Jaarlijsten 2008: Ludo

Het was een jaar zonder uitschieters. Geen platen als Loney, Noir van Loney, Dear of Boxer van The National, die er met kop en schouders bovenuit steken. Mogelijk dus ook geen klassiekers. Wel een sterk jaar in de breedte. Ik had een plezierig lange, nou ja, longlist, dus. De bovenste vier doen niets voor elkaar onder. En Viva Britannia!

10. Thao with the Get Down Stay Down - We Brave Bees Stings and All

10. Thao with the Get Down Stay Down – We Brave Bees Stings and All
Muziek die zonder enige andere reden, volkomen uit zichzelf, gelukkig maakt. Lekker meezingen met flinterdunne deuntjes. Laura Veirs zonder complexen, zonder zwartgerande bril. De liefste stem van 't jaar. Als de zanger van de Thrills, maar dan nog jeugdiger en logischerwijs vrouwelijker.
Grote Vakantie. De wasserette is al vol. Rijen simultaan draaiende wasmachines stoempen en wiebelen op de vloer en op elkaar. Vrolijk babbelende vrouwen van allerhande nationaliteiten verhogen hun volume om het lawaai te overstemmen. Een klein meisje jengelt bij haar moeder, de bazin. 'Een ijsje! Een ijsje!' 'Niks ervan, help eerst mevrouw Ling maar.' Het meisje zucht en stampvoet. Alsof dat te horen is. Ze rent naar de oude vrouw die vermoeid glimlacht. 'Laat maar' fluistert die en drukt snel een muntstuk in haar handen. Het meisje lacht en schiet voorbij d'r moeder alsof er een zwerm bijen achter haar aan zit. Weg. Haar benen kunnen het bijna niet bijhouden.Als ze nog adem had zou ze zingen.

9. Randy Newman - Harps and Angels

9. Randy Newman – Harps and Angels
Randy Newman is de Nick Lowe van dit jaar. De oude zak in de lijst. Beiden hebben zich altijd als sarcastische outsider in de muziekbiz begeven. Volgens mij zou Newman tegenwoordig liever continu soundtracks pennen. Maar ja, de mensen vragen om een nieuwe plaat, dus hij schraapte en schraapte en kwam tot een half uurtje. En wat voor half uurtje. Erg straf. Lowe en Parks mogen de schoenen van de oude meester strikken én poetsen. Complimenten voor Newman zijn bijna overbodig. Zijn teksten zijn scherp en grappig als vanouds. Als een echt goede comedian zijn eigenlijk intonatie en timing al genoeg. "Wish I spoke French." En dan zijn er nog de ballades, die hij zelf graag onderuit mag halen. Prachtig gearrangeerde abc'tjes met de bekende akkoorden. "I get over losing anything, but I never get over losing you." En op de een of andere manier klinkt dat 'losing anything' als Lousiana en wordt het een late herdenking van alle ellende tijdens/na die orkaan.

8. Stephen Malkmus - Real Emotional Trash

8. Stephen Malkmus & The Jicks - Real Emotional Trash
Zou ik milder geworden zijn? Ik had dit jaar het gevoel dat de platen van "gevestigde" artiesten me vaak meevielen. Er staan dan ook veel oude bekenden in dit lijstje, terwijl ik toch meestal op zoek ben naar de nieuwe sensatie. Malkmus revancheert zich voor de sof Face The Truth en maakte met z'n Jicks een ouderwets bandjesalbum. Lekker jammen. Het echte enthousiasme bij publiek en pers voor z'n carrière lijkt helaas weg. Begrijpelijk voor wie in Real Emotional Trash een degelijk werk zonder uitschieters hoort, maar ook jammer, want wat kan die man toch spelen, gesteund door een volledige vrouwelijke ritmesectie (stoer!) die af en toe meezingen. Grappig, het is genoegzaam bekend dat Malkmus lang niet zo'n muzikale slacker is als ie deed voorkomen, maar Real Emotional Trash heeft iets aantrekkelijk slepends. Het tempo is vrij traag en dan op een slackergangetje van de ene naar de andere mooie melodie, met een spaarzaam ingezette doch geslaagde rol voor de toetsen van, leuke naam, Mike Clark. (A beautiful human being)

7. The Felice Brothers - The Felice Brothers

7. The Felice Brothers – The Felice Brothers
Elk jaar slijt mijn aanvankelijke aversie tegen de "overschatte" bard Bob die zo nodig een Nobelprijs zou verdienen een beetje. Nu zijn we al aanbeland bij het moment dat een band die haast een pastiche op 'm is op 7 in de jaarlijst kan eindigen. Het moet niet gekker worden. Het ambitieuze grotepublieksdebuut van de Brothers is een drankplaat pur sang. Honkytonk-piano's, een bezopen blazerssectie, een wasbord en een 'traveling dice player' die ook nog 'ns Christmas heet. Hoe Faulkner wil jet 't hebben. "Ooeeehhh happy days are here [..] put your pistol in your purse, 'cause we're going to Gettysburg, to the stand of the greatest show on earth." Ballades gaat ze ook prima af. Saint Stephen's End heeft niet meer nodig dan een fraaie, haast tastbare baslijn, wat kringelende elektrische gitaren eromheen en hartverscheurende vocalen. Ik ging dit jaar af en toe langs bij een geezer die volledig (en dus nogal eenkennig, wat ik ook probeerde) into gangstarap is. De Brothers hebben echter toch echt de stoerste macho-oneliner van het jaar, in truckerssong Frankie's Gun: "I saw a man hit my mom one time, really, I hurt him so damn bad I had to hide in Jersey." Mama Felice kan ook muzikaal trots zijn op haar jongens.

