Er zal denk ik vanaf nu altijd een leven van voor en na COVID-19 bestaan. Hoe we daar samen mee omgaan bepaalt denk ik veel voor de toekomst. Hetgeen me altijd, naast welke crisis ook, overeind heeft gehouden is de muziek. Muziek biedt troost, afleiding, een uitlaatklep en weet ook te zorgen voor verbinding; iets dat in alle hectische ontwikkelingen en oververhitte discussies een aangename afwisseling is. Dus laat ik het vooral over de muziek hebben.
Het R getal zit eindelijk weer eens boven de 1, dus kans dat je iets oppikt van mijn kant is een stuk groter geworden. In elk geval weer iets meer dan vorig jaar met 444 recensies, waarvan 37 in onze NNM-serie (Nieuwe Nederlandse Muziek). In tegenstelling tot een zekere grootgrutter let ik ook echt op de kleintjes, want daar valt zoveel ander moois te halen. Ons zeg ik nog altijd, maar feitelijk is het na dit jaar een bijna soloaangelegenheid geworden. Hopelijk staan er dit jaar wat schrijvers op, die mij willen vergezellen. Ik klaag niet hoor, want ik doe het graag! Maar toch is dit tevens een oproep aan diegenen die hun schrijfsels over wat dan ook willen delen via het subjectivistische platform. Niets is fout en veel mag, maar enkel de posts van mijn kant is wellicht wat eentonig?
Omdat het megaraar jaar is, ook maar voor het eerst in een lange traditie een TOP20 met 21 albums. En nog gekker twee van dezelfde artiest, die ik op dezelfde plaats heb gezet; gewoon omdat het kan. Ik leg het verderop wel uit. Ik heb er album ingezet die mij het meest geraakt en verwonderd hebben, ik het vaakst gedraaid heb of anderzijds graag onder de aandacht wil brengen. Er zitten ook heus wel de usual suspects tussen, maar hopelijk ook wat verrassingen. Daarbij is deze lijst altijd gebaseerd op hele albums op cd, die ik voorbij heb laten komen in het Schaduwkabinet, de NNM-serie en mijn Senzor AM mixen. De scheidslijn is dun en geheel subjectief. Eerlijk gezegd stonden er een aantal al snel vast, maar was het een sterk muziekjaar en was het kiezen echt lastig. Mini’s, compilaties, live albums en niet op cd uitgegeven releases zitten er ook niet tussen. Dit jaar ook veel harde muziek, maar eveneens troostvolle. En er verschijnen altijd albums net te laat zoals Meskerem Mees of The Black Dog, maar het is ook allemaal niet in beton gegoten of bloedserieus.
Hieronder zal ik in van 20 naar nummer 01 toe de albums plaatsen, voorzien van eerdere recensies of delen ervan (tussen de aanhalingstekens), de weeknummers waarin ik de recensie geschreven heb plus extra commentaar. De overige nummers 21 plaats daarna in alfabetische volgorde eronder (en dan vergeet ik vast nog wel wat). Hierna verschijnen er ook nog twee edities van Senzor AM (555 & 556) met daarin nummers uit die TOP20. Dan is het jaar echt even helemaal klaar.
Ik wil eenieder die mij bevoorraad heeft enorm bedanken, ook al koop ik ook nog (graag) genoeg. Tevens een bedankje naar degenen die me gelezen dan wel van commentaar voorzien hebben. Ik wil eigenlijk net als vorig jaar proosten op een veel beter gelukkiger, liever en gezonder 2022!
20. Rick Treffers – Looking For A Place To Stay (cd, Skipping Records)
[…]
“Rick Treffers presenteert zijn nieuwe soloplaat Looking For A Place To Stay, hetgeen de elfde in zijn indrukwekkende muzikale carrière is. En solo tussen aanhalingstekens, want hij mag zoals vaker rekenen op een keur aan gastmuzikanten. In dit geval zijn dat Lourdes Casany (Triste Y Gorda, Polonia), Antonio José Iglesias, Léon Klaasse (The Analogues, Supersister, Powerplay, The Pilgrims), Jeroen Luttikhuis (Mist), Alberto Montero (Shake), Mischa Porte (Wouter Planteydt, Luwten, Maison Du Malheur, Wooden Saints), Erik Verhoef (Miss Universe) en Ivar Vermeulen (Mist, Miss Universe). Treffers presenteert hier in ruim 41 minuten 12 nieuwe songs, die mij direct weten te grijpen. Er gaat iets vertrouwds van uit, waarbij de meeste gewoonweg instant klassiekers zijn. Het haalt het beste uit de pophistorie naar boven, maar dan met zijn typische stempel. Dat is zowel te danken aan zijn prachtige zangstem als de prettige melancholie die zijn muziek rijk is, hetgeen hij als geen ander op troostvolle wijze aan de man weet te brengen. Nog steeds komen er zaken als stuk gelopen relaties, mensen die uit zijn leven zijn verdwenen en het feit dat hij geen kinderen heeft voorbij, maar hij lijkt meer vrede te hebben met wat hij wel heeft in plaats van stil te staan bij wat niet. Het leven pakken voordat het uit je handen glipt. Vooruitkijken zonder het verleden te vergeten. Met een rugzak vol herinneringen loopt hij emotioneel geladen maar met een gerust hart naar de toekomst. Dat alles wordt eigenlijk mooi samengevat door nummers als “Time Is Really Running Out”, “After I’m Gone”, “How The Past Was Won”, “The Life I Didn’t Live” en “I Want To Live”. Dat maakt ook dat zijn muziek iets meer lucht heeft gekregen, zonder in te boeten aan diepgravende schoonheid en die heerlijke weemoedigheid. En zoals altijd voegt hij ook weer nieuwigheden toe, zoals een onvervalst bossanova nummer (“The Arithmetics”), lekkere mellotron-partijen, een Spaans gezongen stuk en elektronische interventies. Het is een mix van pop, wave en indie, waarbij je moet denken aan een caleidoscopische kruisbestuiving van Al Stewart, American Analogue Set, The Notwist, The Nits, The Beatles, Belle And Sebastian en New Order. Het gaat van hoogtepunt naar hoogtepunt en hoe vaker je dit album draait, des te moeilijker het wordt om één favoriet aan te wijzen. ‘The Life I Didn’t Live” raakt me wel het diepst, omdat er verschillen zitten in hoe mijn leven eruitziet en het positieve stof tot nadenken geeft. Zonder zijn vorige werk ook maar een millimeter te degraderen, want dat draai ik nog altijd met liefde, levert Rick Treffers hier zijn magnum opus af.”
Week 18 (NNM): Redelijk vroeg in het jaar levert hij al dit pareltje af en meteen al jaarlijstwaardig, waarvan acte!
19. Chantal Acda – Saturday Moon (cd, Glitterhouse/ Chantal Acda)
“In tijden dat we het lastig hebben, hoeven we ons niet te vergrijpen aan drank, verdovende middelen en dergelijke, maar kunnen we gerust één van de albums van de Nederlandse, in België woonachtige zangeres/muzikante Chantal Acda opzetten”
[…]
In de tijd dat wereld geveild is door COVID-19, heeft menig muzikant de tijd genomen om muziek op te nemen. Het verschijnt ook in zoveel onesheets van net zoveel artiesten. Dat klinkt haast afgezaagd, zij het dat het menig fraai werkje oplevert. Ook Chantal Acda is gaan schrijven en dat heeft geresulteerd in het nieuwe soloalbum Saturday Moon. Hoewel solo in haar geval betrekkelijk is. Ze is niet alleen een graag geziene gast, anderen spelen ook graag mee op haar albums. Hier mag Acda (zang, gitaar, piano, saz) dan ook rekenen op een waar leger van maar liefst 18 gastmuzikanten.
[…]
Ondanks de enorme bezetting is het toch vooral een persoonlijk en sober document geworden, dat past bij de huidige situatie. Iedere keer denk ik dat ze haast niet nog eens een zo’n overrompelend album af kan leveren als voorheen, maar toch weet ze me keer op keer te verrassen. Zoals ook nu, wat zeker met haar emotioneel geladen, licht vibrerende zang te maken heeft, die zelfs AstraZeneca, Pfizer of Janssen vaccins of de bijsluiters ervan prachtig kan laten klinken. Haar teksten draaien ook echt om de inhoud en dat raakt diepe snaren. Ze brengt hedendaagse singer-songwritermuziek, die gelardeerd wordt met folk, neoklassiek, Afrikaanse elementen en altcountry. Daarmee weet ze op overtuigende wijze weer een onvergetelijke, troostvol en gewoonweg prachtig geheel te smeden, waarbij ik om de haverklap kippenvel krijg. Denk ter referentie aan een telkens wisselende mix van Red House Painters, Low, Natalie Merchant, Sandy Denny en Nick Drake. Chantal Acda heeft een oprecht en puur geluid in huis, waarbij ik het vermoeden heb dat ze niet eens weet hoeveel ze voor anderen betekent. Ze weet menig prettige traan te ontstelen en troostende arm te bieden, maar voor het leeuwendeel wordt je gewoonweg getrakteerd op die ongerepte, bezinnende en verlammende schoonheid van haar muziek. Op bescheiden wijze levert ze gewoon weer een meesterwerk af!”
