John Zorn anno 2010

John Zorn en ik, het is geen haat-liefde verhouding, maar een ambivalente relatie kan ik het wel noemen. Ik vind het een beetje rare, elitair overkomende man die veel te veel platen uitbrengt; als je ze allemaal koopt raak je acuut aan de bedelstaf. Een ondoordringbaar geheel, een waterval aan muziek die zo verpletterend is dat je totaal murwgebeukt snel weer een artiest opzoekt die gewoon eenmaal per twee jaar 40 minuten muziek uitbrengt. En daarbij, waar te beginnen? De man gaat van vrije improvisatie naar fusion naar easy listening naar modern gecomponeerd naar noise naar metal naar surf naar geluidskunst naar Joodse traditionals; en dan vergeet ik vast een genre of 30.


Ik heb het jaren niet zo gevolgd. Vond ik niet te doen. Ouder werk als AIO, Aporias, Duras/Duchamps, Chimeras: stuk voor stuk geweldig. Zijn albums met Painkiller en Naked City idem dito. Maar de laatste jaren ben ik de interesse een beetje kwijtgeraakt. Vriend B. volgt hem op de voet, dus ik heb wel het een en ander gehoord, maar zowel het ruwere werk zoals Moonchild als de steeds prominenter wordende gladde, easy-listening achtige albums doen me weinig. Zeker niet genoeg om aan te schaffen. Six Litanies For Heliogabalus vind ik dan wel weer erg goed, maar ik zou dan niet kunnen zeggen of dat een eenmalige opleving van Zorn was, of dat ik gewoon de verkeerde albums heb gehoord. De discografie is bijkans te immens om bij leven op waarde te kunnen schatten.

Nu las ik een tijd geleden dat-ie dit jaar twaalf releases heeft gepland. Als concept vind ik dat dan erg interessant, dus ben er maar eens voor gaan zitten. Volgens mij informatie zijn er tot nu toe zeven uitgebracht; ik kan het mishebben. Deze zeven heb ik in ieder geval aantal keren grondig geluisterd. Met wisselend resultaat.

 

Filmworks XXIV: The Noble Prizewinner
Zornnobleprizewinner Soundtrack voor een Nederlandse film. Niet dat het geen mooie muziek is – eigenlijk is het bij vlagen wonderschoon – maar de pianojazz is bij tijden zo aalglad en zoet dat tandpijn op de loer ligt. Vooral als de ritmesectie meespeelt; bij solopiano blijft de aandacht wel makkelijk getrokken. Kan nooit de bedoeling zijn geweest.

Luister op Spotify

 

The Dreamers – Ipos: Book Of Angels, vol. 14
Zornipos Beetje zelfde verhaal als hierboven: virtuoos gespeelde mix van surf, cocktailjazz, jazzrock, latin, lounge, maar het blijft steken bij leuk voor de achtergrond, oppervlakkig, zoet. Te weinig weerhaakjes, de band gaat niet loos, blijft constant ingehouden spelen. Dat is erg jammer, lijkt me live erg leuk om mee te maken.

Luister op Spotify

 

Mycale – Mycale: Book Of Angels, vol. 13
Zornmycale Mycale is, net als The Dreamers, een op zichzelf staand ensemble dat werken of thema's van Zorn vertolkt. Met dank aan grotere Zorn-kenners als Martijn Busink en Eric van Rees, die me hier op wezen, aangezien ik me afvroeg wat de rol van Zorn nog eigenlijk is als de uitvoerenden ook als eerste op de hoes genoemd worden. In het geval van de Book of Angels serie heeft Zorn een hele bak met (Joodse) thema's die de uitvoerenden kunnen gebruiken zoals ze willen. Hoe The Dreamers het doen staat hierboven; Mycale maakt er iets heel anders van. Vier vrouwen die acapella de thema's verwerken in polyfone zanglijnen, die behalve Joods (en in het Hebreeuws volgens mij) ook Afrikaans klinken. Of het nou een goed album is ben ik nog niet uit. Ik vind het moeilijk om langer dan een kwartier achter elkaar te luisteren, maar dat kan evengoed aan de voor mij nonfamiliaire vorm liggen. Vooralsnog blijft het bij 'fascinerend'.