6. Why - Alopecia

6. Why? – Alopecia
Bands die uit 't niet met een klassieker debuteren en daarna opbranden, die kennen we wel. Hoe anders en hoeveel sympathieker gaat het bij Why? Al jaren een semi-bekende naam, maar pseudo-hiphopper Yoni Wolf had nog nooit iets uitgebracht wat echt bleef hangen. Tot Alopecia. De sprong voorwaarts van het jaar. Als het niet veel te pretentieus voor de muziek had geklonken zou ik zeggen, een ware suite. Veertien tracks, meestal zonder pauzes, verbonden door noise, nasale refreintjes en lekker veel belletjes. Meer indiepop dan indiehop, al zijn de beats nog altijd sterk. Goeie prominente (al dan niet rinkelende) snares. Essentieel. Why? is de eerste van de drie in de lijst die flink wat punten voor teksten scoort. Paranoia, neuroses, (seksuele) obsessies, allen gelardeerd met een flinke portie galgenhumor. Wolf serveert rake oneliners als Martin Verkerk aces op Roland Garros. Vaak komisch: "If I'm not raw, I'm just a bit underdone." Soms aandoenlijk: "Even though I haven't seen you in years yours is a funeral I'd fly to from anywhere." Of absurdistisch stoer, zwelgend in loserdom: "I only played chess once in my life and I lost." De eerste helft van Alopecia bevat de losse hits, de tweede helft is vanaf The Fall Of Mr. Fifth's het emotionele hoogtepunt en laat conventionele songstructuren voor wat ze zijn. Hoor ik daar nou Owen Wilson die zucht en zich excuseert: "I'm just being crazy", en even later opgewekt, "feel a lot better now!"

5. Kathleen Edwards - Asking for Flowers

5.Kathleen Edwards – Asking for Flowers
Thao mag de liefste stem van 't jaar hebben, Kathleen heeft de mooiste. Vaak klein en helder, dan weer smachtend, af en toe lijkt ze zelfs behoorlijk wat wijn te hebben ingenomen. Move over Lucinda Williams. Om met het atmosferische slot te beginnen, in Goodnight, California blaast ze langgerekte tonen als warme adem in je oren. Als 't Spa-meisje dat je bril van damp ontdoet. "I won't let you in my heart but you were always on my miiiiiiiind." Asking for Flowers is ook de familieplaat van het jaar. Je kunt 'm aan iedereen laten horen, hij valt overal in de smaak. Met up-tempo nummers voor tijdens de afwas (waarom is I Make The Dough, You Get The Glory, verdilleme geen nummer 1 hit geworden!?) en fraaie ballades om op je gemak een boek bij te lezen. Zoals je van een middle of the road-plaat mag verwachten is de instrumentatie pico bello verzorgd. Speciale vermelding voor de mannelijke achtergrondvocalen in de meeste ballades en de stevige Peter Visseriaanse gitaarsolo aan 't eind van Oh Canada. Had eigenlijk nog veel langer door moeten freaken, maar dan waren de Walmart-klantjes zeker afgehaakt.

4. guillemots-red

4. Guillemots – Red
God, wat een gruwelijke hoes. Nog lilluker dan Death Magnetic. En er gaat al zoveel mis op deze moeilijke tweede. Is er eigenlijk wel een nummer dat van begin tot eind geslaagd is? Ik vrees van niet. Waarom dan op vier? Simpel, punten voor lef en punten voor puur talent. Ik keek laatst naar het ook al wankelende concert van de 'Mots op Fabchannel (hebben ze daar de bandkwaliteit naar beneden bijgesteld trouwens?) en dan denk ik toch tijdens de beste momenten: op 1 met die plaat. Misschien waren mijn gedachten in de knoop geraakt door de bevallige contrabassiste Aristazabal Hawkes die besmuikt/verlegen glimlachend tegen d'r instrument aanrijdt. Hoe dan ook, op Red zoekt de band het wat teveel in Prince/Justin Timberlake/Hot Chip-achtige dansliedjes, terwijl het natuurlijk draait om de melodramatische ballades, met flink wat strijkers, vervreemdende synths, jazzy toetsen, melodieus baswerk en soulvolle vocalen. Falling Out Of Reach is er zo eentje. De kortstondige break aan 't end, met een maffe beat, wat gefluit en dan alle elementen er terug in gooien, terwijl Fyfe wat oeh's en yeahyeahyeahs uit zijn tenen perst. Heerlijk. De nieuwe Todd Rundgren is opgestaan, ik kan niet wachten op de Something/Anything én A Wizard, a True Star van deze band.