Week 13 (NNM): Ja als ik het zo teruglees lijkt het wellicht een lage plaats in de lijst, maar het is een keuze uit 440 albums in een sterk muziekjaar! Sowieso wel een album waarvan ik meteen wist dat het in mijn jaarlijst zou belanden.
18. Stranded Horse – Grand Rodeo (2cd, Ici D’Ailleurs)
“Zo’n 19 jaar geleden komt er een nieuwe muzikale held bij voor mij, te weten Yann Tambour. Hoewel hij echt een gitaarvirtuoos is, komt hij eerst met zijn hoofdzakelijk elektronische project Encre. Hiermee maakt hij een waanzinnig mooie nachtelijke kruisbestuiving van samplekunsten, postrock en klassiek met poëtische teksten. De virtuoos op de kora Toumani Diabaté en boodschap die Tambour wil uitdragen zorgen dat een andere koers gaat varen en waarbij hij ook een aantal kora’s aanschaft. De mini Encre A Kora (2006) vormt eigenlijk de brug naar zijn volgende band Thee, Stranded Horse, dat hij in 2005 is gestart. Daarvan zijn twee fraaie albums verschenen, waarop hij folk rock met Afrikaanse elementen maakt. Hij begeleidt zichzelf op kora en gitaar en zingt daarbij in perfect Engels, wat komt omdat hij die taal in Engeland heeft gestudeerd. In 2011 heeft hij de naam naar Stranded Horse omgedoopt, wat mogelijk te maken heeft dat hij iets meer naar zijn vroeger sound teruggrijpt en zijn liefde voor Tyrannosaures Rex, Jackson C. Frank, Palace en Joy Division niet onder stoelen of banken steekt. Diverse reizen naar Afrika, onder meer Senegal en Mali, zorgen ook dat zijn muziek steeds rijker ingekleurd worden. Mede door artiesten van daar. Met deze incarnatie heeft hij ook inmiddels twee prachtalbums afgeleverd, waarvan de laatste Luxe in 2016. Nu is Stranded Horse terug met het derde album Grand Rodeo. Naast Yann (zang, kora, gitaar) zijn het Boubacar Cissokho (kora), Miguel Bahamondès-Rojas (viool, keyboards, zang), Sébastien Forrester (percussie) aka Holy Strays en van Milan, Marc Lacaille (accordeon, zang) en Carla Pallone (viool) van Mansfield.TYA en Vacarme die hier de 8 nieuwe tracks in ruim 37 minuten inkleuren. Het levert een soort moderne wereldmuziek op, die bestaat uit een combinatie van folk, Afrikaanse muziek en psychedelische elementen, die voorzien wordt door pakkende zang in het Engels en Frans. Het levert een tijdloos en meeslepend wereldalbum op. De snelle besteller krijgt er een bonus disc bij met nog eens 4 tracks van bij elkaar een klein kwartier.”
Week 38: Yann Yambour is met welk project dan ook eigenlijk vaste gast in mijn jaarlijst. Ik houd enorm van zijn sound. Een geweldig originele artiest!
17. Catherine Graindorge – Eldorado (cd, Tak:til/ Glitterbeat / Xango Music Distribution)
“De Belgische violiste, altvioliste, componiste en actrice Catherine Graindorge laat solo niet vaak van zich horen, maar dat zal vooral te wijten zijn aan haar overvolle agenda. Ze heeft namelijk gewerkt met John Parish, Nick Cave, Warren Ellis, Debbie Harry, Mark Lanegan, Andrea Schroeder, Chris Eckman, Hugo Race, Monsoon en Bertrand Cantat (Noir Désir, Détroit), maar maakt ook deel uit van de groep Nox (Nile On waX). Om nog maar te zwijgen over de film- en theatermuziek die ze daarnaast maakt. Kortom, dat The Secret Of Us All, haar solodebuut, uit 2012 stamt is helemaal niet verwonderlijk. In 2017 volgt nog het album Long Distance Operators, dat ze met Hugo Race heeft gemaakt. Beide zijn zeer de moeite waard. Ze zit op een spannend snijvlak van avant-garde, neoklassiek, post-rock en pop. Daar sluit haar nieuwe album Eldorado min of meer bij aan, dat uitgebracht is op het meer experimentele sublabel Tak:til van Glitterbeat. Ze brengt hier 9 stukken, waarvoor ze zang, altviool, viool en harmonium inzet, aangevuld met drums, gitaar, vibrafoon en keyboards door niemand minder dan John Parish (PJ Harvey), die het album mede-geproduceerd heeft. Daarmee maakt ze uiterst persoonlijke muziek, waarmee ze de kleine, soms onontgonnen hoeken van de muziek uitdiept. Eldorado verwijst naar het mythische goudland dat in Zuid-Amerika gelegen zou zijn en zorgde dat de Spaanse conquistadores, die toch al veel goud geplunderd hadden, nog verder gingen zoeken op het continent. Het woord zou later meer symbool gaan of kunnen staan voor een plek om hoop en troost te vinden en dromen te ontdekken. Dat is wat Catherine Graindorge in elk geval wil bereiken met haar muziek. Deze laveert ergens tussen post-rock, neoklassiek, loops en ambient, waarbij ze haar etherische zang dikwijls als woordeloze drones inzet, maar soms ook als dromerige zang. De ene keer neigt het haast naar een prachtig requiem, op andere momenten naar diepe bespiegelingen en soms naar gewoonweg ongrijpbare dromen. Maar het is zonder uitzondering biologerend en heerlijk droefgeestig wat ze hier laat horen. Je moet daarbij denken aan een kruisbestuiving van Julia Kent, Insect Ark, Hildur Guðnadóttir, Arvo Pärt, Birds Of Passage, Sarah Davachi en Sohnarr. Het album besluit met “Eno”, dat een stemmig eerbetoon aan Brian Eno is. Het is echt goud waard wat ze hier heeft gecreëerd!”
Week 39: En aan die laatste zin heb ik eigenlijk niet veel toe te voegen.
16. Kuunatic – Gate Of Klüna (cd, Glitterbeat / Xango Music Distribution)
“Kuunatic is een sensationeel nieuw damestrio uit Tokio, dat in 2016 is opgericht. De Japanse groep bestaat uit Fumie Kikuchi (keyboards, zang), Yuko Araki (drums, zang) en Shoko Yoshida (bas, zang) en heeft een epee en een split 7” met Crocodelia uitgebracht. Hoewel de ingrediënten heel beperkt lijken, weten ze er ontzettend veel uit te slepen. Op hun debuut Gate Of Klüna fabriceren ze in de 8 tracks in basis alternatieve rock, met lekker stuwend bas- en drumwerk, maar kleuren dit in met tribale sounds, psychedelische en Japanse elementen. Daar komt hun harmonieuze en dikwijls krachtige zang nog overheen. Daarmee maken ze volslagen unieke muziek, die de luisteraar naar onontgonnen terrein meesleurt. Meestal lijken dat plekken die niet van deze wereld zijn. Nu scheppen ze voor hun muziek in feite ook een eigen wereld, waar tijd en ruimte geen rol speelt. Hierbij hebben ze eerst naar een ander hemellichaam gekeken om hun project vorm te geven. Ze geven aan dat hun naam deels is afgeleid van “kuu”, het Finse woord voor de maan, en deels geïnspireerd door de Finse gitarist Sanni. De nummers omschrijven ze als volgt:
Heilige klokken luiden aan het begin van een nieuw tijdperk (1). Onze nieuwe keizerin verheft zich met magische refreinen (2,3). Terwijl de planeet bloeit, houden Kuurandiërs een bal onder de volle maan (4) en vieren de rijkdom van de oogst (5). De vredige tijd lijkt eeuwig te duren, totdat een gigantische vulkaan tevoorschijn komt in het midden van de opkomende bergen (6). KUUNATIC zingt raadselachtige mantra’s zoals bidden, om de uitbarsting ervan te voorkomen. Er verschijnen echter niet-geïdentificeerde indringers uit de zwervende lava, en de predatieoorlog begint (7). KUUNATIC vecht en laat hun magische spreuken vallen, en uiteindelijk winnen ze de strijd. Drie pythonesses zingen een mystiek triomflied en leiden dan hun volk naar een diep dromerig bos (8).
