Ik denk dat dit voor iedereen hier na de tweede wereldoorlog wel het meest bizarre, nare jaar ooit is geworden. Toch heb ik door COVID-19 ook veel meer vriendelijkheid ervaren. Dat los van de vele asociale mensen, die echt alleen aan zichzelf denken. Maar laat ik dit jaar vooral positief afsluiten, want muziek is toch ook echt wel iets dat verbindt en zorgt voor afleiding. Verder merk je dat even minder soms ook meer kan bieden. Hoewel er veel minder is uitgebracht, zijn er wel veel prachtige cd’s verschenen. Ik heb dit jaar “slechts” 375 recensies geschreven, waaronder 34 in onze NNM-serie. Ik kan het me echt niet heugen dat ik, sinds ik in 1991 ben begonnen met schrijven, er eerder zo weinig heb geschreven. De output van dit jaar mag er echter best wezen en een TOP20 is ook met dit aantal best te verdedigen. Ik baseer mijn TOP20 altijd op volledige albums (ja op cd).
Zoals ieder jaar is mijn uiteindelijke TOP20 tot stand gekomen door de muziek die mij het meest heeft geraakt dan wel die ik meer gedraaid heb en die in het Schaduwkabinet, de NNM-serie en mijn Senzor AM mixen voorbij zijn gekomen. Daarbij sluit ik mini’s, compilaties, live albums en dus niet op cd uitgegeven releases uit. Ja, ik moet ergens een lijn trekken. Het doet overigens weinig af aan de overige nummers 21, die je altijd in alfabetische volgorde onder mijn TOP20 kunt vinden en dient als tiplijst. De scheidingslijn is vaak dun. Dit jaar ben ik onbewust kennelijk vooral gegaan voor de meer troostvolle muziek.Dat pastte voor mij gewoonweg beter en dat heb ik ook meer dan ooit gedraaid. Het vrouwelijke aandeel in deze is daarbij groot. Ik voorzie de 20 van eerder geschreven recensies (tussen de aanhalingsteken) plus de weeknummers waarin ik ze beschreven heb en mogelijk nog wat commentaar. De weeknummers zijn door de vele uitgestelde releases wat meer van later in het jaar, maar dat mag de pret niet drukken. Aansluitend volgen nog twee Senzor AM mixen buiten dit artikel met daarin van elke release een aantal nummers in de volgorde 20 naar 01.
Ik wil eenieder die mij bevoorraad heeft enorm bedanken, net als degenen die me gelezen hebben dan wel van commentaar hebben voorzien. Laten we proosten op een veel beter gelukkiger, liever en gezonder 2021!
20. Sophia – Holding On/ Letting Go (cd, The Flower Shop Recordings)
“Wat doe je als één van je favoriete groepen aller tijden ermee ophoudt? Inderdaad, doorgaan met het vervolg ervan. The God Machine is namelijk zo’n groep, die in de jaren 90 tot mijn absolute top hoort. Held zanger en gitarist Robin Proper-Sheppard stopt met deze band in 1994 na de tragische dood van bassist Jimmy Fernandez. Ondertussen richt hij zijn eigen label The Flower Shop Recordings op (vroeger wilde Robin altijd al een bloemenzaak starten) en tevens maakt hij een prima doorstart met zijn nieuwe band Sophia, los van het gelegenheidsproject The May Queens. Sophia is een rustige pleister op de wond, die The God Machine achterlaat. Maar door de jaren heen groeit de groep meer en meer uit tot een volwaardig en eigenzinnig alternatief, waarbij het verleden door het heden wordt ingehaald. Appels en peren, waarbij Sophia gewoon voor nieuwe pracht zorgt. Toch kruipen door de jaren heen beide bands qua intensiteit soms naar elkaar toe, mede ingegeven door de fantastisch emotioneel geladen zang van Robin Proper-Sheppard. Na een gat van 4 jaar komt Sophia nu met het zevende album Holding On/ Letting Go. Robin omringt zich met muzikanten op drums, bas, gitaar en synthesizer plus gasten op saxofoon, fluit, viool en altviool. Ze opereren hier op het allerhoogste niveau en zijn dan ook meer dan welkom in het hedendaagse muzikale landschap. Ik ben weer net zo’n fan als in de jaren 90. De demonen die Proper-Sheppard opjagen zorgen hier in elk geval tot geweldige, opzwepende en gewoonweg prachtmuziek!”
Week 40: Dit is één van die uitgestelde releases, maar het was meteen vertrouwd en raak.
19. Igorrr – Spirituality And Distortion (cd, Metal Blade)
“Als je muziek maakt die uitblinkt in extremen, dan lijkt het een schier onmogelijke opgave om erna weer uit te blinken. Toch lijkt er in de wereld van het Franse Igorrr niets onmogelijk. Het is het lang lopende van Gautier Serre, die verder terug te vinden is in Öxxö Xööx, Corpo-Mente en voorheen ook Whoukr. Het is alsof hij in The Matrix één van de vrijgemaakte mensen is, die geen grenzen meer kennen. Dat wordt misschien wel het meest duidelijk als hij met Igorrr het album Hallelujah (2012) uitbrengt, zijn vierde tot dan. Het is een geniale en met niets of niemand te vergelijken mix van breakcore, black metal, Barokke en Balkan muziek plus een gezonde toef humor. Het is op een losse manier ontstellend strak. Vijf jaar later weet hij met Savage Sinusoid daar deels op voort te borduren en deels de boel in overtreffende trap harder en strakker te doen. Met nagenoeg dezelfde ingrediënten weet hij toch andere recepten te fabriceren. Dat is wederom het geval op zijn zesde album Spirituality And Distortion. Er is nog altijd een mix aan stijlen, van de breakcore, black metal en funk tot Barokke, Balkan, Roma, folk en zelfs Oosterse muziek, waarbij de black metal voller en krachtiger is geworden. Daarnaast zitten er wat nieuwe klassieke elementen in en polifonische zang. Meer dan op zijn vorige album, weet hij de extreme hoeken op te zoeken, waarbij hij ook over een uitgebreid instrumentarium beschikt dat hij zelf brengt dan wel door zijn vele gasten laat uitvoeren:
Personele intermezzo:
Voor de vrouwelijke vocalen mag hij weer rekenen op Laure Le Prunenec (Corpo-Mente, Öxxö Xööx, Rïcïnn, Ele Ypsis), die van sopraan en anderzijds klassiek zangeres tot schreeuwlelijk op imponerende wijze van zich laat horen. Daarnaast zijn het onder meer de brulboeien Laurent Lunoir (Öxxö Xööx) en George Fisher (Cannibal Corpse, Corpsegrinder), bassist Erlend Caspersen (Deeds Of Flesh), gitarist/sitarspeler/percussionist Antony Miranda (Corpo-Mente, Rïcïnn, Pryapisme, Térébinthe), drummer Sylvain Bouvier (New Assholes, Trepalium), gitarist Nils Chevielle (Prysapisme, Corpo-Mente, Babayaga), cellist Alexandre Peronny (Babayaga, Pryapisme), oudspeler Mehdi Haddab (DuOud, Speed Caravan), violisten Timba Harris (Secret Chiefs 3, Estradasphere) en Benjamin Violet (Forgas Band Phenomena), zangeres Jasmina Barra (Vladimir Bozar ‘n’ Ze Sheraf Orkestär), accordeonist Pierre Mussi, pianist Matt Lebofsky (Fuzzy Cousins, Mumble & Peg), kanun speler Fotini Kokkal, klavecimbelspeler Benjamin Bardiaux (Pryapisme, Babayaga, Ultra Zook) en gitarist Martyn Clement (Hardcore Anal Hydrogen). En dan brengt Gautier Serre ook al het nodige.
