I'm only waiting for the star collector to come and sweep me up, right off my feet.
10. Hallo Venray – Show
Alwéér een jaar voorbij. De vorige januari lijkt nog maar een vingerknip geleden. De conclusie is even snel getrokken. We worden ouder. En er zijn meer tekenen. Een week geleden stond ik bij Daryll-Ann alle 'hits' mee te zingen. Een reünie als tofste concert van het jaar, door een band die ik ken uit mijn allereerste OOR… De nineties zijn retro geworden. Wij zijn zélf retro geworden. Hallo Venray wordt zo een logische opener van deze lijst. 'Ome Henk' zelf leek op Record Store Day geen spat veranderd. Hij was altijd al graatmager en grappig, en hij speelde altijd al gitaar als 'ome Neil'. Maar ook in zijn tijdcapsule verschijnen barstjes. Op Show duikt Koorn in zijn verleden. 'I don't talk as much as I should, they tell me all the time it can't be good.' Koorn denkt aan zijn Amerikaanse 'oompjes', en aan een jeugd gedrenkt in alcohol. De levensles is ook met waterige oogjes nog scherp te zien: 'The sky's the limit when it's lowered down.'
9. Hospitality – Trouble
Vederlicht fladderen Laura Veirs-achtige vocalen de luisteraar tegemoet. Vergis je echter niet. De poeslieve melodieën bevatten kittige weerhaakjes. 'I saw my best boy standing, at the bar where I left him.' Hondstrouw en alleen. In de kou. Hospitality mengt op hun esthetisch onverbeterlijke schilderspalet veertig jaar indie door elkaar. De synths kwetteren vrolijk, maar de drums tikken droog op de vingers. Je mag al Going Out even schuifelen, maar niet te lang, actie blijft vereist. Wees op je hoede. Leun niet te lang op iemand. Hoogtepunt "Last Words" vat de plaat in zes hypnotiserende minuten samen. Is het synthpop? Is het krautrock? Of is het een eenentwintigste-eeuwse update van Belle & Sebastian's "Sleep The Clock Around"? Dat soort vragen zijn eigenlijk overbodig, want achter de krautdampen van een prikkelende gitaarsolo en een strenge beat schuilt uiteindelijk tóch nog een hele dikke knuffel. Warm en zacht.
8. Ja, Panik – Libertatia
'Dance the ECB, swing die Staatsfinanzen!' Duitsers met humor, das kann nicht so sein! Wacht… Het zijn Oostenrijkers. Recht uit het hart van Europa, Europa. Das Burgenland. Die Welt von Gestern. Door zulk soort sentiment wordt ik al snel bevangen wanneer de maître d'hôtel een goede portie Euro Pudding serveert. En ik houd niet eens van toetjes. Niet voor niets was een obscure Engelstalige lp van Federico Batiato een van mijn favoriete thrift store koopjes. Ja, Panik goochelt ook in alle talen. Sch-sch-schmakelijk Duits wordt vaker wél dan niet midden in de zin ingeruild voor onverstaanbaar Engels. Muzikaal wordt er rijkelijk uit het oeuvre van de Hamburger Schule geciteerd. Niks nieuws onder die Sonne, maar het is mir egal. Ja, Panik dealt vanaf de bandnaam in gemütliche acceptatie. Dit is onze Straße, onze goofy humor en vooral ook onze Post Shakey Time Sadness. 'Ich weiß, hier wird morgen alles beim Alten sein.'
7. Hitsville Drunks – Sincerely Average
'I don't mind being a fool in the eyes of most people, but your sister is not one of them.' Eigenlijk is dit de glammy zusterplaat van Hallo Venray. En zoals de dialogen in de concertzaal gaan: 'Zijn ze goed?' 'Nou, het is een Belgisch bandje…' De professionalisering boekt in het Nederlandse popcircuit duidelijk resultaten, maar ik zie nog wel teveel strakke koppies. Musiceren gaat toch om het speelplezier, samenvallen met de noten én je guts. Als je poseert, doe het dan met zelfspot. Belgen hebben dat. Mafkees Mauro kan het lachend. Hij verkondigt hier schaamteloos voor één keer 'sincerely average' te werk te gaan. En zo geschiedt. 'When I grow up I want to be a retro artist.' Tien liedjes vol 'clean adult fun'; een zorgvuldig geconstrueerd riffjesparadijs. Veteranenmuziek. In 2014 maakten Tom Petty, Stephen Malkmus en zelfs Joe Walsh fijne platen in het freebee freewheelin' stiel, maar niemand deed het zo goed als een kerel uit Koersel.
6. Eno • Hyde - High Life
'Ik doe het met elektronica', zong Luc de Vos ooit. De apparatuur wilde echter niet zo meewerken dit jaar… 2014 begon nog goed, met singles van een zijprojectje, maar daarna gaven twee laptops in successie de geest. De eerste had een decennium lang dienst gedaan als het bakbeest in mijn 'home studio'. Zodoende nam ik de gitaren vooral meditatief ter hand. Op luistergebied kon ik even gemakzuchtig in de nostalgie van Edgeland blijven hangen. Op mijn favoriete album van 2013 vonden Hyde en Eno elkaar; niet zo vreemd dus dat ze hun samenwerking voortzetten. Someday World bevatte vooral restjes, maar High Life kriebelt plezierig anders. De plaat klinkt zowel futuristisch als tribaal. Geesten én bossen. Scratch and sniff de speelse grooves. In langzaam uitdijende nummers bouwen Eno en Hyde een eerdaagse wereld van precisielaagjes en zomaarwoorden op. Timestretching through time. Het wordt tijd een Return te maken.