Wellicht dat dit enige inzicht verschaft in hetgeen ze hier laten horen, maar misschien werkt het ook alleen maar verwarrend. Ze houden geen rekening met chronologie of genregrenzen. Zo waan je je soms in de jaren 70, om erna plots weer in de toekomst aan te belanden. Ze hebben duidelijk een sterke band met traditionele Japanse muziek, maar manoeuvreren zich net zo gemakkelijk op experimentele wijze door Westerse muziek. Ik heb iets als dit niet eerder gehoord, wat niet alles zegt natuurlijk, ook al kan je her en der wel wat herkenningspunten ontdekken. Echter deze noemen is zinloos, omdat de ze slechts schampen aan die referenties. Het is een overtuigende, originele en overrompelende wereldplaat!”
Week 43: Dit is weer eens zo’n groep met echt een ander geluid, dat ook nog eens goed in elkaar steekt. Als je mij na 30 jaar recenseren echt weet te verbazen, vind ik dat bijzonder.
15. Low – Hey What (cd, Sub Pop / Konkurrent)
“Ik volg de groep Low al sinds hun oprichting in 1994. Dan dragen ze nog fier de titel “traagst spelende band op de wereld” en vinden ze met hun melancholische rock aansluiting bij fans van onder meer Joy Division en Codeine. Dat diepen en werken ze helemaal uit op albums erna, ook voorzien van allerlei franje, die dikwijls van een narcotiserende schoonheid is. Op het moment dat je bang wordt dat ze in herhaling vallen, komen ze met een harder en meer uptempo geluid voor de dag. Maar dat betekent geen einde aan de ontwikkeling van hun sound. Dat hebben ze in 2018 nog maar eens bewezen met hun meesterwerk Double Negative. Hierop verrassen ze je op prettige wijze met gruizige vervormingen, pulsende beats, ambient, drones en andere elektronische interventies. De zang varieert daarbij van vervormd of voorzien van de nodige ruis en gruis tot ouderwets wonderschoon. Ze hebben zich van traagst naar interessantst opgewerkt, zonder hun basisgeluid te verliezen. Dat is best een prestatie. Dat de rek er nog lang niet uit is bewijst hun nieuwe, dertiende album Hey What wel. Het echtpaar Alan Sparhawk (gitaar, zang, elektronica) en Mimi Parker (drums, zang) opereert hier als duo, maar dat levert bepaald geen magerder geluid op. Ze hebben meer dan ooit de neiging om de dualiteit van het bestaan om te zetten in muziek. Dat uit zich in muziek die enerzijds gewoon buitengemeen mooi is en anderzijds juist gehavend en toch diepgravend en diepe snaren rakend. Als je uitgaat van de vroegere sound, is deze nu dikwijls voorzien van allerlei distortion, drones en noise, maar ook ambient en allerhande andere experimenten. Het is geen muziek om per se te pleasen, maar wel om je te raken, zowel in het doorwaadbare als het minder toegankelijke. Maar daarmee zorgen ze voor zo’n weergaloze luistertrip, dat je van de eerste tot de laatste seconde op de punt van je stoel zit. Het is spannend, verrassend, buiten de gangbare paden en gewoonweg geniaal wat ze hier laten horen. Subliem met hoofdletter S!”
Week 36: Ik sta nog geheel achter mijn laatste opmerking, maar ik heb ze toch minder gedraaid dan hun andere werken en zelfs dan de albums hierboven, maar heb ze hier gezet om hun geniale vondsten.
14. Converge & Chelsea Wolfe – Blood Moon I (cd, Epitaph)
“Als een harde mannenband gaat samenwerken met een zangeres levert dat nog wel eens een verrassend resultaat op. Neem bijvoorbeeld Neurosis met Jarboe, Thou & Emma Ruth Rundle of Cult Of Luna met Julie Christmas (alleen zat Christmas altijd al in luide bands). Waar echt naar uitgekeken werd, na eerder live in 2016 op overtuigende wijze te hebben samengewerkt als Bloodmoon op Roadburn, is het album Bloodmoon I van Converge en Chelsea Wolfe, die eerder ook in Mrs Piss zich al van haar harde kant liet horen. Nu heb ik doorgaans niks tegen de grillige metalband Converge, maar ik heb er ook niet veel mee. Van Chelsea Wolfe daarentegen ben ik een zeer groot fan, met haar duistere cocktails van doom-folk, gothic-folk, experimentele muziek, rock, noise, avant-garde, wave en soms ook een vleugje metal en industrial. In elk geval is de combi van beide op voorhand al iets om enthousiast van te worden. En terecht zo blijkt. De twee proberen elkaar niet te overtreffen, maar te ondersteunen elkaar en Converge remt ook dikwijls af als Wolfe haar gedragen prachtzang brengt. Daar waar Jacob Bannon zelf de brulboei is, gaan de remmen ook gewoon weer los. Dat maakt dat de harde en snellere momenten beter dan ooit uit de verf komen en de iets ingetogener stukken zo’n hartverscheurend mooi contrast vormen. Bij elkaar opgeteld is dit echt een waanzinnig goed en overrompelend album geworden, dat fans uit beide kampen aan zal spreken. Hopelijk betekent de “I” ook dat dit het begin van meer is.”
Week 48: Een release zo laat in het jaar in deze lijst? Ja als deze inslaat als een bom moet dat kunnen. Ik ben deze eigenlijk steeds meer gaan waarderen en was deze vroeger in het jaar uitgekomen, dan zat er wellicht zelfs een hogere notering in.
13. Godspeed You! Black Emperor – G_d’s Pee At State’s End (cd, Constellation / Konkurrent)
“Ik herinner me het als de dag van vandaag dat Godspeed You Black Emperor! in mijn leven kwam. Niet alleen op cd, maar ook live. De eerste keer was volgens mij, hoe onvoorstelbaar ook, in de kleine bovenzaal van de Amsterdamse Paradiso. Na afloop heb ik Efrim Menuck een tikje onhandig het blad Dwarf in handen gedrukt, waar ik destijds voor schreef. Tot mijn starre verbazing vond hij het helemaal geweldig, mede door de weinige advertenties. Dat laatste bleek later ook iets waar zij wars van waren. Advertenties, platen aankondigen of een echte website erop nahouden, nee dat was en is niet aan hen besteed. Door de jaren heen verandert de naam naar Godspeed You! Black Emperor, hetgeen zo goed aangeeft dat het bij hen om de accenten en de kleine dingen gaat, die voor hun dan van grote betekenis zijn. Maar wat nog meer bijblijft, is hun onvergetelijke manier van postrock fabriceren met die typische afwisseling tussen hard en zacht en gecombineerd met neoklassiek, experimenten, samples en politieke statements. Er is geen band eigenlijk die met hen te vergelijken valt, behalve misschien de vele zijprojecten van hunzelf zoals A Silver Mt. Zion. Ze creëren in feite iedere keer een door het momentum ingegeven soundtrack van hetgeen hen dwarszit, enthousiasmeert of urgent lijkt. Dat hoor je ook altijd terug in de muziek, die er nooit op uit is sexy te zijn, maar keer op keer wel steengoed is. Daarbij hullen ze zich graag ook in mysterie met bijzondere titels of Hebreeuwse tekens. Nu komen ze met hun zevende album G_d’s Pee At State’s End, die weer ietwat cryptisch is maar wellicht hint naar het einde van de band? Je zou de titel met enige fantasie kunnen lezen als “Godspeeds is at its end”. Maar laat ik niet doemdenken in een tijd, die best weer wat positief nieuws kan gebruiken. Het zijn Aidan Girt (drums), David Bryant (elektrische gitaar, synthesizer), Efrim Manuel Menuck (elektrische gitaar , keyboard, radio), Mauro Pezzente (elektrische bas), Michael Moya (elektrische gitaar), Sophie Trudeau (viool, orgel), Thierry Amar (elektrische bas, contrabas) en Timothy Herzog (drums, klokkenspel) die zorg dragen voor de muziek. Ze brengen hier in een dikke 52 minuten 4 tracks, die weer zo kenmerkend zijn. Toch is het, net als de voorgaande keren, net weer wat anders. De uitbarstingen ontbreken, maar de spanning en melancholie is toegenomen. Het heeft wel wat weg van een postrock versie van een requiem. Ik moet met enige regelmaat denken aan een mix van Glen Branca, Scenic, Labradford en de midden periode van Pink Floyd. Zwaar, dissonant en met de nodige psychedelica en neoklassieke elementen. Het is tot de verbeelding sprekend, tegendraads en gewoonweg van een ongekende klasse!”
Week 13: Een verrassend sterk album eigenlijk en eindelijk weer na meerdere oké-je albums. Deze bracht weer die sensationele vibe mee van hun beginjaren.