Deze opsomming is er enerzijds om duidelijk te maken hoe breed Serre om zich heen grijpt, wat mede zorg draagt voor het volle geluid, maar het is tevens een lijst waarin je veel bands terugziet die stuk voor stuk het checken waard zijn en ook deels ter referentie kunnen dienen. Hoewel de muziek bomvol zit is er nergens een overdaad aan geluid, maar komt het de muziek enkel ten gunste, om er zowel militante gecontroleerde als gevarieerde ongecontroleerde krachten mee te bundelen. Het is weer een compleet overrompelend werk geworden, waarbij bergen kippenvel afgewisseld worden door een flinke dosis adrenaline. Het gaat van hoogtepunt naar hoogtepunt en levert een volslagen uniek emotioneel geladen en tegelijkertijd opzwepend meesterwerk op. Instant jaarlijstjesmateriaal!”
Week 14: Waarvan akte! Al wist ik destijds nog niet hoe het jaar zich zou ontvouwen.
18. Mickaël Mottet – Glover’s Mistake (cd, We Are Unique! Records)
“Ik leer de Franse muzikant Mickaël Mottet kennen via zijn geweldige project Angil & The Hiddentracks. Dat start als een soloaangelegenheid, maar wordt gaandeweg steeds meer een band. Mottet (zang, piano, gitaar, percussie-instrumenten, composities) mag door de jaren heen naast de steeds wisselende bandleden ook rekenen op steun van artiesten als Laetitia Sadier (Stereolab), Jim Putnam (Radar Bros.), Emma Pollock (Delgados), Françoiz Breut, Half Asleep en Raymonde Howard. Met Putnam neemt hij in 2014 ook een album op. Rond Angil & The Hiddentracks is het sinds 2012 stil. Mottet, die eerder ook actief is geweest in groepen als Del, Jerri, Angil Was A Cat en The We Are Unique Ensemble, laat twee jaar geleden nog wel van zich horen in Lion In Bed, een duo dat hij vormt met zijn vrouw Schérazed. Nu is hij terug met zijn eerste soloalbum Glover’s Mistake. Hij serveert hierop 11 composities, die het midden houden tussen alternatieve pop, poëtische avant-garde en experimentele folk met klassieke elementen. Hij krijgt hulp van muzikanten, deels van zijn Hiddentracks band, op hobo, zang, basklarinet, saxofoon en drums. Mottet brengt hier weer zijn pakkende, stekelige en brutale, goede Engelstalige zang, die me doet denken aan John S. Hall en Day One. Muzikaal gezien is daar ook wel enige verwantschap, maar ook Element Of Crime, Smog, Alias, Pavement, Pascal Comelade, Pinback, Low, dEUS en ga zo maar door. Het moge duidelijk zijn dat er niet echt een vinger op te leggen is en dat Mottet vooral een eigen, unieke sound naar buiten brengt, die enerzijds leunt op het verleden maar die wel gericht is naar de toekomst. Mottet levert een ijzersterk en bijzonder prachtdebuut af!”
Week 47: Een origineel, door mij veel gedraaid debuut dat het verschil wist te maken en gewoon bij dit jaar hoorde.
17. Matt Elliott – Farewell To All We Know (2cd, Ici D’Ailleurs)
“De Britse, tegenwoordig in Frankrijk wonende artiest Matt Elliott vind ik een enorme klasbak, die ik ook al ruim 25 jaar volg. Eerst middels bands als Flying Saucer Attack en AMP, waar hij te gast dan wel lid is, maar vanaf 1996 vooral door zijn bijzondere project The Third Eye Foundation. Hij brengt daarmee een spookachtige mix van shoegaze, trip hop, drum ’n’ bass, noise en experimentele muziek. Van 1996 tot 2000 verschijnen er vijf albums en in 2010 en 2018 nog eens twee. Daarnaast is hij in de jaren 90 ook wel terug te vinden bij Movietone, Crescent, Foehn en later ook de Coil-tribute groep This Immortal Coil. Vanaf 2003 brengt hij hoofdzakelijk muziek onder zijn eigen naam uit. Hij gaat dan meer songgericht te werk, waarbij de melancholie als fraaie rode draad door zijn albums loopt. En achteraf gezien lijkt er soms ook wel iets profetisch van al die droefgeestigheid uit te gaan. Zo heet zijn debuut uit 2003 The Mess We Made en zijn voorlaatste uit 2016 The Calm Before. Zijn negende album, zijn restjesplaat Failed Songs meegerekend, is nu een feit en heet Farewell To All We Know. Het is zeker niet ondenkbaar dat onze maatschappij voorgoed gaat veranderen, zowel ten goede maar ook ten slechte. De wereld onder ogen zien en tegen zichzelf te beschermen. Dat stemt toch voor een groot deel somber, maar er zit ook een boodschap van hoop achter. Nu heeft Elliott ook te maken gehad met persoonlijke verliezen, die zeker z’n weerslag op de muziek hebben gehad. Maar toch in deze bevreemdende crisis voelt het ook of hij er de soundtrack voor heeft geschreven. Elliott die onder meer weer zijn zang, Spaanse gitaar en elektronica brengt, mag rekenen op de steun van David Chalmin (piano, arrangementen), Gaspar Claus (cello) en Jeff Hallam (contrabas). De basis legt hij hier meestal met de Spaanse gitaar en zijn herfstige zang, al zijn er ook instrumentale nummers, waar hij allerlei geluiden en effecten aan toevoegt al dan niet in combinatie met de sterke arrangementen en stemmige gastbijdragen. Toch overheerst soberheid, maar wel van een orde die je op overtuigende wijze overweldigt. De songs steken goed en origineel in elkaar en weten op diepgravende wijze gevoelige snaren te raken, maar weten ook meermaals voor bergen kippenvel te zorgen; soms zo mooi dat het haast zeer doet. Muziek die je ergens moet plaatsen tussen Leonard Cohen, Sylvain Chauveau, Bill Callahan, Vieo Abiungo, Gravenhurst, Nick Drake en Yann Tiersen. Hij besluit met “The Worst Is Over”. Laten we het hopen. Maar wat een intens, aangrijpend, ingetogen en buitengemeen wonderschoon meesterwerk. Misschien wel zijn allerbeste tot nu toe en dat zegt veel.
De gelimiteerde versie bevat nog een tweede cd met instrumentale versies van de gezongen songs. Exclusief daarop is het eveneens instrumentale “Eric” dat een schitterend eerbetoon is geworden aan zijn overleden beste vriend. Ook de overige stukken blijven zonder zang prima overeind. Een fijn addendum derhalve.”
Week 20: Matt Ellliot is een vaste waarde geworden als het gaat om jaarlijstjesmateriaal. Zijn combinatie van melancholie en schoonheid weten me keer op keer te grijpen.
16. yadayn – Elders (cd, Lost Tribe Sound)
“De Belgische, in Londen gevestigde muzikant Gowaart Van Den Bossche opereert al zo’n zes jaar onder de nom de plume yadayn, hetgeen “twee handen” betekent in het Arabisch. Die naam is ook niet uit de lucht komen vallen, want hij heeft met inmiddels 3 reizen tussen 2016 en 2018 naar Iran een hechte band met het land, taal, tradities en niet te vergeten muziek. Ook al mag het nu even niet, maar wat betreft dat laatste kan ik hem de hand schudden, of twee, kan mij het schelen. Op zijn eerste 4 albums ontpopt hij zich vooral als een melancholische verhalenverteller op de akoestische gitaar, waarmee hij instrumentale maar veelzeggende composities brengt. Dat is een kunst die niet iedereen gegeven is. Zijn nieuwe album Elders is geschreven toen hij van België naar Londen is verhuisd en ook een reis naar Iran achter de rug had. De reizen naar Iran resulteerden naast de liefde voor diverse dingen ook in persoonlijke mislukkingen. Dit album is een poging om de gebeurtenissen te begrijpen, maar ook bedoeld als een soort meditatie over het aarden en leven op andere plaatsen. Dat giet hij uit in persoonlijke, haast intieme muziekstukken, die wederom hoofdzakelijk instrumentaal zijn. Nieuw is het gebruik van overdubs, selecties van veldopnames uit zijn tijd in Iran, Perzische poëzie geschreven door één van de vele willekeurige kennissen die hij tijdens zijn reizen in Iran heeft gemaakt en losse interpretaties van traditionele liedjes. Het is zo bijzonder om te horen hoe Van Den Bossche emotioneel geladen, woordloze vertellingen doet. De boodschap komt keihard binnen, maar zorgt tegelijkertijd voor hoop en ontwapenende schoonheid, die zich hier maar ook elders afspeelt. Een soort wereldmuziek vanuit de eigen slaapkamer. Hoewel niets helemaal past, moet je denken aan een afwisselende mix van Boduf Songs, Jozef Van Wissem, Raoul Vignal, Stranded Horse, Nick Drake, Gareth Dickson en Roy Montgomery. Het is een bescheiden, maar groots album geworden, die zonder zijn vorige werken te diskwalificeren zijn allerbeste tot nu toe is geworden. Ontroerend goed!”
