Tussen al die voetbalpracht door moet er nog wel naar muziek geluisterd worden. Even wat platen op een rijtje:
Anja
Schneider – Beyond The Valley
Anja Schneider en haar Mobilee label hebben de laatste jaren
flink aan de weg getimmerd en dan is een echt artiestenalbum de volgende stap.
Je weet door de woordkeuze eigenlijk al wat er dan gaat volgen: Beyond The
Valley valt een beetje tegen. Geen rampzalige plaat. Het is degelijkheid troef,
geen geluidje bevindt zich op de verkeerde plek maar het is allemaal erg
functioneel. Het vermoeden rijst dan ook dat dit vooral een DJ album is en dat
de afzonderlijke tracks van elkaar moeten worden losgekoppeld om echt goed tot
hun recht te komen.
The Mole –
As High As The Sky
Uit de werkkring van Mathew Jonson maar tot op heden niet zo
op handen gedragen. Ik verwachte een soort tweedehands Jonson maar werd
ontzettend verrast door een uitbundige en inventieve vorm van disco-house.
Moodyman is het makkelijkst te identificeren baken. As High As The Sky klinkt
de eerste paar draaibeurten geweldig en ‘Ain’t The Way It’s Supposed To Be’ is
zonder twijfel een van beste housetracks van 2008 maar de plaat lijdt een beetje
aan het Dubbelicious effect.
Ricardo
Villalobos – Vasco E.P.
Eindelijk is het dan tijd voor de antwoord remix van Shackleton. Hier de
track ‘Minimoonstar’ die wordt gelardeerd met typische Shackleton percussie
en wat vreemde stemsamples. In eerste instantie toch minder wereldschokkend dan de
eerste confrontatie tussen beide heren. De rest van de E.P. is precies het
tegenovergestelde van het eerder dit jaar verschenen DJ-tool ‘Enfants’, dat wil zeggen uitmuntende Hippielobos
in opperbeste meanderde stemming. Kost even moeite om in te komen maar nu ik
een hond te logeren heb en verplicht avondwandelingen onderneem is
‘Minimoonstar’ als soundtrack terwijl de zomernacht over de stad valt
sensationeel.
Wighnomy
Brothers – Metawuffmschfelge
Ik ken de DJ-praktijken van de Wighnomy Brother alleen maar van
horen zeggen (gezellige chaos) en had daardoor een hele andere mix-cd verwacht.
Iets speels zoals de hoesfoto lijkt te beloven. Misschien is die foto wel meer
bedoeld om een gevoel van nostalgie op te roepen en in dat geval is het
compleet in harmonie met de mix. Want Metawuffmschfelge is met gemak de
meest melancholische housemix die ik ooit heb gehoord. Het tempo verandert nauwelijks en is ingetogen. Over de subtiele minimalbeats worden dan vrouwenstemmen
gedrapeerd en dat is een heel mooi effect. Tegen het einde verschijnt DJ Koze’s
‘Mariposa’ en word je als luisteraar overmand door een hele fijne droefheid. Kortom niet een stijl die je snel nog een keer op de dansvloer zal
horen.
Marcel Dettmann –
Berghain 02
Marcel Dettmann wordt in bepaalde technokringen gezien als
de man die de uitweg uit het doolhof van minimal zal wijzen. Na een aantal zeer
aparte releases verschijnt nu een mixcd die ongetwijfeld zal worden gelezen als
een statement waar het de
komende tijden heen moet met de voornamelijk Duitse dansmuziek. Nu is Berghain 02 vrij goed maar wat mij betreft is hij net
iets teveel nouveau old school om massaal navolging te krijgen. De knikkerbeats
van minimal maken plaats voor een prettige loopachtige techno zonder dom in ’99 stijl te
knallen en verder zijn er veel ouderwetse details zoals hammerende piano’s
zodat ‘Just Another Chance’ van Kevin Saunderson eigenlijk helemaal niet zo
detoneert midden in de mix.
Loco Dice –
7 Durham Place
Na een aantal uitstekende E.P.’s zoals ‘Seeing Through
Shadows’ en ‘Harissa’ is het twee jaar stil geweest rond de prins van de
elegantie minimal Loco Dice. Lekker bezig geweest met een album maken blijkt
nu. Ik heb het vermoeden dat 7 Durham Place twee jaar geleden juichend
was ontvangen terwijl het nu lijkt te worden genegeerd. Is dat onterecht? De
muziek is vaak smaakvol en zit knap in elkaar (‘Consequence Exentric and
Delicate’) maar ergens wil het me niet grijpen, zeker als Loco Dice twee
ontzettende house clichés inzet: het samplen van porno (‘Tight Laces’) en het
slap stoer kwebbelen over een track (‘Pimp Jackson is talking now’). Dat mag
Green Velvet alleen doen.
The Boo
Radleys – Giant Steps (1993)
Nu ik bijna nooit meer in platenzaken kom besef ik pas dat het luisteren naar
nieuwe cd’s in de winkel vroeger totaal geen zin had. Daardoor kocht ik juist altijd albums
waar ik later spijt van kreeg. Eigenlijk niet zo raar, immers albums die je blind
koopt weet je bijna altijd wel van dat ze goed zijn (een Discovery ga je niet
eerst nog even luisteren.) De albums die je nog uit onzekerheid gaat luisteren
bestaat twijfel over en die ene luisterbeurt is te weinig om een juist oordeel te
vellen. Zo kwam ik dus destijds na hyperventilerende recensies in Engelse tijdschriften
in het bezit van Giant Steps, want die plaat klonk toch wel erg lekker. Een
jaar later heb ik hem weer verpatst. Was dat terecht? Nu ik hem weer eens
terugluister: nee, niet helemaal. De eerste helft luistert in 2008 nog steeds
fijn weg. Gitaren staan te ronken en de liedjes doen zelden wat je verwacht dat
ze gaan doen. De dub klinkt soms wat geforceerd behalve als er opeens
ontzettend hard doorheen getoeterd wordt. Wel herinner ik me opeens dat de
plaat te lang duurt en pas tegen het einde weer opleeft, maar een apart album is
het wel, een soort ambitieus meta-indie album, dat op een of andere manier
alleen maar in het begin van de jaren negentig had kunnen worden gemaakt.
door OMC