12. Amenra – De Doorn (cd, Relapse / Suburban)
“Het Belgische Amenra is sinds 1999 leverancier van zware, slepende en veelal gitzwarte muziek, die ergens tussen doom metal, sludge, postmetal, metalcore en later ook postrock uitkomt. Om wellicht extra gewicht in de schaal te leggen heten de studioalbums steevast Mass (I t/m VI), waarvan de laatste in 2017 is verschenen. Mathieu Vandekerckhove (gitaar), Colin Van Eeckhout (zang), Bjorn Lebon (drums) en Lennart Bossu (gitaar) plus de nieuwe leden bassist Tim de Gieter en zangeres Caro Tanghe (Oathbreaker) vervolgen nu het zwart geplaveide pad met het album De Doorn. Inderdaad in het Nederlandse, net als de 5 tracks met evenzo Nederlandse teksten en prachtige titels als “Ogentroost”, “De Dood In Bloei” en “De Evenmens”. De taal zal in elk geval in de Lage Landen voor zover mogelijk een nog meer confronterende ervaring opleveren. Ze gebruiken poëtische woorden als mokerslagen en dat hakt er aardig in. Daarnaast krijg je ook het fraaie tegengeluid van en samenzang met Caro naast de soms werkelijk ijzingwekkende bulderzang van Colin, die overigens ook veel gevoeliger uit de hoek kan komen. Maar net als de albumhoes spelen ze meer met licht en donker of eigenlijk contrasten. Het is grofkorreliger maar ook meer fijnbesnaard, hard, harder en tevens zacht en brute kracht naast subtiliteit. Maar wat ze ook laten horen, het maakt allemaal een immense indruk en zorgt bij mij dikwijls voor bergen kippenvel. Ik zei bij de vorige “hun allerbeste tot nu toe” en kan niet anders dan dat hier te herhalen. Wat een waanzinnig goed album! Keihard de beste!”
Week 27: Toen deze uitkwam dacht ik dat het hoog in mijn TOP10 zou eindigen. Maar zoals gezegd zijn er veel ijzersterke releases geweest, die deze gedachte en plaats dus ingehaald hebben. Neemt niet weg dat het een waanzinnig sterk album is!
11. Mono – Pilgrimage Of The Soul (cd, Pelagic)
“Twee jaar geleden is mijn favoriete Japanse postrockband Mono de fiere aanvoerder van mijn jaarlijst geworden met hun tiende album Nowhere Now Here. Niet eerder stonden ze erin, maar dat heeft werkelijk niks met de kwaliteit van de groep te maken. Sinds 1999 brengen ze via diverse labels namelijk alleen maar voltreffers naar buiten. Hun muziek past meestal in het postrockgenre, waarin ze ook heer en meester zijn, maar ze omarmen dikwijls ook neoklassiek. De groep bestaat tegenwoordig uit Takaakira “Taka” Goto (gitaar), Tamaki Kunishi (bas, piano, zang), Hideki “Yoda” Suematsu (gitaar) en Dahm Mario Santo Majuri Cipolla (drums). En ze kennen de term verslappen na al die jaren nog steeds niet, getuige hun alweer elfde album Pilgrimage Of The Soul, waar ook Steve Albini weer achter de knoppen staat. Daarnaast mogen ze rekenen op vier violisten, vier cellisten, een twee trompettist, een trombonespeler en een Franse hoornist. Ze brengen in ruim 57 minuten 8 nieuwe tracks, die na een kort rustig begin fel uit de startblokken schiet. Daar waar het voorheen om de subtiliteit, lange adem en halen ging, laten ze hier ook wat meer grofkorrelige en venijnige geluiden toe. Ze vertrekken waar het vorige album eindigde, maar voegen er meer dynamiek aan toe. Het is daarom ook het meest afwisselende album tot nu toe geworden, wat in hun geval best bijzonder is. De muziek komt voort uit een combinatie van angst en hoop, ingegeven door de huidige crisis. Het is buitengemeen fraai hoe ze dit naar muziek hebben weten te vertalen. Het gaat van heel kleine, subtiele naar overweldigende, overdadige harde stukken. Ze houden het midden tussen bands als Mogwai, Godspeed You! Black Emperor en Anoice, waarbij ze voor geen van deze onderdoen. Het is allemaal weer van een ontzaglijke pracht.”
Week 38: Mono maakt wel vaker een diepe indruk, maar de laatste jaren lijken ze nog meer te groeien en naar grote hoogtes te stijgen.
10. Clara Engel – Dressed In Borrowed Light (cd, Elephant Shrew Editions/ Clara Engel)
“De Canadese muzikant en zangeres Clara Engel levert het ene emotievolle precisie bombardement na het andere met haar muziek, zij het op sobere en troostvolle wijze. Deze zit meestal ergens tussen gothic folk, apocalyptische folk, experimentele muziek, blues en 4AD-achtige droompop in. Daarnaast brengt ze ook nog wel eens volledig instrumentale albums uit, die meer experimenteel zijn. Eerder dit jaar, of eigenlijk in de kont van vorig jaar, komt ze met het prachtige A New Skin en iets later tevens samen met Bradley Sean met het album Ghost Bird. En nu is ze alweer terug met Dressed In Borrowed Light. Clara Engel (zang, gitaren, shrutibox, percussie, harmonica, gusli) wordt hier vergezeld door 6 gastmuzikanten op cello, gitaar, lap steel, morin khur, bas, zang en drums. De songs zijn net als haar vorige soloalbum allemaal geschreven gedurende de pandemie. Nu loopt haar muziek normaal ook al niet over van de vrolijkheid, hier weet ze de melancholie nog beter en mooier om te zetten in indringende songs. Haar bitterzoete, licht mysterieuze zang weet mij altijd meteen te vloeren en maakt hier ook weer zo’n verpletterende indruk. De muziek is gehuld in een droefgeestige nevel en op subtiele wijze rijk gedetailleerd. Ze drukt hier weer haar compleet eigen stempel en dat levert een zoveelste bij de strot grijpende en diepgravende beauty op.”
10. Clara Engel – A New Skin (cd + tekstboek, Clara Engel)
“De Canadese muzikant en zangeres Clara Engel heb ik hoog zitten. Keer op keer weet ze mij met haar indringende muziek bij de strot te grijpen. Haar muziek is iedere keer net weer anders, maar grofweg kan je stellen dat ze een sobere en droefgeestige mix van apocalyptische folk, gothic folk, experimentele muziek en 4ad-achtige droompop brengt. Dat voorziet ze van haar emotioneel geladen bitterzoete stem, die mij diep raakt en dikwijls voor kippenvel zorgt. Ze brengt daarnaast ook instrumentale albums uit, maar die draai ik beduidend minder; al zegt dat niets over de kwaliteit. Al haar albums zijn namelijk van een ontzaglijk hoog niveau, al brengt ze het meeste op obscure labels of in eigen beheer uit. Dat ze absoluut een groter podium verdient, bewijst ze andermaal op haar nieuwe album A New Skin. Deze sluit aardig aan op het geweldige Hatching Under The Stars van vorig jaar, die hoog eindigde in mijn jaarlijst, zij het dat op nog kalere en tevens meer melancholische wijze. Dat komt wellicht ook omdat ze alles alleen doet. De nieuwe cd is verder voorzien van een A5-formaat tekstboekje. Engel zet met zang, sigarenkist gitaar, elektrische gitaar, melodica en harmonica in ruim 46 minuten 8 nieuwe tracks neer, die weer de bovengenoemde mix aan stijlen laat horen, al voert de folk noir hier meer de boventoon. En daarmee weet ze op subtiele wijze weer een enorme indruk mee te maken. Het is allemaal poëtisch, mysterieus en ontroerend wat ze hier laat horen, waarbij je moet denken aan een bijzondere hybride van Smog, Jarboe, Half Asleep, Annelies Monseré, Marissa Nadler, Thalia Zedek en Anari. Zo mooi dat het haast zeer doet!”
Week 45 & 9: Oké dit is een beetje valsspelen! Maar Engel’s album A New Skin kwam echt helemaal aan het einde van vorig jaar uit en was pas in week 9 in mijn bezit. Dat album kreeg eigenlijk een gelijkwaardige opvolger in week 45 dit jaar. Ze passen ook best op één schijf. En in plaats van er één op nummer 5 te zetten, heb ik ze allebei op nummer 10 gezet. En door!