Week 51: Terechte plek in mijn TOP20 vind ik, hoewel gezien de korte tijd dit ook nog wel een stijger had kunnen zijn.
15. Monday W. – Time Is A Spider (cd, esc.rec)
“Het is alweer zo’n 7 jaar geleden dat ik iets van kunstenaar en muzikant Hidde van Schie heb gerecenseerd. Zowel van het elektronische duo Wild Wild Ambient Boys, waar hij deel vanuit maakt(e), als van zijn soloalbum The Mirror & The Razorblade / Dusty Diamond Eyes. Dit laatste heeft hij onder zijn eigen naam uitgebracht, waarmee hij melancholisch gestemde singer-songwritermuziek met een toefje alt-country brengt. Het is muziek die meteen past als een warme jas en die ergens in de hoek van Nick Drake, Leonard Cohen, Bob Dylan, Smog, Mark Lanegan, Don McLean, Will Oldham en Elliott Smith finisht. In 2017 verschijnt in het verlengde daarvan nog de digitale release Offshore van zijn nieuwe band Friday Wilkinson, zij het dat die meer indie, alternatieve en emorock opzoekt. En ergens in het vorige decennium heeft hij ook op abstracte wijze van zich laten horen als The 21st Century. Het moge duidelijk wezen dat hij keer op keer weet te verrassen. En dat op positieve wijze, laat dat duidelijk zijn.
Op het evenzo op positieve wijze verrassende label esc.rec uit Deventer, brengt Hidde van Schie nu als Monday W. zijn nieuwe album Time Is A Spider uit. Geen idee overigens waarom hij nu voor dit alias is gegaan, maar goed dat boeit eigenlijk ook niet zo. Hoewel je van esc.rec werkelijk van alles kunt verwachten, bestaat de hoofdmoot uit elektronische, experimentele dan wel abstracte muziek. Wat Hidde met Monday W. laat horen is echt andere koek. Hij zit in de singer-songwriterhoek, waarbij hij een mengelmoes van folk, alt-country en dark pop laat horen. Als iemand dit album zonder informatie opgezet zou hebben, dan had ik gegokt op een Britse dan wel Amerikaanse folk artiest. Hij brengt muziek die vertrouwd en tijdloos klinkt; als een oude vriend, waar je altijd terecht kunt. Met een warm gevoel thuiskomen, al staat de kachel nog niet aan. Zoiets dan. Van Schie brengt hier meerdere instant klassiekers, die voornamelijk tot stand zijn gekomen met zang en gitaar. Meer is niet nodig om tot de kern te komen en indruk te maken. Daarmee doet hij denken aan onder meer Nick Drake, Palace Brothers, Templo Diez, Leonard Cohen, Boduf Songs, Mark Lanegan en door de donkere sounds soms ook aan The Cure. Het is muziek die je bij de strot grijpt, diep onder je huid kruipt en je gewoonweg bijna 40 minuten lang in de houdgreep neemt. Wat een overdonderend, tijdloos prachtalbum!”
Week 49 (NNM): Hoewel dit album nog altijd groeit, is het wellicht te laat verschenen om nog verder op te schuiven. Maar goed, voor mij is de selectie binnen de TOP20 hetgeen boven de rest uitsteekt.
14. Sevdaliza – Shabrang (cd, Twisted Elegance / Bertus)
“Drie jaar geleden heeft de in Iran geboren en in Nederland gevestigde Sevda Alizadeh een diepe indruk op mij weten te maken. Ze liet toen als Sevdaliza haar debuut ISON het licht zien. Deze vrijgevochte, eigenzinnige en mooie dame bracht daarop een net zo bijzondere als sensuele mix van trip hop, dubstep, IDM en ludieke experimenten naar buiten, voorzien van haar mooie bitterzoete vocalen. Dit album laat een wereld zien vol hoop, liefde en leed en een zoektocht naar een eigen identiteit daarin. Dat levert geniale muzikale vondsten en bovenal wonderschone, ontwapenende muziek op. In Iran mogen vrouwen sinds de islamitische revolutie in 1979 niet meer zingen. Dus wat een zege dat Sevdaliza dat hier wel gewoon mag. Een wereldster in wording!
Eindelijk is Sevdaliza terug met haar tweede album Shabrang, waarbij de titel mogelijk verwijst naar Shabrang Behzād, het paard uit de Perzische mythologie van de legendarische prins Siyâvash. Hij is het symbool van onschuld in de Iraanse literatuur. Zijn verdediging van zijn eigen kuisheid, zelf opgelegde ballingschap, standvastigheid in de liefde voor zijn vrouw, en de uiteindelijke uitvoering in de handen van zijn geadopteerde gastheer zijn verweven met de Iraanse mythologie en literatuur van de afgelopen millennia. In de Iraanse mythologie, is zijn naam ook in verband gebracht met de groei van planten. Ik denk dat Sevdaliza, die hier een meer persoonlijk geluid aan de dag legt, ook haar eigen standvastigheid maar ook kwetsbaarheid wil benadrukken. Ik ga daarbij vooral af op de cover, de weinig onthullende maar smaakvolle foto in het cd-boekje en het gevoel dat ik bij de muziek krijg. Ze geeft zich letterlijk bloot, maar laat tegelijkertijd zien dat ze een krachtige, weerbare vrouw is. Ze zingt wel over muren om zich heen bouwen en dansen in het donker, maar ze lijkt vooral een weg naar het licht en liefde zonder beperkingen en pijn te zoeken. Deze diepgravendheid weet ze om te zetten naar zulke emotioneel geladen en overdonderend prachtige muziek, dat het als luisteraar haast zeer doet. Ze lengt trip hop aan met verfijnde orkestraties, melancholische pianostukken en allerhande effecten. Qua referenties moet je het ergens zoeken tussen Googoosh, Sussan Deyhim, Portishead, Lamb, Arca, DJ Shadow en Ludovico Einaudi. Dat is nogal breed en ambitieus, maar dat past ook wel bij deze geweldige artieste. Hiermee kan ze zich echt gemakkelijk meten met de groten der aarde! Dit is jaarlijstjesmateriaal kan ik verklappen! Wat een, in alle opzichten, ongelooflijke beauty!”
Week 36 (NNM): Ja en daar heb ik eigenlijk niets aan toe te voegen. Goede wijn behoeft immers geen krans.