3. Wild Beasts - Limbo, Panto

3. Wild Beasts – Limbo, Panto
Het grootste WTF-moment van het jaar. En dat terwijl Wild Beasts qua bezetting een uiterst gewoon bandje is. De productie is ook al degelijkheid troef, niks sprankelends an, bijna dof. Nee, bij deze Engelse youngsters draait 't maar om een ding: de vocalen. Koorknaapjesfalset als ultieme krachtpatserij. Het kan. Meezingen is tekortschieten. Misschien dat al die jaren van Radio 4 luisteren eindelijk wortel heeft geschoten. Opera galore. Hayden Thorpe, de Farinelli van de indierock, kermt, krijst, bromt, brult en dat allemaal op verbluffend melodieuze wijze. Soms laag en bluesy, meestal hoog als de travo Tante Sidonia die ik ooit in een musical zag. Bassist Tom Fleming is met z'n diepe stem de joker. Om in stijl te blijven moet hij dan Jerommeke zijn, die ik met z'n stevige borstkas ook wel een baspartij uit een opera hoor zingen. Thorpe en Fleming vullen elkaar perfect aan op de hoogtepunten The Devil's Crayon en Grinning Skull. Op vele andere momenten zingt de hele band mee. De muzikale backdrop is jangly, theatraal en gelukkig bescheiden. Toch is ze cruciaal, ze vormt het net onder de acrobatiek, of juist 't omgekeerde, ze houdt de artiesten met moeite aan de grond, voor ze wegzweven daar waar ze niet meer te volgen zijn. En die spanning werkt perfect.

2. Gorki - Voor Rijpere Jeugd

2.Gorki – Voor Rijpere Jeugd
Nooit gedacht dat Luc de Vos ooit nog 'ns een écht goede plaat zou maken. De eeuwige loser met de zielige hondenstem bleef altijd goede teksten schrijven, maar muzikaal werd het allengs minder, zover het ooit al wat was geweest. Voor Rijpere Jeugd voelt echter scherp en fris, het kwartet dat er in de opening doorheen wordt gejast verveelt nooit. En zelfs het absurde bigbeat-nummer United Kashmir werkt. De hoge positie heeft het album echter te danken aan Geluk In Het Spel. Het mooiste nummer van het jaar. "Ik zat te kaarten met m'n maat, we dronken Fanta uit de fles en we rookten sigaren, net als in een gangsterfilm." Wat een prachtig beeld. De Fanta doet het 'm. En dan de muziek, wat waaierende gitaarakkoorden en melodieus tomwerk. Het moeilijkste onderdeel van een drumstel. Door mij stelselmatig ondergewaardeerd en onderschat. Als ik een beat programmeer gebruik ik die dingen nou nooit. Hoor je ze eigenlijk wel eens in de dance? Misschien in van die proggy spacejams? Hier ploffen ze heerlijk, uitgeblust als het hoofdpersonage. "Maar ik had vier azen en een boer en daarna een grote straat, veel te veel geluk in 't spel".

1. songdog - wretched sinner's song

1. Songdog – A Wretched Sinner's Song
En zo was het een uitstekend jaar voor de Britse popmuziek. Echt! De trend mocht dan Amerika heten te zijn, juist in het begrip "trend" (of zogenaamde golfbeweging van de UK naar de USA) zit het probleem. Het is namelijk altíjd een goed Amerikaans jaar, en dat mag ook wel, een simpele kwestie van kwantiteit. Zie daarvoor de rest van de lijst. Erg Brits is Songdog verder niet. Ze komen dan wel uit Wales, maar hun meest bekende fan is niet toevallig Bruce Springsteen en vergelijkingen met Francofone helden als Brel zijn vaak gemaakt. (Zelf zou ik Zita Swoon zeggen) A Wretched Sinner's Song is een topzwaar ambitieus album. Zevenenzestig minuten, opgedeelde in twee aktes. Toch weer een beetje opera. Elk nummer een lyrische mini-symfonie. Kleine verhalen vol boeiende details. Meesterlijk geschreven en verteld door Lyndon Morgans, een man met een hoge huilerige stem, die krakend akoestisch gitaar speelt, alsof hij door emoties bevangen is. Zijn simpele getokkel wordt begeleid door wat strijkjes, een mandoline en, ha fijn, de contrabas van producer Nick Kaçal. De eerste akte Love Lust heeft het beste nummer, het swingende Crown of Thorns, maar de tweede, wijsneuzerig Love Lost getiteld, is melancholischer en dus nog beter. "She bought me a Yankees cap so I could look like a regular guy." Loser Heaven, een vervallen zaaltje aan Thunder Road in Montparnasse. Songdog speelt 'r in een hoekje.

(door Ludo)

Comments

comments

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.