09. Zea – Witst Noch Dat D’r Neat Wie (cd+boek, Makkum Records/ Subroutine / Xango Music Distribution)
“Als er een nieuw album van Zea verschijnt, of eigenlijk überhaupt iets van en met oprichter Arnold de Boer, ben ik op voorhand al enthousiast. […] Inmiddels is de Boer ook al sinds 2009 de nieuwe zanger/gitarist van het legendarische The Ex. Daarnaast runt de in Amsterdam woonachtige, maar in Makkum geboren Fries ook Makkum Records, waarop naast eigen werk onder andere veel albums van Afrikaanse artiesten verschijnen. De Boer is met enige regelmaat op het continent te vinden, met name Ghana en Ethiopië, en incorporeert dikwijls elementen ervan in zijn eigen muziek. In 2017 is zijn meest indrukwekkende, ontroerende en misschien ook mooiste album tot dan toe verschenen, te weten Moarn Gean Ik Dea. Een album over zijn stervende moeder en de relatie met zijn ouders. Begrijpelijk dat hij dit dan ook in zijn moerstaal, het Fries, zingt. Ik zet deze nog altijd met enige regelmaat op. […]
Nu is hij terug met Zea en zijn tweede Friese album Witst Noch Dat D’r Neat Wie, hetgeen “Weet Je Nog Dat Er Niets Was” betekent, wat misschien verwijst naar de situatie voor de pandemie. Het album dat bijna 57 minuten duurt en gestoken is in een prachtig boekwerk, telt 15 nummers, die allemaal een zeker startpunt of bron kennen. Dat kan een gedicht uit de jaren 50 zijn van de Surinaamse poëet Hein Eersel in een Fries literatuur magazine, een Franse boekwinkel waar hij stuit op een dichtbundel van Hans Faverey, de korte film Bert Schierbeek/ De Deur, ver in de geschiedenis op de Banda eilanden, maar ook een verblijf in Ghana en ga zo maar door. Ik zal niet alles verklappen, want je kunt het allemaal lezen in het onderhoudende boek.
In feite heeft elk nummer een navelstreng gekregen, dat aan de ene kant verbonden is met Arnold en anderzijds met allerlei andere plekken en gebeurtenissen elders in de wereld en geschiedenis. Dat geldt niet alleen voor de geleende teksten van onder meer Eersel, Faverey, Schierbeek en Anne Wadman, maar ook zijn 10 eigen teksten. Daarbij legt hij bijvoorbeeld ook een verband tussen een woord in het Fries en Vietnamees. Nu is taal zeg maar echt zijn ding, dus de songteksten in het boek staan er niet alleen in het Fries, maar ook in het Nederlands, Engels en een wisselende vierde taal dan wel dialect. Dat laatste hangt dus af met welke navelstreng deze verbonden is. Je vindt hier teksten in het Pools, Twents, Frans, Bahasa Indonesisch, Wuhan-Chinees, Deens, Gaelisch, Vietnamees, Schots, Italiaans, Sranantongo, Farefari (frafra) en Gullah, die hij dankzij verschillende (bevriende) gasten heeft verkregen. Zoals op de infosheet zo mooi staat: taal als bron, taal als muur, taal als wapen, taal als tijd, taal als niets, taal als een vorm van muziek, ze duikt op meerdere plekken op. En het is hier soms ook taal om de juiste woorden te vinden om schoonheid te vangen.
[…]
En dan is er nog de muziek zelf, want daar taal ik ook naar uiteraard. Arnold brengt zelf onder meer zang, gitaar, synthesizer, cuica, gyil (balafoon) en piano, maar bouwt zijn songs voor ongeveer 90% op met enkel zang en gitaar. Door zijn indringende zang en gevarieerde gitaarspel, die van minimaal en met een Afrikaanse touch naar licht experimenteel en hard gaat, merk je deze eenvoud eigenlijk niet op. Hij weet met het hoogst noodzakelijke een maximaal effect te bewerkstelligen, waarbij hij ook speelt met veelzeggende stiltes. Hier en daar brengt hij zelf wat franje aan, de rest komt van gastbijdragen van drumster Ineke Duivenvoorde (How Rah, Space Siren, Seesaw, Zoppo), cellist Harald Austbø (The Ambush Party), drummer Tammo Kersbergen (I Am Oak), Hardanger violiste Mary Oliver en zangeres Dina Popma. Daarmee is de muziek eigenlijk net zo veelzijdig als het talen rijk is. Hij maakt hij hier grofweg een melancholische en intieme mix van zijn minimale solowerk, Zea en The Ex, zij het gelardeerd met wereldse elementen of noem het een kruisbestuiving van lo-fi punk, pop, experimentele muziek, art rock en wereldmuziek. Muziek die er niet op uit is te pleasen, al is de Friese versie van Jacques Brel’s “Laat Me Niet Alleen” wel van een uitzonderlijke pracht, maar uit urgentie geboren en die je op diepgravende en biologerende wijze weet te overrompelen. Wat een veelzijdig wereldalbum!”
Week 46 (NNM): De term wereldalbum valt dan nogal eens in zo’n jaarlijst, maar met 440 albums is het zoeken naar synoniemen niet per se mijn hobby. Maar deze term is hier echt van toepassing op dit veelomvattende album!
08. Black Country, New Road – For The First Time (cd, Ninja Tune / PIAS)
“Er zijn veel bands die tegenwoordig meer dan oké zijn. Er zijn weinig bands die mijn helden uit gemiddeld genomen de jaren 80 weten te overtreffen. En er zijn nog minder bands die me compleet wat nieuws laten horen. Maar ja, die bands heten dan ook niet Black Country, New Road. Dit is een zevenkoppig Brits gezelschap, dat zich al in de kijker heeft gespeeld met twee eerdere singles, waarbij een ware sensatie in de maak leek. En precies dat maken ze nu helemaal waar op hun debuut For The First Time, dat verrassend genoeg op het doorgaans elektronisch georiënteerde klasse label Ninja Tune is uitgebracht. Verrassend omdat hun sound hoofdzakelijk in de rockhoek zit. Maar dat is echt grofweg gezegd, want deze groep lijkt met de hand der liefde alle genregrenzen omver te werpen. Een groot deel van de leden start in de postpunk groep Nervous Conditions. Deze sound zit ook nog wel besloten in hun nieuwe groep, die naast bandleider Isaac Wood bestaat uit Charlie Wayne, Georgia Ellery, Lewis Evans, Luke Mark, May Kershaw en Tyler Hyde. Het album opent met een mix van klezmer, Ethiopische muziek en rock, hetgeen genoeg zegt over de bijzondere aanpak van deze groep. Ze combineren en variëren met genres als post-punk, postrock, noise, experimentele muziek, jazz en wereldmuziek. Daar vloeien echt unieke combinaties uit voort, die samen met de fijne ritmes en soms krautrock-achtige motorik zorgt voor een verslavend recept. In 6 nummers van samen ruim 40 minuten lang, weten ze het verschil te maken, mede door de urgentie die er vanaf spat. Normaliter luister ik een keer of twee a drie naar een album, voordat ik de recensie heb geschreven, maar deze heb ik erna nog meerdere keren opgezet. Er valt zoveel te beleven en keer op keer ontdek je weer wat nieuws. Hoewel ze een volslagen eigen koers varen moet je het ergens zoeken tussen Xiu Xiu, Motherhead Bug, The Cure, Get Well Soon, Khruangbin, Black Midi, Sam Lee & Friends, Sonic Youth en Už Jsme Doma. Geen peil op te trekken inderdaad, maar daarom ook zo indrukwekkend goed. Luister alleen maar eens naar hun (magnum) “Opus” en je bent verkocht (of niet). Een meesterlijk album en dat al na de eerste keer!”
Week 7: Wat een subliem debuut is dit! Maakte meteen diepe indruk en is ook niet meer uit mijn systeem wegegaan.
07. Dave – We’re All Alone In This Together (cd, Neighbourhood Recordings)
“In 2019 werd ik compleet gegrepen door het debuut Psychodrama van de Britse rapper Dave, die ook in mijn top 3 van dat jaar is beland. Dave is de artiestennaam van David Orobosa Omoregie, geboren in Engeland als zoon van Nigeriaanse ouders. Hij noemt zich tevens wel eens Santan Dave noemt, hetgeen wellicht een handiger alias was geweest gezien de vele andere Dave’s, maar dat geheel terzijde. Nummers als “Black” en “Lesley” staan op mijn netvlies gebrand. Hij laat op openhartige en ontwapende wijze horen wat hij op z’n hart heeft. Het gaat over maatschappelijke problemen voor zowel mannen als vrouwen, racisme en persoonlijke issues als het feit dat zijn broer vast zit voor moord. Het is confronterend en rauw, maar ook echt diepgravend mooi. Eindelijk is zijn tweede album Hierop trekt hij de lijn van zijn debuut verder door. Hij behandelt weer allerhande zaken, waarmee hij als zwarte artiest geconfronteerd wordt, maar ook op datgeen hem trots maakt. Daarbij ook de nodige zelfspot, waar het bij de over correcte blanke billetjes dun langs de beentjes zal sijpelen. Dave benoemt problemen, maar kan ook relativeren en dat is zo verhelderend in een tijd waar je schijnbaar niets meer goeds zeggen kan. Eigenlijk is hij uitgegroeid tot een voorbeeld voor mij, waarbij hij zijn boodschap ook nog eens verdomd mooi weet te verpakken in een mix van hip hop, pop, trap, soul en laidback elektronica. Hoewel dit album losser overkomt, is het dikwijls nog directer, daadkrachtiger en tevens mooier. Of dit het sublieme debuut overtreft weet ik nog niet, maar Dave levert sowieso weer een groots album af!”
