[cd, Secretly Canadian/Konkurrent]
Ik schiet je ‘ns lek man. Een hele flauwe woordgrap, om even proberen te verhullen dat ik de Zweedse artiest wel ken maar nog nooit echt wat met hem op heb gehad (schiet mij maar lek). Hij beschikt over een prachtig herfstig stemgeluid en is een echte moderne crooner, zoveel is zeker. Alleen lijkt op zijn vorige albums alsof hij muzikaal gezien een aanvaring heeft gehad met The Love Boat. Toch komt hij goed weg met spekgladde arrangementen, maar mij krijgt hij niet aan boord. Kortom, met Jens Lekman is helemaal niets mis en zeker met zijn naam niet. Nee de atleet met de naam Brent Newdick, dat is wel heel erg. Jens Lekman is inmiddels verhuisd naar Australië en heeft daar de tijd genomen zijn stijl aan te scherpen. Het is allemaal na relatiebreuk geschreven en dat heeft meestal wel invloed op de meer gevoelige broeders van deze planeet. Dit blijkt op zijn nieuwe cd I Know What Love Isn’t dan ook het geval. De muziek is nog steeds wel een tikje glad, maar het is veel ingetogener en doorspekt met oprecht droefgeestige gevoelens. Hierdoor weet Lekman me nu meteen in te pakken. Wel strijkers maar geen orkest, wel een sax en een fluit maar geen brass-sectie, wel een piano maar geen concertvleugel en wel achtergrondzang maar geen koor. En dat is precies het verschil met de vorige platen. Het is allemaal wat soberder, normaler en eigenlijk gewoon veel passender bij de prachtige stem en arrangementen van Lekman. Liedjes over hartenleed en alledaagse zaken, die op mooie wijze vertolkt worden met de zang in de hoofdrol. Het is ook minder pathetisch en meer realistisch; zoals hij zelf zingt haalt de wereld z’n schouders gewoon op als jouw hart gebroken wordt. Een kwestie van op waardige wijze door zien te gaan. En dat doet Lekman, hetgeen 10 sterke songs oplevert. Het houdt het fraaie maar altijd eigenzinnige midden tussen Magnetic Fields, Morrissey, Prefab Sprout en Brent Anderson. Het is weliswaar een melancholisch werk geworden, maar hij weet het aangenaam luchtig en charmant te houden. Een innemend album om te koesteren.
door Jan Willem Broek