13. Mahsa Vahdat – Enlighten The Night (cd, Kirkelig Kulturverksted / Xango Music Distribution)
“Zangeres Mahsa Vahdat komt oorspronkelijk uit Iran, maar omdat vrouwen in dat land sinds de Islamitische revolutie in 1979 geen kunst meer mogen maken, is ze jaren geleden met haar eveneens zingende zus Marjan naar Noorwegen uitgeweken. Daar heeft ze onderdak gevonden bij het Noorse kwaliteitslabel Kirkelig Kulturverksted, dat inmiddels hofleverancier is van de betere melancholische wereldmuziek. Mahsa maakt naast soloalbums ook meerdere met haar zus en tevens met Skurk, Mighty Sam Mclain en Coşkun Karademir. Daarbij vormt de zang altijd het oorstrelende middelpunt. Er zit een universele emotie besloten in haar betoverende zang, die je verstaat zonder de taal te begrijpen. Vorig jaar zijn beide zussen nog te horen naast het avontuurlijke Kronos Quartet, wat de sublieme cd Placeless heeft opgeleverd. Nu is ze terug met haar tiende cd Enlighten The Night, waarop ze nauw samenwerkt met arrangeur en coproducer Atabak Elyasi. Ze heeft klassieke en hedendaagse Perzische gedichten in muziek omgezet, met als doel hoop en troost te bieden voor mensen in een wereld waar de duisternis enkel lijkt te groeien. Haar prachtige zang wordt fraai ingelijst door onder meer pianist Tord Gustavsen (tevens elektronica), contrabassist Gjermund Silset en drummer/percussionist Kenneth Ekornes. Zij zorgen op minimale, licht jazzy, Oosters en neoklassieke wijze dat de zang van Mahsa heel mooi uit de verf komt. Zelf zegt ze over dit album:
Dit album is een andere gelegenheid voor mij om mijn vragen, twijfels, gevoeligheid, dromen en verlangen te reflecteren en uit te dagen. Het huis van mijn stem is mijn veiligste zone ter wereld waar alles in mijn hand ligt, en hier ben ik niet bang om mijn diepste emotionele intensiteit te onthullen.
Die intensiteit mist z’n uitwerking dan ook bepaald niet en voel je tot diep in je ziel. Het is aangrijpend, troostvol en tevens van een haast verlammende schoonheid. Het zorgt voor bezinning, een arm over je schouder en dikwijls ook bergen kippenvel. Universele pracht, die de hele wereld nu zo goed gebruiken kan. De onnavolgbare Mahsa Vahdat levert gewoon weer een meesterwerk af.”
Week 26: Het is echt puur toeval dat er twee zangeressen van Iraanse komaf zo naast elkaar eindigen. Vahdat zorgt zelf dan wel met haar zus Marian of Kronos Quartet wel vaker voor een troostvolle plek in mijn jaarlijst. Geweldige zangeres, die een breed publiek verdient.
12. Less Bells – Mourning Jewelry (cd, Kranky / Konkurrent)
“Less Bells is een relatief nieuw project van Julie Carpenter, die twee jaar geleden debuteerde met de cd Solifuge, een waar droomdebuut, op het prestigieuze Kranky, dat naast 4AD door de tijd heen één van mijn favoriete labels blijft. Carpenter creëert haar muziek doorgaans met allerhande instrumenten om er een mix aan stijlen mee naar buiten te brengen. Dat is eveneens het geval op haar nieuwe cd Mourning Jewelry, waarbij de titel en tevens thematiek op de cd is afgeleid van een keten van decoratieve objecten om rouw te duiden. Ze schept haar creaties met viool, cello, (elektrische) piano, gitaar, banjo en diverse synthesizers plus hetgeen haar gasten en Dain Luscombe ((steel)gitaar, synthesizers, muziekdoos, bekkens), Leah Harmon (zang) en Ryan Seaton (zang) brengen. Daarmee brengt ze 7 spookachtige tracks, die klinken als Americana omgesmolten tot een brij van neoklassiek, ambient, drones en elektronische experimenten. Het droefgeestige en desolate geheel grijpt al helemaal bij de strot als de etherische koorzang erdoor wordt gemengd. Je moet denken aan iets dat het midden houdt tussen Grouper, Stars Of The Lid, One Second Old, Hildur Guðnadóttir, Birds Of Passage, Christina Vantzou, Hior Chronik en Chihei Hatakeyama. Een buitengemeen betoverende beauty!”
Week 38: En daar kan je als rechtgeaarde Kranky-fan niet omheen!
”
11. Sarah Davachi – Cantus, Descant (2cd, Late Music)
“Geen woord kon ik op papier krijgen tijdens het beluisteren van de nieuwe dubbel-cd Cantus, Descant van Sarah Davachi, die uitgebracht is op haar eigen label Late Music. Ik heb echt 80 minuten lang ademloos geluisterd naar dit nieuwe werk. De Canadese, in Los Angeles woonachtige componiste/toetseniste had eenvoudig concertpianist kunnen worden, maar heeft een experimentele en spannender route op muzikaal gebied verkozen, waarbij ze veelal geïnspireerd door muziek uit de Middeleeuwen en de Renaissance ergens tussen ambient, drones, neoklassiek en subtiele elektro-akoestische muziek uitkomt. Een fascinerende artiest, die diepgravendheid en schoonheid als geen ander weet te combineren. Op haar nieuwe album creëert Davachi haar muziek met elektrisch orgel, piano, mellotron, synthesizer, strijkinstrumenten en voor het eerst ook zang. Los daarvan heeft ze ook muziek opgenomen op het Van Straten pijporgel (1479) in Amsterdam, het E.M. Skinner pijporgel (1928) in Chicago, het Casavant Frères pijporgel (1964) in Vancouver, het Paul Gerhard Andersen pijporgel (1974) in Kopenhagen en het Story & Clark pomporgel (1890) in Los Angeles. Dit om aan te tonen dat het qua inzet en bevlogenheid wel goed zit. Dat is ook wel terug te horen aan de 17 stukken die ze hier presenteert, want deze zijn van begin tot eind zo goed uitgewerkt en van veel subtiele details voorzien. In de basis overheersen de diverse orgelpartijen, maar die kleurt ze met alle overige instrumenten zo fijnbesnaard in. Het is haast onvoorstelbaar dat je met redelijk experimentele, sobere muziek er zoveel gevoel in kan leggen. Davachi beheerst die kunst als geen ander. Er zijn diverse stukken waarbij het kippenvel me op de armen staat. Dat is zeker zo in de twee nummers, te weten “Play The Ghost” op de eerste en “Canyon Walls” op de tweede schijf, waarbij ze voor het eerst zingt. Dat schept, moet ik zeggen, wel verwachtingen voor de toekomst op. Ze doet daarbij wel wat denken aan Grouper, Birds Of Passage en Félicia Atkinson, terwijl ze muzikaal gezien ook aansluiting vindt bij onder meer Anna Von Hausswolff, Elaine Radigue, William Basinski en La Monte Young. Sarah Davachi levert hier alweer een meesterwerk af!”
Week 40: Ja en meesterwerken horen thuis in een jaarlijst.
10. Sigur Rós with Steindór Andersen, Hilmar Örn Hilmarsson And María Huld Markan Sigfúsdóttir – Odin’s Raven Magic (cd, Krúnk)
“Ik weet nog goed dat omstreeks 1999 voor het eerst de IJslandse band Sigur Rós heb gehoord, die dan al twee jaar bestaat. Dat was echt een magische ervaring met die bijzondere postrock en mysterieuze zang, ook wel hopelandic genoemd. Datzelfde geldt eigenlijk ook voor de solomuziek van de IJslandse meester Hilmar Örn Hilmarsson. Hij heeft verder gewerkt met en deel uitgemaakt van The Hafler Trio (als H3ÖH), Psychic TV, Current 93 en tevens eerder al met Sigur Rós. Beide hebben ze dan weer samengewerkt met Steindór Andersen, die doorgaans IJslandse traditionals zingt. In 2002 heeft Sigur Rós al eens live het orkestrale Odin’s Raven Magic opgevoerd, waarbij ze zich hebben laten inspireren door een IJslands middeleeuws gedicht. Nu brengen ze daarvan een studioversie, samen met de hierboven genoemde artiesten plus María Huld Markan Sigfúsdóttir van Amiina en het Reykjavík Sinfonia. Het is in feite hun eerste reguliere werk sinds Kveikur (2013). Ze brengen hier 8 composities, want zo moet je ze toch wel bestempelen, die samen ruim 65 minuten duren. Naast de hoofdrolspelers wordt de muziek ook fraai ingekleurd door het IJslandse zangkoor Schola Cantorum en het Franse L’Orchestre Des Laureats Du Conservatoire National De Paris. Het levert zinnenstrelend geheel op dat bestaat uit een mix van klassiek, filmmuziek, folk, postrock en lichte experimenten. De joiku achtige zang van Andersen en koorzang passen erg mooi naast elkaar en bij deze muziek. Pas later op het album is de serene hoge zang van Jónsi te horen, die weer dat typische Sigur Rós geluid oplevert. Maar alles is gewoon echt meer dan de som der delen. Met de Noordse mythologie, die als een rode draad door de stukken loopt, weten ze hier een wonderschoon en magisch album neer te zetten. Het eindigt wel met live applaus, zo lijkt het althans, maar dat is ook dik verdiend.”