Week 33: Als je na zo’n debuut, weer met zo’n goed, misschien zelfs wel beter tweede album aan komt zetten, dan ben je voor mij een grote. Hoe vaker je deze draait, des te sterker deze wordt. De ene keer ben ik onder de indruk van de boodschap en de keer erna van de muziek, maar vaak ook beide.
06. Yellow6 – For The First And Last (cd, Somewherecold)
“Een paar weken geleden heb ik nog over het debuut van JARR geschreven, hetgeen een nieuw project is van de Britse gitarist Jon Attwood (samen met Ray Robinson). Daarnaast vind je Attwood ook terug in The Sleep Of Reason (met Dirk Serries) en diverse andere samenwerkingsverbanden, maar zijn naam is het meest verbonden aan zijn inmiddels 23 jaar lopende project Yellow6, waarvan elk jaar wel één maar vaker nog twee of drie releases verschijnen. De muziek van Yellow6 draait eigenlijk altijd om het neerzetten van een bepaalde sfeer, die ook de gevoelens die hij heeft over de zaken die hem bezighouden herbergen. Dat levert eigenlijk zonder uitzondering fraaie melancholische muziek op, die dikwijls in mijn jaarlijst eindigt. De muziek houdt daarbij eigenlijk altijd het midden tussen ambient, drones en uitgeklede post-rock. En toch valt hij nooit in herhaling en is elke release weer een nieuwe ontdekkingstocht. Dat alles geldt ook voor zijn nieuwe album For The First And Last, dat uitgebracht is op Somewherecold. Hij serveert hier 7 nieuwe tracks in een goede 39 minuten. Omgerekend zijn dat korte stukken dan hij doorgaans brengt, maar dat mag de pret niet drukken. Attwood lardeert zijn stukken met pianoklanken, minimale beats, loops, shoegaze elementen en andere sounds, die mede zorgen voor een droefgeestige dromerige sfeer. Uitermate geschikt voor liefhebbers van Labradford, Robin Guthrie, Dirk Serries, Bowery Electric, Slow Meadow, Hammock en Windy & Carl. Het is een topalbum vol bezinnende pracht!”
Week 27: Yellow6 weet me altijd te grijpen met zijn instrumentale muziek. Ze vormen keer op keer soundtracks die passen bij de tijd waarin we leven, maar waarmee ik ook keer op keer even uit de realiteit kan ontsnappen als ik dat wil. De plaats is vaker binnen mijn TOP10 en eigenlijk altijd op dezelfde plek (wat wellicht te begrijpen valt).
05. Tania Saleh – 10 A.D. (cd, Kirkelig Kulturverksted / Xango Music Distribution)
“Hoewel de Libanese zangeres Tania Saleh al sinds 1990 aan de muzikale weg timmert, heeft ze pas 4 studio albums (en 2 live albums) uitgebracht. Na haar gelijknamige debuut uit 2002 volgen na het krijgen van twee kinderen nog Wehde (2011), A Few Images (2014) en Intersection (2017). Ze heeft als doel om traditionele Arabische muziek in een modern daglicht te plaatsen. Dat doet ze op smaakvolle, uitstekende meestal melancholische wijze, waarbij ze zowel jazz als elektronische muziek toevoegt aan traditionele en eigen composities. Daarmee gaat ze gewoon verder op haar nieuwe cd 10 A.D., dat door de kaarsjes wellicht een feestje doet vermoeden. Het staat echter voor “10 years after divorce” en viert en onderzoekt de omstandigheden voor vrouwen vanuit verschillende invalshoeken, met name de realiteit waarmee een gescheiden vrouw moet omgaan in een land als Libanon. Daarnaast trekt ze dit breder en behandelt ze ook het recht om over het eigen lichaam te beslissen, midlifecrises, ijdelheid, hyperconsumentisme, sociale druk, verslaving aan de virtuele wereld en het onrecht van het patriarchale Midden-Oosten. En het is tevens een eerbetoon aan haar moeder geworden. Ze heeft alle teksten en muziek geschreven, maar krijgt wel steun van 13 muzikanten op piano, programmering, gitaar, percussie, drums, qanûn, contrabas, trompet, violen, altviool en cello. Ze levert van die muziek met een universeel invoelbare emotie, die echt voor bergen kippenvel zorgt. Het is uiterst droefgeestig, maar ook bezinnend en hoopvol. Daarbij weet ze een fraaie las te smeden tussen traditie en hedendaagse muziek, waarbij ze zelfs eenmaal een soort half-rap laat horen. Daarbij horen Fairuz, Natacha Atlas, Niyaz, Ibeyi, Sussan Deyhim, Oum Kalthoum en Mahsa Vahdat tot de referenties. Het is een onaards en wonderschone wereldplaat geworden.”
Week 11: Ik krijg bij het horen van dit album nog altijd meteen kippenvel. Ook al zingt ze in een taal die ik niet versta, de inhoud en emoties zijn toch te begrijpen. Als je dat kan, doe je voor iets heel bijzonders.
04. Otay:onii – 冥冥 (Míng Míng) (cd, WV Sorcerer Productions)
“Voor weer eens totaal andere muziek, kan je gerust aankloppen bij het in Frankrijk (Parijs) en China (Nanjing) gevestigde label WV Sorcerer Productions. Zij focussen zich op noise, drones, black metal, folk, ambient, improvisaties, traditionele en experimentele muziek. Dat is heel breed, maar er zit een zekere melancholie achter. En dat dikwijls met artiesten uit China en Indonesië, waarbij ze ook nog oog hebben voor onze aardkloot. Nieuw op het label is Otay:onii, hetgeen het alias is van de in China geboren, in de VS woonachtige artieste Lane Shi Otayonii, die eerder ook te horen was in het met punk geïnfecteerde metal/shoegaze project Elizabeth Colour Wheel. Als Otay:onii heeft ze al een cassette uitgebracht, maar nu ziet haar volledige debuut 冥冥 (Míng Míng) het licht. Letterlijk vertaald betekent het “Meditatie meditatie”, maar “ming” is tevens een Chinees woord dat een plaats is tussen onze wereld en de wereld waar zielen ronddolen voordat ze reïncarneren. De verdubbeling van het woord verandert de betekenis in een toestand waarin de onverklaarbare verstrengeling van verleden en toekomst plaatsvindt; een toestand waarin de kloof die we beschrijven als heden het portaal opent van herinnering in transformatie, mutatie en sublimatie. Hoe het ook zij, Otay:onii levert hier in 37 minuten 8 tracks af, die volslagen uniek te noemen zijn en die inderdaad een bundeling van het verleden, heden en de toekomst bieden. De muziek bestaat uit een ludieke mix van industrial, ambient, pop, avant-garde, drones en allerhande elektronica. Met haar elektronica heeft ze ook al een paar maal de Laurie Anderson Women In Technology-prijs gewonnen. De muziek is soms van een etherische schoonheid, maar kan ook spookachtig, duister en angstaanjagend krachtig uit de hoek komen. Je kan er nooit helemaal de vinger op leggen. Het is alsof Soap&Skin, Swans, Cranes, Diamanda Galas, Wu Man, Portishead, Sainkho, Einstürzende Neubauten en AGF tot één wervelend organisme zijn verworden. Het is spannend, biologerend en van een overrompelende pracht en kracht.”
Week 15: Ook eentje waarvan ik meteen een vinkje achter de jaarlijst heb gezet. Want dit is waarom muziek me nog altijd zo intens boeit. Niet alleen de energie die ik ervan krijg, maar tevens omdat je soms na al die jaren weer iets volslagen nieuws te horen krijgt. Dat zou in een kokosnoot boren met een drilboor ook zijn, maar u begrijpt denk ik wel wat ik bedoel.