5. Oscar And The Wolf – Entity
Dit jaar voegde ik me bij de kudde. Ik gaf me op voor een bekend Zuckerberg-project én ik kweekte een baardje. M
iljoenen hipsters waren me daarin al voorgegaan. Begrijpelijk, want plots begonnen de dames voor wie ik galant deuren openhield 'hoi' te zeggen, en me glimlachjes toe te werpen. Het verschil werd haast bespottelijk. Maar ja. Ik las Goffman en leerde: het leven is een voorstelling. Soms moet je een beetje je best doen om samen te vallen met wie je altijd al bent… Nietwaar? Oscar & The Wolf flikte iets vergelijkbaars, met nog véél méér succes. De Belgen met de belegen bandnaam riepen in elk interview hoeveel spannender en sexier ze waren geworden, fixten goeie coupes en brachten die moderne r&b naar de tondeldozen. Haters kunnen mokken dat het om een flets doordrakeje gaat, maar dit is gewoon dé dans, sjans- en afwas-plaat van het jaar. Nu kunnen we ons in dit polderland Yeezus voelen. Wij zijn oké, G.
4. The War On Drugs – Lost In The Dream
Een maat van mij trof het volledige oeuvre van Dire Straits in een steeg aan. De situatie zegt genoeg over de status van die band, de cd als medium, en het welzijn van mijn maat, die in zijn 'war on drugs' allang de witte vlag heeft gehesen… Eén keer raden wie er met de albums werd opgezadeld. Bij de pandjesbaas krijg je immers maar twintig cent per schijfje, en daar kun je geen shit voor scoren. Zo was ik goed voorbereid op Lost in the Dream. Ook ik ging om voor de consensusplaat van het jaar. Een plaat te laat, maar ach… Achterlopen is acceptabel, zolang je blijft lopen. En dit album loopt gesmeerder dan fresh laid blacktop. Een Panda zou hier nog hard op gaan. We jakkeren yachtig via de Telegraph Road naar de donkere randjes van de stad. Daar wacht een blinkend showpaleis. Neonlichten echoën tot in de laatste uurtjes. The War On Drugs brengt de verslavende shots. Een stukje tekst quoten is overbodig. Mompelmompel-Woehoe!
3. The Delines – Colfax
'The sun is coming up, past traffic and used car lots.' Willy Vlautin kan een potje schrijven, zijn Richmond Fontaine-platen hadden het al bewezen. (Ik ben benieuwd naar zijn romans.) Nooit eerder echter werden zijn rake opening lines zo mooi en invoelbaar gezongen als hier. Eeuwige country verdient Amy Boone, een vrouw met een zucht en een traan. Stemmige begeleiding doet de pijn vergeten. Colfax troost daklozen en ontheemden. Stuck at the stateline en geen stap verder. Dit is mijn ambient-fix. Pedal steel-klanken vullen het huis, stil maar onmisbaar aanwezig als de room tone in een Amerikaanse arthouse-film. Laat het uitwaaierende refrein van He Told Her The City Was Killing Her je wegdragen. Elevation. Nog even strooit de zandman met escapisme, straks zit je achter de kassa in een dollar store. De kalmte ná de storm wordt een kalmte vóór de storm. 'Friday night and I just can't stay at home'. Koude feiten. Warme plaat.
2. Sam Amidon – Lily-O
Wanneer de wind gunstig staat kan ik op mijn stereo de Belgische radiozender Klara ontvangen. Een ontdekking, zeker in de avonduren. Waar Radio 4 zelfs na tienen haar tijd met ge-ehm-wauwel over cultuur vult, hoor je bij de Belgen enkel moois. De ene avond Charlie Parker, de volgende Robert Ashley en William Basinski. Ook Sam Amidon kwam langs. Zijn muziek past perfect bij het ruizen van een in flarden opgepikt station. Sprookjesachtige folk hoort in de lucht. Valse kraai Amidon bezweert op eigen wijze het Amerika van de pioniers. Het snarenwerk draagt de sporen van de eeuwen. Bill Frissell strooit met zoekende melodieën als broodkruimels. In de verdwaling vindt je de kunst. In het vroege voorjaar stond ik oog in oog met een echte Rainer. De Oostenrijkse expressionist had een zelfportret van lokale held Vincent doorkrast. In grimmige lelijkheid vond hij zo een nieuw aura. Ook Amidon krast met klasse. 'I won't turn back anymore.'
1. Avi Buffalo – At Best Cuckold
'Lonely roads seem to follow me.' In een jaar zonder uitschieters kies ik voor het album waarin alle lijnen fraai samenkomen. Nineties, gitaren, vrouwen en de houdgreep van de twijfel. Ooit was je een oude ziel in een jong lichaam. Anno nu geldt dat almaar minder. Het is kiezen tussen 'what the fuck I am supposed to do' en het relatief optimistische 'I s'pose I am'. Het beste is vast om gewoon eindeloos als een mantra te herhalen: 'So what. So what. So what. So what!' Avi Zahner klinkt op At Best Cuckold als vanouds gepijnigd en gefrustreerd. Hij verpakt zijn gepieker over relaties en almaar verdwijnende mensen in sensuele prachtsongs met een bittere twist. Liedjes waarin alle indie-helden van weleer mee mogen doen. We're built to spill on the shoulders of dinosaurs. Voor het mooiste liedje keert Avi terug naar de breuklijn van dat bildungsdecennium. The Field Mice zongen destijds zachtjes over voorzichtige toenaderingen en kleine succesjes. En wie het kleine niet eert…'I am relatively inconspicuously overwhelmed with pride.'
(door Ludo)