Week 50: Laat in het jaar, maar ook echt een heel grote verrassing van een band die ik een beetje op herhaling vond gaan. De cd is al behoorlijk grijs gedraaid. Troostvolle weelde!
09. Lina_Raül Refree – Lina_Raül Refree (cd, Glitterbeat / Xango Music Distribution)
“Ik houd enorm van fado. Deze Portugese muziekvorm geeft stem aan de zogeheten “saudade”, dat je ergens tussen gevoelens van verlies, gemis, verdriet, melancholie en eveneens liefde. Het is bijna niet te vertalen, maar als je het eenmaal gehoord hebt, voel je het tot in de diepste vezel. Ook als je de taal niet machtig bent. Amália Rodrigues is de koningin van het genre, maar er zijn velen die het erna ook geweldig hebben gedaan. Eén ervan is Carolina, die twee albums heeft uitgebracht, veelal met betoverende interpretaties van Amália. Voor haar samenwerking met Raül Refree neemt ze haar eigen naam Lina weer aan (achternaam Rodrigues). Refree, die eigenlijk Raül Fernandez Miró heet, is een zeer interessante en bovenal veelzijdige Spaanse producer en muzikant. Als Refree brengt hij sinds 2002 zijn muziek naar buiten, die van de ingetogen en melancholische folk rock naar chansons gaan. Een paar jaar geleden staat hij ineens aan de frontlinie van de “new flamenco movement”, waarmee hij artiesten als Silvia Pérez Cruz en Rosalía in het zadel helpt. Tevens werkt hij samen met Lee Ranaldo, waarmee hij binnenkort weer een album het licht laat zien, en onlangs ook nog met Richard Youngs. De veelzijdigheid is evident.
Lina en Refree werken nu samen als Lina_Raül Refree, waarmee ze hun gelijknamige album uitbrengen. Refree heeft naar eigen zeggen nooit echt kennis genomen van de fado, waardoor hij ook met een open mind het genre aan kan vliegen. Geen Portugese gitaar, maar piano, harmonium, rhodes, moog, Hohner clavinet, elektrische gitaar en diverse (andere) analoge synthesizers maken hier de dienst uit. Toch weet hij daarmee de perfecte omlijsting voor Lina’s hartverscheurend mooie zang te scheppen, die wel die “saudade” bevat. Refree breekt met de traditie, maar laat de ziel intact. Onwetendheid is soms echt een zege. Het brengt de fado naar een ander en origineel level. Daar waar de gerenommeerde en nieuwe fadista over elkaar heen struikelen voor nieuwe of betere duidingen van het genre, los van het feit dat daar echt heel veel moois tussen zit, gaan Lina en Refree er buiten de lijntjes tekenend met de hoofdprijs er vandoor.”
Week 3: Eigenlijk was het van meet af aan (van dit jaar) al duidelijk voor mij dat dit jaarlijstjesmateriaal zou zijn. Misschien dan niet de hoofdprijs, maar in deze 20 zijn de verschillen echt gering.
08. Ellen Schoenaerts – Vrijblijvend Advies (cd, Vitrin Records)
“Het vorige album Feiten van het Belgische Ellen Schoenaerts Kwartet heeft diepe indruk op mij gemaakt. Het is een prachtig stemmige ode aan alle facetten van het leven, van de tegenslagen tot de dingen waaraan we ons op kunnen trekken. Haar rauwe, confronterende teksten weet ze met haar sterke zang goed aan de man te brengen. De openingstracks “Ik doe heel erg mijn best om mijn leven leuk te vinden” zet ik veelvuldig op als ik zaken wil relativeren. Voor mijn gevoel is dit album een goede vriend, die ik niet lang geleden heb ontmoet. Maar toch, als ik dit opzoek is dit toch alweer in 2012 geweest. Acht jaar verder, maar toch zo dichtbij nog altijd! Dat typeert een goed album toch wel. Ik zocht dit op toen eerder dit jaar, ik meen april, haar nieuwe album Vrijblijvend Advies is verschenen. Ditmaal onder haar eigen naam en exclusief voor de besteller. De reden dat ik er nu pas over schrijf is dat COVID-19 roet in het eten heeft gegooid en de releasedatum noodgedwongen naar december is verschoven. En ik zat eigenlijk te popelen om dit nieuwe werk te delen, want Ellen is hier op haar best. Ze wordt vergezeld door Liesa Van Der Aa (viool, synthesizer, piano, zang, percussie), Ephraim Cielen (drum, gitaar, zang, synthesizer) en Tijs Delbeke (vocoder, bas, synthesizers, piano, gitaar, zang) plus her en der door Bob Hermans (percussie, synthesizers), Tom Pintens (piano) en Sjoerd Bruil (gitaar). Haar sound is iets meer elektronisch, maar dat doet echter niets af aan de boodschap die ze over wil brengen, die weer in het charmant Nederlands-Belgisch wordt gebracht. Ook qua contemplatieve waarde, intensiteit, oprechtheid en schoonheid boet ze nergens in. Ze kijkt in de spiegel en houdt deze vervolgens aan je voor. Het leidt tot nieuwe inzichten, maar zorgt ook gewoonweg voor een overdonderende schoonheid, die haast zeer doet. Je moet het ergens zoeken te midden van Jacques Brel, Tom Waits, Patti Smith, Mi & L’Au, Dez Mona, Liesa Van Der Aa en Chantal Acda. Opnieuw weet Schoenaerts het leven in alle opzichten eerlijk te belichten, zowel het zoet als het zuur en toch vooral met een hoopvol geluid. Daarbij horen ook tegenslagen. Zo is het leven nu eenmaal. Ellen Schoenaert levert een bij de strot grijpende beauty af. Geen vrijblijvend maar een dringend advies om deze tot je te nemen!.”
Week 50: Dat advies staat nog steeds. Zoals uitgelegd heb ik deze al veel langer in huis, dus het is minder recent dan het lijkt.
