vervreemdende mix van opwinding, verwarring en schaamte.
Maar laten we bij het begin beginnen: Café de Scheepvaart.
Happy Hours
Dit kleine tentje net na de brug is een prima voorportaal: kleurrijke figuren die grotendeels onverstaanbaar zijn voor buut’nstaenders, behalve dan een “ha-haa Astublieft!”, te horen bij vrijwel iedere zet van hun merkwaardige biljartvariant. Eigenlijk wil ik pleiten voor deze herberg als officiële partner van het festival, maar dat zou de charme wellicht geweld aandoen.
Indrinken is zo’n vervelende benaming, laten we het op acclimatiseren houden. Afijn, op naar KRAAK!
Het is natuurlijk lastig om teleurgesteld te worden door een festival waar je als bezoeker wordt verwelkomd door een smeulende auto waar de rokers nonchalant tegenaan staan te leunen. Het werk, een echte eyecatcher van Joris van de Moortel, werd eerder nog op aangeven van verontruste buurtbewoners door de brandweer geblust en door de politie in beslag genomen.
Finland mag de aftrap verzorgen. Keijo & the Rambling Boys is meteen de eerste verrassing. Ik was vooraf vooral bekend met de stervende blues van Keijo & Jarmo. Dít gezelschap geeft Keijo’s nummers een heel ander dynamiek: het rammelt, maar wel de goede kanten op.
Angry Hours
Een festival als KRAAK bestaat niet om mensen het roerend eens te laten worden en zo is het al snel tijd voor een act die het publiek in meerdere kampen en splintergroeperingen verdeelt. Reeds woedend begint Darksmith (of California) aan zijn set. Het licht moet uit en mensen met een flitser kunnen rekenen op een scheldkanonnade. Als publiek hebben we het eigenlijk al meteen verbruikt en met de grootst mogelijke tegenzin komt er dan eindelijk wat geluid van het podium. De muziek heeft een figurantenrol en na een kwartiertje wangedrag stormt hij het podium af.
Tijdens de daaropvolgende act van Peter Fengler is nog goed te horen hoe Darksmith net buiten de zaal mensen aan het uitschelden is. Zijn platen wil hij niet verkopen. Het arme vinyl zal zelfs het einde van de dag niet meer meemaken. Later wordt de beste man huilend aan een tafeltje gespot. Dus, is het gewoon een performance die de hele dag duurt? Op bepaalde momenten laat hij wel een andere kant zien. Hoewel redelijk vriendelijk gaat ook daar een soort dreiging van uit. Ik vermoed zelf dat zijn ultra confronterende en emotioneel labiele personage een opgetrokken muur is om als karikatuur uiting te geven aan daadwerkelijke angst en misschien afkeer. Of het is allemaal nep, the fuck do I know? Ik vond het in ieder geval een zeer memorabele verschijning.
Vooraf was ik van plan om een heel stuk te schrijven over Alan Bishop/Alvarius B., de oud-Sun City Girl die je best headliner zou kunnen noemen. De aantekeningen blijven echter steken op ‘Aardig’. Wat kan ik er verder nog over vertellen? Hij maakt een big deal over het feit dat‘em op podium mag roken, speelt een nummer of twee van zijn vermaarde Baroque Primitiva album en op een gegeven moment komt een dame ’n moppie meezingen. Bishop krijgt de lachers op zijn hand en het is al met al aangenaam, of aardig.
Lonely Hours
Girlseeker, een van de smaakmakers op het afgelopen Incubate festival, hebben van KRAAK hun releaseparty gemaakt. Het siert de band dat ze de te releasen LP niet bij hebben. Het mag de pret niet drukken. De ‘beste band van Kopenhagen’ heeft nog nauwelijks iets uitgebracht, maar iedereen in de zaal kan hun ongekroonde hits uit volle borst meeblèren. Daar kunnen we ongetwijfeld YouTube voor bedanken.
Nu kijken de heren sowieso wel altijd verbaasd uit hun ogen, maar zo’n overweldigend uitbundige reactie zullen ze niet verwacht hebben. Het zeer tot de verbeelding sprekende ‘Lonely Hours’ moet op het laatst zelfs in de herhaling. Time spending lady/Lady spend my time/Tears all alone/Tears in my room… Er zijn niet veel bewust slappe new wave bands die een paar honderd zwalkende figuren trashend en fistpumpend achterlaten. Kan het nog wilder?!
Zo’n dag is wel behoorlijk lang. Genoeg tijd om de tassen met veel te veel tapes te vullen en om je weer voor een jaartje onmogelijk te maken in 't schone Vlaanderen. En dus, nadat ik als een prinsje zo lief in slaap was gevallen bij de wilde punk en stripshow van Räjäyttäjät kon ik me wel vinden in een vraag die Darksmith me stelde tijdens een van zijn meer aanspreekbare momenten: “Ze konden me toch niet zien he?” – “Nee hoor, ’t licht was uit.”
– S. Kuschnig