Luister op Spotify

 

In Search Of The Miraculous
Zornmiraculous Bijna hetzelfde ensemble als The Dreamers, maar de muziek klinkt stemmiger, serieuzer, het surf- en cocktailjazz gehalte wordt fijn thuisgelaten, maar uiteindelijk klinkt het wederom mooi maar niet meer niet meer dan dat. Ik zet hem heel graag op, maar er zit geen diepte in, het maakt geen blijvende indruk. Voor dit stukje moest ik hem speciaal opzetten aangezien ik me nauwelijks meer een voorstelling kon maken hoe het ook alweer klonk. Maar voor bezoek of een dinnerparty is het dan wel weer een fijn album. Had ik niet achter John Zorn gezocht.

Luister op Spotify

 

Dictée / Liber Novus
Zorndictee Kijk, daar komt eindelijk de Zorn de avantgardist weer boven drijven. dat werd ook eens tijd na al die toch wel erg makkelijk in het gehoor liggende muziek. Twee composities – lang natuurlijk, 23 en 16 minuten, die collage-achtig zijn opgebouwd. Dreigende dark ambient, vrouwenstemmen, fieldrecordings, atonaal klassiek, jazz, van alles en nog wat en wat mij betreft overal even indrukwekkend. Moeilijke shit, maar zo heb ik Zorn toch echt liever dan als componist van stukken waar zelfs je schoonmoeder zich geen buil aan zou vallen.

Luister op Spotify

 

The Goddess – Music For The Ancient Of Days
Zornthegoddess Oh ja, bijna alle albums hebben een motto, een overkoepelend thema waarop de muziek gebaseerd is. Deze zou vooral een vrouwelijk aspect naar boven brengen in de muziek. Nu heb ik het met dat soort pretentieus geneuzel wel een beetje gehad, maar muzikaal is The Goddess echt prachtig. Wederom een vergelijkbaar ensemble als bij The Dreamers – dus met Trevor Dunn en Marc Ribot – maar muzikaal veel strakker en serieuzer. Duidelijk uitgewerkte stemmige composities met een jazzrock/fusion-inslag – en nee, dat is helemaal niet erg – met geweldige melodieën en waanzinnig mooi gitaar- en vibrafoonspel. Ribot is echt in topvorm, heel gevoelig en minimaal zonder dat je het gevoel dat hij zich inhoudt. Mooi ook hoe die Joodse thema's plots opduiken zonder zich op te dringen, heel natuurlijk. Zorn als componist in topvorm.

Luister op Spotify

 

John Zorn & Fred Frith – Late Works
Zornlateworks Hier geen composities, maar pure improvisatie. Zorn en Frith kennen elkaar door en door, spelen elk jaar live samen in New York, maar dit is de eerste studioplaat als duo. Zoals het echte echte improv betaamt opgenomen en gemixt op dezelfde dag, geen overdubs of wat dan ook, alleen Frith op gitaar en Zorn op saxofoon. En dat is alles wat nodig blijkt te zijn om geniale muziek te maken. De mannen halen het beste in elkaar naar boven, zoals ze dat dan zeggen. Hij opent gelijk de Painkillerplaat, woest en keihard, maar gaandeweg wordt het subtieler en wordt er opvallend veel ruimte gelaten om de improvisaties te laten ademen. Geen breiïge, dichtgeplamuurde noise – behalve als ze dat ook echt willen – maar perfect organisch samenspel dat bij mij meer dan eens Interstellar Space, de duo freejazz plaat van John Coltrane met drummer Rashied Ali in gedachte roept. Fabuleus album.

Luister op Spotify

 

Beetje wisselvallig dus tot nu toe, John Zorn anno 2010, maar bij tijden zo geniaal dat ik met spanning wacht op zijn volgende 2010 werkstukken. Blijft verder de vraag (voor mij tenminste) hoe hij zoveel releases kan bekostigen. Hij is toch vooral bekend in kleine kring en brengt zoveel uit dat het gros van de liefhebbers echt niet alles kan kopen. En al die albums hebben ook nog prachtig artwork. Mij een raadsel hoe hij de Tzadik-begroting rondkrijgt. Wellicht is veel gesubsidieerd, maar ik kan me nauwelijks voorstellen dat Amerikaanse kunstsubsidies erg lucratief zijn voor de muzikant. Maar goed, John Zorn mag van mij nog wel even doorgaan, dus hoe hij het rondkrijgt maakt me niets uit, als hij het maar rondkrijgt.

(Bas Ickenroth)

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.