Het is december. Tijd van lijstjes. De beste releases, de beste concerten, de beste take-away Chinees, de beste populist. U kunt het zo gek niet bedenken, of er wordt een lijstje van gemaakt. Voor Radio Mortalereden om haar luisteraars te vragen de vijf beste releases van eigen bodem in te sturen. Met het oog opThe Sound Of 2010 op 28 december in Cul de Sac, alwaar Maarten en ik toch ook iets zullen moeten zeggen, hier een nationalistische blik op het muzikale jaar 2010.
Op een staat Shaking Godspeed met Awe. Rauwe rock in haar puurste en meest directe vorm. Een plaat die wars is van enig conformisme en vanaf de eerste toon als een ronkende rockmachine over je heen rolt. Eenmaal onder de naald is er aan deze plaat geen ontsnappen meer aan.
Een wereld van verschil met Hamden van Minco Eggersman, een bezinningsplaat van een man net in de dertig. Een meesterwerk in spaarzaamheid, kleine nummers vaak geconstrueerd rond niet veel meer dan piano en gitaar. Twaalf stappen in een zoektocht die Eggersman dichterbij zijn kern brengen.
De derde in de lijst is een plaat die door velen over het hoofd is gezien, The New Bikini van At No Bikini Beach. Deze heren zijn niet de minst ervaren muzikanten met een verleden in onder andere Jimmy Barock en Feverdream, maar het pad dat ze hier inslaan is wel weg van deze bands. Een unieke mix van postrock met soul, funk en zelfs disco. Eigenlijk een album dat door iedereen bejubeld zou moeten worden.
Met nummer vier komen we in de regionen van de Noisepop. Met twee releases dit jaar die beiden jaarlijst waardig zijn, is Nikoo een van de grote beloftes voor 2011. Ergens medio dat jaar moet de eerste fysieke release op Beep! Beep! Back Up The Truck uitkomen. Vooralsnog moeten we het doen met EP en Friends & Family, beide digitale releases waarvan de laatste hier de vierde plek vult. Zeven prachtige popliedjes ingepakt in lagen aan ruis en noise van het fijnste soort.
Van het zelfde label staat op vijf Moon & Sun. Een beetje een vreemdgaanger in de Nederlandse lijst, daar de dame in kwestie uit Zweden komt, maar wij zijn de PVV niet en hebben geen angst voor dubbele loyaliteit. Een EP die spookt, broed en zweet. Die liefelijk en benauwend tegelijkertijd klinkt. Je kunt niet anders dan hopen dat er snel meer uitkomt van deze dame. Muzikaal een beeld creëren van witte stranden, maar met de voortdurende spanning dat er lijken onder liggen, is een kunst die Moon & Sun beheerst op The Wild Things.
Enorm verrassend was de terugkomst van King Me. Niet dat Michael Milo en kornuiten ooit echt weg zijn geweest, maar wel uit het oor verloren van ondergetekende. Met Them Brawlers weet de band rond Milo echter haar beste plaat (en de rest was al niet te min) tot op heden neer te zetten. Sprankelende popliedjes in lo-fi-coating, bliepjes en statisch his. Net als met de voorgaande platen toont King Me de ambacht van het pakkende popliedje te beheersen. Tijd dat dit eens door meer mensen wordt opgepikt.
Ook niet de minste plaat is In A Cabin With van L'Abbatoir. Verrassend alleen al door de samenwerking die hier plaatsvindt tussen leden van onder andere Opgezwolle, Gem en Voicst, is het de mix aan stijlen die hier wonderwel werkt. Indiepop die zonder enig probleem combineert met hip hop en rumba. Helaas zal het, zoals met zovele collaboraties, waarschijnlijk tot een eenmalige samenwerking beperkt blijven. Maar fijn is het wel.
Net als de stoner van het Limburgse trio Sungrazer. Gewoon drie mannen met gitaren en drums die 35 minuten nodig hebben om vijf nummers over je heen te rollen. Psychedelische rock waarmee de band Nu Of Nooit wonnen en die live – het moet gezegd – nog beter klinkt, maar deze debuut EP zet de band wel meteen op de kaart.
Waarop Catch My Shoe van The Ex volgt. Deze oude anarchopunkers hebben vooral met de afgelopen tour – met onder andere een zwetende set op Incubate – wederom bewezen tot de top van Neerlands podiumproducten te behoren, maar de laatste plaat mag er ook zeker wezen. Hoekige noiserock gemixt met Afrikaanse ritmes afgewisseld met de nodige overdrive garandeert luisterplezier voor iedereen die zijn muziek graag wat eigenwijs heeft.
Dat je echter niet albijna dertig jaar hoeft mee te draaien om de ballen uit de broek te spelen, bewijzen de drie jongemannen van Paceshifters. Nog nauwelijks lichamelijk volgroeid maakt dit trio muzikaal zeer volgroeide punkrock met een grote R. Gaspedaal intrappen en vlammen maar, is het credo op One For The Road. Een verrassend fris debuut zonder enige vorm van poeha.
