[cd, Kontrans/ToonDist]
De 60 jarige, legendarische stemkunstenaar, muzikant, geluidsdichter en autodidact componist Jaap Blonk bouwt met name het afgelopen jaar weer gestaag verder aan zijn indrukwekkende discografie. Live weet hij ook altijd diepe indruk op mij te maken met zijn onnavolgbare stemkunsten, die haast buitenaards zijn. Een ware stemacrobaat, maar ook een begenadigd elektronisch muzikant en dikwijls beide. Zijn muzikale geschiedenis start in eerste instantie met saxofoonmuziek, alvorens hij de kracht van zijn stem ontdekt, al dan niet in combinatie met innovatieve elektronica. Van 1983 tot 1999 duikt hij op in de moderne jazzband Splinks, van 1987 tot 1989 in de improvisatiegroep Baba-Oemf en van 1987 tot 2005 in de avant-gardistische rockgroep BRAAXTAAL, die ik eenmaal in het Amsterdamse Paradiso heb mogen bewonderen. Toch ken ik deze ongrijpbare held vooral van zijn biologerende stemimprovisaties die hij solo dan wel met The Ex, Maja Ratkje, het Nederlands Blazers Ensemble, Cor Fuhler, Mats Gustafsson, Fred Lonberg-Holm, Ebony Band, Carola Bauckholt en vele andere artiesten vanuit de hele wereld ten gehore brengt. Bij een nieuwe release komt er altijd een soort kinderlijk enthousiasme in me naar boven.
Dat is niet anders bij de cd Polyphtong, wat vermoedelijk een samentrekking van polyphony en tong is. Het is gecreëerd voor een quadrafonische live uitvoering, die in 2012 op de Stanford University in Amerika in première is gegaan. In augustus dit jaar bewerkt hij de opnames en het resultaat staat op deze cd, waar je 8 titelloze composities vindt die bijna 47 minuten duren. Hierop gebruikt hij op fraaie wijze de quadrafonische aanpak om diverse lagen te creëren, waardoor er inderdaad een soort polyfonie van stem en elektronica ontstaat. Dit is het fraaist onder de koptelefoon te horen, waarbij de wonderlijke geluiden van alle kanten aan komen vliegen en zorgen voor een fascinerend hoorspel. De muziek houdt daarbij in feite het caleidoscopische midden tussen elektro-akoestische muziek, ambient, drones en neoklassiek. Het geheel is dromerig en dikwijls spookachtig, maar ook spannend en intens. Van de hypnotiserende composities gaat een verslavende werking uit, mede omdat je keer op keer weer andere geluiden ontwaart. Als je beseft dat het geheel met enkel stem en computer tot stand is gekomen, maakt het alleen nog maar meer indruk. Natuurlijk kan iedereen wel dingen vormen en vervormen met de computer, maar om er dergelijke indrukwekkende pracht mee te fabriceren is een kunst apart. Zeker als de basis ook nog vooral gelegd wordt door de stem. Het is een biologerend prachtwerk geworden, waarbij referenties en superlatieven tekort schieten.
Fragment 1
Fragment 2
Fragment 3
Fragment 4
door Jan Willem Broek