03. Lingua Ignota – Sinner Get Ready (cd, Sargent House)
“Net zoals de Inuit vele woorden hebben voor (verschillende soorten) sneeuw, heeft de Amerikaanse Kristin Hayter die voor extremen. Met haar project Lingua Ignota, hetgeen “onbekende taal betekent” en die komt van de Duitse mysticus Hildegard Von Bingen, zoekt ze echt de grenzen op. In het begin, vanaf 2017, is dat ook dikwijls extreem hard en experimenteel. Maar ook erna gaat het van zeer grimmig tot zalvend, waarbij de ze genres als black metal, industrial en experimentele, liturgische en sacrale muziek doorkruist. Dat gaat ook wisselend gepaard met etherische zang tot haast demonisch geschreeuw. Hayter is overigens een klassiek geschoolde zangeres, maar ook een interdisciplinaire kunstenaar, componist, multi-instrumentalist en performer. Daarnaast is ze gepromoveerd aan de universiteit in digitale taal. Des te meer bijzonder is wat ze muzikaal naar buiten brengt en waar ze soms opduikt (The Body bijvoorbeeld). Op haar vorige album Caligula, verwijzend naar de tirannieke Romein, is haar sound iets minder fel dan All Bitches Die (2017) maar gaat ze van mooi en intens in de rustieke stukken, die soms ook wat Europese folklore lijken te omvatten, naar overrompelend, verpletterend en soms gewoonweg angstaanjagend in de hardere, rauwe delen. Die lijn trekt ze door op haar nieuwe album met de haast dreigende titel Sinner Get Ready. Officieel moet alles in kapitalen, maar ik houd niet zo van schreeuwen. Hayter presenteert hierop 9 nieuwe stukken, die samen bijna 56 minuten duren en waarbij ze naast de zang zorgt draagt voor piano, banjo, cello, bellen, orgel, psalter en hakkebord. Daarnaast mag ze rekenen op de muzikanten Seth Manchester en Ryan Seaton, die een enorm arsenaal aan instrumenten brengen, van diverse percussie-, snaar, blaas- en toetsinstrumenten tot shruti box, Tibetaanse schalen en allerhande software. Ze kneedt er behoorlijk bezwerende stukken mee. Als overlevende van misbruik maakt Hayter zoals altijd gebruik van een breed scala aan invloeden, van Barok en neoklassiek tot noise en metal om de overweldigende en onsamenhangende aard van trauma te evenaren. Maar waar dat voorheen tot een stortbui aan geluid heeft geleid, die soms echt smerig hard werd, lijkt ze hier alles meer gekanaliseerd te hebben. Het blijft muziek van uitersten, met soms kakofonische stukken en op andere momenten uiterst serene en bijna sacrale. Bij vlagen lijkt het ook wel alsof ze de demonen uit haar verleden aan het uitdrijven is, terwijl ze op andere momenten . Door de beugel genomen is de muziek kalmer dan voorheen, maar dat legt misschien de pijn en het verdriet nog meer bloot dan als het in veel lawaai gehuld wordt. Het lijkt ook wel alsof ze van onmacht en intense woede die handen en voeten kregen op haar vorige albums nu meer omgezet heeft naar het oordeel/veroordelen en de verwerking. Hoewel Lingua Ignota een volslagen eigen geluid in huis heeft, moet je steeds variërende hybrides van Soap&Skin, Swans/ Jarboe, Miranda Seks Garden, Chelsea Wolfe, Coil en de meer rustige stukken van Nine Inch Nails in gedachten nemen. Het is een groots, meeslepend en bij de strot grijpend prachtalbum geworden.”
Week 44: Goeiedag… wat een meteorietinslag is dit! Veel eerder uit dan week 44, maar nadat ik deze nota bene zelf getipt had, was ik het na de zomervakantie zelf vergeten. Eenmaal ingehaald, werd ook duidelijk dat deze heel hoog zou eindigen. Maar ja, er waren er twee die ik vaker gedraaid heb en die nog net iets meer bij mij aansloten.
02. The Notwist – Vertigo Days (cd, Morr Music / Konkurrent)
“Groot worden met één van je favoriete bands, dat is wat ik met de in 1989 opgerichte Duitse band The Notwist rond de broers Micha en Markus Acher heb. Dat gaat van hun hardcore begin via emocore, avant-garde en postrock naar het meer elektronisch en jazz georiënteerde indiesound van nu. En ik vind het allemaal geweldig. Ze blijven binnen het melancholische spectrum altijd sleutelen aan hun geluid, zonder dat dit op geforceerde wijze gaat. Daarnaast dient de groep als vliegdekmoederschip voor uitstekende andere (zij)projecten, zoals Village Of Savoonga, Lali Puna, Ms. John Soda, 13 & God, Tied+Tickled Trio, Ogonjok, Alles Wie Gross, Potawatomi, Rayon, Orgon, Monoton, A Million Mercies, Console, Hochzeitskapelle, Alien Ensemble, Spirit Fest en 3 Shades Of Blues. Dat levert in combinatie met het runnen van hun label Alien Transistor de nodige vertraging voor de moederband op. Je kunt begrijpen dat ik erg heb uitgezien naar hun nieuwe, achtste cd Vertigo Days, dat op een maand na precies 7 jaar na hun laatste verschijnt. Toch voelt het minder lang omdat hun albums over het algemeen wel even door echoën en er tussentijds van die zijprojecten ook genoeg uitgebracht wordt. The Notwist bestaat hier naast Micha en Markus Acher uit Cico Beck (Spirit Fest, Joasihno, Aloa Input), die samen zang gitaren, bas, drums percussie, keyboards, elektronica, platenspeler, pedalen en meer voor hun rekening nemen. Ze worden daarbij geholpen door voormalig bandlid Max Punktezahl (gitaar), Karl Ivar Refseth (vibrafoon, percussie) en Andi Haberl (drums), beide van de Andromeda Mega Express Orchestra. Daarnaast worden her en koorzang verzorgd door Saya (Tenniscoats), Juana Molina, Ben LaMar Gay en Angel Bat Dawid en doet er nog een 10-koppig Japans collectief Zayendo mee op zang, sopraan en tenor saxofoon, klarinet, melodica, trombone, tuba, saito-mandoline en percussie. Het levert dan ook een ander album op, maar wel die typisch klinkt als The Notwist. Ze hebben hun droefgeestige indierock ditmaal geïmpregneerd met krautrock en wave elementen, droompop en klaterende, soms bijna absurde elektronica. Het kerntrio improviseert ook meer. Zoals Markus stelt: “we wilden het concept van een band in twijfel trekken door andere stemmen en ideeën toe te voegen, andere talen, en ook het idee van nationale identiteit.” Dat alles samen pakt bijzonder goed uit. Ze vertellen een verhaal, waarbij het centrale thema “het onmogelijke kan altijd gebeuren” is geworden, maar waar ook loslaten een rol speelt. Het knappe is dat ze het tot één aaneengesmede compositie hebben gemaakt, waarbij alle lijnen doorlopen en gaandeweg of plotseling toch een andere koers gaan varen. Per vierkante seconde gebeurt er veel maar nooit teveel. Maar het is vooral ook zo ontstellend sterk en van een indrukwekkende schoonheid. Er staat echt geen maat op deze band. Wat een duizelingwekkend goed meesterwerk!”
Week 03: Ja week 3 en nog vers in het geheugen. Meesterwerk laat ik ook een aantal keer per jaar vallen (zoals gezegd ben ik geen synoniemen machine) en het verraadt op voorhand ook al wat er in mijn jaarlijst zou kunnen komen. Maar The Notwist vind ik al bijna 30 jaar zo ontzettend goed en zeker ook hoe ze zich steeds weer weten te ontwikkelen. En keer op keer zijn het echt voltreffers.
01. HOWRAH – Bliss (cd, Subroutine / Sonic Rendezvous)
“De grote liefde voor de Nederlandse alternatieve indierock, is denk eind jaren 90 wel begonnen met Zoppo. Ik vind ook zat andere Nederlandse bands goed hoor, maar hun combinatie van melancholie, noise, pakkende zang en toch ook wel referenties naar internationale bands die ik hoog heb zitten, zetten alle lichten op groen bij mij. Maar ook aanpalende bands als Seesaw, Space Siren, King Me, Dress en Skipper mogen er meer dan wezen. Dragende en constante factor in die geheel was (en is) de in 2014 veel te vroeg overleden Corno Zwetsloot; een ware cultheld! Om hem heen zat echter altijd een topclub aan muzikanten, waaronder zijn lief Ineke Duivenvoorde (drums), Kees van Appeldoorn (gitaar, zang) en Aico Turba (bas). Deze drie duiken in 2018 samen met gitarist/bassist Gijs Loots ook op met hun album Self-serving Strategies, maar dan met hun nieuwste incarnatie HOWRAH. Dissonant gitaarspel, emotioneel geladen zang en een heerlijk melancholische sfeer zorgen voor de ene na de andere voltreffer. Het album eindigt hoog in mijn TOP20 van dat jaar. Een nieuwe topband is geboren.