Black Gold 360 is eigenlijk ook een vreemdganger in de lijst. Maar deze Brit woont al jaren in Utrecht en runt vanuit daar al even lang zijn eigen label Beluga. Reden dus om zijn laatste werk – LM6IX – ook op te nemen in de lijst. Jazztronica van het fijnste soort, waar electronica, samples en levende muziek voortdurend om de hoogste aandacht vechten zonder elkaar in de weg te zitten. Triphop in een prachtvorm.
Over de jaren heen heeft Arnold de Boer zich weten te ontwikkelen van het gezicht Zea tot het enige gezicht in Zea. Zijn jongste leg heet The Beginner (zijn rol als nieuwe zanger bij The Ex even negerend) en is wederom een pracht collectie van samples, electronica en hakkende gitaar liedjes. Rammelend met een knipoog, maar vooral ook heel eigen, Zea blijft ook als eenmansband de oren verrassen.
Minder verrassend was in eerste instantie The Big Show van Viberider. Pas na hun optreden in de zolderkamer van 013 (in de volksmond Bat Cave, op de deur staat Stage01) viel de plaat helemaal op zijn plaats. Een mix van stijlen uit de harder rock en pop die aan de ene kant refereert aan de grunge uit begin jaren '90, anderzijds precies past in de stonerpop-golf past die Nederland momenteel overspoelt. Helaas wordt The Big Show binnenkort in de vriezer gezet, na nog een kleine tour in februari waarna de bandleden weer verder gaan met hun eigen projecten.
Wegen die helaas ook scheidden, waren die van drummer en zangeres van The Heights. Samen hadden zij enkele jaren een koppel gevormd, maar het potje en deksel bleken toch niet zo goed aan te sluiten. Dit resulteerde muzikaal in Dreammaps waar beiden hun rol in mochten spelen. Nummers geschreven door de zangeres, allen over het verval van de relatie. De uitkomst is een prachtige indiepop plaat geworden met als thema de scheiding, maar even goed universeel inzetbaar. Vervelend voor al de ellende die het koppel moest doorstaan, maar er is uiteindelijk een mooie plaat uit voortgekomen.
Je zou het haast vergeten, maar Woost heeft dit jaar ook een prachtige plaat afgeleverd. Six Minutes South definieert meer dan ooit het eigen geluid van deze ex-Tilburgers. Daar waar voorheen – al dan niet terecht – de band voortdurend in een adem werd genoemd met andere bands, is dat op de vierde plaat duidelijker een eigen eigenwijze poprichting geworden – met het experiment in het subtiele – die enkel en alleen bij Woost hoort.
De opener van het Nederlandse indiepop jaar was Bettie Serveert met Pharmacy Of Love. De verjongingskuur van de band die in 2011 twintig wordt, maar nog net zo speels en gemeend klinkt op deze negende plaat als het gezelschap begin jaren '90 deed. Gewoon weer rockende en noisy indiepop in de vorm van pakkende liedjes.
Qua songtitels niet de meest inspirerende band, maar de zes 'Untitled' tracks die Fine China Superbone neer zet op Make-Machine behoren tot de beste hoekige noisepostrock en mathrock de afgelopen jaren op de markt verschenen. Luid, energiek en direct met een welhaast mathematisch precisie. Stom weg genieten geblazen dus.
Net als de tweede plaat van Blaudzun, de Utrechtse singersongwriter met de grote bril, Seadrift Soundmachine. Bezwerende americana met een duistere en melancholische rand met een betoverende inzet van strijkers. En als toetje op de dramatiek het prachtige nummer 'Quiet German Girls'.
Niet echt verrassend maar wel weer verdomde goed is de nieuwe Peter Pan Speedrock. We Want Blood! gaat er volop, dendert door en rammelt de trommelvliezen op niet al te subtiele wijze los. Metalpunk, rock n roll, noem het wat je wilt. Hoe het ook zij, dit album is een stoomwals die elk obstakel op zijn weg hard het asfalt in duwt.
En dan heb je dus een lijst met een x aantal fantastische/briljante of gewoon goede releases uit 2010. Maar hoe verder je gaat met typen, hoe moeilijker het wordt er een einde aan te breien. Zo blijft Puin + Hoop ongenoemd, net als Tim Knol, The Mad Trist, Mr A Balladeer of de debuut ep van Nikoo en vast nog veeeeeeeel meer dat de aandacht wel verdient. Dat is niet omdat dit slechte releases zijn, maar omdat mij drie delen wel genoeg lijkt. En dat betekent keuzes. Een top zoveel, met een uitgesproken nummer één en twee en zeer veel nummers drie.
(Dit artikel stond eerder in drie delen op de site van Sounds in Tilburg)
Tjeerd van Erve