07. Revolutionary Army Of The Infant Jesus – Songs Of Yearning / Nocturnes (2xcd, Occultation Records)
“Als mysterie een muzikale evenknie heeft, moet dat zonder twijfel het Britse gezelschap Revolutionary Army Of The Infant Jesus zijn, die hun bandnaam ontlenen uit de film Cet Obscur Objet Du Désir (1977) van Luis Buñuel. Ze produceren twee albums The Gift Of Tears (1987) en Mirror (1991) en nog een mini Paradis (1995), om vervolgens pas twintig jaar later met de nieuwe cd Beauty Will Save The World op de proppen te komen. Dat alles omdat ze een bepaalde visie hebben, de nu eenmaal tijd kost. De muziek is zonder uitzondering van een buitenaardse of -kan mij het ook schelen- hemelse schoonheid. Ze brengen doorgaans een mix van neoklassiek, ambient, neofolk, folkrock en lichte industrial, dikwijls gehuld in een mysterieuze sluier. Vijf jaar later zijn ze terug met Songs Of Yearning, waarop de kernleden Paul Boyce (klarinet, keyboard, zang), Jon Egan (harmonium, melodica, orgel, gitaar, zang) en Leslie Hampson (percussie, piano, concertina, harmonica, gitaar) versterkt worden door de op het vorige album aangehaakte leden Jessie Main (zang), Eliza Carew (cello), Zander Mavor (bas, gitaar) en Hannah Harper (piano keyboards). Ze serveren in ruim 40 minuten 12 nieuwe tracks, waarin ze een mistige, etherische en soms ronduit spookachtige las smeden tussen de boven genoemde genres, aangevuld met veldopnames en ook behoorlijk wat sacrale elementen. Daarbij zingen en praten ze in het Engels, Frans, Latijn en een Fins-Russisch dialect,. Het levert een betoverend en tot de verbeelding sprekend geheel op, dat zorgt voor bergen kippenvel, troost en bezinning. En eigenlijk met een volslagen uniek geluid, dat zo ongelooflijk mooi is dat het haast zeer doet.
Dan heb je dat adembenemende album doorlopen, zit er als bonus ook nog eens het zusteralbum Nocturnes aan verbonden, dat tijdelijk ook in één set verkrijgbaar is. In een goede drie kwartier krijg je daarop nog eens 11 tracks, die iets frivoler in elkaar steken. Ze koersen er soms zelfs richting pop, maar ook ambient, folk, rock, neoklassiek en meer abstracte muziek passeren de revue. Het is allemaal wat minder sacraal, maar de bedoeling is dan ook om een ander licht te laten schijnen over hun eerdere release. Toch brengen ze compleet nieuwe tracks en op één song na geen bewerkingen. Het past als een fraaie schaduw bij het bovenstaande album, maar brengt meer dan genoeg om volledig op zichzelf te kunnen staan. Veel belangrijker is dat weer van een ongrijpbare pracht is, die net als de eerste schijf liefhebbers van uiteenlopende bands als Piiptsjilling, Low, This Mortal Coil, United Bible Studies, New World Renaissance Band, Current 93 en Dead Can Dance wel zal aanspreken. Het is een majestueus tweeluik van deze onnavolgbare groep!.”
Week 28: Dit is ook zo’n album of beter gezegd tweeluik dat meteen al een jaarlijstkandidaat was. Het past bij deze tijd waar bezinning maar tevens schoonheid binnenshuis passen.
06. Yellow6 – Silent Streets And Empty Skies / Almost Free (2xcd, Sound In Silence)
“Al 22 jaar is Yellow6 het soloproject van de Britse gitarist Jon Attwood, die als geen ander sfeer kan scheppen en weet te overtuigen met relatief beperkte middelen. Hoewel hij in 1996 start in meer punkgerelateerde bands, komt de muziek van Yellow6 doorgaans uit in het schemergebied tussen ambient en post-rock. Ik houd enorm van zijn muziek, omdat deze je helemaal uit de realiteit weet te halen en zorgt voor bezinning. En de melancholie die hij brengt spreekt mij enorm aan. Zijn muziek verschilt iedere keer op subtiele wijze. Hoewel de muziek je uit de realiteit haalt, is het dikwijls wel de bron van inspiratie voor zijn muziek. Hij laat nu het album Silent Streets And Empty Skies het licht zien, waarbij het niet moeilijk raden is waar de inspiratie vandaan komt. De muziek is thuis gedurende de lockdown geschreven. De verlaten straten en lege lucht zorgden juist voor een creatieve stroom aan nieuwe ideeën. Je krijgt 9 nieuwe tracks geserveerd, die pas na bijna 77 minuten finishen. Met spaarzame klanken weet Attwood een maximaal effect te creëren, waarbij je gewillig meegevoerd wordt op een biologerende trip. Toch worden er best veel subtiele details toegevoegd, zoals pianoklanken, minimale beats, loops en andere sounds, die extra glans geven en het tot een rijk geheel maken. Liefhebbers van onder meer Dirk Serries, Labradford, Robin Guthrie, Windy & Carl, Low, Brian McBride en Sarah Davachi doen er goed aan deze eens te beluisteren. Het voelt dubbel om te zeggen dat COVID-19 ook mooie dingen voortbrengt, maar het is eigenlijk wel zo. Attwood biedt namelijk een heerlijk droefgeestige, maar ook troostvolle, veelzijdige, contemplatieve en gewoonweg wonderschone soundtrack voor deze donkere tijd.
Indien je de gelimiteerde oplage besteld, waar er nog maar een paar van zijn (haastige spoed is dus wel weer eens goed), krijg je er ook het album Almost Free bij. Hierop krijg je in goed 44 minuten nog eens 6 nummers. Hoewel Yellow6 ook hier weer melancholisch uit de hoek komt, lijkt de muziek net zo te sprankelen als op het eerst beschreven album hierboven. Of misschien zelfs een sprankel meer, aangezien dit album werd geïnspireerd door een aanstaande versoepeling van de lockdown-beperkingen, die echter plotseling in de wacht gezet werden in de nabijgelegen stad van Attwood vanwege een nieuwe piek. Misschien dat daarom gedurende het album de sfeer toch iets grimmiger wordt met drones en andere luidere geluiden. Opener “Hallo” is eerder al verschenen op de geweldige compilatie Love In The Time Of Covid. Daarnaast krijg je nog de track “Burning” en vier variaties op de albumtitel. In de eerste daarvan klinken ook wat elektronische noisegeluiden, die ik volgens mij niet eerder heb gehoord van Yellow6. Sowieso blijft Attwood altijd zoeken naar nieuwe muzikale zijwegen, die binnen zijn stramien passen. Het is derhalve een fantastische bonus geworden!”
Week 41: Zijn laatste album DAYS, dat helaas stijf uitverkocht is, had hier ook mogen staan. Ze vormen beide prachtige soundtracks voor deze rare tijd.
05. Yael Naïm – Nightsongs (cd, Tôt Ou Tard)
“De in Frankrijk geboren en in Israël opgegroeide zangeres en multi-instrumentaliste Yael Naïm is een bijzonderheid in het muzikale landschap. Inmiddels heeft ze sinds 2001 al 4 albums het licht laten zien, al dan niet met multi-instrumentalist David Donatien op de hoes, die ergens tussen pop,folk en klassieke muziek belanden. De genoemde artiesten zijn tevens te horen in de gelegenheidsformatie This Immortal Coil. Ze presenteert haar vijfde cd Nightsomgs, vijf jaar na haar vorige, geheel onder haar eigen naam. Naast Yael (zang, piano, keyboards, gitaren, bas, marimba) draagt Donatien overigens nog altijd zorg voor bas, tenorzang, gitaar en de mix van dit alles. Daarnaast werk Yael met een koor, gastzangeressen en gasten op Franse hoorn. Ondanks dat alles is haar muziek, net als de albumhoes, naakter en soberder. Ze toont een kwetsbare, maar ook wonderschone kant van zichzelf. De klassieke kant drijft meer naar boven en in combinatie met de wereldse sound, droompop en zuchtmeisjesmuziek die ze altijd wel in huis heeft gehad levert dat zulke mooie, breekbare en dikwijls haast engelachtige muziek op. Het doet haast zeer. Dit album gaat van echt van het ene naar het andere hoogtepunt. Ik had haar altijd al hoog zitten, maar dit is zonder twijfel haar allerbeste en mooiste album tot nu toe!”
Week 42: Zelfs zo mooi dat ik deze met enige regelmaat op heb staan.