Na drie jaar zijn ze eindelijk terug met Bliss, uitgebracht op het voortreffelijke Subroutine label, hoera! Naast Ineke, Kees en Aico is nu gitarist Bart Schotman van The Howl Ensemble als vierde man aangeschoven. In krap drie kwartier brengen ze 11 nieuwe tracks, die vooral verder gaan waarmee ze op hun debuut geëindigd zijn. Maar dan ook echter verder. Ze brengen ondanks de vele dissonante gitaarklanken een coherent geheel, dat onversneden uit het hart lijkt te komen. De zang van Kees (ook wel eens Cees toch?) is immer emotioneel geladen en pakkend, maar hij laat een iets breder geluid horen, waardoor ik soms ook aan Adrian Borland van The Sound en een enkele keer ook aan Robert Smith van The Cure moet denken. Muzikaal gezien komen ze eveneens wel eens in hun vaarwateren. Het is en blijft wat dat betreft een band met internationale allures, want ook Sonic Youth en The Notwist dienen ter referentie naast nationale klasbakken als Dress, Space Siren en uiteraard Zoppo. Juist dat net niet helemaal ergens passen maakt ze woest aantrekkelijk en interessant. Ze maken het je niet eens heel makkelijk, maar er zit een drive en oprecht gevoel achter, waar je er niet omheen kunt en wilt. Eigenlijk zijn ze dissonant in vele opzichten, maar op een positieve manier. Het is dissonantie die pijnlijke schoonheid laat zien, schoonheid die de lelijkheid van het bestaan blootlegt en soberheid die niet de leegte maar hetgeen we juist wel hebben aan schoonheid accentueert. Het album gaat van hoogtepunt naar hoogtepunt en laat een geluid horen, dat je zelden nog hoort en haaks staat op hetgeen gemiddeld uitgebracht wordt. Dit is zulk intens mooie muziek, die ik inadem, uitadem en nooit meer los wil laten. Puur geluk! #jaarlijstjesmateriaal.”
Week 23: Ja die hashtag was een overduidelijke hint, nietwaar? Dit is gewoon echt muziek die ik door mijn aderen vol stromen. Muziek die ik zelf had willen maken als ik over enig muzikaal talent zou beschikken. Deze heb ik zo vaak gedraaid dit jaar, bij het vele klussen in huis, koken, gewoon voor de lol en noem het maar op. Liefde op het eerste gezicht, zoiets. Er kon echt geen ander album op #1 komen!
De prachtige nummers 21:
Eve Adams – Metal Bird (Eve Adams)
L’Alba – Ã Principiu (Buda Musique)
David Allred – Smells Like Everybody’s Watching (Oscarson)
Ander – …Potrwa Wiecznie (Zoharum)
Angrusori – Live At Tou (Hudson Records)
Anoice – The Hidden Forest (Ricco Label)
Arab Strap – As Days Get Dark (Rock Action)
Ashtoreth & Grey Malkin – Heretic (Reverb Worship)
Ballmorhea – The Wind (Deutsche Grammophon)
Dorota Barová – Dotyk (Animal Music)
Big Brave – Vital (Southern Lord)
Biosphere – Angel’s Flight (AD 93)
Birds Of Passage – The Last Garden (Denovali)
The Black Dog – Music For Photographers (
Black Midi – Cavalcade (Rough Trade)
Black Tape For A Blue Girl – The Cleft Serpent (Projekt)
Blanck Mass – In Ferneaux (Sacred Bones)
BLK JKS – Abantu / Before Humans (Glitterbeat)
Françoiz Breut – Flux Flou De La Foule (30 Février/ [PIAS])
Celeste – Not Your Muse (Both Sides Records/ Polydor)
Cindy – 1:2 (Tough Love)
Adrian Crowley – The Watchful Eye Of The Stars (Chemikal Underground)
Sarah Davachi – Antiphonals (Late Music)
Deafheaven – Infinite Granite (Sargent House)
Dez Mona & B.O.X. – LUCY (Virgin) week 37
Dry Cleaning – New Long Leg (4AD)
Billie Eilish – Happier Than Ever (Dark Room/ Interscope)
Clara Engel & Bradley Sean Alexander – Ghost Bird (Polar Seas)
Geri van Essen – Cleaned The Windows (Tiny Room)
Eydís Evensen – Bylur (XXIM)
Rodrigo Faina & Change Ensemble – Different Roots (Red Piano Records)
Reb Fountain – Iris (Flying Nun)
Fuzzy Lights – Burials (Meadows)
Gazelle Twin & NYX – Deep England (NYX Collective Records)
Gideon Wolf – Object & Apparitions (Fluid Audio)
Anneke van Giersbergen – The Darkest Skies Are The Brightest (InsideOutMusic)
Goat Girl – On All Fours (Rough Trade)
Goose – Shenanigans Nite Club (No Coincidence)
Kateřina Göttlichová – Zimnice (Indies Scope)
Grouper – Shade (Kranky)
Have A Nice Life – Deathconsciousness (The Flenser/ Enemies List Home Recordings) – reissue
Himla – Himla (GO’Danish)
Homemade Empire – Fog Rolls In (Subroutine)
Insides – Soft Bonds (Insides)
JESSICA – With Reverie (JESSICA)
La Luz – La Luz (Hardly Art)
Adrian Lane – Slow Autumn At My Window (Preserved Sound)
Salomé Leclerc – Mill Ouvrages Mon Cœur (Audiogram)
Little Simz – Sometimes I Might Be Introvert (Age 101 Music)
Loscil – Clara (Kranky)
Lost Horizons – In Quiet Moments (Bella Union)
The Lovecraft Sextet – In Memoriam (Denovali)
LTO – Daear (Denovali)
Lustmord & Karin Park – Alter (Pelagic)
Magneto – Requiem Pour Satana (Gusstaff)
Mansur – Minotaurus (Denovali)
Meskerem Mees – Julius (Mayway) week 50
Roos Meijer – Why Don’t We Give It A Try? (Roos Meijer)
Mdou Moctar – Afrique Victime (Matador)
Mogwai – As The Love Continues (Rock Action)
Moongazing Hare – The Middle Distabce (Reverb Worship)
Moonshye – Curtain Of The Moon (Rustical Records)
Jessica Moss – Phosphenes (Constellation)
Musk Ox – Inheritance (Musk Ox)
My Blue Van – My Blue Van (My Blue Van)
Marissa Nadler – The Path Of The Clouds (Bella Union)
Nalyssa Green – Taxidi Astriko (Inner Ear)
Lael Neale – Acquainted With Night (Sub Pop)
NOÊTA – Elm (Prophecy)
André van Noord – Godverdomme Godverdomme de liefde Godverdomme de dood (Makkum/ Katzwijm)
Of Thread & Mist – Static Hymns To No One (Gizeh)
Orla Wren – The Blind Deaf Stone (Time Released Sound)
Christine Ott – Time To Die (Gizeh)
Arlo Parks – Collapsed In Sunbeams (Transgressive Records)
Brendan Perry – Songs Of Disenchantment (Holy)
Pleine Lvne – Heavy Heart (Pleine Lvne)
Fatima Al Qadira – Medieval Femme (Hyperdub)
Akira Rabelais – À La Recherche Du Temps Perdu (Argeïphontes)
Raguvos – Pulsacija (Dangus)
RAP – Junction (Jolly Discs)
Hania Rani & Dobrawa Czocher – Inner Symphonies (Deutsche Grammofon)
Resina – Speechless (130701/ FatCat)
Lana Del Rey – Chemtrails Over The Country Club (Interscope/ Polydor)
Max Richter – Voices 2 (Decca)
Rïcïnn – Nereïd (Blood Music)
Olivia Rodrigo – Sour (Geffen)
Dag Rosenqvist – Vråen Centrum (laaps)
Nathan Salsburg – Psalms (No Quarter)
Savage Republic – Meteora (Gusstaff0
Senyawa – Alkisah (Burning Ambulance Music)
Signe – Phonemes (Eclipse Music)
Kira Skov – Spirit Tree (Stunt)
Sleaford Mods – Spare Ribs (Rough Trade)
Someone – Shapeshifter (Tiny Tiger)
Sons Of Kemet – Black To The Future (Impulsive!)
Springtime – Springtime (TFS Records/ Joyful Noise)
Squirrel Flower – Planet (i) (Full Time Hobby)
Sun Kil Moon – Welcome To Sparks, Nevada (Caldo Verde)
Jan Swerts – Oud Zeer (Unday)
Tindersticks – Distractions (Lucky Dog/ City Slang)
Otto A. Totland – Companion (Sonic Pieces)
Trigg & Gusset – Black Ocean (Preserved Soubd)
Tropical Fuck Storm – Deep States (Joyful Noise)
Randi Tytingvåg Trio – Trøstevise For Redde Netter (Kirkelig Kulturverksted)
Raoul Vignal – Years Of Marble (Talitres)
Wardruna – Kvitravn (Fimbulljóð Productions/ Sony Music/ Columbia)
Watine – Errances Fractales (Catgang)
Whispering Sons – Several Others (PIAS)
Widow’s Weeds – Revenant (Reverb Worship)
A Winged Victory For The Sullen – Invisible Cities (Artificial Pine Arch Manufacturing)
The World Of Dust – True Sound (Tiny Room)
Yellow6 – The Cloud Machine (Sound In Silence)
Yellow6 – Old Roads New Paths (Sound In Silence)
James Yorkston & The Secondhand Orchestra – The Wide, Wide River (Domino)
Thalia Zedek Band – Pefect Vision (Thrill Jockey)