04. Tara Fuki – Motyle (cd, Indies Scope / Xango Music Distribution)
“Inmiddels bestaat het Pools/Tsjechische duo Tara Fuki alweer 20 jaar. In die tijd hebben ze vijf albums uitgebracht plus een “best of”, waarop je een immer wisselende mix van neoklassiek, folk en jazz krijgt voorzien van prachtig harmonieuze Poolse zang. De verantwoordelijke dames Andrea Konstankiewicz (cello, zang) en Dorota Barová (cello, zang, elektronica), waar ik de eerst genoemde ook ken van Boo en Rale, hebben altijd de drang gehad zich te vernieuwen. Hierdoor is het iedere keer weer net even wat anders en toch herkenbaar, zonder dat ze inboeten op schoonheid en meeslependheid. Op hun twintigste verjaardag presenteren ze na 6 jaar eindelijk hun zesde album Motyle, hetgeen Pools voor “vlinders” is (motýli in het Tsjechisch). Een verandering is dat 3 van de 10 tracks in het Tsjechisch gebracht worden; de rest is vertrouwd in het Pools, omdat ze dat beter bij de muziek vinden passen. De cd opent meteen al heel sterk met het verlammend mooie “Kdyby”. Ze laten een wat ritmischer geluid horen en maken tevens meer gebruik van elektronica. Toch vormen hun fraaie cellopartijen en harmonieuze zang de kern van hun muziek. De lange pauze lijkt hun muziek alleen maar ten goede te zijn gekomen. Ze klinken fris, avontuurlijk, meer veelzijdig en verrassender. Niets ten nadele van hun vorige werken overigens, want die kan je bepaald niet uitvlakken. Qua referenties moet je het ergens zoeken tussen Iva Bittová, David Darling, Zap Mama, Radůza, Bela Emerson, Madredeus en Miranda Sex Garden. Die laatste al helemaal in de afsluiter “Samoty” waar plots ook harde gitaarachtige sounds klinken, wat overigens cello’s met effecten zijn, hetgeen wonderwel goed past. Het is een gevarieerd en intrigerend prachtalbum geworden, dat je geregeld bergen met kippenvel bezorgt.”
Week 49: Muziek die helemaal in mijn straatje past en op meerdere fronten uitblinkt.
03. Clara Engel – Hatching Under The Stars (cd, Clara Engel)
“Er zijn van die stemmen, bij mij meestal vrouwelijke, die door merg en been gaan. Ik zal ze hier niet allemaal opnoemen, ik heb per slot van rekening wel meer te doen, maar de Canadese muzikant en zangeres Clara Engel is daar zeker één van. Ze brengt songgerichte, zij het sobere, droefgeestige albums vol apocalyptische folk, gothic folk, experimentele muziek en 4ad-achtige droompop, maar ook instrumentale experimentele albums. Dat alles veelal op obscure labels of in eigen beheer, terwijl haar kwaliteit zoveel meer verdient. De gezongen albums, die nog wel eens in mijn jaarlijstjes opduiken, genieten de voorkeur bij mij, al is de rest ook van een aanzienlijk niveau. Haar stem en thema’s passen zo één op één bij mijn belevingswereld, dat het soms zo confronterend is en tegelijkertijd voor bergen kippenvel zorgt. Dat is eveneens weer het geval op haar nieuwe cd Hatching Under The Stars. Geen sterallures hoor, maar wel vijfsterren muziek, die ergens tussen de hierboven genoemde genres zit. Er wordt geen noot verspild en alles gaat behoorlijk diep. Engel (zang, gitaar, Hammond orgel, keyboard, chromonica, harmonica, banjitar) mag daarbij rekenen op een gastenlijst van maar liefst 15 muzikanten op een breed scala aan instrumenten. Toch blijft de output subtiel en vrij sober, waardoor haar krachtige prachtzang schitterend uit de verf komt. Eigenlijk weet ze het gat dat zich ergens tussen Talk Talk, Thalia Zedek, Jarboe, Marissa Nadler en Nadine Khouri zit prachtig op te vullen. Het is haast niet te doen om hier favoriete songs uit te kiezen, aangezien ze allemaal van een ontzaglijke, overdonderende pracht zijn. Wat een weelde weer!”
Week 42: Dit is denk ik typische Jan Willem-muziek. Engel heeft iets dat mij keer op keer zo diep weet te raken, dat haar naam in de Nederlandse betekenis ook wel van tepassing is.
02. VanWyck – God Is In The Detour (cd, Maiden Name Records/ Concerto Records)
“Voordat de in Nieuw-Zeeland opgegroeide Christine Oele aan haar schitterende hoofdstuk VanWyck begint, is ze al te horen geweest in de groepen Hit The Boom en Nevada Drive. Ze vormt weliswaar de spil, maar je moet VanWyck -waarbij de naam komt van haar oma’s achternaam- toch vooral ook zien als een band. Zowel op haar indrukwekkende debuut An Average Woman (2018) en de minstens zo mooie opvolger Molten Rock (2019), die beide hoog eindigen in mijn jaarlijst, omringt ze zich namelijk met uitstekende muzikanten. Haar muziek komt veelal op tijdloze, verhalende en zinnenstelende wijze ergens uit tussen altcountry, folk, singer-songwritermuziek en Americana noir. Eén van de oorvangers daarbij is toch wel haar bitterzoete, bedwelmende prachtzang, die mede door haar achtergrond in perfect Engels is. Voor mij is ze echt een nieuwe heldin in muziekland, die zich kan meten met de groten der aarde.
Sneller dan verwacht en eigenlijk onbedoeld, komt VanWyck alweer met het derde album God Is In The Detour, uitgebracht op haar Maiden Name Records in samenwerking met Concerto Records. Maar ja, wie had een jaar geleden kunnen bevroeden dat onze wereld er door COVID-19 zo anders uit zou zien? God wellicht, maar goed dat is in haar geval een eenzaam ogende vrouw, die ze in de supermarkt tegenkomt en waarmee ze een kop koffie gaat drinken. Het gaat over onthaasten en gemaakte plannen loslaten, hetgeen misschien wel de beste remedie in deze tijd is. Christine Oele (zang, akoestische gitaar, piano) weet je meteen al met zo’n intrigerend startverhaal te grijpen en mee te nemen op weer een fantastische luistertrip met meer van die verhalen. Persoonlijke onderwerpen en overpeinzingen, die uiteengaan van het door de wind gedragen gefluister van vuilnismannen en de dood van een vriendin tot de liefde en de steun die ze betuigt aan de stille minderheid. De muzikale omlijsting is hierbij (passend) soberder dan ooit, maar met maximaal effect. Wat weet ze met haar heerlijke zang, verhalen en muziek me toch weer diep te raken. Ze krijgt daarbij hulp van Reyer Zwart (akoestische/elektrische/ lap steel gitaar, piano, keyboards, percussie, contrabas, strijkarrangementen, bas, zang) en deels ook van Marjolein van der Klauw (zang) en Laura van der Stoep (altviool). De hoofdmoot bestaat echter uit haar indringende zang, gitaar- en pianospel, maar de rest zorgt voor de mooie, subtiele franje. De 8 songs, die ze hier in een half uur de revue laat passeren, zijn stuk voor stuk instant tijdloze klassiekers, die weer het midden houden tussen de bovengenoemde genres en liefhebbers van Chantal Acda, Cowboy Junkies, Suzanne Vega, Tanita Tikaram, Mazzy Star, Natalie Merchant en Power Of Dreams wel zullen aanspreken. Het is een bezinnend, biologerend en buitengemeen persoonlijke beauty geworden, die je even uit de realiteit weet te nemen.”
Week 44 (NNM): En uit de realiteit nemen is iets, dat we momenteel denk ik allemaal wel eens willen, zeker als het op zulke prachtige wijze gebeurt.
01. Solfrid Molland – Håpets Kappe (cd, Kirkelig Kulturverksted / Xango Music Distribution)
“Ik ben geen gelovig man, maar ben van mening dat het geloof net als atheïsme een levensfilosofie is. En daar waar je kracht uit put, leg je simpelweg niet naast je neer. Op het Kirkelig Kulturverksted label verschijnen met enige regelmaat de meest prachtige releases met een religieus raakvlak. Dat geldt ook voor de Noorse zangeres en pianiste Solfrid Molland. Ze heeft klassiek piano en muziektheorie gestudeerd aan de Universiteit van Oslo, maar kiest op haar albums toch dikwijls voor een meer avontuurlijke aanpak en lengt klassieke muziek aan met folk en wereldse elementen. Daarmee weet ze wel verlammend mooie muziek te maken. Haar vorige album Forvandling (2016) eindigt dan ook (een jaar later) hoog in mijn jaarlijst. Nu is ze terug met Håpets Kappe, hetgeen “de mantel van hoop” betekent. Het idee achter deze nieuwe worp is dat we slechts één aarde hebben, waarvoor gezamenlijk moet opkomen los van de vele verschillende religies en denkbeelden. Dat muziek verbindt hoef je mij en veel anderen denk ik niet te vertellen. Molland (zang, accordeon, piano) omringt zich hier met de geweldige muzikanten Hayden Powell (trompet), Mats Ellertsen (contrabas), Daniel Lazar (viool) en Aziz Kossai (zang, oud). Meer dan ooit weet ze met haar muziek een brug te slaan tussen diverse genres, maar ook religies. Eigenlijk is het grensoverschrijdend in vele opzichten, behalve het betamelijke. En dat is mooi, want het geeft extra franje aan het toch als zo prachtige met klassiek geïnfecteerde folkgeluid. De muziek is geïnspireerd door respectievelijk de kathedraal van Oslo, de synagoge van Oslo en het Moskee Islamitische Cultuurcentrum in Grønland in Oslo. Ze zingt dan ook een Noors, Joods en Arabisch volksliedje. Dat pakt weer zo wonderschoon en haast narcotiserend uit. Het is knopen proberen te leggen, waar de verbinding er op hoopgevende wijze al is. Eigenlijk zoals je altijd zou willen. Wat een onbeschrijfelijke, intense schoonheid! Goddelijk zou ik haast zeggen.”
Week 16: De troostvolste, hoopvolste, meest wereldse en mooiste van allen.
De prachtige 105 nummers 21:
Giulio Aldinucci – Shards Of Distant Times (Karlrecords)
The Alvaret Ensemble – ea (laaps)
Arca – KiCk i (XL Recordings)
Ashtoreth & Chthonia – Throne Of Astrŏarchē (Reverb Worship)
A-Sun Amissa – Black Rain (I) (Gizeh)
Autechre – SIGN (Warp)
Michel Banabila – All Connected (StealthRec/ Tapu)
Emily Barker – A Dark Murmuration Of Words (Everyone Sang/ Thirty Tigers)
Galya Bisengalieva – Aralkum (One Little Independent)
Daniel Blumberg – On&On (Mute)
Bohren & Der Club Of Gore – Patchouli Blue (PIAS)
Ben Lukas Boysen – Mirage (Erased Tapes)
Brader Mûsikî – Herim Kuda (Terp)
Broeder Dielman – De Liefde Is De Eerste Wet (Snowstar)
Budoár Stary Damé – Kostřičky (Indies Scope)
Nick Cave & Nicholas Lens – L.I.T.A.N.I.E.S. (Deutsche Grammophon)
Sylvain Chauveau – Life Without Machines (Flau)
CocoRosie – Put The Shine On (Marathon Artist)
Coddiwomple – The Walk And Other Stories (À Tant Rêver Du Roi)
Coriky – Coriky (Dischord / Konkurrent)
Dakota Suite & Quentin Sirjacq – The Indestructibility Of The Already Felled (Schole)
Angèle David-Guillou – A Question Of Angles (Village Green)
Driftwood – Only Fighters Left Behind (Driftwood)
Einstürzende Neubauten – Alles Im Allem (Potomak)
Bill Fay – Countless Branches (Dead Oceans)
Flying Horseman – Mothership (Unday)
Fontaines D.C. – A Hero’s Death (Partisan)
Rebecca Foon – Waxing Moon (Constellation)
Keeley Forsyth – Debris (Leaf)
Ross Goldstein – Timoka (Birdwatcher)
Anna Von Hausswolff – All Thoughts Fly (Southern Lord)
Helen Money – Atomic (Thrill Jockey)
Keaton Henson – Six Lethargies (Mercury KX)
I Like Trains – Kompromat (Atlantic Curve)
Innocence Mission – See You Tomorrow (Bella Union)
Rafael Anton Irisarri Peripeteia (Dais)
Khruangbin – Mordechai (Dead Oceans)
Khusugtun – Jangar (Routes Nomades/ Buda Musique)
Akira Kosemura – Love Is__ (Schole)
Akira Kosemura – True Mothers (Schole)
Lamia Vox – Alles Ist Ufer. Ewig Ruft Das Meer (Cyclic Law)
Las Lloronas – S O A K E D (Muziekpublique)
Sam Lee – Old Wow (Cooking Vinyl)
Adrianne Lenker – Songs And Instrumentals (4AD)
LEYA – Flood Dream (NNA Tapes)
Loma – Don’t Shy Away (Sub Pop)
Machinefabriek – Stillness Soundtracks II (Glacial Movements)
Machinefabriek with Anne Bakker – Oehoe (Machinefabriek)
Mansur – Karma (Denovali)
Laura Marling – Song For Our Daughter (Chrysalis/ Partisan)
Microwolf – My Cauliflower Ears (Lost Tribe Sound)
Anastasia Minster – Father (Anastasia Minster)
MJ Guider – Sour Cherry Bell (Kranky)
Jason Molina – Eight Gates (Secretly Canadian)
Moonchy & Tobias – III (Tiny Room Records)
Morgen Wurde – Für Immer (Off)
Mrs. Piss – Self- Surgery (Sargent House)
Myrkur – Folkesange (Relapse)
Nyx Nótt – Au Pieds De La Nuit (Melodic)
Ann O’aro – Longoz (Label Cobalt/ Buda Musique)
Offthesky & The Humble Bee – We Were The Hum Of Dreams (laaps)
Other Lives – For Their Love (Play It Again Sam)
Christine Ott – Chimères (Pour Ondes Martenot) (NAHAL Recordings)
Eve Owen – Don’t Let The Ink Dry (37d03d)
PHÔS – Disparition (Catgang)
Plan Kruutntoone & Reinier van Houdt – pas maar op, want deze tas is van zorro (en zorro houdt van mij) (Esc.rec)
Pascal Plantinga – Blind On Bikini (Ata Tak/ Suezan Studio)
Max Richter – Voices (Decca)
Saffronkeira with Paolo Fresu – In Origine: The Field Of Repentance (Denovali)
Dijf Sanders – Puja (Unday)
Robert Severin – Postcard From Budapest (Robert Severin/ Birnam CD)
Subheim – Polis (Denovali)
Susanna – Baudelaire & Piano (SusannaSonata)
Templo Diez – Starlight (Innerstate 65)
Trappist Afterland & Grey Malkin – The Trappist & The Hare (Reverb Worship)
Trigg & Gusset – The Way In (Humanworkshop)
Marthe Valle & Syrian Artists – Every Child Is A Prophet (Kirkelig Kulturverksted)
Vieo Abiungo – At Once, There Was No Horizon (Lost Tribe Sound)
Eefje de Visser – Bitterzoet (Eefjes Platenmaatschappijtje/ Sony Music)
Raphael Weinroth-Browne – Worlds Within (Raphael Weinroth-Browne)
Windy & Carl – Allegiance And Conviction (Kranky)
Woodkid – S16 (Green United Music)
Hilary Woods – Birthmarks (Sacred Bones)
Xxxtentacion – Bad Vibes Forever (Bad Vibes Forever)
Yellow6 – DAYS (merry6mas2020) (Silber Records)